-
Bouw een gelukkig gezin opDe Wachttoren 1962 | 15 oktober
-
-
Hij moet „een goed bestierder van zijn eigen huis [zijn], die met alle waardigheid zijn kinderen onder tucht houdt; indien echter iemand zijn eigen huis niet weet te bestieren, hoe zal hij voor de gemeente Gods zorgen” (1 Tim. 3:1-7). De christelijke gemeente mag daarom terecht verwachten dat het gezin van opzieners en assistent-dienaren een goed voorbeeld vormt. Van christelijke vaders die in gebreke blijven een dergelijk voorbeeld te stellen, kan men nauwelijks verwachten dat zij in een opzienersambt gehandhaafd blijven.
-
-
De rol van vrouw en kinderen in een gelukkig gezinDe Wachttoren 1962 | 15 oktober
-
-
De rol van vrouw en kinderen in een gelukkig gezin
1. Hoe kan de christelijke echtgenote veel tot het geluk van de gezinskring bijdragen?
WIE werkt er zo nauw met het gezinshoofd samen om de gezinskring tot een gelukkige regeling te maken? Wie deelt in deze verantwoordelijkheid en in dit voorrecht? Salomo heeft gezegd: „Wie een vrouw vond, heeft iets goeds gevonden” (Spr. 18:22). Hoe waar zijn deze woorden! Heel vaak is daar op de achtergrond en soms zelfs onopgemerkt de goede echtgenote die voor het succesvolle gezinshoofd een grote bron van inspiratie vormt. Tot in welke mate kan de vrouw tot het geluk van de gezinskring bijdragen? De rol van de ouders hebben wij reeds nogal uitvoerig besproken en hier volgen als aanvulling nog enkele punten die de vrouw in dit verband in gedachten dient te houden. In de eerste plaats dienen man en vrouw één in daden en denkwijze te zijn en aldus een niet omver te werpen eenheid te vormen. Dat is Gods regeling (Matth. 19:5). Een goede vrouw handelt als een aanvulling op haar man en zal het met zijn beslissingen eens zijn, terwijl een goede echtgenoot, op zijn beurt, zijn vrouw over gezinsaangelegenheden zal willen raadplegen, zodat er vrede en harmonie kan heersen.
2. Wat is van het grootste belang, wil de gezinskring een evenwichtige regeling blijven vormen?
2 De apostel Paulus maakt de volgende opmerkingen over deze wonderbaarlijke regeling voor de twee voornaamste leden van de gezinskring: „Vrouwen, weest aan uw man onderdanig als aan den Here, want de man is het hoofd van zijn vrouw, evenals Christus het hoofd is zijner gemeente; Hij is het, die zijn lichaam in stand houdt. Welnu, gelijk de gemeente onderdanig is aan Christus, zo ook de vrouw aan haar man, in alles” (Ef. 5:22-25). Dit is een evenwichtige regeling en alleen wanneer ze uit haar evenwicht raakt, zullen verdriet en gebrek aan succes hun intrede doen. Let bijvoorbeeld eens op de raad in 5 vers 22, dat vrouwen hun man onderdanig moeten zijn als aan de Heer omdat de man het hoofd is van zijn vrouw. Dit beginsel dient de houding van de vrouw tegenover haar man te bepalen wanneer het op beslissingen voor het gezin aankomt.
3. Hoe kan de positie van de man in de gezinskring aanzienlijk worden verzwakt?
3 In dit verband is het goed om op
-