Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g79 22/11 blz. 27-29
  • Overgaan of opstanding — Wat is het?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Overgaan of opstanding — Wat is het?
  • Ontwaakt! 1979
  • Vergelijkbare artikelen
  • ’De doden in Christus zullen het eerst opstaan’
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1979
  • Opstanding
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • „Weggerukt, de Heer tegemoet” — Hoe?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1993
  • Opstanding
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
Meer weergeven
Ontwaakt! 1979
g79 22/11 blz. 27-29

De zienswijze van de bijbel

Overgaan of opstanding — Wat is het?

DE BEROEMDE Amerikaanse dichter uit de vorige eeuw Henry Wadsworth Longfellow schreef: „Er is geen dood! Dat wat zo lijkt, is een overgaan.”

Is deze zienswijze juist? Of blijven mensen die sterven, zich van niets bewust totdat het God behaagt hen in een opstanding tot het leven terug te brengen? Wat gelooft u?

Veel mensen verkeren op dit punt in verwarring. Een van hen schreef aan de evangelist Billy Graham: „Moeten mensen na de dood in hun graf blijven tot aan de opstanding? Ik dacht dat onze ziel bij de dood naar God toe gaat.”

Graham antwoordde: „Bij de dood worden ziel en lichaam gescheiden. Het lichaam vergaat, terwijl de ongelovige ziel gevangen wordt gehouden in de hel of Hades.” Over rechtvaardige gelovigen zei Graham: „In hun geval betekent de dood van het lichaam het onmiddellijke vrijkomen van de ziel om bij Christus te zijn.”

Dit is de gebruikelijke religieuze zienswijze. Toch rijst daarbij de vraag: Indien iemand bij de dood onmiddellijk met Christus in de hemel wordt verenigd — of, in het geval van een goddeloze, onmiddellijk naar de hel wordt gestuurd — welke behoefte bestaat er dan nog aan een opstanding? Met deze tegenstrijdigheid hebben kerkelijke theologen lang geworsteld, zonder tot een oplossing te komen.

Wanneer wij echter de duidelijke verklaringen uit Gods Woord aanvaarden, verdwijnt elke verwarring. De bijbel legt uit dat er bij de dood een eind komt aan de gedachten en het bestaan van een mens. „Stelt uw vertrouwen niet op edelen, noch op de zoon van de aardse mens”, zegt de bijbel, „hij keert terug naar zijn grond; waarlijk, op die dag vergaan zijn gedachten” (Ps. 146:3, 4). Ja, „wat de doden betreft, zij zijn zich van helemaal niets bewust”. „In de dood wordt van u [Almachtige God] geen gewag gemaakt.” — Pred. 9:5; Ps. 6:5; 115:17.

Toen Jezus Christus stierf, kon hij niet meer over zijn hemelse Vader spreken, noch Hem loven. Jezus was dood, hij was zich van niets bewust, zijn bestaan was geëindigd. De dood betekende voor Jezus geen overgaan tot een ander leven; veeleer, een niet-bestaan. Maar op de derde dag van zijn dood herstelde God hem tot leven. „Deze Jezus heeft God opgewekt”, zei de apostel Petrus. — Hand. 2:32.

Jezus stierf als mens van vlees en bloed; hij had een fysiek lichaam zoals wij. Maar hij werd door God opgewekt als een geestelijke persoon, met een lichaam dat voor menselijke ogen onzichtbaar is. De apostel Petrus legt uit: „Ook Christus is eens voor altijd gestorven betreffende zonden . . . hij, ter dood gebracht in het vlees, maar levend gemaakt in de geest.” De bijbel merkt op: „Indien er een fysiek lichaam is, dan is er ook een geestelijk lichaam.” — 1 Petr. 3:18; 1 Kor. 15:44.

Jehovah God, Christus Jezus en de engelen hebben allen geestelijke lichamen, en zij die naar de hemel gaan, ontvangen een soortgelijk geestelijk lichaam. Hoe groot het lichaam van geestelijke personen is — en of God bijvoorbeeld een veel groter lichaam heeft dan Christus of de engelen — of hoe hun lichaam eruitziet, weten wij niet. De apostel Johannes wist het niet, zoals blijkt uit zijn verklaring: „Wat wij zullen zijn, is nog niet openbaar gemaakt. Wij weten wel dat wanneer hij [God] openbaar wordt gemaakt, wij aan hem gelijk zullen zijn, want wij zullen hem zien zoals hij is.” — 1 Joh. 3:2.

Toen voor de apostel Paulus de dood naderde, had hij het volste vertrouwen dat hij de beloning van hemels leven zou ontvangen. „Ik heb de voortreffelijke strijd gestreden, ik heb de loopbaan tot het einde gelopen, ik heb het geloof bewaard”, schreef hij. „Voor mij [is] weggelegd de kroon van rechtvaardigheid, die de Heer, de rechtvaardige rechter, mij op die dag als beloning zal geven.” — 2 Tim. 4:7, 8

„Die dag” — de dag dat Paulus de beloning van hemels leven zou ontvangen — was een dag die toen nog ver in de toekomst lag; het was niet de dag van Paulus’ dood. De dood was voor Paulus geen overgaan tot leven bij Christus in de hemel. Neen, de dood betekende voor hem zich van niets bewust te zijn, een niet meer bestaan. Paulus verklaarde echter wat er op een toekomstig tijdstip met hem en getrouwe christenen zoals hij zou gebeuren: „De Heer zelf zal uit de hemel neerdalen met een bevelende roep, met de stem van een aartsengel en met Gods trompet, en zij die dood zijn in eendracht met Christus zullen eerst opstaan.” — 1 Thess. 4:16.

Toch zou men de vraag kunnen stellen: ’Geeft de bijbel niet te kennen dat er bij de dood een ogenblikkelijke verandering plaatsvindt — „in een oogwenk”? En blijkt daar niet uit dat er bij de dood onmiddellijk een overgaan tot een ander leven is?’

Laten wij hierop wat nader ingaan. De apostel Paulus schreef aan de Korinthiërs: „Ziet! Ik vertel u een heilig geheim: Wij zullen niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden, in een ogenblik, in een oogwenk, gedurende de laatste trompet. Want de trompet zal klinken en de doden zullen . . . worden opgewekt.” — 1 Kor. 15:51, 52.

Merk op dat deze snelle verandering tot geestelijk leven waarvan Paulus hier spreekt, „gedurende de laatste trompet” plaatsvindt. Uit zijn hierboven geciteerde brief aan de Thessalonicenzen blijkt dat „Gods trompet” klinkt wanneer de Heer ’neerdaalt’, dat wil zeggen, zijn aandacht op de aarde richt om zijn beminde volgelingen tot leven te wekken. Op dat tijdstip zullen „zij die dood zijn in eendracht met Christus . . . eerst opstaan”. — 1 Thess. 4:16.

Hoe staat het echter met de gezalfde christenen die nog op aarde leven wanneer „Gods trompet” klinkt en Christus ’neerdaalt’ om degenen die dood zijn in eendracht met hem een opstanding te geven? „Daarna”, verklaart Paulus, „zullen wij, de levenden, die overblijven, te zamen met hen [christenen die vóór Christus’ wederkomst zijn gestorven] in wolken worden weggerukt, de Heer tegemoet in de lucht, en aldus zullen wij altijd met de Heer zijn.” — 1 Thess. 4:17.

De christenen die worden opgewekt „in een oogwenk, gedurende de laatste trompet”, zijn dus degenen die sterven nadat Christus „neerdaalt”. In die periode — nadat Christus degenen heeft opgewekt die dood zijn in eendracht met hem — is het niet nodig dat christenen met een hemelse bestemming die daarna sterven, in de dood slapen. Dus worden zij bij hun dood onmiddellijk veranderd, „in een oogwenk” om zich bij degenen te voegen die reeds tot hemels leven zijn opgewekt. Zij sterven als mensen, maar ontvangen een opstanding in een geestenlichaam.

Er zij echter opgemerkt dat niet alle christenen zich in hemelse heerlijkheid bij Christus zullen voegen. Dat geldt slechts voor een beperkt aantal. De bijbel verklaart dat degenen die naar de hemel gaan om bij Christus te zijn, deel hebben „aan de eerste opstanding” en zij zullen „met hem als koningen regeren”. De bijbel onthult dat slechts 144.000 personen aldus tot hemels leven worden opgewekt om „als koningen over de aarde [te] regeren” (Openb. 20:6; 5:10; 14:1-3). Hoe staat het dan met de rest van de mensheid die uiteindelijk Gods gunst verwerft?

Zíj zullen te zijner tijd eeuwig leven op aarde genieten, juist zoals Gods oorspronkelijke bedoeling voor de mensheid was toen hij het eerste mensenpaar in een paradijselijk aards tehuis zette. Zij zullen aardse onderdanen van Gods koninkrijk zijn. De bijbel belooft: „De rechtvaardigen, díe zullen de aarde bezitten, en zij zullen er eeuwig op verblijven.” Wat geweldig zal het zijn wanneer al Gods wonderbare voornemens uiteindelijk werkelijkheid zijn geworden! — Ps. 37:29; Openb. 21:3, 4.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen