Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g82 8/6 blz. 25-27
  • Wat zegt een naam?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Wat zegt een naam?
  • Ontwaakt! 1982
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Gebruik van toegevoegde namen
  • Familienamen
  • Namen nu
  • Reputatie en ambt
  • De grootste aller namen
  • Wat zegt een naam?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2009
  • Naam
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Naam
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • „Uw naam worde geheiligd” — Welke naam?
    De Goddelijke Naam die eeuwig zal blijven bestaan
Meer weergeven
Ontwaakt! 1982
g82 8/6 blz. 25-27

Wat zegt een naam?

Door Ontwaakt!-correspondent in Zimbabwe

JARENLANG bleef hun huwelijk kinderloos. Toen zij eindelijk een zoon kregen, noemden zij hem dan ook „Takoenda”, hetgeen wil zeggen: „Wij hebben overwonnen.” Ja, zij hadden hun kinderloosheid „overwonnen”. Hier in Zimbabwe ligt er dikwijls een betekenis en een bedoeling aan een naam ten grondslag.

De eerste man op aarde heette Adam, hetgeen „aardse mens” of „mensheid” betekent. Sedertdien heeft iedere persoon een naam gehad en bijna al deze namen hadden een betekenis. Tegenwoordig zijn veel voornamen afkomstig uit het Hebreeuws, Grieks, Latijn of de Germaanse talen (het Angelsaksisch is nauw verwant met de Germaanse taalstam).

In vroeger tijden werd veel belang gehecht aan de betekenis van namen. Laten wij als voorbeeld de bijbelse figuur Ruth eens nemen. Haar naam betekent waarschijnlijk „vriendschap”. Deze jonge Moabitische, de schoondochter van Naomi, verloor haar echtgenoot door de dood. Toen Naomi besloot terug te keren naar haar huis in Bethlehem, op het grondgebied van Juda, was Ruth vastbesloten met haar mee te gaan. Op Naomi’s aandringen om toch bij haar eigen volk te blijven, antwoordde Ruth: „Smeek mij niet dringend om u te verlaten, om terug te keren en u niet te vergezellen; want waarheen gij gaat, zal ik gaan . . . Uw volk zal mijn volk zijn, en uw God mijn God” (Ruth 1:16). Hoezeer deed Ruth de betekenis van haar naam eer aan!

Bij de geboorte zal een kind van de ouders of een naaste bloedverwant een naam hebben gekregen, maar jaren later veranderde die naam dan vaak, of werd er een naam bijgevoegd die een of ander kenmerk van de persoon treffender beschreef. Zo zei Naomi bijvoorbeeld toen zij haar naam niet langer passend vond na alle rampen die haar deel geworden waren: „Noemt mij niet Naomi [mijn welbehagen]. Noemt mij Mara [bitter].” — Ruth 1:20.

Soms veranderde God zelf de namen van personen met een specifieke bedoeling. Toen bijvoorbeeld Abram (”verheven vader”) 99 jaar oud was, veranderde God zijn naam in Abraham, hetgeen „vader van een menigte” betekent, en bevestigde Zijn belofte dat zijn nakomelingschap talrijk zou worden. — Gen. 17:1-6.

Gebruik van toegevoegde namen

Zoals te verwachten viel, werd met het toenemen van de bevolking het identificeren van personen met dezelfde naam een steeds groter probleem. Zo kwam het gebruik van toegevoegde namen, ’toenamen’, in zwang. Deze stonden ook wel bekend als bijnamen (hoewel niet alle bijnamen toenamen zijn). Volgens de Encyclopaedia Britannica zijn de toenamen onder te verdelen in vijf klassen: (1) De beschrijving van het uiterlijk van een persoon; (2) het memoreren van een incident of een onderneming in iemands leven; (3) om hem te identificeren aan de hand van zijn relatie tot een andere persoon, gewoonlijk zijn vader, (4) om zijn woonplaats aan te geven; (5) om zijn beroep aan te duiden.

Waren zulke namen praktisch? Welnu, stel u maar eens de situatie voor van een gemeenschap waar velen „Jan” heetten. Hoe moest men die van elkaar onderscheiden? De ene „Jan” was misschien erg lang, terwijl een andere juist erg klein was. Hoe waren die nu gemakkelijker uit elkaar te houden dan als „Grote Jan” en „Kleine Jan”? Weer een andere Jan was misschien timmerman. Hoe noemde men die? Misschien „Jan de Timmerman”.

Familienamen

Veel van die toenamen bleven hangen tot het ten slotte familienamen waren geworden. Naar men aanneemt werden trouwens familienamen voor het eerst gebruikt door de Chinezen. Ook de Romeinen gebruikten een soort familienaam, maar dat raakte uit de mode bij het verval van het Romeinse Rijk, en het werd weer algemeen gebruikelijk slechts één naam te hebben.

Pas omstreeks 1200 G.T. werden familienamen weer gemeengoed. Enkele van de redenen hiervoor waren de aanhoudende bevolkingstoename en de behoefte aan individuele registratie. Geleidelijk aan werden de toenamen familienamen. Kleine Jan werd bijvoorbeeld Jan Klein; Hendrik, zoon van Robert, werd Hendrik Robertsen, Jan uit het Bos werd Jan Bos, enzovoort.

Aanvankelijk waren deze familienamen echter niet erfelijk. De zoon van Hendrik Robertsen, Karel, werd bijvoorbeeld niet automatisch Karel Robertsen. Het was daarentegen waarschijnlijker dat hij op een van de eerder genoemde vijf manieren werd geïdentificeerd. Ontwikkelde hij zich tot een bekwaam houtsnijder, dan kwam hij wellicht bekend te staan als Karel Houtsnijder.

In het begin was het alleen de adel die uit een soort familietrots familienamen begon door te geven aan het volgende geslacht. Langzamerhand won echter dit gebruik aan populariteit, en in niet-adellijke kringen ging men deze gewoonte overnemen. Gedurende de latere Middeleeuwen vond dit gebruik in vele landen op grote schaal toepassing, vooral in de westerse wereld, en tegenwoordig is het in de meeste landen wel algemeen.

Namen nu

Hier in Zimbabwe wordt de conventionele familienaam gebruikt door degenen die van Europese afkomst zijn, maar velen van de inheemse bevolking gebruiken andere methoden. In vele delen van het land zal bijvoorbeeld, wanneer de vader James Moefoenga heet, zijn zoon David bekend komen te staan als David James, niet als David Moefoenga. In sommige gevallen kent men ongehuwde vrouwen onder de voornaam van hun vader totdat zij trouwen. Daarna krijgen zij de voornaam van hun echtgenoot. U kunt zich voorstellen tot wat voor problemen dat leidt bij het bijhouden van registers.

Een ander interessant gebruik in dit land is verwant aan dat van de Hebreeërs uit de oudheid, namelijk het gebruik van namen die betrekking hebben op gebeurtenissen, omstandigheden, gevoelens enzovoort. Tijdens een van de „Zegevierend geloof”-congressen (in het Engels „Victorious Faith”) van Jehovah’s Getuigen in 1978, schonk de vrouw van een volle-tijdbedienaar het leven aan een tweeling, een jongen en een meisje. Zonder zich te bedenken noemden de gelukkige ouders de zoon „Victor” en de dochter „Faith”.

Reputatie en ambt

Als uw naam wordt genoemd, welk beeld roept die dan bij de hoorder op? Dat zal er toch beslist van afhangen wat voor persoon u bent, niet waar? Dit brengt ons op een ander gebruik van het woord „naam” — iemands reputatie. „Een [goede] naam is te verkiezen boven overvloedige rijkdom” zegt Spreuken 22:1. Klaarblijkelijk wordt hier gesproken over de faam of reputatie van een persoon. Als iemand een „goede naam” in de gemeenschap heeft, beschouwt men hem als onkreukbaar en eerlijk, met goede morele maatstaven. Ook al kon u de naam die u bij uw geboorte meekreeg, niet zelf uitkiezen, het is werkelijk aan u om te bepalen hoe door anderen op die naam zal worden gereageerd.

Een naam zou ook verband kunnen houden met het ambt of de autoriteit van een persoon. Van regeringsvertegenwoordigers wordt dikwijls gezegd dat zij spreken „in naam van” hun regering, waarmee wordt bedoeld „op grond van het gezag” van hun regering. Op overeenkomstige wijze bedoelde Jezus Christus, toen hij zei dat wij zijn naam moesten gebruiken om tot God te bidden, meer dan alleen maar een gebruik van de naam „Jezus” alsof hij een soort telefonist zou zijn die de aanvrager met God doorverbindt (Joh. 14:13, 14). Wij moeten daarentegen zijn ambt erkennen, zijn autoriteit als Gods vertegenwoordiger en hogepriester. Zo vragen wij, wanneer wij bidden in zijn naam, dat zijn autoriteit ten behoeve van ons mag worden aangewend, waardoor onze gebeden aanvaardbaar worden voor God.

De grootste aller namen

De psalmist schrijft: „Gij, wiens naam Jehovah is, gij alleen [zijt] de Allerhoogste . . . over heel de aarde” (Ps. 83:18). Ja, Jehovah is de naam van de Soevereine Heerser van het universum. Die naam is exclusief en niemand anders mag die naam rechtmatig voor zichzelf gebruiken. Op grond van de Hebreeuwse woordstam in die naam neemt men aan dat ze betekent: „Hij die veroorzaakt te worden.” Ze vestigt de aandacht op het feit dat hij zonder mankeren in vervulling doet gaan wat hij belooft, en dat hij iedere situatie die zich maar kan voordoen, volledig in de hand heeft.

Waarschijnlijk bent u gesteld op uw naam en respecteert u die. Maar hoe staat u tegenover Gods naam? „Want God is niet onrechtvaardig, zodat hij uw werk en de liefde die gij voor zijn naam hebt getoond . . . zou vergeten?” (Hebr. 6:10). Hebt u liefde voor Gods naam? Het is niet eenvoudigweg een kwestie van weten dat hij een naam heeft. Het is noodzakelijk dat wij ook de persoon kennen die door die naam wordt vertegenwoordigd — zijn voornemens, activiteiten en hoedanigheden. En die kennis dient te worden weerspiegeld in elk facet van ons leven. Zou u Gods naam in die zin willen leren kennen? Jehovah’s Getuigen zullen u graag behulpzaam zijn.

[Illustratie op blz. 27]

Weet u wat de grootste naam in het universum is?

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen