Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w59 1/11 blz. 645-652
  • Wees altijd gereed u te verdedigen

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Wees altijd gereed u te verdedigen
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1959
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • VERDEDIG UW HOOP SUCCESVOL
  • LAAT DE BIJBEL UW HOOP VERDEDIGEN
  • Hoop
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Hoop
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • De bijbel — het boek dat hoop geeft
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1969
  • Hoop op Jehovah, en wees moedig
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2006
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1959
w59 1/11 blz. 645-652

Wees altijd gereed u te verdedigen

„Altijd gereed u te verdedigen voor een ieder die van u een reden eist van de hoop die in u is, doch doet dit met zachtaardigheid en diepe achting.” — 1 Petr. 3:15, NW.

1. Met wie worden de door Jehovah God erkende bedienaren van het evangelie vergeleken? In welk opzicht moeten zij aldus handelen?

JEHOVAH’S getuigen zijn wel eens met mensen vergeleken die in de hoogste wet zijn onderwezen en Gods wet aan de mensen van goede wil onderwijzen. Volgens Websters Dictionary is een rechtsgeleerde „iemand die in de wetten onderlegd is of de wet beoefent, een raadsman, advocaat, etc.” Hoewel lang niet alle christenen als rechtsgeleerden in aardse gerechtshoven dienst verrichten, moeten zij — niet in door mensen gemaakte wetten, maar — in de wet van Jehovah, de opperste Wetgever, onderlegd zijn. Zij moeten ten aanzien van Jehovah’s wet raadslieden zijn en deze beoefenen, terwijl zij Jehovah’s wet tevens op succesvolle wijze moeten verdedigen.

2. (a) Wat is een wet? (b) Ten aanzien van welke wet geven Jehovah’s getuigen de mensen raad, en waarom?

2 Men gaat naar een aardse rechtsgeleerde om wettelijke raad te vragen ten einde schade of letsel te vermijden. Een wet wordt als een regel voor handelingen of gedragingen gedefinieerd. Een rechtsgeleerde raadt mensen derhalve aan wat zij in overeenstemming met de wet moeten doen of hoe zij zich er in overeenstemming mee moeten gedragen, en verdedigt zulke wettelijke handelingen voor het gerecht. Terwijl wereldse rechtsgeleerden onderzoeken welke handelingen en gedragingen met menselijke wetten in overeenstemming zijn, stellen Jehovah’s getuigen er voornamelijk belang in te weten welke handelingen en gedragingen met Jehovah’s verheven wet in overeenstemming zijn. Zij geven de mensen graag raad aangaande Gods wet en woord. Jehovah’s wet vermeldt echter niet alleen evenals menselijke wetten regels voor handelingen en gedragingen, maar ze schenkt hen die erin zijn onderlegd christelijk geloof en een zekere hoop. Door de mensen van goede wil Gods wet te onderwijzen, helpen Jehovah’s getuigen hen aldus niet alleen hun handelingen en gedragingen in overeenstemming met Gods wet te brengen, maar ook sterk in het christelijke geloof en de christelijke hoop te worden en daardoor schade en letsel of straf van de zijde van de opperste Rechter, Jehovah, te vermijden.

3. Aan wie schreef Petrus zijn eerste brief?

3 Als goede christelijke onderwijzers van de wet moeten Jehovah’s getuigen niet alleen Gods wet verklaren, maar ook het geloof en de hoop welke op deze wet zijn gebaseerd, verdedigen. Evenals rechtsgeleerden moeten zij niet alleen van advies dienen, maar ook verdedigen. Dit goddelijke vereiste staat in 1 Petrus 3:15 (NW) opgetekend, waar wij lezen: „Altijd gereed u te verdedigen voor een ieder die van u een reden eist van de hoop die in u is.” Op wie is deze regel van toepassing? Van wie verwachtte de apostel Petrus dat zij altijd gereed zouden zijn zich te verdedigen? Verwachtte hij het alleen maar van een speciale priesterklasse of verwachtte hij het van allen die christenen beweerden te zijn? Is deze regel derhalve ook van toepassing op de persoon die deze uitgave van De Wachttoren leest? Aan de hand van het eerste vers kunnen wij vaststellen aan wie Petrus zijn brief adresseerde, namelijk aan „de vreemdelingen, die in de verstrooiing zijn in Pontus, Galatië, Cappadocië, Asia en Bithynië, de uitverkorenen”. Commentaar leverend op 1 Petrus 1:1 zegt de rooms-katholieke bijbelvertaler R. Storr dat de apostel Petrus zijn eerste brief aan christenen schreef en dat de hoofdstukken 1:3 tot en met 4:11 een preek bevatten welke tot pas gedoopte christenen was gericht.

4. Op wie zijn Petrus’ woorden in 1 Petrus 3:15 van toepassing?

4 Petrus verwachtte van deze christenen, en volgens deze bijbelvertaler zelfs van de pas gedoopten, dat zij altijd gereed zouden zijn zich te verdedigen en goede redenen op te geven voor de hoop die in hen was. 1 Petrus 3:15 slaat derhalve op christenen, die allen aan het goddelijke vereiste moeten voldoen hun hoop op succesvolle wijze te verdedigen. Rekent u, lezer van De Wachttoren, zich tot de christenen? Indien ja, dan is deze regel om altijd gereed te zijn zich te verdedigen ten aanzien van de hoop die in ons is, ook op u van toepassing. Bent u in dit opzicht gereed? Wanneer dit niet het geval is, zal een tot Jehovah’s getuigen behorende bedienaar van het evangelie u hier graag bij helpen.

5, 6. (a) In welke omstandigheden verkeerden de eerste christenen in Klein-Azië? (b) Welke raad gaf Petrus hun ten einde hen te helpen een juist gedrag aan de dag te blijven leggen?

5 Deze vroege christenen in Klein-Azië verkeerden niet bepaald in een gemakkelijke situatie. De algemene toon van Petrus’ brief in aanmerking genomen, moesten zij aan vele beproevingen het hoofd bieden, terwijl er nog zwaardere beproevingen in het verschiet lagen. De vurige vervolging die door keizer Nero tegen de christenen zou worden ingezet, was nog niet begonnen. Evenals de duizenden mensen van goede wil in deze tijd, hadden deze pas bekeerde christenen hun vroegere religiën, afgoden, erediensten en bijgelovigheden — hun ’vruchteloze vorm van gedrag, die zij door overlevering van hun voorvaderen hadden ontvangen’ — prijsgegeven (1 Petr. 1:18, NW). Zij legden hun oude persoonlijkheid af en brachten hun gedrag met Gods wet en woord in overeenstemming, zodat zij nu niet langer „naar de begeerten van mensen, maar naar den wil van God” leefden. Daar hun vroegere mede-religieaanhangers deze verandering niet konden begrijpen, beschouwden zij deze, evenals thans, als ontrouw aan het populaire religieuze, nationale en maatschappelijke leven. Het was een misdaad! Deze nieuwe christenen werden het voorwerp van haat en vervolging omdat zij „alle zedelijke verdorvenheid, alle bedrog en huichelarij en bittere afgunst en alle soorten van achterklap” hadden weggedaan. „Omdat gij er niet mee voortgaat met hen deze weg te bewandelen naar dezelfde lage poel van liederlijkheid, zijn zij verbijsterd en zij gaan voort schimpend over u te spreken” (1 Petr. 2:1; 4:4, NW). Ja, de Duivel ontsteekt zelf in woede wanneer mensen hun handelingen en hun gedragingen in het leven, hun geloof en hun hoop in overeenstemming met Jehovah’s verheven en volmaakte wet beginnen te brengen. „Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wien hij zal verslinden.” — 1 Petr. 5:8.

6 Het is voor iemand niet gemakkelijk zijn hoop onder zulke omstandigheden te verdedigen. Petrus moedigt deze christenen, die nog geen ervaring hadden in het doorstaan van beproevingen en vervolgingen, in zijn brief aan zich te verheugen, ook al waren zij door de verschillende beproevingen misschien pijnlijk getroffen. „Bewaart een juist gedrag onder de natiën.” „Hebt daarom een gezonde geest en zijt waakzaam met het oog op gebeden.” „Houdt uw zinnen bij elkaar, zijt waakzaam” onder hen die zich overgeven „aan losbandig gedrag, wellusten, overdaad van wijn, brasserijen, drinkgelagen en afgoderijen, zonder wettelijke beperking” (1 Petr. 2:12; 4:7; 5:8; 4:3, NW). Zij moesten onder het theocratische bewind en de theocratische organisatie nauw met elkaar verenigd blijven. „Hebt elkander intens lief van het hart uit.” „Hebt bovenal intense liefde voor elkaar. . . . Zijt gastvrij jegens elkaar zonder morren. Een ieder gebruike de gave, naar de mate dat hij die heeft ontvangen, door elkaar er mee te dienen” (1 Petr. 1:22; 4:8-10, NW). „Zijt ten slotte allen één van zin, terwijl gij medegevoel toont, broederlijke liefde oefent, teder genegen en nederig van geest zijt, geen onrecht met onrecht vergeldend of smaad met smaad, maar integendeel, een zegen schenkend, daar gij tot deze handelwijze werdt geroepen, opdat gij een zegen zoudt beërven” (1 Petr. 3:8, 9, NW). Deze raad had ten doel deze christenen onderling nauw verbonden te laten zijn en hen tegen terugvallen te beschermen.

7. (a) Hoe waren zij christenen geworden? (b) Wat dienden zij nu eveneens te doen?

7 Er was nog iets nodig om de juiste gedragslijn te blijven volgen; deze christenen moesten namelijk hun hoop bekendmaken en verdedigen. Zij hadden de juiste gedragslijn door de prediking van het goede nieuws, door middel waarvan zij een levende hoop hadden ontvangen, leren kennen. Petrus herinnerde hen hieraan toen hij schreef: „U dienden [de profeten] met de dingen die u nu zijn aangekondigd door hen die u het goede nieuws hebben bekendgemaakt met heilige geest, uitgezonden van de hemel.” Wat moesten nu ook zij doen? Wat verwachtte Petrus van een ieder van hen afzonderlijk? Luister! „Versterkt daarom uw geest opdat deze activiteit kan ontplooien”, gebiedt hij. Wat voor soort van activiteit? Petrus antwoordt: „’Opdat gij alom de voortreffelijkheden zoudt bekendmaken’ van hem die u uit de duisternis in zijn wonderbaarlijk licht heeft geroepen.” En wanneer moesten zij deze voortreffelijkheden bekendmaken? „Altijd gereed u te verdedigen . . . [ten aanzien] van de hoop die in u is.” — 1 Petr. 1:12, 13; 2:9; 3:15, NW.

8. In welke situatie verkeren christenen in deze tijd? Welke resultaten heeft het onderwijzen van Gods wet en woord afgeworpen?

8 Op het ogenblik heersen er soortgelijke toestanden als negentienhonderd jaar geleden in Klein-Azië. Dezelfde Duivel gaat rond als een briesende leeuw, zoekende wie hij kan verslinden, terwijl de natiën dezelfde wil ten uitvoer brengen door zich over te geven aan „losbandig gedrag, wellusten, overdaad van wijn, brasserijen, drinkgelagen en afgoderijen, zonder wettelijke beperking”. Willen christenen in deze tijd een goed gedrag aan de dag kunnen blijven leggen en hun geloof en hoop verdedigen, dan moeten zij dezelfde instructies opvolgen. Thans wordt het goede nieuws van Gods door Christus geregeerde koninkrijk tot de mensen van goede wil gepredikt en worden christenen door dezelfde broederlijke liefde in een hechte band onder de theocratische organisatie verenigd. Door de prediking van het goede nieuws komen de mensen evenals negentienhonderd jaar geleden uit de duisternis te voorschijn; zij worden ’niet langer naar de begeerten die zij vroeger in hun onwetendheid hadden, gevormd’, daar zij ware christenen worden die een levende hoop bezitten en hun leven opdragen om thans Gods wil te doen. Door middel van deze predikingsactiviteit hebben meer dan 70.000 personen vorig jaar hun vroegere gedragslijn vaarwel gezegd om ware christenen te worden. In de afgelopen tien jaar is het aantal getuigen van Jehovah van 230.532 tot 717.088 bedienaren van het evangelie toegenomen.

VERDEDIG UW HOOP SUCCESVOL

9, 10. (a) Beschrijf de hoop van een christen. (b) Wanneer zal deze hoop verwezenlijkt worden?

9 Al deze christenen hebben een schitterende en zekere hoop die het waard is te allen tijde en voor alle soorten van mensen verdedigd te worden. Deze hoop is op het zekere fundament van Gods Woord de bijbel gebaseerd, welk Woord hun de verzekering geeft dat Jehovah God de aarde heeft geschapen om tot in alle eeuwigheid te blijven bestaan en door zachtmoedige en rechtvaardige mensen bewoond te worden, terwijl alle kwaaddoeners en goddelozen van het leven afgesneden zullen worden (Pred. 1:4; Jes. 45:18; Ps. 37:9, 10, 29). De bewoners der aarde zullen dan niet langer door oorlogen bedreigd en verschrikt worden, want doordat zij Jehovah’s wet en woord kennen en gehoorzamen, zullen er eeuwige vrede en eeuwig geluk heersen (Micha 4:3, 4; Jes. 11:9). Het zal werkelijk een nieuwe wereld zijn, een wereld zonder tranen, rouw, geschreeuw of pijn, ja, zelfs zonder de dood. Doordat zij kennis over God, Jehovah, en zijn Zoon Christus Jezus bezitten, zullen de mensen eeuwig op een paradijsachtige aarde leven (Openb. 21:3, 4, NW; Joh. 17:3). Jehovah’s koninkrijk vormt de waarborg dat deze goddelijke hoop verwezenlijkt zal worden.

10 Deze hoop zal in onze tijd verwezenlijkt worden. Dit oude, goddeloze samenstel van dingen zal in de grote strijd van Jehovah — in het Hebreeuws Har–Magedon genoemd — worden weggevaagd. Jehovah’s getuigen hebben de zekere hoop dat dit geslacht deze grote verandering van het oude naar het nieuwe samenstel zal meemaken. Wat een hoop! — Openb. 16:16; Matth. 24:34.

11. Hoe moet deze hoop worden gepredikt, en wat is noodzakelijk?

11 Bovengenoemde hoop moet thans over de gehele bewoonde aarde aan alle soorten van mensen worden bekendgemaakt. Deze prediking en dit onderwijs moeten echter doeltreffend en succesvol geschieden. Wat voor nut heeft het al uw kracht aan de prediking van het goede nieuws over Gods koninkrijk in uw gebied te besteden wanneer u in uw gesprekken met de mensen aan hun deur of in hun huis niet de juiste dingen kunt zeggen? Kunt u goede redenen voor uw hoop verschaffen? Bereidwilligheid is niet voldoende. Wilt u wanneer u getuigenis geeft, altijd maar van huis tot huis wandelen, trappen beklimmen, bij deuren aanbellen en met de mensen spreken zonder overtuigingskracht te bezitten? Integendeel, u wilt wandelen, klimmen, aanbellen, spreken en overtuigen. U wilt erin slagen de gedachten van de mensen in overeenstemming met de bijbelse waarheden te brengen door er bekwaam in te zijn valse leerstellingen aan de kaak te stellen — zodat u kunt aantonen dat de drieëenheid onjuist is, de onsterfelijke ziel heidens en het vagevuur een hersenschim —, in staat te zijn de mensen een schitterend beeld van de nieuwe wereld voor te toveren en hun hoop en troost te schenken. Dit betekent dat u uw geloof moet kennen en dat u krachtige redenen voor uw hoop moet kunnen verschaffen.

12. Welke vruchten worden er door juist onderricht voortgebracht, zoals door het geval van Apollos wordt aangetoond?

12 Een uitstekend voorbeeld hiervan vinden wij in Handelingen 18:24-26 (NW). Apollos was een welsprekend man die goed met de Schrift op de hoogte was. Hij bezat enige kennis en „daar hij vurig van geest was, begon hij met een bepaalde juistheid over de dingen aangaande Jezus te spreken en te leren, hoewel hij alleen met de doop van Johannes bekend was. En deze man begon vrijmoedig in de synagoge te spreken. Toen Priscilla en Aquila hem hoorden, namen zij hem tot zich en legden hem de weg van God juister uit”. Dit nauwkeurige onderricht bracht goede vruchten voort. Apollos, die zijn geloof en hoop nu nauwkeurig kon verdedigen en er vurig naar verlangde anderen te helpen, zette zijn reis voort en „was van zeer veel nut voor hen die op grond van Gods onverdiende goedgunstigheid hadden geloofd; want met intensiteit bewees hij de joden grondig dat zij ongelijk hadden, terwijl hij aan de hand van de Schrift in het openbaar aantoonde dat Jezus de Christus was”. — Hand. 18:27, 28, NW.

13. Wat moeten mensen die nog maar pas in God zijn gaan geloven of die enige kennis bezitten, thans ontvangen?

13 Evenals Aquila en Priscilla dienen alle christelijke bedienaren van het evangelie in staat te zijn de waarheid op een juistere wijze aan personen die nog maar pas in God zijn gaan geloven of die enige kennis van de bijbel bezitten, uit te leggen. Om een produktieve bedienaar van het evangelie te zijn die vruchten voortbrengt — wat alle christenen volgens Paulus’ wens dienen te zijn — moeten wij nauwkeurige kennis bezitten, want hij schreef in zijn brief aan de Kolossenzen dat hij in gebed had gevraagd „of gij vervuld moogt worden met de nauwkeurige kennis van zijn wil in alle wijsheid en geestelijk onderscheidingsvermogen, opdat gij waardiglijk moogt wandelen voor Jehovah om hem volledig te behagen, terwijl gij vrucht blijft voortbrengen in ieder goed werk”. — Kol. 1:9, 10, NW.

14. Waarom gaat het er bij de prediking niet om een grote hoeveelheid woorden te gebruiken?

14 Om Jehovah volledig te behagen, moeten christenen niet alleen het goede nieuws prediken, maar ook vruchten dragen. Onze vrijheid van spreken moet op een juiste wijze worden toegepast en niet slechts uit welbespraaktheid of een enorme woordenrijkdom bestaan. Het gaat niet om de hoeveelheid woorden maar om de woorden die een goede reden verschaffen voor ons geloof en onze hoop. Begrijpen de mensen uw woorden? De apostel Paulus zegt dat het beter is vijf woorden met verstand te spreken, opdat anderen mondeling onderwezen kunnen worden, dan tienduizend woorden in een taal of in woorden waar niemand wat van begrijpt. — 1 Kor. 14:19, NW.

15. Tot wiens tevredenheid moet een bedienaar van het evangelie vragen kunnen beantwoorden? Waarom? Wat is noodzakelijk?

15 Christenen dienen op Paulus’ raad acht te slaan en anderen mondeling met begrijpelijke woorden te onderwijzen. Alleen wanneer hun geest met een nauwkeurige kennis over Jehovah God, zijn Zoon Christus Jezus, zijn koninkrijk, zijn voornemens ten aanzien van het universum en de mensheid, zijn wetten en zijn beginselen is vervuld, kunnen zij hun geloof en hoop op een succesvolle wijze verdedigen. Mogen wij u de vraag stellen: Heeft u deze kennis goed in u opgenomen? Kunt u vragen niet alleen naar eigen tevredenheid maar eveneens naar tevredenheid van de vragensteller beantwoorden? Heeft u uw geest geheel op studie van de bijbel toegelegd, zodat u Gods Woord doeltreffend, zonder dat u zich behoeft te schamen omdat u niet in staat bent beweringen van tegenstanders te ontzenuwen, kunt hanteren? Paulus maant christenen aan: „Doe uw uiterste best om u goedgekeurd aan God te vertonen, een werkman die zich nergens over behoeft te schamen, die het woord der waarheid goed hanteert.” — 2 Tim. 2:15, NW.

16. (a) Wat verwachten ouders van hun kinderen? (b) Wat verwacht Jehovah van zijn dienstknechten?

16 Bij het prediken en verdedigen van het goede nieuws en wanneer u wordt gevraagd waarom u uw hoop bezit, dient u niet altijd gemakshalve op anderen te vertrouwen met de gedachte dat zij het beter kunnen dan u. Jehovah verwacht van u dat u uw hoop zelf op grond van de bijbel kunt bevestigen. U zult stellig niet tot degenen willen behoren die „altijd leren en toch nimmer tot een nauwkeurige kennis der waarheid komen”, en als gevolg daarvan niet in staat zijn uw geloof zelf te verdedigen (2 Tim. 3:7, NW). Ouders verwachten dat hun kinderen tot personen met zelfvertrouwen opgroeien. Hoewel het voor een moeder een genoegen is het handje van haar kleine jongen vast te houden om hem veilig naar de andere kant van de straat te leiden, zou zij stellig teleurgesteld zijn wanneer haar twintigjarige zoon zou zeggen: „Mama, wilt u mijn hand vasthouden en mij helpen de straat over te steken?” Voor een student in de rechten komt ook eens de tijd dat hij alleen in de rechtszaal moet staan om een bepaalde zaak te verdedigen. Op gelijke wijze verwacht Jehovah ook dat christenen opgroeien en te allen tijde aan een ieder rekenschap betreffende de fundamentele waarheden van Zijn Woord de bijbel kunnen afleggen. — 1 Kor. 13:11.

17. Waarom is dagelijkse bijbelstudie uiterst belangrijk?

17 Wanneer u zulk een produktieve christelijke bedienaar van het evangelie wilt zijn, is dagelijkse studie een vereiste. U moet heel goed weten wat u tegenover alle soorten van mensen wilt verdedigen. Reserveer derhalve tijd voor uw studie van Gods Woord. Denk niet dat u te jong of te oud bent. Denk niet dat u onvoldoende werelds onderwijs hebt genoten. Of u nu jong of oud bent en veel of weinig onderwijs hebt genoten, een ieder van u kan zijn bijbel leren kennen. Gebruik de bijbel dagelijks; lees en mediteer dagelijks, zelfs als u hier slechts vijftien of dertig minuten tijd voor hebt, en u zult stellig ongeacht uw leeftijd en uw ontwikkeling een ware kunstenaar worden in het gebruik van Gods Woord. Dagelijkse studie is een van de belangrijkste factoren om bekwaam te worden in het doeltreffend prediken van het ware geloof en de ware hoop. Christenen moeten dit leren. „Laten ook de onzen leren vóór te gaan in goede werken, ter voorziening in hetgeen noodzakelijk is, opdat zij niet onvruchtbaar zijn” (Titus 3:14). Door middel van studie bereidt u zich er op voor „hoe gij aan ieder het juiste antwoord moet geven”. — Kol. 4:6.

LAAT DE BIJBEL UW HOOP VERDEDIGEN

18. Waarom dient u de bijbel bij het prediken en verdedigen van uw hoop te gebruiken?

18 U kunt uw hoop op de succesvolste wijze prediken en verdedigen door de bijbel te gebruiken. Uw hoop is op de bijbel gebaseerd, verdedig haar dan ook met de bijbel. Niet u, maar Gods Woord de bijbel moet de mensen van goede wil van de juistheid van uw hoop overtuigen, en vergeet niet dat u niet alleen door middel van uw prediking, maar ook door een doeltreffend gebruik van uw bijbel, uw geloof werkelijk kunt verdedigen en redenen voor uw hoop kunt verschaffen. Gebruik uw bijbel zoveel mogelijk. Laat de bijbel spreken in plaats dat u zelf aan het woord bent. Hoe beschrijft u de nieuwe aarde? Alleen door te spreken? Dit is een zwakke verdediging van uw Koninkrijkshoop. Ondersteunt u uw prediking met teksten uit de bijbel? Kunt u uit uw hoofd op zijn minst tien schriftuurplaatsen opnoemen door middel waarvan u een wonderbaarlijk beeld van de nieuwe aarde kunt geven? Dan zult u altijd gereed zijn goede redenen voor uw hoop te verschaffen. Alleen wanneer u zich tot de bijbel wendt, kunnen de mensen zien dat uw hoop op dit boek is gebaseerd en ermee in overeenstemming is, zodat zij er vertrouwen in kunnen stellen. Nadat u bent weggegaan, moeten de mensen kunnen zeggen: „Hij heeft het mij in de bijbel laten zien!”

19, 20. (a) Waarom moeten christenen de bijbelse waarheid zodanig kunnen uiteenzetten dat deze gemakkelijk te begrijpen is? (b) Geef een voorbeeld. (c) Wat moet iedere christen doen?

19 Christenen moeten de bijbelse waarheid ook nauwkeurig en overtuigend, zó dat ze gemakkelijk begrepen kan worden, kunnen uitleggen. Dit vereist voorbereiding. Kunt u bijvoorbeeld de aardse opstanding uiteenzetten? Wist u dat katholieken op grond van de hun geleerde „geloofsbelijdenis van de apostelen” in „de verrijzenis van het lichaam” geloven, waarbij zij hetzelfde lichaam bedoelen als dat wat werd begraven? Geen wonder dat velen van hen zo’n eigenaardige opvatting over de opstanding hebben en vaak glimlachen als u het onderwerp ter sprake brengt. Als gevolg van valse religieuze leringen zien zij voor hun geestesoog hoe de zware grafstenen op het kerkhof opzij geschoven worden en dezelfde oude lichamen, waaraan wellicht een arm of been ontbreekt, uit de graven opstaan.

20 U weet dat de bijbel niet zoiets leert, maar wel de opstanding van dezelfde persoonlijkheid — welke natuurlijk met een vleselijk lichaam is bekleed — van „allen in de herinneringsgraven” (Joh. 5:28, NW). Hoe kunt u deze wonderbaarlijke en vertroostende bijbelse leerstelling overtuigend uiteenzetten? Hoe kunt u de mensen van de verkeerde en bijgelovige ideeën van de valse religie bevrijden? U bent hier alleen toe in staat wanneer u uw geest zich dagelijks met Gods Woord laat bezighouden. Speur naarstig naar goede schriftuurplaatsen en argumenten waarmee u uw hoop omtrent de opstanding van dode personen in plaats van vleselijke lichamen kunt ondersteunen. Spreek er met andere tot Jehovah’s getuigen behorende bedienaren van het evangelie over. Luister hoe zij de hoop voor de doden uiteenzetten en verdedigen. Noteer de belangrijkste argumenten en bijbelteksten voor later gebruik. Hier volgt een voorbeeld. Vanwaar verkreeg Jehovah het lichaam voor de eerste man Adam? In Genesis 2:7 (SV) wordt gezegd: „De HERE God had den mens geformeerd uit het stof der aarde” en in Genesis 3:19 staat waar hetzelfde lichaam bij de dood naar toe zou gaan: „Want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren.” De feiten tonen aan dat dit zo is. Alle begraven lichamen keren tot het stof, tot de elementen der aarde, terug. Deze lichamen kunnen derhalve niet worden opgewekt, maar evenals Jehovah Adam een lichaam uit het stof van de aardbodem heeft geschonken, zal hij ook voor de opgestane persoon in een lichaam uit het stof der aarde voorzien, en evenals in het geval van Adam zal Jehovah wederom ’in zijn neusgaten den adem des levens blazen, alzo zal de mens tot een levende ziel worden’. Zoek nog meer argumenten. De opstanding is slechts één van de wonderbaarlijke bijbelse leerstellingen. Er zijn er vele meer. Wanneer u zich elke week of elke maand op een nieuw onderwerp voorbereidt, zult u spoedig zien hoe u van week tot week bekwamer wordt in het op doeltreffende, eenvoudige en overtuigende wijze uiteenzetten van de bijbelse waarheid.

21, 22. (a) Hoe dient een bedienaar van het evangelie tegenwerpingen te beschouwen? Geef voorbeelden van goede weerleggingen. (b) Wat wordt ons aangeraden te doen?

21 Een succesvolle verdediger van het christelijke geloof en de christelijke hoop moet stellig tegenwerpingen kunnen ontzenuwen. Bij hun prediking van het Koninkrijksnieuws horen Jehovah’s getuigen keer op keer dezelfde tegenwerpingen. Als een gewetensvolle bedienaar van het evangelie negeert u deze tegenwerpingen niet. Leg er een lijst van aan. Denk er over na. Zoek nog eens naar puntige argumenten en passende bijbelteksten om deze tegenwerpingen ter verdediging van uw geloof te ontzenuwen.

22 Vaak brengen de mensen, wanneer u de vredige en rechtvaardige toestanden van de nieuwe aarde beschrijft, hier tegen in dat het paradijs in de hemel is en dat er hier op aarde nooit zulke toestanden zullen bestaan. Hoe kunt u zulke mensen ervan overtuigen dat uw hoop op een paradijsachtige aarde een gezond bijbels leerstuk is? U kunt uw standpunt bijvoorbeeld met Jesaja 65:21, 22 ondersteunen, waar wij over de nieuwe aarde lezen dat de bewoners huizen zullen bouwen en bewonen, en dat zij wijngaarden zullen planten en de vruchten ervan zullen eten. Jesaja heeft het hier stellig niet over een bouw- en plantprogramma in de hemel; hij beschrijft de vredige en rechtvaardige toestanden hier op aarde. In vers 25 wordt bovendien gezegd: „De wolf en het lam zullen tezamen weiden en de leeuw zal stro eten als het rund.” Deze profetie kan alleen maar op de aarde van toepassing zijn. Niemand zal willen volhouden dat er een dag zal komen waarop leeuwen in de hemel stro zullen eten. Zoek meer van dergelijke overtuigende argumenten en voer goede redenen voor uw hoop aan door Gods Woord op de juiste wijze te hanteren. Wanneer u elke week, of zelfs elke maand, een grondige weerlegging van één tegenwerping uitwerkt, zult u uw geloof doeltreffender kunnen verdedigen, terwijl deze doeltreffendheid ook merkbaar zal zijn wanneer u tegenover allerlei soorten van mensen krachtige redenen voor uw hoop aanvoert.

23. Hoe helpt De Wachttoren, te zamen met andere publikaties van het Genootschap, u uw hoop te verdedigen? Geef voorbeelden.

23 Zie als een succesvolle verdediger in het tijdschrift De Wachttoren en andere publikaties scherp uit naar punten die u goed bij het verklaren van leerstellige bijbelse onderwerpen en het weerleggen van tegenwerpingen kunt gebruiken. Probeer in elke Wachttoren op zijn minst één goed punt te vinden. Schrijf het op. Voeg het bij de antwoorden en de weerleggingen die u reeds had voorbereid. Op deze wijze zult u levendig, fris en up to date blijven.

24. Waarom moet de christelijke hoop met tact worden verdedigd?

24 Om uw hoop op een succesvolle wijze te kunnen verdedigen, moet u niet alleen kennis omtrent uw hoop bezitten, maar ook over tact beschikken, want Petrus merkte op: „Doch doet dit met zachtaardigheid en diepe achting.” Hoe zou u uw geloof bijvoorbeeld tactvol verdedigen wanneer iemand die rooms-katholiek is u zou zeggen dat er nooit vrede op aarde zal komen? U zou hem in een katholieke vertaling van de bijbel de profetie kunnen laten zien die de engelen bij Jezus’ geboorte uitspraken, en die in Lukas 2:14 staat: „. . . . en vrede op aarde onder de mensen van goede wil” (PC). Hij zal het met u eens zijn dat deze profetie nog niet in vervulling is gegaan. Of de engelen hebben derhalve geen juiste profetie geuit òf er moet op het een of andere ogenblik in de toekomst nog vrede op aarde komen. Zeg de betreffende persoon dat Jehovah’s getuigen geloven wat in deze katholieke bijbelvertaling wordt gezegd, dat de profetie van de engelen waarachtig is en dat er derhalve op aarde vrede zal worden gesticht, maar dat alleen mensen van goede wil zich in deze vrede zullen verheugen en dat u nu naar zulke mensen op zoek bent om hen te helpen meer over deze vredige aarde te vernemen. Op zulk een tactvolle en vriendelijke manier vestigt u de aandacht op Gods Woord. Wanneer u uw hoop op tactvolle wijze met Gods Woord verdedigt, zal er geen twist ontstaan en kunt u de hoop koesteren dat de mensen van goede wil een gunstige indruk krijgen. „Een slaaf des Heren behoeft . . . niet te strijden, maar moet tactvol zijn jegens allen, bekwaam om te onderwijzen, . . . met zachtaardigheid onderrichtend degenen die niet gunstig gezind zijn, daar God hun wellicht berouw zal schenken dat tot een nauwkeurige kennis der waarheid leidt.” — 2 Tim. 2:24, 25, NW.

25. Wat is de goddelijke wil ten aanzien van alle christenen?

25 Christelijke verdedigers van Gods Woord en beginselen, ’doe’, of u nu jong of oud bent, ’uw uiterste best, als werklieden die zich nergens over behoeven te schamen, die het woord der waarheid goed hanteren’ door „altijd gereed [te zijn] u te verdedigen voor een ieder die van u een reden eist van de hoop die in u is, doch . . . met zachtaardigheid en diepe achting”. Dit is de goddelijke wil ten aanzien van u, en door uw christelijke bediening aldus te volbrengen, kunt u er verzekerd van zijn dat uw hoop vervuld zal worden.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen