Lering trekken uit de school van het huwelijk
ER BESTAAN heel wat cursussen die jonge mensen worden aangeboden om zich op het huwelijk voor te bereiden. Dit zouden scholen voor het huwelijk kunnen worden genoemd. Ieder rijp en volwassen gehuwd persoon die in staat is de dingen objectief te zien, zal echter toegeven dat men ook veel kan leren van het huwelijksleven zelf. Wij zouden dit daarom ook de school van het huwelijk kunnen noemen.
Niet dat de ervaring van het huwelijk de beste leermeester is. Beslist niet. Gods Woord is de beste leermeester, zoals blijkt uit hetgeen Elihu, Gods woordvoerder, tot Job zei: „Wie is een onderwijzer als [God]?” (Job 36:22) Het huwelijk verschaft iemand echter talrijke gelegenheden om de wetten en beginselen die in Gods Woord worden onderwezen, toe te passen. Dit helpt hem de waarde, redelijkheid, rechtvaardigheid en wijsheid ervan in te zien.
Ja, wanneer twee personen elkaar werkelijk liefhebben en van hun huwelijk een succes wensen te maken, kunnen zij heel wat leren uit de ervaringen die zij samen opdoen. Niet zonder goede reden is de opmerking gemaakt dat „de wittebroodsweken een korte, het huwelijk echter een lange aanpassingsperiode is”. Zich te leren aanpassen zou men wel een van de belangrijkste dingen kunnen noemen die in het huwelijk geleerd moeten worden. Volgens hetgeen geleerden hebben waargenomen, is het menselijk aanpassingsvermogen echter vrijwel onbegrensd.
Jonge mensen die verliefd zijn, hebben het idee dat het huwelijk een rozenbed is. En misschien wordt het dat ook wel. Maar zelfs in dat geval dient u te bedenken dat rozen dorens hebben. Wanneer het huwelijk meer dorens dan rozen schijnt te hebben, willen sommigen er wellicht een eind aan maken. Volgens Jezus Christus geeft echter alleen overspel de onschuldige huwelijkspartner een geldige basis een eis tot echtscheiding in te dienen, met het recht opnieuw te trouwen. — Matth. 19:8, 9.
Hoewel in het huwelijk twee mensen als het ware één vlees worden, vormen zij niet alleen tegenstellingen in sekse, maar wellicht ook in temperament. Zij bekijken de dingen misschien heel anders: de een verstandelijk, de ander emotioneel. Verder kunnen ook bepaalde zwakheden bij tijden een zekere ergernis en frustratie veroorzaken. Bovendien speelt ook eenvoudig de tijdsindeling een rol. Twee mensen willen niet altijd op hetzelfde moment hetzelfde doen.
De bijbel, het leerboek over het huwelijk
Jehovah God, de Insteller van het huwelijk, heeft ook voorzien in een leerboek over het huwelijk, namelijk zijn Woord de bijbel. Hierin wordt gezegd dat God man en vrouw maakte om elkaar aan te vullen, niet om met elkaar te wedijveren: „Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik zal een hulp voor hem maken, als zijn tegenhanger.” — Gen. 2:18.
In het huwelijk heeft de echtgenoot dus de gelegenheid te leren een echte man te zijn, sterk, betrouwbaar en beschermend te zijn, de leiding te nemen, de verzorger te zijn en zijn vrouw lief te hebben en te liefkozen. De vrouw daarentegen heeft de gelegenheid de vrouwelijke rol te leren vervullen, de tegenhanger te zijn. Dit houdt onderworpenheid in, want, zoals Gods Woord zegt, „de man werd niet ter wille van de vrouw geschapen, maar de vrouw ter wille van de man”. Toch heeft hij het gebod ontvangen haar lief te hebben als zijn eigen lichaam. — 1 Kor. 11:9; Ef. 5:33.
Dat bijbelse beginselen werkelijk resultaten afwerpen, valt waar te nemen uit het feit dat het herhaaldelijk is gebeurd dat een huwelijk dat op het punt stond te worden verbroken, gered werd door deze beginselen toe te passen. Zo was er bijvoorbeeld een huisvrouw op een van de Bermuda-eilanden, van wie het huwelijk op het punt stond ineen te storten toen een van Jehovah’s getuigen bij haar aan de deur kwam. Als gevolg van een bijbelstudie over de schriftuurlijke rol van zowel de echtgenoot als zijn vrouw bestaat er nu een gelukkige verhouding tussen man en vrouw. En in Denemarken gebeurde het dat twee Getuigen in hun bediening van huis tot huis een vrouw ontmoetten die van plan was van haar man vandaan te gaan, hoewel zij drie kleine kinderen hadden. Beiden werden aangemoedigd bijbelse beginselen in hun huwelijk toe te passen, met als resultaat dat hun huwelijk eveneens werd gered. Ook zij zijn nu samen gelukkig. Zo ging het ook in Frankrijk, waar een echtgenote en moeder op het punt stond haar man te verlaten omdat hij zo zwaar dronk en heftige woedeuitbarstingen had. Opnieuw waren het de bijbelse beginselen die dit huwelijk redden en er een gelukkig gezin van maakten.
De bijbel is in zijn raad aan gehuwde mensen nog gedetailleerd ook. Hij spoort gehuwde vrouwen ertoe aan bescheiden te zijn, niet te veel nadruk te leggen op de uiterlijke verschijning en niet te roddelen. Echtgenoten ontvangen uit de bijbel de raad, overeenkomstig kennis met hun vrouw om te gaan, „haar eer toekennend” als het zwakkere vat. Ook geeft de bijbel aan zowel gehuwde mannen als vrouwen het gebod jegens elkaar de huwelijksplicht na te komen. — 1 Petr. 3:1-7; 1 Kor. 7:3-7; 1 Tim. 2:9, 10; 5:13.
Volharding leren
Hoe kan het huwelijk iemand helpen bijbelse beginselen te leren kennen? Door te voelen dat men verplicht is het huwelijk tot een succes te maken en dat men trouwt ’om lief en leed te delen’, zal men bijvoorbeeld heel goed de uitstekende hoedanigheid volharding, die alle christenen nodig hebben, kunnen leren. Zo was er op het eiland Guadeloupe een man die, omdat hij een getuige van Jehovah werd, krachtige tegenstand ondervond van de zijde van zijn ongelovige vrouw. Om hem van het bezoeken van de vergaderingen der Getuigen af te schrikken en hem dit te verhinderen, maakte zij zijn eten niet meer klaar en liet zij na, zijn kleren te wassen, te strijken en te verstellen. Dagen achtereen sprak zij geen woord meer tot hem. Door echter de hoedanigheid volharding te ontwikkelen en in gebed tot Jehovah op te zien voor hulp, was hij in staat dit allemaal te verduren. Hoe lang? Ongeveer twintig jaar lang, en hierna onderging zij geleidelijk een verandering van hartetoestand. Hij is nu blij dat hij heeft volhard en dat zijn vrouw de hoop op Gods koninkrijk met hem deelt.
Vervolgens was er ook een Amerikaan die belangstelling kreeg voor bijbelstudie. Hij ondervond nu de meest vastbesloten en zelfs heftige tegenstand van de kant van zijn vrouw, van wie hij heel veel hield. Daar hij zijn huwelijk niet wenste te verbreken, verdroeg hij dit alles. En dat was heel wat! Zij hinderde hem steeds wanneer hij de bijbel wilde bestuderen en hield hem nachten lang wakker om hem uit te putten. Zij hield zich ziek en veroorzaakte door haar doktersrekeningen bijna zijn financiële ondergang. Ook dreigde zij hun huis in brand te steken en zelfmoord te plegen als hij niet ophield met de Getuigen te studeren. Vervolgens begon zij hem borden naar het hoofd te gooien, maar ten slotte veranderde zij toch — ja, zo zelfs dat zij en haar man tegelijk als Getuigen werden gedoopt. Heeft hij iets van zijn huwelijk geleerd? Stellig is dit het geval — hij leerde te verdragen, lankmoedig te zijn en zelfbeheersing aan de dag te leggen!
Meer op Jehovah leren steunen
Menig ongehuwd persoon deinst terug voor de gedachte aan de verantwoordelijkheden en extra lasten die met het huwelijk gepaard gaan. Men zou dit in zekere zin echter kunnen beschouwen als iets waardevols dat bij het huwelijk behoort, want een mens kan heel wat rijper worden door verantwoordelijkheden op zich te nemen. Wanneer de verantwoordelijkheden toenemen, leert de verstandige christen steeds meer op Jehovah te steunen. En daar hij niet in staat is de toekomst te voorspellen, moet hij die geheel aan Jehovah overlaten.
Iemand die jong is en romantisch, verwacht wellicht volmaakt begrip te vinden bij zijn huwelijkspartner, zodat men te allen tijde kan vertrouwen dat deze de lasten zal helpen dragen. Dit hoeft echter niet zo te zijn. Men krijgt soms geen sympathie en begrip omdat de lasten het begripsvermogen van de ander te boven gaan of van dien aard zijn dat ze niet aan een ander kunnen worden toevertrouwd. Men komt tot de ontdekking dat men ondanks de gehuwde staat toch nog steeds ’al zijn bezorgdheid op hem moet werpen, want hij zorgt voor degenen die hem dienen’. — 1 Petr. 5:7.
Als men hiertoe in staat is, kan men net als een zeer gelukkige vader van drie lieve kinderen openlijk erkennen: „Als ik, toen ik nog vrijgezel was, enig idee had gehad van de verantwoordelijkheden, de problemen, de beproevingen en de teleurstellingen die het huwelijk met zich brengt, zou ik deze stap niet hebben gedaan. Maar ik ben zo blij dat ik dat niet wist, want anders had ik nooit de zegeningen gehad van een liefhebbende, toegewijde en loyale echtgenote en drie heerlijke, oppassende en gelukkige kinderen.”
Redelijk leren zijn
Nog een hoedanigheid die iemand heel goed van het huwelijk zou kunnen leren — als men ervan wìl leren — is redelijkheid. Vaak betekent dit dat men bereid is toe te geven. Het is interessant dat het Griekse woord voor „redelijkheid” in Jakobus 3:17, waar staat: „De wijsheid van boven is . . . redelijk”, epi-eikès is, hetgeen letterlijk „gematigd, zacht, meegevend of toegevend” betekent.
Man en vrouw kunnen een verschillende smaak of voorliefde voor bepaalde muziek hebben. De een houdt misschien meer van klassieke en de ander wellicht meer van populaire muziek; de een hoort graag zachte, de ander luide muziek. Toch zal er vast wel muziek zijn die zij allebei mooi vinden. Of denk eens aan de vakantie. Hij zal wellicht graag allerlei bezienswaardige plaatsen bezoeken; zij wil misschien naar haar familie toe. Als zij redelijk zijn, zullen zij de vakantie waarschijnlijk afwisselen of een andere regeling treffen waardoor elk van beiden iets moet toegeven.
Redelijkheid zal het waarschijnlijk ook wenselijk maken dat louter voorkeur over het algemeen plaats moet maken voor meer praktische overwegingen. Zij eet misschien het liefst in een restaurant, terwijl hij wellicht liever thuis eet vanwege de uitgaven. Wellicht kunnen zij het zich niet veroorloven vaak buitenshuis te eten, maar misschien kunnen zij het zich zo nu en dan veroorloven. Redelijk zijn wil zeggen dat men niet altijd maar toegeeft, doch evenmin dat men altijd maar zijn zin wil hebben. Het beste schijnt nog te zijn, niet aan een bepaald verzetje of pleziertje te blijven vasthouden als dit werkelijk betekent dat de ander daaronder moet lijden. Dit zou noch redelijk noch liefdevol zijn.
Nederigheid — nog een les
Nog een hoedanigheid die in het huwelijk geleerd kan worden, is nederigheid. Als de echtgenote voorheen een vrijgezellin was die niet meer bij haar ouders thuis woonde, was zij in veel opzichten onafhankelijk en vrij om haar eigen beslissingen te nemen. Als getrouwde vrouw zal zij zich echter aan het leiderschap van haar man moeten onderwerpen. Als zij dit leert doen, niet met tegenzin doch met een bereidwillig hart, is zij werkelijk bezig nederigheid te leren. Misschien is zij tevoren ook wel nederig geweest, maar om aan een echtgenoot onderdanig te blijven is nog meer nederigheid nodig.
De echtgenoot kan in het huwelijk eveneens nederigheid leren. Misschien beroemt hij zich op bepaalde bekwaamheden of kennis en komt hij erachter dat zijn vrouw hem hierin overtreft. Misschien ook brengt zij hem in verlegenheid door in gezelschap een flater te slaan. Nederigheid zal hem helpen zulke minder belangrijke dingen niet te ernstig op te vatten ja, „omgordt u”, ter wille van het huwelijk, „met ootmoedigheid des geestes jegens elkaar”. — 1 Petr. 5:5.
In onzelfzuchtigheid toenemen
Er bestaat alle reden waarom echtparen in onzelfzuchtigheid dienen toe te nemen. Het huwelijk verschaft veel gelegenheden voor een onzelfzuchtig gedrag en schenkt degenen die dit aan de dag leggen even zoveel beloningen. Wegens overgeërfde onvolmaaktheid is de neiging aanwezig zelfzuchtig te zijn, eerst aan zichzelf te denken. Het is echter een blijk van liefde, eerst aan een ander te denken. De bijbel wijst echtgenoten op het voorbeeld van Jezus Christus, die zelfs zijn leven gaf voor zijn bruid, de christelijke gemeente. Aldus had hij haar meer lief dan zichzelf. Hij zei dat het gelukkiger is te geven dan te ontvangen; en hoe waar dat is, daarvan kan elk echtpaar dat een gelukkig huwelijk heeft getuigen. Zoals men terecht heeft opgemerkt, is het huwelijk niet alleen maar een regeling om iemands eigen smaak te strelen en te bevredigen, maar verschaft het ook de gelegenheid de smaak van de ander te strelen en te bevredigen. — Ef. 5:25; Hand. 20:35.
De apostel Paulus onderstreepte dit beginsel in zijn raad aan echtgenoten toen hij zei: „Wie zijn vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief, want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt en koestert het” (Ef. 5:28, 29). Er is geen ontkomen aan. Man en vrouw zijn zó nauw verenigd, doordat zij immers samen leven, samen eten, zich samen ontspannen, enzovoort, dat de mentale, emotionele en fysieke toestand van de een die van de ander wel noodzakelijkerwijs moet beïnvloeden. Daarom zal in die mate waarin de echtgenoot verstandig en liefdevol zijn vrouw gelukkig tracht te maken en hierin slaagt, haar geluk weer op hem overslaan.
En vanzelfsprekend is ook het tegenovergestelde waar. In die mate waarin de vrouw verstandig en liefdevol haar echtgenoot tevreden en gelukkig tracht te maken en daarin slaagt, zal zijn geluk hoogstwaarschijnlijk op haar overslaan.
Gods Woord geeft de waarschuwing: „Wordt niet misleid: God laat niet met zich spotten. Want wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten” (Gal. 6:7). Is een van de huwelijkspartners onverschillig of ongevoelig, blind voor de behoeften, problemen, gevoelens, wensen of het welzijn van de ander? Zo ja, dan zal vroeg of laat, hoewel degene tegen wie gezondigd is lijden zal ondergaan, de schuldige of degene die het leed heeft berokkend, eveneens moeten boeten. Dit gebeurt wellicht in de vorm van gespannen verhoudingen, of doordat de onverschilligheid en ongevoeligheid op dezelfde wijze wordt beantwoord of doordat de uitwerking ervan wellicht zelfs van ernstige psychosomatische aard is. — 2 Kor. 9:6.
Jezus zei tot Petrus dat hij diende te vergeven, niet zeven maal, maar zevenenzeventig maal. In de huwelijksverhouding kan het nodig zijn dat men zelfs nog vaker vergeeft. Door dit te doen, zal zowel degene die vergeeft als degene die vergiffenis ontvangt geluk oogsten. — Matth. 18:21, 22.
Het huwelijk is inderdaad een leerschool waarvan men veel kan opsteken. Het schenkt veel gelegenheden om bijbelse beginselen toe te passen, zodat men in staat wordt gesteld met het verstrijken der jaren steeds meer wijsheid te verkrijgen. Zij die deze gelegenheden aangrijpen, zullen rijkelijk worden beloond met vrede des geestes, tevredenheid en geluk en, bovenal, met de goedkeuring van Degene die het huwelijk heeft ingesteld, Jehovah God.