Hoe u dankbaarheid kunt tonen voor wat Jezus heeft gedaan
DADEN zijn een welsprekender „dank u wel” dan louter woorden. Indien u waardeert wat Jezus voor u heeft gedaan, zult u dus geloof in hem als uw Redder willen oefenen. Alleen op die manier kunt u trouwens hopen voordeel van Jezus’ offer te hebben. Herinnert u zich nog de uitdrukking „die geloof oefent” uit Johannes 3:16? Welnu, dat houdt meer in dan geloven en er geestelijk mee instemmen dat hij voor u gestorven is. Het houdt tevens in dat u naar dat geloof handelt.
Sla eens acht op de instructies die Petrus zijn joodse toehoorders kort na Pinksteren 33 G.T. gaf: „Hebt daarom berouw en keert u om, opdat uw zonden worden uitgewist” (Handelingen 3:19). Dat duidt op twee soorten handelingen. Aan de ene kant bieden wij oprecht weerstand aan de zondige neigingen in onze geest en in ons lichaam. Aan de andere kant smeken wij God op grond van Jezus’ offer onze zonden te vergeven. — 1 Johannes 2:1, 2.
Volg Jezus’ voorbeeld na
Aan Colin, die al 24 jaar een gedoopte christen is, werd gevraagd waarom hij dankbaar is voor wat Jezus heeft gedaan. Hij antwoordde: „Ik heb waardering voor zijn offer, maar zijn voorbeeld helpt mij het meest. Zijn leven dient voor mij als model ter navolging.”
Als wij werkelijk dankbaar zijn, zullen wij dan niet Jezus’ voorbeeld in nederigheid, onderworpenheid en zelfopofferende liefde willen navolgen? Het kan zijn dat uw lippen „Ja!” antwoorden, maar wat zeggen uw houding en uw daden? Hoe zullen bijvoorbeeld de meeste mensen reageren als zij worden geconfronteerd met een toewijzing die de ware aanbidding ten goede zal komen maar die nederigheid en een offer van hen vraagt, zoals het schrobben van de vloer van een ruimte die voor christelijke vergaderingen wordt gebruikt? Hoe zou u reageren? Zou u uit waardering voor Jezus en zijn hemelse Vader bereid zijn een toewijzing op u te nemen die velen beneden hun waardigheid en te lastig zouden vinden? Jezus vernederde zich door anderen een vergelijkbare dienst te bewijzen. — Johannes 13:2-17; Filippenzen 2:7, 8.
Laten wij nog een voorbeeld beschouwen. Misverstanden tussen mensen lopen dikwijls uit op bittere woorden en gekwetste gevoelens. Wat zouden de meeste mensen doen als zij zich in een kamer vol mensen bevonden, onder wie iemand die hen diep had beledigd? Wat zou u doen? Zou u uit dankbaarheid jegens Jezus en Jehovah bereidwillig de eerste stap doen om uw geschillen met de beledigende partij bij te leggen en dat doen met een stille en zachtaardige geest? Dat hebben Jezus en zijn hemelse Vader ten aanzien van de zondige mensheid gedaan. — Romeinen 5:6-10; 1 Johannes 4:9-11.
Behalve dat Jezus zijn hemelse heerlijkheid opgaf om mens te worden en vervolgens zijn aardse leven als de Verlosser der mensheid aflegde, bewees hij de mensheid een onschatbare dienst door het onderwijs dat hij gaf. Geen ander mens heeft de mensheid zo krachtig ten goede beïnvloed als Jezus Christus. Hij was een ongeëvenaarde onderwijzer. Hij onderwees de mensen over Gods naam, persoonlijkheid, voornemens en wil ten aanzien van menselijke schepselen. — Johannes 7:45, 46.
Tot de meest in het oog lopende voorbeelden van het onderwijs dat hij gaf, behoort de Bergrede. Daarin formuleerde Jezus wat bekendheid heeft gekregen als de gulden regel: „Behandel de mensen zoals u door hen behandeld wilt worden” (Matthéüs 7:12, Groot Nieuws Bijbel). Hij toonde ook wat de twee grootste geboden van de Wet waren: ’Jehovah God liefhebben met geheel uw hart, ziel, verstand en kracht, en uw naaste liefhebben als uzelf’ (Markus 12:29-31). Wij dienen niet voorbij te zien aan zijn profetieën, waarvan de vervulling zo duidelijk laat zien waar wij ons volgens Gods tijdtafel bevinden. — Matthéüs hoofdstuk 24 en 25.
