-
De bediening verheerlijkenDe Wachttoren 1981 | 15 juni
-
-
zijn afgestudeerd, worden met Eerwaarde, Weleerwaarde, Zeereerwaarde, Hoogeerwaarde, Uwe Hoogwaardige Excellentie en andere klinkende titels aangesproken en zullen daarom misschien neerkijken op de opgedragen, gedoopte getuigen van Jehovah. Aan de andere kant waren vier van Jezus’ apostelen vissers, één was een belastinginner en ook van de zeven anderen wordt niet gezegd dat zij een van de rabbijnse scholen van de eerste eeuw hadden bezocht. Toch krijgen zij in het laatste boek van de bijbel een eervolle vermelding. Daarin wordt namelijk gezegd dat hun namen op de twaalf fundamentstenen van het Nieuwe Jeruzalem staan gegrift. — Openb. 21:14.
19. Zijn de opgedragen, gedoopte getuigen van Jehovah dienaren of bedienaren („ministers”) van een regering, en hoe lang zal hun ministeriële dienst voortduren?
19 En als het om ministers van regeringen gaat, welnu, die opgedragen, gedoopte getuigen van Jehovah zijn dienaren of bedienaren („ministers”, op grond van het Latijn) van de belangrijkste regering die ooit heeft bestaan en nog bestaat. Neen, zij hebben niets gemeen met kabinetsleden (leden van de ministerraad) van sommige door mensen gevormde regeringen, zoals een koninkrijk of democratie, maar zij zijn dienaren („ministers”) van de Soeverein van het Universum, de Schepper van hemel en aarde. Als een vervulling van Matthéüs 24:14 zijn zij de aangestelde herauten van het Messiaanse koninkrijk van de thans regerende Koning, Jezus Christus. Hun bediening of ministeriële dienst zal niet eindigen met het catastrofale einde van het oude samenstel van dingen gedurende de „grote verdrukking” die thans zeer nabij is.
20. Verwees Paulus in zijn vermaningen in Kolossenzen 4:17 en 2 Timótheüs 4:5 naar de gewone, alledaagse dienst die door mensen in het algemeen wordt verricht?
20 De apostel Paulus kan moeilijk de gewone, alledaagse diensten in gedachten hebben gehad die door wereldse mensen in het algemeen worden verricht toen hij aan zijn medechristen Archippus schreef: „Blijf erop toezien dat gij de bediening die gij in de Heer hebt aanvaard, vervult” (Kol. 4:17). Tijdens zijn laatste gevangenschap schreef Paulus aan Timótheüs, zijn medezendeling: „Doe het werk [ergon, Grieks] van een evangelieprediker, volbreng uw bediening ten volle” (2 Tim. 4:5). Deze geïnspireerde instructies aan getrouwe dienaren of bedienaren van de oorspronkelijke christelijke gemeente vormen uitstekende vermaningen die alle opgedragen, gedoopte getuigen van Jehovah in deze „tijd van het einde” van het ten ondergang gedoemde oude samenstel van dingen, op zichzelf van toepassing kunnen brengen, tot eeuwige heerlijkheid van God. — Dan. 12:4.
-
-
Bedienaren die werelds werk verrichtenDe Wachttoren 1981 | 15 juni
-
-
Bedienaren die werelds werk verrichten
1. Hoe worden functionarissen van politieke regeringen in een op de Latijnse Vulgaat gebaseerde rooms-katholieke vertaling van Romeinen 13:1-6 genoemd met betrekking tot de God van christenen?
IN EEN oude rooms-katholieke vertaling lezen wij over de „overheden” of „superieure autoriteiten” van deze wereld: „Want zij zijn Gods bedienaars [of ministers, in het Engels, en verwante woorden in veel Romaanse talen, op grond van het Latijn] tot uw goed. Doch indien gij kwaad doet, zoo vreest; vermits zij het zwaard niet tevergeefs dragen: want zij zijn Gods bedienaars, om te wreken en te straffen dengene die kwaad doet. Daarom
-