Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w85 15/9 blz. 14-19
  • Dienaren in de bediening — Een zegen voor Jehovah’s volk

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Dienaren in de bediening — Een zegen voor Jehovah’s volk
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1985
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • ’Eerst op hun geschiktheid beproefd’
  • Door de volle-tijdbediening geholpen
  • De taken van dienaren in de bediening
  • In hoeverre voldoen zij aan de maatstaven?
  • Dienaren in de bediening zijn heel waardevol
    Georganiseerd om Jehovah’s wil te doen
  • Dienaren in de bediening bewaren een voortreffelijke reputatie!
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1985
  • Wat zijn de taken van de dienaren?
    Wie doen nu Jehovah’s wil?
  • De harmonie bewaren tussen ouderlingen en dienaren in de bediening
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1994
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1985
w85 15/9 blz. 14-19

Dienaren in de bediening — Een zegen voor Jehovah’s volk

„Laten dezen . . . eerst op hun geschiktheid worden beproefd en daarna, wanneer zij vrij van beschuldiging zijn, als dienaren dienen.” — 1 TIMÓTHEÜS 3:10.

1. Wie helpen mee het geluk en de eenheid van de gemeente te waarborgen?

JEHOVAH is „de gelukkige God” en hij wil dat zijn dienstknechten gelukkig zijn (1 Timótheüs 1:11). Daarom heeft hij tot zegen van zijn volk in ouderlingen en dienaren in de bediening voorzien. Deze met verantwoordelijkheid beklede mannen dienen een nuttig doel en helpen mee het geluk, de eenheid en het soepel functioneren van de christelijke gemeente te waarborgen. Jehovah’s Getuigen zijn heel dankbaar voor de liefdevolle en nuttige dienst die deze aangestelde dienaren binnen Gods theocratische organisatie verrichten!

2. Welke houding moeten ouderlingen en dienaren in de bediening bezitten, maar wat mogen zij nooit uit het oog verliezen?

2 Maar ook al leveren ouderlingen en dienaren in de bediening een uiterst belangrijke bijdrage in de gemeente, zij dienen hun eigen belangrijkheid niet op te blazen. Zij moeten in gedachte houden dat Jezus Christus zijn volgelingen aanspoorde nederig te zijn. Hij zei eens tot hen: „Al wie zich . . . zal vernederen gelijk dit jonge kind, die is de grootste in het koninkrijk der hemelen” (Matthéüs 18:4). En de discipel Jakobus schreef: „Vernedert u in de ogen van Jehovah en hij zal u verhogen” (Jakobus 4:10; Romeinen 12:3). Dat deze mannen een nederige houding moeten bezitten, wil echter niet zeggen dat zij de belangrijkheid van hun werk als ouderlingen en dienaren in de bediening moeten bagatelliseren. Zij kunnen nederig zijn en toch de leiding nemen in de dienstactiviteiten. Nooit mogen zij het nuttige doel uit het oog verliezen dat door hun activiteit wordt gediend, maar zij moeten altijd in gedachte houden dat zij zowel jegens Jehovah als jegens hun christelijke broeders en zusters de verplichting hebben zich naar hun beste vermogen van hun taken te kwijten.

3. Waarmee kan de verenigde activiteit van Jehovah’s Getuigen vergeleken worden, en hoe kunnen toegewijde mannen tot deze eenheid en de bevordering van de Koninkrijksbelangen bijdragen?

3 De verenigde activiteit van Jehovah’s Getuigen in deze tijd kan vergeleken worden met de eenheid in het menselijke lichaam. De apostel Paulus heeft het geestelijke lichaam van Christus dan ook inderdaad met het uit vele leden bestaande menselijke lichaam vergeleken. Toch werken alle leden van het lichaam met elkaar samen, tot nut van elkaar (1 Korinthiërs 12:12-31). En de aangestelde ouderlingen en dienaren in de bediening zijn beslist een zegen voor Jehovah’s volk, want deze mannen bevorderen het in eenheid functioneren van de christelijke gemeente in deze tijd. (Vergelijk Kolossenzen 2:18, 19.) Toegewijde mannelijke gemeenteleden die zich inspannen om Jehovah’s organisatorische regeling te ondersteunen door ’te trachten een opzienersambt te verkrijgen’, dragen in een zeer belangrijke mate bij tot de christelijke eenheid en de bevordering van de Koninkrijksbelangen (1 Timótheüs 3:1). Maar laten wij allereerst eens zien hoe een christelijke man in aanmerking kan komen voor het ambt van dienaar in de bediening.

