Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w70 1/5 blz. 265-270
  • Loyale voorstanders van het Woord van God

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Loyale voorstanders van het Woord van God
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1970
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • WERKELIJK HET „WOORD VAN GOD”
  • BEWIJS VAN GODDELIJKE COMMUNICATIE
  • ’HEILIGE DIENST MET LOYALITEIT’
  • Vragen van lezers
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1973
  • De bijbel — Geschreven door mensen maar toch Gods boodschap
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1975
  • De bijbel — het door Jehovah’s getuigen voortgebrachte boek
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1960
  • De bijbel — de goddelijke Gids voor de mens
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1971
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1970
w70 1/5 blz. 265-270

Loyale voorstanders van het Woord van God

„Toen gij Gods woord hebt ontvangen, . . . hebt gij het niet als het woord van mensen aangenomen, maar, wat het ook inderdaad is, als het woord van God, dat ook in u, gelovigen, werkzaam is.” — 1 Thess. 2:13.

1, 2. Op welk kenmerk dat de bijbel onderscheidt van andere heilige geschriften, wordt door een oriëntalist gewezen?

ER ZIJN veel geschriften die door mensen overal ter wereld als heilig worden beschouwd. De bijbel bezit echter kenmerken waardoor hij ten opzichte van alle andere heilige boeken in een klasse apart ondergebracht kan worden.

2 De oriëntalist G. Rawlinson zei betreffende een van deze kenmerken: „Het christendom . . . onderscheidt zich voornamelijk van de andere religies der wereld door zijn objectieve of historische karakter. De religies van Griekenland en Rome, van Egypte, India, Perzië en het Oosten . . . beschouwden een historische basis over het algemeen zelfs niet eens als een essentieel vereiste. . . . Met de religie van de bijbel is het echter anders gesteld. Daarin . . . vinden wij een stelsel van leringen die nauw verbonden zijn met feiten, en er absoluut van afhankelijk zijn, die zonder deze feiten van nul en gener waarde zijn en feitelijk als een uitgemaakte zaak beschouwd kunnen worden indien kan worden aangetoond dat ze het verdienen aanvaard te worden.”a

3. Geef voorbeelden van de historische feiten die in de bijbelse verslagen zijn vervat.

3 Een onderzoek van het bewijsmateriaal toont aan dat de bijbel is opgebouwd rondom mensen die werkelijk hebben geleefd en plaatsen die werkelijk bestaan. Hij vermeldt nauwkeurig de tijd van opmerkelijke gebeurtenissen en noemt regeerders die in dezelfde tijd in andere natiën leefden (2 Kon. 25:8, 9; Luk. 3:1, 2). De bijbel is een boek dat een nauwkeurig onderzoek kan doorstaan. De psalmist van de bijbel zei dan ook over Jehovah God: „De gehele inhoud van uw woord is waarheid.” — Ps. 119:160.

4. Hoe belangrijk is het feit dat de bijbel een profetisch boek is?

4 Nog treffender dan de historische nauwkeurigheid van de bijbel is evenwel het feit dat het een boek is waarin betrouwbare profetieën zijn opgetekend. Hierdoor neemt hij heel duidelijk een unieke plaats in ten opzichte van alle andere heilige boeken. Zijn profetieën zijn niet alleen maar enkele toevallige opmerkingen over de toekomst. Vanaf zijn allereerste boek, Genesis, tot en met zijn laatste boek, Openbaring, staat hij vol uitspraken over toekomstige gebeurtenissen. — Gen. 3:15; Dan. 4:17; Openb. 21:1-5.

5. (a) Wisten mensen die in de tijd leefden waarin bijbelse profetieën voor het eerst werden uitgesproken, dat ze van God afkomstig waren? (b) Hoe worden wij door de bijbelse profetieën geholpen?

5 Vele van die profetieën gingen tijdens het leven van degenen die ze het eerst hoorden, in vervulling. Aldus konden mensen die toen leefden, zelf inzien dat deze profetieën niet louter van menselijke oorsprong waren (Gen. 18:9-11; 21:1-3: Jer. 28:15-17). De bijbelse profetieën concentreerden zich echter niet allemaal op gebeurtenissen die nu ver in het verleden liggen. Ze voorzegden wat er in deze twintigste eeuw zou gebeuren. Hoewel het laatste gedeelte van de bijbel vóór het einde van de eerste eeuw van onze gewone tijdrekening werd opgetekend, geeft het een levendige beschrijving van de beroering die de menselijke samenleving in onze tijd zou doen wankelen. Het maakte ook duidelijk dat deze gebeurtenissen de „laatste dagen” van het tegenwoordige samenstel van dingen en de tijd van de oprichting van Gods koninkrijk zouden kenmerken (Luk. 21:24-31; Openb. 6:1-8). Door ons te tonen waar wij ons met betrekking tot de vervulling van Gods voornemens bevinden en welke verstandige handelwijze wij dienen te volgen, verschaft de bijbel leiding die elk van ons nodig heeft.

6. Wat in de houding van bijbelschrijvers boezemt ons vertrouwen in? Illustreer dit.

6 Het bijbelse verslag boezemt ons ook vertrouwen in wegens de opmerkelijke nederigheid en eerlijkheid van de schrijvers ervan. Zij trachten de feiten niet te verbloemen en doen er geen moeite voor aanzienlijke personen onder hen rechtvaardiger te doen lijken dan zij in werkelijkheid waren. Op een bijzonder openhartige wijze geven zij openlijk hun eigen zwakheden en tekortkomingen toe (Ex. 4:10-14; Matth. 26:31-56). De discipelen van Jezus erkennen dat de religieuze leiders van hun tijd op hen neerkeken als „ongeletterde en gewone mensen” (Hand. 4:13). De bijbelschrijvers spreken niet alleen openlijk over de bevrijdingen die God ten behoeve van zijn volk heeft verricht, maar ook over tijden waarin hij zijn misnoegen ten opzichte van hen kenbaar maakte (2 Kron. 12:1-9; 20:14-26). Door dit onmiskenbare bewijs van eerlijkheid, hoge idealen, zuivere motieven en een van intelligentie blijk gevende overtuiging voelen mensen die waarheid liefhebben zich tot de bijbel aangetrokken.

7. Om welke andere redenen beveelt de bijbel zich aan ons aan als een boek dat onze ernstige aandacht verdient?

7 Hier in de bijbel treft men antwoorden aan op vragen die op geen enkele andere wijze verklaard kunnen worden. Wat is de oorsprong van het universum, van onze planeet de aarde en van de mensheid? Waarom wordt de mensheid door moeilijkheden, ziekten en de dood bezocht? In gemakkelijk te begrijpen taal geeft de bijbel antwoord op deze vragen (Gen. 1:1, 2, 26-28; 2:16, 17; 3:1-24: Rom. 5:12). De bijbel vermeldt ook wat God heeft gedaan om het mensengeslacht hiervan te verlossen, terwijl er tevens in wordt duidelijk gemaakt wat elk van ons persoonlijk moet doen om zich die voorziening ten nutte te maken (Joh. 3:16, 36; Dan. 2:44). Om al deze redenen beveelt de bijbel zich aan ons aan als een boek dat onze ernstige aandacht verdient.

8. Waarom dienen wij persoonlijk de gehele bijbel te lezen en te bestuderen?

8 Maar hoe staat het met u persoonlijk? Hebt u de bijbel gelezen — niet alleen maar gedeelten ervan, maar de gehele bijbel, van begin tot eind? Hebt u hem zorgvuldig bestudeerd, om vast te stellen hoe hij op uw leven van invloed is? Dit is stellig de handelwijze die van praktische wijsheid getuigt. Waarom? Omdat ons leven van God afhankelijk is en de bijbel duidelijk vermeldt dat hij het Woord van God is. — Ex. 20:1; Ef. 6:17.

WERKELIJK HET „WOORD VAN GOD”

9. In welk opzicht is de bijbel het „Woord van God”?

9 Voor de wereld in het algemeen, zelfs voor kerkleden in de christenheid, heeft de uitdrukking „Woord van God”, wanneer deze met betrekking tot de bijbel wordt gebruikt, bijzonder weinig te betekenen. Zij zullen misschien wel geloven dat de bijbel een boek is dat vrome mensen over God hebben geschreven, maar niet dat hij werkelijk bij God is ontstaan. Toch zegt de bijbel zelf dat „de gehele Schrift . . . door God geïnspireerd” is. Ook dat „profetie [nooit] door de wil van een mens [werd] voortgebracht, maar mensen hebben van Godswege gesproken zoals zij door heilige geest werden meegevoerd” (2 Tim. 3:16; 2 Petr. 1:21). Dit betekent dat, hoewel er van verscheidene mensen gebruik werd gemaakt om het grootste deel van het werkelijke schrijfwerk te verrichten, de bijbel slechts één Auteur heeft, Jehovah God. Door middel van zijn geest gaf hij boodschappen of visioenen aan de geest van zijn profeten door, waarna dezen ze opschreven. Hoe gebeurde dit?

10, 11. (a) Heeft God de woorden die in de bijbel zijn vervat werkelijk gedicteerd? (b) Welke gangbare zakelijke procedure helpt de kwestie toe te lichten?

10 In sommige gevallen werden inlichtingen doorgegeven doordat ze werden gedicteerd. Jehovah zei tot Mozes, door middel van een engel die Hem vertegenwoordigde: „Schrijf u deze woorden op, want in overeenstemming met deze woorden sluit ik waarlijk een verbond met u en Israël” (Ex. 34:27; Hebr. 2:2). Mozes tekende letterlijk op wat hem werd meegedeeld.

11 In andere gevallen schijnt het echter duidelijk te zijn dat de bijbelschrijvers een zekere mate van persoonlijk initiatief met betrekking tot de schrijfstijl werd toegestaan. Jehovah’s geest leidde hun gedachten, maar de wijze waarop zij zich uitten, weerspiegelde in zekere mate de karaktereigenschappen van de schrijvers (Pred. 12:10; 2 Sam. 23:1, 2). In onze tijd is het voor een directeur van een onderneming een gangbare procedure om zijn secretaris opdracht te geven een brief te schrijven, terwijl hij niet noodzakelijkerwijs de bewoordingen die gebruikt zullen worden, voorschrijft. De secretaris schrijft de brief in werkelijkheid en volgt daarbij nauwkeurig de gegeven instructies op, terwijl hij uitdrukkingen gebruikt waarvan hij uit ervaring weet dat ze overeenstemmen met de wijze waarop de directeur gedachten onder woorden brengt. De voltooide brief, die door de directeur wordt ondertekend, wordt beschouwd als van hem afkomstig.

12, 13. Waarom dient het voor ons niet moeilijk te zijn te begrijpen dat God boodschappen of visioenen vanuit het onzichtbare rijk aan mensen kon doorgeven?

12 Zou het nodig zijn dat wij moeilijk kunnen begrijpen dat God, hoewel hij onzichtbaar voor zijn dienstknechten was, boodschappen of visioenen aan hun geest kon doorgeven? (Hand. 28:25; Ezech. 1:1-3). Wij vinden het niet ongewoon om een radio aan te zetten en naar de stem te luisteren van iemand die wij niet kunnen zien, aangezien hij vele kilometers van ons verwijderd is. Toen astronauten om de maan cirkelden, zonden zij zowel boodschappen als foto’s en filmbeelden terug naar de aarde, welke opmerkelijk duidelijk werden ontvangen. Hoe doen mensen deze dingen? Eenvoudig door wetten te gebruiken die Jehovah zelf reeds in werking had gesteld.

13 De gedachte dat God vanuit het onzichtbare rijk met mensen in contact kan treden, is derhalve helemaal niet onredelijk. Ook bewijst het feit dat schrijvers hier op aarde het werkelijke schrijfwerk verrichtten, nog helemaal niet dat wat zij schreven niet werkelijk van God afkomstig was. Toch moet er worden erkend dat louter het feit dat deze dingen mogelijk waren, op zichzelf nog niet bewijst dat de bijbel van God afkomstig is. Welk bewijs is er dat God werkelijk aan de mannen die de bijbel schreven, zijn gedachten kenbaar heeft gemaakt?

BEWIJS VAN GODDELIJKE COMMUNICATIE

14. Welke boodschappen had Mozes voor zijn mede-Israëlieten toen hij van de berg Sinaï afkwam, maar welke vragen zouden er gesteld kunnen worden?

14 Nadat de Israëlieten uit de Egyptische slavernij waren bevrijd, kwamen zij in de wildernis van Sinaï bijeen. Mozes ging de berg op om inlichtingen van Jehovah te ontvangen en kwam terug met een boodschap voor het volk. Zoals Mozes berichtte, had Jehovah gezegd: „Dit dient gij tot het huis van Jakob te zeggen en aan de zonen van Israël mee te delen: ’Gij hebt zelf gezien wat ik de Egyptenaren gedaan heb, om u op arendsvleugels te kunnen dragen en tot mij te brengen. Nu dan, indien gij mijn stem strikt zult gehoorzamen en mijn verbond inderdaad zult onderhouden, dan zult gij stellig uit alle andere volken mijn speciale bezit worden, want de gehele aarde behoort mij toe. En gíj zult mij een koninkrijk van priesters en een heilige natie worden’” (Ex. 19:3-6). Dit zei Mozes tot de oudere mannen van het volk, maar was het waar? Had God werkelijk tot hem gesproken? Welke reden hadden zij om te geloven dat Jehovah door bemiddeling van Mozes met Israël in contact stond? — 1 Joh. 4:1.

15. Hoe wisten de Israëlieten dat Jehovah met Mozes had gesproken en zich van hem bediende?

15 Enkele maanden hiervoor bevonden zij zich allen in Egypte. Daar had Mozes, in naam van Jehovah God, voorzegd dat er tien verwoestende plagen over het land zouden komen. Elke plaag kwam zoals deze was aangekondigd (Ex. 7:15–12:29). Mozes had de sprinkhanenplaag of de pestilentie die hij had voorspeld, beslist niet zelf veroorzaakt. Hij kon de elementen niet beheersen, zodat hij de hagelbui die hij van tevoren had aangekondigd, zou kunnen laten neerkletteren. Hij heeft beslist niet elk huis en elke schuur van de Egyptenaren persoonlijk bezocht om hun eerstgeborenen ter dood te brengen. Dit was ongetwijfeld het werk van God, en aangezien Mozes van tevoren kon aankondigen wat er zou gebeuren, moet niemand minder dan God zelf met hem gesproken hebben. Toen Mozes later zijn hand over de Rode Zee uitstrekte, hadden de wateren zich geopend om voor hen in een vluchtroute te voorzien, terwijl een bovennatuurlijke wolk de Israëlieten van de hen achternajagende strijdkrachten van Egypte gescheiden hield. De Israëlieten, die zich nu bij de berg Sinaï bevonden, waren daar geweest en hadden dit gezien; zij wisten dat Jehovah zich van Mozes bediende om hen te leiden. — Ex. 14:19-22.

16. Welke verdere tekenen verrichtte Jehovah bij de berg Sinaï, en waarom?

16 Nu, bij de berg Sinaï, verrichtte Jehovah nog meer tekenen en de reden waarom hij dit deed was, zoals hij tot Mozes zei, „opdat het volk kan horen wanneer ik met u spreek, en zij ook tot onbepaalde tijd geloof in u mogen stellen” (Ex. 19:9). Het was een ontzag-inboezemende tentoonspreiding van de macht van God. „Er [kwamen] donderslagen en bliksemstralen . . ., en een zware wolk op de berg en een zeer sterk horengeschal, zodat al het volk dat in de legerplaats was, ging beven. . . . En de berg Sinaï stond geheel in rook, wegens het feit dat Jehovah in vuur daarop neerdaalde; en de rook ervan bleef opstijgen als de rook van een kalkoven, en de gehele berg beefde zeer. Toen het horengeschal al sterker en sterker werd, ging Mozes spreken, waarop de ware God hem antwoordde met een stem” (Ex. 19:16-19). De miljoenen die van dit schouwspel getuige waren, hadden een overtuigend bewijs gekregen dat wat Mozes in de naam van Jehovah sprak en schreef, werkelijk „het woord van God” was. — Hand. 7:35-38.

17. Hoe bleek duidelijk dat Jehovah ook aan de latere Hebreeuwse profeten wier geschriften in de bijbel worden aangetroffen, zijn gedachten kenbaar maakte?

17 Gedurende de eeuwen die volgden, verwekte Jehovah andere profeten: Samuël, Nathan, Jesaja, Jeremia, Daniël en velen meer. Ook zij spraken in de naam van Jehovah, en uit het feit dat zij de daden van God op betrouwbare wijze van tevoren aankondigden, bleek duidelijk dat Hij ook aan hen zijn gedachten kenbaar maakte. — Deut. 13:1-3; 18:21, 22.

18. (a) Waardoor werd bewezen dat Jezus Christus, toen hij op aarde verscheen, van God kwam? (b) Hoe beschouwde hij de bijbelboeken welke tot op die tijd waren geschreven?

18 In de eerste eeuw van onze gewone tijdrekening verscheen Jezus Christus op het aardse toneel. Hij zei openhartig dat hij Gods Zoon was, en door op wonderbare wijze de zee te kalmeren, de zieken te genezen en de doden op te wekken, bewees hij dat hij inderdaad uit God was voortgekomen (Joh. 10:36; Luk. 8:22-25; 5:17-26; Joh. 11:39-44). Hoe beschouwde hij de bijbelboeken welke tot op die tijd waren geschreven? Wat ze over het verleden zeiden, haalde hij als feiten aan. Aangaande de erin opgetekende verklaringen over de toekomst zei hij dat ze stellig vervuld zouden worden (Matth. 19:1-6; 24:30; Dan. 7:13, 14). Wanneer hij over „de Schriften” sprak, doelde hij op de Wet, de Profeten en de Psalmen, alle Hebreeuwse Geschriften (Luk. 24:27, 44-48). Hij geloofde erin, onderwees eruit en liet zijn leven erdoor leiden. Hij erkende dat ze het geïnspireerde Woord van zijn God en Vader in de hemel waren.

19. Welk bewijs van goddelijke steun was er in het geval van de schrijvers van de christelijke Griekse Geschriften?

19 Kort na Jezus’ dood en opstanding, ten tijde van de vorming van de christelijke gemeente, demonstreerde God wederom door middel van bovennatuurlijke tekenen wie hij als woordvoerders op aarde gebruikte (Hebr. 2:1-4). Hij stortte zijn geest uit op de discipelen van Jezus Christus die in Jeruzalem bijeen waren en stelde hen in staat op wonderbare wijze in talen te spreken die zij niet hadden geleerd. Vertegenwoordigers van vele natiën waren persoonlijk getuige van deze manifestatie van goddelijke hulp (Hand. 2:1-12). Uit degenen op wie God zijn geest uitstortte — hetzij toen of kort daarna — koos hij mannen uit om de christelijke Griekse Geschriften te schrijven. Deze dingen geschiedden niet in een uithoek. De krachtige werken die God door bemiddeling van hen verrichtte, waren alom bekend. Duizenden werden als gevolg hiervan gelovigen. — Hand. 2:41; 3:1–4:4; 9:40-42.

20. Hoe bezien Jehovah’s getuigen derhalve de bijbel?

20 Aan een gemeente van zulke personen in Macedonië schreef de apostel Paulus: „Daarom ook danken wij God zonder ophouden, want toen gij Gods woord hebt ontvangen, hetwelk gij van ons hebt gehoord, hebt gij het niet als het woord van mensen aangenomen, maar, wat het ook inderdaad is, als het woord van God, dat ook in u, gelovigen, werkzaam is” (1 Thess. 2:13). Jehovah’s christelijke getuigen in deze twintigste eeuw geloven precies hetzelfde als die eerste-eeuwse Macedonische christenen. Na de bijbel zelf gelezen te hebben en wetend wat hij inhoudt, bestaat er bij hen geen twijfel over dat hij werkelijk het Woord van God is. Deelt u dat geloof?

21. (a) Welk voorrecht en welke verantwoordelijkheid heeft iemand die gelooft dat de bijbel werkelijk het Woord van God is? (b) Hoe ver dient iemands geloof in de bijbel te gaan om God welgevallig te zijn?

21 Indien ja, dan hebt u het voorrecht en de verantwoordelijkheid anderen te helpen. Als zij de bijbel nog nooit hebben gelezen, moedig hen dan aan dit te doen. Bespreek met hen de bewijzen dat de bijbel Gods Woord is. Maak hen bekend met wat de bijbel leert. Druk hun op het hart hoe ernstig de zaak is. Vervolgens moeten zij vanzelfsprekend zelf beslissen wat zij willen doen. Een halfslachtig geloof is echter niet voldoende. Indien iemand God wil behagen, moet hij zich van ganser harte geven; hij moet een loyale voorstander van het Woord van God zijn.

’HEILIGE DIENST MET LOYALITEIT’

22. Hoe en waarom legt de bijbel de nadruk op loyaliteit?

22 De bijbel zelf legt de nadruk op de belangrijkheid van loyaliteit. Waarom? Omdat dit een van de opmerkenswaardige hoedanigheden is van Jehovah, de Auteur van de bijbel. Door bemiddeling van zijn profeet Jeremia zei Jehovah tot de eigenzinnige Israëlieten: „Ik ben loyaal” (Jer. 3:12). En toen de apostel Johannes in een visioen een blik op toekomstige gebeurtenissen wierp, hoorde hij degenen die door God tot hemelse heerlijkheid worden verheven, God toezingen: „Groot en wonderbaarlijk zijn uw werken, Jehovah God, de Almachtige. Rechtvaardig en waarachtig zijn uw wegen, Koning der eeuwigheid. Wie zal u niet werkelijk vrezen, Jehovah, en uw naam verheerlijken, omdat gij alleen loyaal zijt?” (Openb. 15:3, 4). Zij beseffen met waardering dat loyaliteit haar oorsprong heeft bij Jehovah en dat hij op zeer duidelijke wijze door deze eigenschap wordt gekenschetst.

23. Waarom moet onze dienst voor Jehovah „met loyaliteit” worden verricht, en wat houdt dit dus in met betrekking tot onze houding ten opzichte van Gods Woord?

23 Willen mensen God op aanvaardbare wijze dienen, dan is het dus begrijpelijk dat zij deze goddelijke eigenschap moeten weerspiegelen. Zacharías, de vader van Johannes de Doper besefte dit. Vervuld met heilige geest dankte hij God voor „het voorrecht . . . onbevreesd heilige dienst voor hem te verrichten met loyaliteit en rechtvaardigheid voor zijn aangezicht al onze dagen” (Luk. 1:74, 75). Hoe kan iemand echter loyaal jegens Jehovah zijn als er in zijn geest vele twijfels zijn over Zijn Woord? Als iemand vragen heeft, is het alleen maar redelijk deze te stellen, de bewijzen die als antwoord worden gegeven aan een onderzoek te onderwerpen en vervolgens een beslissing te nemen. Wij kunnen God echter niet behagen als wij halfslachtig zijn en voortdurend op twee gedachten hinken (1 Kon. 18:21). „Schiet iemand van u daarom te kort in wijsheid dan moet hij God blijven vragen, want hij geeft aan allen edelmoedig en zonder verwijt; en ze zal hem gegeven worden. Maar hij moet in geloof blijven vragen, in het geheel niet twijfelend, want wie twijfelt, is gelijk een golf van de zee, die door de wind gedreven en heen en weer geslingerd wordt. Die mens moet feitelijk niet menen dat hij iets van Jehovah zal ontvangen; hij is een besluiteloos man, ongestadig in al zijn wegen.” — Jak. 1:5-8.

24. (a) Hoe is deloyaliteit jegens God in de christenheid openbaar? (b) Welke verandering moeten zulke mensen ondergaan om ware volgelingen van Jezus Christus te worden?

24 Om onze Schepper te behagen, moeten wij vertrouwen hebben in de rechtheid van zijn wegen. Dat is echter een hoedanigheid waaraan het vele belijdende christenen duidelijk ontbreekt. In hoofdstuk drie van Twee Timótheüs werd in de bijbel voorzegd dat deloyaliteit een van de in het oog springende geesteshoudingen zou zijn die in de „laatste dagen” de overhand zouden hebben, niet alleen deloyaliteit jegens iemands huwelijkspartner en werkgever, maar deloyaliteit jegens God. Om deze reden blijken degenen wier aanbidding slechts een „vorm van godvruchtige toewijding” is, „de kracht ervan niet . . . te bezitten” (2 Tim. 3:1, 2, 5). Aangezien zij niet de persoonlijke overtuiging hebben dat de bijbel Gods Woord is, nemen zij hem niet au sérieux. Hij is niet de stuwende kracht in hun leven; hij spoort hen niet tot daden aan. Hier moet echter verandering in komen als zij werkelijke volgelingen van Jezus Christus worden. In Efeziërs 4:23, 24 ontvangen christenen de aansporing: „Gij [dient] nieuw gemaakt . . . te worden in de kracht die uw denken aandrijft, en de nieuwe persoonlijkheid . . . aan te doen, die naar Gods wil werd geschapen in ware rechtvaardigheid en loyaliteit.” Hebt u dat gedaan? Bent u onwrikbaar loyaal jegens God en maakt u dit kenbaar in uw houding ten opzichte van zijn Woord de bijbel? Indien dit zo is, kunt u een zegen zijn voor anderen doordat u hen kunt helpen geloof in Gods Woord te stellen.

[Voetnoten]

a The Historical Evidences of the Truth of the Scripture Records, blz. 25, 26.

[Illustratie op blz. 268]

Bij de berg Sinaï verrichtte Jehovah tekenen. De berg beefde en was één en al rook. Miljoenen zagen en hoorden het bewijs dat wat Mozes in Gods naam bekendmaakte, het woord van God was

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen