Gelukkig zijn zij die weigeren te schipperen
1. Welke handelwijze had Christus wellicht gevolgd wanneer hij zich niet door beginselen had laten leiden, doch welke handelwijze volgde hij?
DOOR een handelwijze te volgen in strijd met de beginselen van Jehovah, zou Jezus wellicht de gunst van mensen hebben verkregen en wat van de smaad en het lijden, dat hij heeft moeten verduren, hebben vermeden, doch hij was niet van het soort dat met alle winden meedraait. Jezus had zijn geest er op gericht Jehovah exclusief te zijn toegewijd door zich afzijdig te houden van materiële zaken en zich niet met deze wereld in te laten, waardoor hij de eeuwige zegen van Jehovah verwierf. Ons grote Voorbeeld liet zich veeleer door beginselen dan door hartstocht leiden, en Gods wet was in zijn hart. Hij schipperde niet. — Ps. 40:9; Hebr. 10:9.
2, 3. (a) Welke getrouwe voorbeelden van een door christelijke beginselen geleide levenswijze zien wij in het leven van de vroege christenen? (b) Welk beginsel hield Jakobus de schipperaars voor?
2 De apostelen zagen zijn voorbeeld en met behulp van heilige geest begrepen zij het ten volle. Ook zij droegen hun leven aan Jehovah’s dienst op, werden gedoopt en gingen voort tot geestelijke rijpheid. Het bericht van hun handelingen en woorden beklemtoont de wijze waarop ware christenen, die zich door juiste beginselen laten leiden, zich dienen te gedragen om voor Jehovah aanvaardbaar te zijn. Er wordt eveneens door aangetoond dat het voor onvolmaakte mensen als wij, mogelijk is naar beginselen te leven. Wanneer zij werden vervolgd, waren zij even standvastig als Jezus, en Petrus en Johannes zeiden tot de regeerders die hen hadden laten slaan omdat zij juiste beginselen gehoorzaam waren geweest: „Wij moeten God als regeerder meer gehoorzamen dan mensen.” Wellicht hadden zij smaad en lichamelijk lijden van de zijde van mensen kunnen vermijden door met de christelijke beginselen te schipperen, doch wanneer zij dat hadden gedaan, zouden zij een geweldige gewetenswroeging hebben gehad. Het waren rijpe christenen die alles zorgvuldig overdachten en zagen dat de enige handelwijze was een eerlijk antwoord te geven. — Hand. 5:29, NW; 1 Petr. 3:16, 21.
3 De vroege christenen sloegen geen suikerzoete toon aan om bij de wereld in de gunst te komen, door met hun positie of boodschap te schipperen. Jezus had hun duidelijk gezegd dat zij vanwege hun gehoorzaamheid aan juiste beginselen door de wereld gehaat, vervolgd en zelfs gedood zouden worden. Zij wisten dat schipperen er op neerkwam hun positie van gunst voor het aangezicht van Jehovah, op te offeren. Jakobus richtte daarom openhartig en met kracht het woord tot de schipperaars: „Overspeleressen, weet gij niet dat de vriendschap met de wereld vijandschap met God is? Al wie derhalve een vriend der wereld wil zijn, stelt zich tot een vijand van God.” — Jak. 4:4, NW.
4, 5. Toon aan hoe christenen door volgens christelijke beginselen te redeneren, voor zogenaamde intergeloofbewegingen worden beschermd.
4 In die vroege dagen onder het Romeinse Rijk beoefenden de wereldleiders een conglomeraat van religiën, een soort intergeloof-regeling, daar men alle religiën een bepaalde verdienste toekende. Ware christenen hielden zich echter afzijdig en werden om hun onbuigzame houding gehaat. Hoe zouden christenen anders kunnen handelen? Christus had het beginsel bekendgemaakt dat zij geen deel van de wereld waren. Zij wisten dat de aanbidding van Jehovah en niet die van afgoden juist was. (Merk op hoe Paulus in 1 Korinthe 10:14-22 over beginselen en afgoderij redeneerde.) Door op basis van schriftuurlijke beginselen te redeneren, beschermt elke christen zich voor zogenaamde intergeloof-bewegingen. In Mattheüs 16:6-12 (NW) staat Jezus’ waarschuwing: „Wacht u en weest op uw hoede voor het zuurdeeg van de Farizeeën en Sadduceeën.” „Derhalve begonnen zij onder elkaar te redeneren, zeggende: ’Wij hebben geen enkel brood meegenomen.’ Jezus dit wetende, zei: ’Waarom redeneert gij aldus onder elkaar, omdat gij geen broden hebt, gij kleingelovigen? Ziet gij niet waar het op aankomt, of herinnert gij u niet de vijf broden in het geval van de vijf duizend en hoeveel manden gij opnam? Of de zeven broden in het geval van de vier duizend en hoeveel voorraadmanden gij opnam? Hoe komt het dat gij niet onderscheidt dat ik niet tot u sprak over broden? Maar weest op uw hoede voor het zuurdeeg van de Farizeeën en Sadduceeën.’ Toen begrepen zij dat hij zei dat zij op hun hoede moesten zijn, niet voor het zuurdeeg van de broden, maar voor de leer van de Farizeeën en Sadduceeën.” Zij dienden derhalve de feiten in gedachten te houden wanneer zij redeneerden, en Jezus hielp hen te leren. Later verscheen Paulus ten tonele en sprak duidelijk over het dringende intergeloof-probleem van zijn tijd en hielp medechristenen daarover helder te redeneren door in 2 Korinthe 6:14-17 (NW) te schrijven: „Komt niet onder een ongelijk juk met ongelovigen. Want welk deelgenootschap hebben rechtvaardigheid en wetteloosheid? Of welke gemeenschap heeft licht met duisternis? Buitendien, welke overeenstemming bestaat er tussen Christus en Belial? Of welk deel heeft een gelovige persoon met een ongelovige? En welke overeenkomst heeft Gods tempel met afgoden? Want wij zijn de tempel van de levende God; zoals God zei: ’Ik zal onder hen wonen en onder hen wandelen, en ik zal hun God zijn, en zij zullen mijn volk zijn.’ ’Gaat derhalve uit hun midden vandaan en scheidt u af,’ zegt Jehovah, ’en houdt er mee op het onreine aan te raken.’” Een staaltje van Paulus’ glasheldere logica. Doordat de christenen te Korinthe zagen welke beginselen er bij betrokken waren, konden zij zich rein houden.
5 Daarom laten ware christenen zich in deze tijd, alhoewel zij reeds weten dat het woord „intergeloof” niet in de bijbel wordt aangetroffen, door christelijke beginselen leiden en bevinden zij zich niet in intergeloof-bewegingen, predikantenbonden of schipperende kerkeraden. Wij zullen in geen enkel opzicht deel hebben aan het conglomeraat van verdeelde valse religiën, welke thans in deze wereld zo populair zijn. Waarom niet? Omdat wij volgens bijbelse beginselen redeneren en begrijpen in welke positie een christen in deze wereld verkeert. Als christenen moeten wij ons rein houden en nimmer met Gods rechtvaardige beginselen schipperen om bij deze wereld in de gunst te komen.
6. Hoe moet een christen in verband met bloedtransfusie volgens Gods beginselen en wetten redeneren?
6 Bloedtransfusie is nog een voorbeeld van een woord dat niet speciaal in de bijbel wordt vermeld en in verband waarmee volgens Gods beginselen en wetten geredeneerd moet worden. Hoe gemakkelijk worden mensen die Gods beginselen over het hoofd zien, door hartstocht of emoties in opwinding gebracht. Bloedtransfusie is iets wat de laatste jaren tot ontwikkeling is gekomen en in bijbelse tijden kwam het dus in het geheel niet voor. Gods beginselen en wetten zijn echter duidelijk: Het leven van het vlees is in het bloed. Bloed mag niet gegeten worden. Bloed moet worden uitgegoten, niet opgeslagen. Bloedtransfusie is hetzelfde als intraveneus voeden; het is een voeden met bloed. Daarom moet men tot de conclusie komen dat het een onschriftuurlijk gebruik is. Beginselen zegevieren over gevoelens. Ware christenen zullen niet schipperen en toestaan dat zij bloed in welke vorm dan ook toegediend krijgen, want dan zouden zij bij Jehovah in ongenade vallen. Het zou, hoe dan ook, onredelijk zijn, alleen om op dit ogenblik enkele weken of jaren langer te leven, het eeuwige leven in de nieuwe wereld te verliezen.
7. Welke druk kan er in verband met bloedtransfusie op een christen worden uitgeoefend?
7 Wie zal echter ontkennen dat men wanneer men persoonlijk betrokken is bij de strijd tussen opgewonden wereldse emoties en waarheidsbeginselen, geen beproeving ondergaat? Schijnt bloedtransfusie oppervlakkig bezien niet waardevol te zijn? Zou aldus niet betoogd kunnen worden dat men zich er door in het leven kan houden en God hiermee meer gediend is? Het heeft geen zin te gaan argumenteren. Het kan waar zijn dat bloedvervangingsmiddelen niet hetzelfde resultaat hebben als bloed. Gods beginselen staan echter vast en christenen houden zich aan zijn wetten, wat de medische argumenten ook mogen zijn. Constant wordt er dus druk uitgeoefend op het leven van de zich aan Jehovah opgedragen hebbende dienstknechten, en alleen door kalm, weloverwogen en scherp over de aangelegenheid na te denken en onder gebed zorgvuldig de wil van Jehovah uit te vorsen, vermijdt een christen het te schipperen.
HET GEVAAR VAN SCHIPPEREN
8. Waarom het zelfs ook maar gemeden eenmaal te schipperen?
8 Schipperen is gevaarlijk. Wanneer men eenmaal met schipperen begint, richt men zijn goede geweten ten gronde, en gaat men er gemakkelijk toe over ook een volgende keer te schipperen. Het is precies als met een man die één leugen vertelde en er vervolgens vele aan toevoegde om de eerste te verhelen.
9. Wat betekent het voor een christen neutraliteit ten opzichte van de wereld aan de dag te leggen?
9 Het door Jehovah’s Woord geleide geweten zal zich aan juiste beginselen houden en iemand helpen de juiste neutraliteit ten opzichte van de wereld te bewaren. Een dienstknecht die zich aan Jehovah heeft opgedragen, verkeert in een geheel andere positie dan iemand van de wereld. Hij is een overeenkomst aangegaan om zowel in woord als in daad op positieve wijze voor Jehovah’s zaak op te komen, en hij kan zich niet aan die overeenkomst onttrekken (Pred. 5:4, 5). Enkelen zouden kunnen denken dat de neutraliteit welke een christen ten opzichte van de wereld inneemt, slechts inhoudt dat hij geen aandeel mag hebben aan sommige dingen waardoor christelijke beginselen en het geweten geweld wordt aangedaan. Wat u niet bent, telt echter niet alleen, maar vooral wat u wél bent! Neutraliteit ten opzichte van de wereld maakt het nog niet overbodig dat men actief werkzaam is ten aanzien van Nieuwe-Wereldbelangen. Het komt neer op een actieve christelijke bediening van het evangelie — een actief ondersteunen van de nieuwe wereld. Zonder zulk een activiteit kan ons geloof dood worden genoemd. De thans vereiste activiteit is op het door Jezus onder woorden gebrachte beginsel gebaseerd: „En dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt met het doel een getuigenis aan alle natiën te geven, en dan zal het volbrachte einde komen.” Het is op zijn plaats nauwgezet te werk te gaan om een aandeel te hebben aan het ten uitvoer brengen van dit voornemen van Jehovah. — Jak. 2:26; Matth. 24:14, NW.
10. Waaraan moet een christen denken wanneer er een poging wordt gedaan hem de christelijke bediening de rug te laten toekeren, en wat zal hij doen?
10 Hoe kan men, wanneer men deze bediening heeft opgenomen, dan volgens eer en geweten toestaan dat iets iemand zonder dat hij zich er tegen verzet uit de dienst wegtrekt? Soms doet de wereld een beroep op iemand de een of andere speciale dienst te verrichten welke in strijd is met de bijbelse beginselen waardoor zijn geweten is gevormd, of waardoor iemand zich in zulk een mate in winstgevende extra-werkzaamheden zou verwikkelen dat hij niet meer de juiste aandacht aan de bediening van het evangelie kan schenken. Nu moet hij volgens de beginselen van Gods Woord redeneren. Zal hij zich van de bediening van het evangelie laten afhouden om uitsluitend de oude wereld te dienen? Dient hij vrees te koesteren voor wat er met hem zou kunnen gebeuren wanneer hij zou weigeren? Zal hij van zijn huidige middelen van bestaan worden beroofd? Zal hij wanneer hij aan de bediening van het evangelie vasthoudt enkele materiële dingen of zijn reputatie verliezen? Zal hij vervolgd worden? Het is een strijd tussen beginselen en hartstocht. Paulus schreef in 2 Timotheüs 2:3, 4 (NW), steunend op het christelijke beginsel inzake onze verhouding tot de wereld: „Neem als een juist soort van soldaat van Christus Jezus uw aandeel op u in het lijden van kwaad. Niemand die als soldaat dient, verwikkelt zich in de commerciële bezigheden des levens, opdat hij de goedkeuring zal kunnen verkrijgen van degene die hem als soldaat in dienst heeft genomen.” Wij zijn christelijke soldaten, afgezanten in de plaats van Christus. Ons werk is ons door God toegewezen. Terwijl deze beginselen vast in de geest van elke afzonderlijke christen verankerd zijn, gaat hij volgens zijn geweten te werk, ook al begrijpen zijn familieleden en wereldse buren niet wat Jezus bedoelde toen hij zei: „Blijft dan eerst het koninkrijk en zijn rechtvaardigheid zoeken, en al het andere zal u worden toegevoegd.” — 2 Kor. 5:20; Matth. 6:33, NW.
11. Hoe hebben de geestelijken met de beginselen van Gods Woord geschipperd, en wat is hieruit voor hen en de christenheid voortgevloeid?
11 Doordat Jehovah voor onze ogen zijn voornemens met betrekking tot het huidige samenstel van dingen onder Satan ontvouwt, zijn wij hem zeer veel verschuldigd. Hoe verschilt onze positie van die der geestelijken en de mensen dezer wereld! De geestelijken maken zich zorgen wanneer zij zien hoe anti-god-stromingen, communisme en heidense filosofieën gelijk een vloed tegen de deuren der christenheid slaan en in hun organisaties binnendringen. Wij zijn echter niet verrast, want Jezus heeft het in zijn profetie in Lukas 21:20-22 voorzegd. De leiders der christenheid doen wanhopige pogingen de macht waarmee ze de mensen vroeger onder controle hielden, te handhaven. Zij geven hun echter geen soliede geloofsbasis door hen Gods zuivere beginselen bij te brengen en het gevolg is dat ze afdrijven. Telkens weer hebben de geestelijken met de grondbeginselen van Gods Woord geschipperd en, in een poging hun geschipper te rechtvaardigen, schriftuurplaatsen verdraaid. Zij hebben gokspelen, vertoningen en gezellige bijeenkomsten in de kerken ingevoerd om te trachten de kudde bijeen te houden. Zij hebben zich met de politici verbonden en geven er blijk van een deel dezer wereld te zijn. De Nationale Raad van Kerken van Christus in de V.S. toonde dit, door, zoals in de New York Times van 10 september 1956 stond, bekend te maken dat „bedienaren van het evangelie de plicht hebben geschilpunten te overdenken en in politiek opzicht partij te kiezen.” Nimmer zouden Christus Jezus en de apostelen zo iets gedaan hebben. De geestelijken hebben bloedige oorlogen gezegend en er een aandeel aan gehad. Zelfs met hun geschipper en partij kiezen voor politieke leiders, hebben zij echter het geestelijke bankroet van de christenheid niet kunnen voorkomen en hebben ze het volk niet onder controle kunnen houden. Zij zijn verdeeld en geestelijk zwak.
12. (a) In welke richting heeft het geschipper de christenheid geleid? (b) Wat is in tegenstelling hiermee de positie van Jehovah’s getuigen?
12 Jehovah’s getuigen hebben deze toestand in de schipperende christenheid verwacht, en in Gods Woord wordt getoond dat het nog veel erger zal worden totdat ten slotte de beginselloze christenheid nog dieper zal vallen dan het ontrouwe Jeruzalem in 607 v. Chr., wiens val een schaduwbeeld vormde van de komende gebeurtenis. Jehovah’s getuigen wensen niet met de schipperende, ontrouwe geestelijken en hun handelwijze mee te doen. De christenheid is door Gods oordeel ten ondergang gedoemd. Er is een brede kloof ontstaan tussen de beginselvaste dienstknechten van Jehovah, en de beginselloze valse aanbidders. Terwijl het hoogtepunt nadert, blijft Jehovah’s organisatie rein, want zijn ware getuigen houden stevig aan Gods beginselen vast en bewaren zich rein. Wij zijn hier niet op aarde om bij de oude wereld populair te worden; wij zijn hier om de zuivere aanbidding hoog te houden.
ZICH VOORTDUREND AFGESCHEIDEN HOUDEN VAN DEZE WERELD
13. Hoe is er door Jehovah’s dienstknechten in verband met het werk in Italië een geduldige en wars van alle geschipper zijnde houding aan de dag gelegd, en met welke resultaten?
13 Er is geduld en volharding voor nodig en dat men aan de christelijke beginselen vasthoudt, wil men de zuivere aanbidding hoog kunnen houden. In vele delen der wereld is er bij onze broeders en zusters op aangedrongen zich onder de zwaarste beproevingen nauwgezet door Jehovah’s beginselen te laten leiden. Jehovah heeft hen gesterkt. Denk eens aan onze broeders en zusters in totalitaire landen. Hebben zij beginselen laten varen voor een hartstochtelijk eigenbelang? Zie eens terug naar het voorbeeld van Italië. Jarenlang stonden Mussolini’s zwarthemden de prediking van het goede nieuws door Jehovah’s getuigen tegen. Het Vaticaan genoot de voordelen van verdragsovereenkomsten en vriendschap met de wereld, doch het kleine aantal dienstknechten van Jehovah in Italië werd zwaar vervolgd. Jehovah’s getuigen binnen en buiten Italië vroegen zich af of het ooit mogelijk zou zijn tot de miljoenen inwoners van Italië te prediken. De jaren schenen toen langzaam voorbij te kruipen, maar Jehovah’s getuigen waren geduldig. Zij verloren hun geloof niet. Overal waar zij maar konden, predikten zij. Toen brak de tijd aan waarin Jehovah’s beginselen in Italië bekendgemaakt konden worden en waarin het ’zwaard van de Rooms-Katholieke Kerk’ verwijderd werd. Toen eenmaal deze vrijheid was aangebroken, werd het werk met kracht over het gehele land doorgevoerd en thans floreert er in het zonnige Italië een zich snel uitbreidend gedeelte van de Nieuwe-Wereldmaatschappij.
14. Hoe zijn Jehovah’s getuigen in andere, totalitaire landen afgescheiden van de wereld gebleven, daardoor Jehovah’s zegen verwervend?
14 Ook onze broeders en zusters in nazi-Duitsland volhardden, sommigen zelfs tot in de dood. Onze broeders en zusters in de Dominicaanse Republiek en Argentinië hielden eveneens vol. Christenen verwachten dat zij veel te verduren zullen krijgen, terwijl zij zich van deze wereld afgescheiden houden; doch in afwachting van hun bevrijding door Jehovah, blijven zij het goede nieuws prediken. Jehovah heeft hen zoals in Quebec, waar onze broeders en zusters een zware strijd hebben moeten voeren en niet schipperden met dat wat juist was, rijkelijk in hun geloof gezegend. Jehovah heeft overwinning op overwinning geschonken, en thans wordt ter zijner ere het goede nieuws in deze landen openlijk gepredikt. Jehovah’s dienstknechten zijn geen voetbreed van de soliede beginselen van Jehovah afgeweken, ook niet wanneer de situatie hun op haar donkerst toescheen. Ten volle van de juistheid van hun standpunt overtuigd, hebben zij moedig gestreden en zijn ze er ten slotte met Jehovah’s hulp in geslaagd vele regeerders en rechters van de wettelijke rechten van hen die zich aan Jehovah’s beginselen houden, te overtuigen. En tegenwoordig wordt in deze landen tot eer van Jehovah en tot grote ergernis van de vijandige geestelijkheid het goede nieuws openlijk gepredikt.
15. Waarom hebben Jehovah’s getuigen felle communistische vervolging kunnen doorstaan, en wat doen zij terwijl zij die doorstaan?
15 Nu reeds jarenlang hebben de broeders en zusters in communistische landen veel vervolging te verduren gehad. Bijzonder geraffineerde en hardnekkige pogingen zijn er gedaan christenen tot schipperen te bewegen. Dat de getrouwe getuigen van Jehovah aan christelijke beginselen hebben vastgehouden, is zowel voor de regeerders als voor hen die worden geregeerd, een groot getuigenis geweest. Hoeveel langer de broeders en zusters dit alles nog zullen moeten verduren, weten wij niet. Zij houden het door Jezus bekendgemaakte beginsel in gedachten: „Wie . . . tot het einde heeft volhard, zal gered worden” (Matth. 24:13, NW). De woorden van Paulus zijn eveneens verhelderend: „Gij hebt mijn leer, . . . mijn geloof, . . . mijn volharding, mijn vervolgingen, mijn lijden, . . . de soort van vervolgingen die ik heb ondergaan, nauwgezet gevolgd; en toch heeft de Heer mij uit alle bevrijd. Trouwens, allen die met godvruchtige toewijding in gemeenschap met Christus Jezus wensen te leven, zullen ook worden vervolgd” (2 Tim. 3:10-12, NW). Terwijl zij aldus volharden, prediken zij, en door bemiddeling van hen vergadert Jehovah nog meer van zijn schapen. Slechts met de hulp van Jehovah werd het bericht over de volharding van Jehovah’s dienstknechten in deze laatste dagen opgesteld, en hem zij alle dank en lof. Hoe gelukkig zijn zij die zich door beginselen laten leiden en die in de glorierijke strijd volharden! — Jak. 5:11.
16. (a) Waarom is het belangrijk dat wij thans weten hoe wij op basis van de beginselen van Gods Woord moeten redeneren? (b) Hoe kunnen wij het vermijden door menselijke redenaties verstrikt te geraken?
16 Satan heeft met zijn felle vervolgingen, in het leven geroepen om hen die volgens ware christelijke beginselen leven, te overwinnen, weinig succes geboekt. Hij is echter een geslepen tegenstander, die de strijd nog niet heeft opgegeven. Stelde hij Jezus niet op de proef door hem iets voor te stellen wat op het oog goed toescheen, doch wat hem van Jehovah zou wegtrekken? (Matth. 4:1-11). Jezus wist echter hoe hij op basis van bijbelse beginselen moest redeneren en stond pal. Satan weet thans dat zijn tijd kort is en hij gaat rond om te trachten allen te verslinden, met inbegrip van Jehovah’s dienstknechten. Door sluwe valstrikken zou hij Jehovah’s dienstknechten er graag toe willen brengen te gaan schipperen, hen af te breken en hun aanbidding weg te stelen. Wij bevinden ons op de drempel van de grootste beproevingstijd welke christenen ooit hebben meegemaakt. Laten wij er dus op letten hoe wij denken en redeneren. Houd u aan Gods rechtvaardige wetten en beginselen. Zelfs zij die ons na aan het hart liggen of nauw met ons zijn verbonden, geven ons misschien wel een verkeerde raad door zich door menselijke redenaties te laten leiden in plaats van door Gods beginselen. De zwaar beproefde Job moest ervaren dat zijn vrouw ongelukkig-makende woorden tot hem richtte (Job 2:9, 10). Zelfs Christus Jezus moest voor gevaarlijke woorden op zijn hoede zijn, zoals bijvoorbeeld toen Petrus, zijn intieme metgezel, er ten zeerste bezwaar tegen had dat Jezus moest lijden en gedood zou worden. Hij zei „tegen Petrus: ’Ga achter mij, Satan! Gij zijt een struikelblok voor mij, want gij denkt niet Gods gedachten, maar die der mensen.’” Om Petrus vervolgens te helpen een juiste gedachtengang te volgen, vermeldde Jezus een voor alle christenen geldend beginsel: „Want al wie zijn ziel wil behouden, zal ze verliezen; maar wie zijn ziel om mij verliest, zal ze vinden” (Matth. 16:22-25, NW). Laten wij dus naar de nauwkeurige raad van Jehovah’s Woord en organisatie opzien. Jehovah heeft ons zijn rechtvaardige beginselen gegeven waarover wij dus diep kunnen nadenken, en zo lang ze ons een sterke geest doen behouden doordat wij ons naar deze beginselen schikken, zullen wij niet voor Satan zwichten.
17. Waarom moeten wij thans op onze hoede zijn niet te gaan schipperen, en wat zal het voor hen die nimmer met christelijke beginselen schipperen tot gevolg hebben?
17 Het is thans de tijd dat Jehovah’s dienstknechten, die een geestelijke strijd strijden, er nuchter over nadenken wat zij eigenlijk wel doen. In Satan hebben wij een sluwe vijand en er zijn vele valstrikken gespannen om ons te vangen, geestelijk in slaap te sussen of ons naar de wereld weg te trekken, weg van wat in ons leven op de eerste plaats komt, Gods koninkrijk. Wanneer wij tegenover beproevingen op onze toewijding komen te staan, moeten wij onze kalmte bewaren. Wij moeten de zaak geduldig overdenken en voordat wij iets doen waardoor wij onze dienst in gevaar kunnen brengen, nauwgezet de raad van Gods Woord en organisatie in ogenschouw nemen. Wij moeten geestelijk volwassen christenen worden die juiste beslissingen kunnen nemen. Steeds meer laat de wereld zich door eigenbelang of hartstocht leiden en negeert ze beginselen; Jehovah’s dienstknechten houden zich echter steeds meer aan de christelijke beginselen en schakelen de hartstochten van het vlees uit. Wij zijn christenen. Wij hebben ons aan God opgedragen. Wij zijn bereid ter wille van de rechtvaardigheid lijden te ondergaan. Wij zijn geen deel dezer wereld, en evenmin willen wij dat ooit worden. Het is een tijd van een slotoordeel. Er staat eeuwig leven op het spel. Denk over Gods aangelegenheden na en laat u er door leiden. Verwerf eeuwig leven door nimmer met christelijke beginselen te schipperen.