Aan het onderwijs dat Jezus gaf, zette hij kracht bij met zijn handelwijze, en daardoor gaf hij ons het ideale, het volmaakte voorbeeld ter navolging. Hij begon zijn loopbaan met zich volledig aan te bieden om zijn Vaders wil te doen en dat vervolgens te symboliseren door zich in water te laten dopen. God zond hem voornamelijk naar de aarde om getuigenis af te leggen van de waarheid. Vlak voordat Jezus stierf, kon hij tegen zijn Vader zeggen: „Ik heb u op de aarde verheerlijkt, daar ik het werk heb voleindigd dat gij mij te doen hebt gegeven”, en „Ik heb uw naam openbaar gemaakt aan de mensen die gij mij uit de wereld hebt gegeven.” — Johannes 17:4, 6.
Het was Jezus’ bedoeling dat anderen zijn voorbeeld zouden navolgen. Dit blijkt zowel uit zijn eigen woorden als uit die van anderen. „Komt achter mij”, en „Kom, wees mijn volgeling”, zei Jezus in Matthéüs 4:19 en 19:21. „Christus heeft voor u geleden, u een model nalatend opdat gij nauwkeurig in zijn voetstappen zoudt treden”, en „Wordt navolgers van mij, zoals ik het ben van Christus”, schreven de apostelen Petrus en Paulus. — 1 Petrus 2:21; 1 Korinthiërs 11:1.
Wilt u dankbaarheid tonen voor wat Jezus Christus als de Grote Onderwijzer en het Grote Voorbeeld voor u heeft gedaan, blijf u dan vertrouwd maken met zijn leer. Dit vereist geregelde studie van Gods Woord, speciaal van de christelijke Griekse Geschriften, waarin het onderricht dat Jezus gaf, te vinden is. Aangezien u hulp nodig zult hebben om dat wat u leest te begrijpen en te waarderen, zou het verstandig zijn u gedrukte hulpmiddelen voor bijbelstudie aan te schaffen, die juist voor dat doel verkrijgbaar zijn gesteld.a Span u gewetensvol in om hetgeen u leert in uw dagelijks leven toe te passen. Ja, passende daden zijn vereist. Jezus merkte op: „Niet een ieder die tot mij zegt: ’Heer, Heer’, zal het koninkrijk der hemelen ingaan, maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is.” — Matthéüs 7:21; 4:17; Lukas 4:17-21.
Stel de aanbidding van Jehovah op de eerste plaats
Thans zijn er meer dan 1.056.000.000 mensen die beweren christenen te zijn. Maar hoe weinig dankbaarheid tonen de meesten van hen voor hetgeen Jezus voor hen heeft gedaan! Blijkbaar hebben velen het gevoel dat zij heel goed zijn als zij tweemaal per jaar, op de grote feestdagen van de christenheid, naar de kerk gaan. Of anderen zeggen: ’Ik heb God lief, want ik geloof in de Tien Geboden.’ Maar hoevelen houden zich eraan? Dat volmaakte wetboek, dat eens bindend was voor de oude natie Israël, kende de eerste plaats toe aan de juiste aanbidding van Jehovah God, met name in de eerste vier geboden. — Exodus 20:1-11.
Hoeveel belijdende christenen volgen werkelijk Jezus’ voorbeeld na door de beginselen van de Tien Geboden in hun dagelijks leven toe te passen? Geven zij God hun „exclusieve toewijding”, zoals in het tweede gebod werd verlangd? Maken zij net als Jezus Jehovah’s naam op passende wijze openbaar, zoals in het derde gebod aan de orde werd gesteld? Ware christenen zijn niet alleen deugdzaam maar stellen ook de aanbidding van Jehovah op de allereerste plaats in hun leven. — Matthéüs 6:33.
Velen van die christenen zijn zich ervan bewust dat gezamenlijk bijeenkomen tot de aanbidding van God behoort. Maar hebt u ooit het geregeld bezoeken van christelijke vergaderingen als een teken van dankbaarheid beschouwd? De apostel Paulus deed dat wel. Hij beredeneert dit in het tiende hoofdstuk van zijn brief aan de Hebreeën. Ook onthult hij hoe gevaarlijk het is onverschillig tegenover christelijke vergaderingen te staan. Door zo’n houding zou een christen ontmoedigd kunnen raken en goede daden van geloof achterwege gaan laten. Bij anderen zou het kunnen gebeuren dat hun waardering voor Gods weg van redding door bemiddeling van Christus, gaat afnemen. Als dit zo is en er aan het tanen van hun geloof geen halt wordt toegeroepen, kan het uitlopen op opzettelijke zonde en zelfs afval. Dit zou betekenen dat men Gods geschenk als iets van „gewone waarde” of als iets alledaags behandelde, een belediging voor zowel Jehovah als Jezus. — Hebreeën 10:23-31.
Let op Paulus’ waarschuwing ten aanzien van degenen die niet alleen lichtvaardig over vergaderingen denken, maar zover gaan dat zij de door God geschonken voorziening tot redding zelfs verwerpen. „Een ieder die de wet van Mozes heeft geminacht, sterft zonder mededogen op het getuigenis van twee of drie personen. Hoeveel zwaarder straf, dunkt u, zal dan niet hij waardig gerekend worden die de Zoon van God met voeten heeft getreden en die het bloed van het verbond, waardoor hij geheiligd werd, als van gewone waarde heeft geacht en die de geest der onverdiende goedheid met verachting heeft gekrenkt?” — Hebreeën 10:28, 29.
De Wet was Gods geschenk door bemiddeling van Mozes. Paulus geeft zijn lezers dus te bedenken dat indien onberouwvolle schenders van die goddelijke Wet de doodstraf kregen, degenen die minachtend Gods grotere geschenk door bemiddeling van Jezus Christus, de Grotere Mozes, veronachtzamen, een nog veel zwaardere straf verdienen. Degenen die de Zoon van God als hun Redder ontheiligen en zijn slachtoffer verachten, komen in aanmerking voor „de tweede dood” — een zware straf, zonder hoop op een opstanding. — Openbaring 21:8; Deuteronomium 13:6-10; 17:2-7.
Paulus toont ook hoe ondankbaar de opzettelijke zondaar of afvallige is geworden. Zo iemand heeft in drie opzichten de allerergste zonde begaan. Ten eerste omdat hij „de Zoon van God met voeten heeft getreden”. Òf hij beschouwt Jezus nu als zijn vijand, want de veroveraars in de oudheid zetten hun voet op de nek van hun overwonnen vijanden, òf hij beziet Jezus met minachting, want mensen vertrappen wat zij verachten. (Vergelijk Matthéüs 7:6.) Ten tweede omdat hij „het bloed van het verbond, waardoor hij geheiligd werd, als van gewone waarde heeft geacht”. Hij versmaadt het middel (het bloed van Christus) waardoor hij rein werd verklaard. Hij beschouwt dat bloed, waardoor het nieuwe verbond van kracht is geworden, als van geen grotere waarde dan het bloed van onvolmaakte mensen, als iets wat niet heilig is. Ten derde omdat hij „de geest der onverdiende goedheid met verachting heeft gekrenkt”. Hij heeft gelasterd tegen Gods werkzame kracht, opzettelijk weerstand geboden aan Jehovah’s invloed, door te zeggen dat die geen waarde heeft en daarom voor hem van geen nut is. — Efeziërs 4:30.
Zulke schaamteloze daden van minachting kunnen vermeden worden indien wij altijd grote waarde hechten aan het middel tot redding dat God geschonken heeft. Christelijke vergaderingen zijn een middel om onze achting op het juiste peil te houden. Aangezien Jehovah en Jezus op deze vergaderingen onzichtbaar aanwezig zijn, zullen dankbare christenen hen niet voor het hoofd stoten zoals de afvalligen doen, maar alles doen wat redelijkerwijs mogelijk is om geregeld aanwezig te zijn. — Vergelijk Maleachi 3:16; Matthéüs 18:20.
Wees daarom dankbaar voor wat Jezus voor u heeft gedaan. Oefen oprecht geloof in zijn loskoopoffer. Volg zijn voorbeeld na in de wijze waarop u anderen behandelt. Stel de aanbidding van zijn Vader, Jehovah God, op de eerste plaats in uw leven. Zo kunt u zeggen: „God zij gedankt voor zijn onbeschrijflijke vrije gave” van onverdiende goedheid door bemiddeling van Jezus. — 2 Korinthiërs 9:15.
[Voetnoten]
a Wij bevelen u bijvoorbeeld U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven aan, uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.
[Illustraties op blz. 6]
Manieren waarop u dankbaarheid voor Jezus kunt tonen