’Eerst op hun geschiktheid beproefd’

4. (a) Waarom moeten toekomstige dienaren in de bediening „eerst op hun geschiktheid worden beproefd?” (b) Waartoe moeten deze mannen bereid zijn?

4 De apostel Paulus deelde zijn medewerker Timótheüs mee wat er van mannen vereist werd voordat zij als dienaren in de bediening aangesteld konden worden. Paulus schreef onder andere: „Laten dezen . . . eerst op hun geschiktheid worden beproefd en daarna, wanneer zij vrij van beschuldiging zijn, als dienaren dienen” (1 Timótheüs 3:10). Hierdoor wordt voorkomen dat ongeschikte mannen worden aangesteld die niet aan bepaalde fundamentele schriftuurlijke vereisten voldoen. Ook krijgt men hierdoor de tijd om vast te stellen wat de beweegredenen van toekomstige dienaren in de bediening zijn. Deze mannen mogen niet gemotiveerd worden door een verlangen naar prestige, want dat zou op een gebrek aan nederigheid duiden. In erkenning van het feit dat een christen zich onvoorwaardelijk en volledig aan God heeft opgedragen, dient een broeder veeleer bereid te zijn in elke hoedanigheid te dienen waarin Jehovah hem in Zijn organisatie wenst te gebruiken. Ja, toekomstige dienaren in de bediening behoren net zo bereidwillig te zijn dienst te verrichten als de getrouwe Jesaja, die zei: „Hier ben ik! Zend mij.” — Jesaja 6:8.

5. (a) Welke vereisten voor dienaren in de bediening worden in 1 Timótheüs 3:8 uiteengezet? (b) Wat betekent het „ernstig” te zijn? (c) Wat bedoelde Paulus toen hij zei dat dienaren in de bediening niet „dubbeltongig” mogen zijn?

5 „Dienaren in de bediening moeten insgelijks ernstig zijn, niet dubbeltongig, zich niet overgevend aan veel wijn, niet belust op oneerlijke winst”, legde Paulus uit (1 Timótheüs 3:8). Hoewel sommige dienaren in de bediening misschien betrekkelijk jong zijn, zijn zij niet echt jeugdige personen en moeten zij „ernstig” zijn. Zij moeten geleerd hebben belangrijke dingen ernstig op te vatten. (Vergelijk Spreuken 22:15.) Zij moeten betrouwbaar en gewetensvol zijn, geen mannen die geneigd zijn lichtvaardig over verantwoordelijkheden te denken. Ja, zij moeten betrouwbaar zijn en hun taken ernstig nemen. Wat zou er per slot van rekening van ernstiger belang kunnen zijn dan heilige dienst voor Jehovah? Het is een kwestie van leven en dood — zowel voor hen als voor anderen. (Vergelijk 1 Timótheüs 4:16.) Bovendien bedoelde Paulus, toen hij zei dat dienaren in de bediening niet „dubbeltongig” mogen zijn, dat zij oprecht en waarheidsgetrouw moeten zijn, niet geneigd tot roddelen en niet huichelachtig, maar recht door zee. — Spreuken 3:32.

6. Wat zijn enkele manieren waarop dienaren in de bediening er blijk van moeten geven evenwichtig te zijn?

6 Evenwichtigheid is onontbeerlijk in het persoonlijke leven van mannen die ervoor in aanmerking komen dienaren in de bediening te zijn. Toen Paulus zei dat zij geen mannen mochten zijn die ’zich overgaven aan veel wijn of die belust waren op oneerlijke winst’, bedoelde hij vanzelfsprekend dat zij dronkenschap, hebzucht en oneerlijkheid moesten vermijden. Deze christelijke mannen moeten ook vermijden zelfs maar de indruk te wekken dat zij overmatig geïnteresseerd zijn in genoegens of materiële dingen. Zij dienen er altijd naar te streven geestelijke dingen op de eerste plaats in hun leven te stellen. Dit zal hen helpen zowel in de ogen van medemensen als, wat nog belangrijker is, in de ogen van God „een rein geweten” te bewaren. — 1 Timótheüs 3:8, 9.

7. (a) Waarom kan worden gezegd dat de verantwoordelijkheden van dienaren in de bediening niet voor echt jeugdige personen zijn bedoeld? (b) Wat kan het feit dat een dienaar in de bediening ongehuwd is, over hem onthullen?

7 De zware verantwoordelijkheden die op dienaren in de bediening komen te rusten, zijn niet bedoeld voor echt jeugdige personen. De Schrift spreekt over zulke mannen als personen die de leeftijd hebben bereikt dat zij gehuwd zouden kunnen zijn en een gezin zouden kunnen hebben. In die omstandigheden zouden zij „op een voortreffelijke wijze de leiding over kinderen en hun eigen huisgezin [moeten] hebben” (1 Timótheüs 3:12). Betekent dit dat een jonge man pas voor het ambt van dienaar in de bediening in aanmerking kan komen nadat hij in het huwelijk is getreden en een gezin heeft gesticht? Neen, volstrekt niet. Als hij niet overhaast in het huwelijk treedt zonder zich er grondig op voorbereid te hebben of voordat hij een geschikte gedoopte christelijke partner heeft gevonden, kan dat zelfs een mate van rijpheid onthullen die nodig is om zich op een juiste wijze van persoonlijke aangelegenheden en de veel ernstigere gemeentelijke verantwoordelijkheden te kwijten.

8. Welke verantwoordelijkheid rust er in verband met 1 Timótheüs 3:13 en Matthéüs 24:14 op dienaren in de bediening?

8 Paulus zei dat „zij die op een voortreffelijke wijze dienen, . . . voor zichzelf een voortreffelijke reputatie en grote vrijmoedigheid van spreken in het geloof in verband met Christus Jezus [verwerven]” (1 Timótheüs 3:13). Eén manier waarop zij de vereiste „grote vrijmoedigheid van spreken” kunnen tonen, is door actief deel te nemen aan de prediking van „dit goede nieuws van het koninkrijk” (Matthéüs 24:14). Zij moeten zich ervan bewust zijn dat zij, te zamen met de ouderlingen, de verantwoordelijkheid dragen om de leiding te nemen in de prediking van huis tot huis en in andere vormen van de bediening (Handelingen 5:42; 20:20, 21). Naarmate Satans goddeloze stelsel snel ten einde loopt, wordt de predikingsactiviteit steeds dringender. Dienaren in de bediening moeten de gemeente derhalve de dringendheid van de Koninkrijksprediking voor ogen houden door zelf een uitstekend voorbeeld in de velddienst te geven.

Door de volle-tijdbediening geholpen

9. Welke dienst hebben veel christenen met het oog op de dringendheid van onze tijd op zich genomen?

9 Met het oog op de dringendheid van onze kritieke tijd hebben veel christelijke mannen en vrouwen de volle-tijdbediening op zich genomen. Velen, die pioniers genoemd worden, besteden dagelijks gemiddeld tussen de twee en vijf uur aan het predikingswerk, sommigen van hen als zendelingen in het buitenland. Anderen zijn in de volle-tijddienst op het hoofdbureau van het Wachttorengenootschap of op de bijkantoren van het Genootschap ergens in de wereld. Hun dienst is een bron van vreugde en voldoening voor henzelf en voor degenen ten behoeve van wie zij dienen. En in veel gevallen heeft de ervaring in de volle-tijddienst mannen geholpen de hoedanigheden te ontwikkelen die zij nodig hebben om de gemeente op nuttige wijze als dienaren in de bediening te dienen.

10, 11. Hoe kunnen mannen die dienaar in de bediening willen worden, voordeel trekken van de volle-tijddienst, zoals door de hier geciteerde persoonlijke uitspraken te kennen wordt gegeven?

10 Een voormalige dienaar in de bediening, die nu een ouderling is in een gemeente in Berlijn, zegt over het pionierswerk dat hij jaren geleden als jongeman ter hand nam: „Ik kan zeggen dat het een stap was waar ik nooit spijt van heb gekregen. Jehovah heeft mij gezegend. Mijn verhouding tot hem is intiemer geworden.” Ja, evenals duizenden anderen heeft deze broeder ontdekt dat de volle-tijdbediening iemands verhouding tot Jehovah kan verdiepen en zijn vooruitgang tot christelijke rijpheid kan bespoedigen.

11 Nog een broeder die al jaren pioniert, legt uit hoe de volle-tijddienst hem geholpen heeft. „Ik kwam tot rust en kreeg een evenwichtiger kijk op de dingen, zodat ik niet meer zo snel klaarstond met mijn oordeel”, zegt hij. „Ik was gelukkiger en werd plooibaarder in de omgang met verschillende soorten mensen.” Zijn dit geen eigenschappen die behoren bij mannen die graag dienaar in de bediening willen zijn?

12. (a) Welke gelegenheden zijn er om aan de volle-tijddienst deel te nemen? (b) Welke bekwaamheden die men moet bezitten om aan de volle-tijddienst deel te nemen, zullen een dienaar in de bediening helpen zich van zijn taken te kwijten?

12 Indien de schriftuurlijke verantwoordelijkheden van christelijke mannen het toelaten, kan het deelnemen aan de volle-tijdbediening een schitterende gelegenheid zijn om hen ’eerst op hun geschiktheid te beproeven’. Sommigen kunnen deze bediening op een permanente basis ter hand nemen, anderen van tijd tot tijd. Jongeren zouden het tijdens schoolvakanties kunnen doen en ouderen in vakantieperiodes of op andere geschikte tijden in de loop van het jaar. Om aan de volle-tijddienst te kunnen deelnemen, moet men natuurlijk evenwichtig zijn en zijn tijd zorgvuldig indelen. Deze bekwaamheden heeft een dienaar in de bediening nodig, en ze zullen hem helpen zich van zijn taken te kwijten. Welke taken?

De taken van dienaren in de bediening

13. Welk idee geeft Handelingen 6:1-6 ons van het soort werk dat dienaren in de bediening wordt toegewezen?

13 Hoewel Handelingen 6:1-6 niet rechtstreeks van toepassing is op de aanstelling van dienaren in de bediening, geeft wat daar wordt gezegd wèl een idee welk soort werk of wat voor taken er normaal gesproken aan dienaren in de bediening toegewezen zullen worden. Niet door medegelovigen te onderwijzen, maar door voedsel te verdelen, zagen de „zeven goed bekend staande mannen” die destijds gekozen werden, erop toe dat de apostelen de handen vrij hadden om ’zich aan gebed en aan de bediening van het woord te wijden’. Door thans soortgelijke taken te behartigen, geven dienaren in de bediening de ouderlingen meer tijd om „de kudde Gods” te weiden en te onderwijzen. — 1 Petrus 5:2, 3.

14. Welke verschillende taken kunnen aan dienaren in de bediening worden toegewezen?

14 Over de taken van dienaren in de bediening zegt het boek Georganiseerd om onze bediening te volbrengen: „Eén dienaar in de bediening kan tot taak hebben voor de lectuur van de gemeente zorg te dragen, waardoor het ons allen gemakkelijk wordt gemaakt de lectuur te verkrijgen die wij voor ons persoonlijke gebruik en voor de velddienst nodig hebben. Een ander zorgt wellicht voor de tijdschriften in de gemeente. Weer anderen hebben tot taak zorg te dragen voor de gemeenteboekhouding of geven gebied uit en houden hier bericht van bij. Of zij worden gebruikt om de microfoons te hanteren, de geluidsinstallatie te bedienen, het podium te verzorgen of de ouderlingen op andere manieren te helpen. Bij het onderhouden en schoonmaken van de Koninkrijkszaal is heel wat werk betrokken, en daarom wordt dienaren in de bediening vaak gevraagd assistentie te verlenen bij het zorgdragen voor deze verantwoordelijkheden. Zij krijgen ook toewijzingen om als zaalwachters dienst te doen, nieuwelingen te verwelkomen en te helpen de orde te bewaren tijdens gemeentevergaderingen.” — Blz. 59.

15. (a) Wat heeft een dienaar in de bediening, behalve praktische bekwaamheid, nog meer nodig om doeltreffend dienst te kunnen verrichten? (b) Waarnaar dient de belangstelling van dienaren in de bediening in de eerste plaats uit te gaan, hoewel zij voor verschillende dingen zorg dragen?

15 Kan zo maar elke broeder met praktische bekwaamheden dit werk verrichten? Neen, want de „goed bekend staande mannen” die in het eerste-eeuwse Jeruzalem werden uitgekozen, waren „vol van geest en wijsheid”, of „zowel praktisch als geestelijk ingesteld” (Handelingen 6:3, Phillips). Ook al waren zij reeds oudere mannen onder Jehovah’s volk, zij kregen hetzelfde soort werk toegewezen dat nu door dienaren in de bediening wordt verricht. Dus willen hedendaagse dienaren in de bediening hun taak op doeltreffende wijze vervullen, dan moeten zij „zowel praktisch als geestelijk ingesteld” zijn. Hoewel zij zich met organisatorische details bezighouden, dient hun belangstelling er in de eerste plaats naar uit te gaan mensen te dienen, en wel op zulk een wijze dat die personen er geestelijk profijt van hebben.

16. Welke taken kunnen aan dienaren in de bediening worden toegewezen als er niet voldoende ouderlingen in de gemeente zijn?

16 Aangezien dienaren in de bediening geestelijk gezind moeten zijn, kunnen zij af en toe gebruikt worden voor werk dat normaal gesproken door ouderlingen wordt verricht. In Georganiseerd om onze bediening te volbrengen (blz. 60) wordt uiteengezet: „Indien er niet voldoende ouderlingen zijn om de gemeenteboekstudies te leiden, worden enkelen van de bekwamere dienaren in de bediening gebruikt om als studieleider voor een aan hen toegewezen groep te zorgen. Er kunnen hun aandelen op de dienstvergadering en de theocratische bedieningsschool worden toegewezen en zij kunnen de toewijzing krijgen openbare lezingen in de plaatselijke gemeente te houden. Ook andere voorrechten kunnen aan enkelen van de dienaren in de bediening worden verleend als daartoe een speciale behoefte bestaat en zij voldoen aan de vereisten voor de toewijzing. — Vergelijk 1 Petrus 4:10.”

17. Wat voor man was Stéfanus, en welke vraag doet dit rijzen met betrekking tot dienaren in de bediening?

17 Een van de „zeven goed bekend staande mannen” uit bijbelse tijden was „Stéfanus, een man vol geloof en heilige geest” (Handelingen 6:5). Voordat Stéfanus als een getrouwe martelaar stierf, gaf hij een bezielend getuigenis ten overstaan van het joodse Sanhedrin. Lees het verslag, dan zult u ervan overtuigd raken dat hij geestelijk gezind was, een voortreffelijk getuige, die openstond voor de leiding van Gods heilige geest en bereid was in Jehovah’s dienst zijn leven te geven (Handelingen 6:8–7:60). Als u een dienaar in de bediening bent, vat u uw gemeentelijke taken en uw velddienst dan even ernstig op als Stéfanus klaarblijkelijk zijn verantwoordelijkheden en het voorrecht om de waarheid te spreken opvatte?

In hoeverre voldoen zij aan de maatstaven?

18. Wat kan er over het werk van veel dienaren in de bediening worden gezegd, en waarvan kunnen zij verzekerd zijn?

18 Veel dienaren in de bediening geven een voortreffelijk voorbeeld in christelijke levenswandel, kwijten zich uitstekend van hun gemeentelijke verantwoordelijkheden en nemen in de velddienst goed de leiding. Hun werk wordt door medeaanbidders zeer gewaardeerd en zal beslist door Jehovah worden beloond, want Hebreeuwse christenen kregen de verzekering: „God is niet onrechtvaardig, zodat hij uw werk en de liefde die gij voor zijn naam hebt getoond doordat gij de heiligen hebt gediend en blijft dienen, zou vergeten.” — Hebreeën 6:10.

19. (a) Welke vragen zou elke dienaar in de bediening zich kunnen stellen? (b) Waarom zal het nuttig zijn problemen te bespreken waarmee sommige dienaren in de bediening te kampen hebben?

19 Elke dienaar in de bediening zou zich echter terecht kunnen afvragen: In hoeverre voldoe ik aan de schriftuurlijke vereisten? Draag ik werkelijk tot de eenheid van de gemeente bij? Kwijt ik mij op passende wijze en ijverig van de mij toegewezen taken? En geef ik een goed voorbeeld in de velddienst? Sommige dienaren in de bediening hebben met problemen te kampen om te voldoen aan wat er van hen wordt verlangd. Laten wij daarom enkele van deze problemen bespreken. Hierdoor kan elke dienaar in de bediening worden geholpen „zich ervan [te] vergewissen wat zijn eigen werk is” (Galáten 6:4). Ook zullen anderen hierdoor meer waardering krijgen voor het liefdevolle werk dat wordt verricht door deze mannen die een nuttig doel dienen onder Jehovah’s Getuigen en een ware zegen zijn voor Gods volk.

Kunt u dit uitleggen?

◻ Hoe zijn dienaren in de bediening een zegen voor Jehovah’s volk?

◻ Hoe kunnen broeders die dienaar in de bediening willen worden, door de volle-tijddienst geholpen worden?

◻ Waarom moeten dienaren in de bediening „zowel praktisch als geestelijk ingesteld” zijn?

◻ Hoe was de getrouwe Stéfanus een voortreffelijk voorbeeld voor dienaren in de bediening in deze tijd?

[Illustratie op blz. 15]

Ouderlingen en dienaren in de bediening zijn een zegen voor de gemeente

[Illustratie op blz. 17]

De pioniersdienst is een uitstekende opleiding voor al wie dienaar in de bediening of ouderling wil worden

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen