-
Dierenvrienden, past op!Ontwaakt! 1978 | 8 november
-
-
Het kan nog verscheidene dagen duren voordat men tot een definitieve diagnose van rabies kan komen.
(3) Als het een wild dier betreft, probeer het dan te doden zonder de kop te beschadigen. Dit zal het mogelijk maken de hersenen te onderzoeken om de aanwezigheid van rabies vast te stellen.
(4) Was de beet zo spoedig mogelijk uit met water en gewone zeep of een synthetisch wasmiddel. Behandel de wond daarna met een antisepticum (zoals jodium of mercurochroom) of een ontsmettingsmiddel als ether of alcohol. Een beet van een wild dier dient, indien maar enigszins mogelijk, onbelemmerd te kunnen bloeden.
(5) Raadpleeg onmiddellijk een dokter. Voor doktoren is door een commissie van deskundigen van de Wereldgezondheidsorganisatie een gedetailleerde handleiding opgesteld voor de behandeling van personen die een besmetting met rabies hebben opgelopen [Guide for Specific Postexposure Treatment of Rabies, door de Expert Committee on Rabies of the World Health Organization].
De wisselwerking van genegenheid tussen dier en mens kan een vreugde zijn. Dierenvrienden in gebieden waar rabies voorkomt, moeten echter op hun hoede zijn. Onachtzaamheid kan iemand niet alleen op het verlies van zijn gezondheid komen te staan, maar kan hem ook zijn leven kosten.
-
-
Is blijk geven van begunstiging een zonde?Ontwaakt! 1978 | 8 november
-
-
De zienswijze van de bijbel
Is blijk geven van begunstiging een zonde?
VOLGENS de bijbel is zonde alles dat niet in overeenstemming is met Gods persoonlijkheid, maatstaven, wegen en wil. Aangezien de mens naar Gods beeld is geschapen, is het een zonde in gebreke te blijven dat beeld op juiste wijze te weerspiegelen (Gen. 1:26, 27; Rom. 3:23). Wordt ’s mensen weerspiegeling van Gods gelijkenis en heerlijkheid bedorven door van begunstiging blijk te geven? Dat is zeker het geval, want ’God is niet partijdig’. — Hand. 10:34.
Christenen moeten er dus tegen waken begunstiging te tonen. Het is een zonde die hen gemakkelijk kan verstrikken. Er waren in de eerste eeuw gelovigen die zich aan deze zonde schuldig maakten. De christelijke discipel Jakobus schreef: „Mijn broeders, gij houdt er met betrekking tot het geloof van onze Heer Jezus Christus, onze heerlijkheid, toch geen begunstigingen op na? Want indien er een man met gouden ringen aan zijn vingers en in prachtige kleding in uw openbare vergadering binnenkomt, maar er ook een arme in vuile kleding binnenkomt, doch gij degene die de prachtige kleding draagt, gunstig gezind zijt en zegt: ’Zet u hier neer op een voortreffelijke plaats’, en gij tot de arme zegt: ’Gij blijft staan’, of: ’Ga daar onder aan mijn voetbank zitten’, bestaat er dan geen klassenonderscheid onder u en zijt gij dan geen rechters geworden die verdorven beslissingen neemt?” — Jak. 2:1-4.
Merk op wat Jakobus in deze passage zei. Zou iemand een aanhanger kunnen zijn van het geloof dat op Jezus Christus is gebaseerd, en tegelijkertijd bepaalde personen kunnen begunstigen? Dit is onmogelijk, want Jezus Christus heeft „zichzelf
-