Voorspoed onder het koninkrijk van God in onze generatie
DE WERELDSITUATIE is thans zo kritiek dat vele goed ingelichte personen eraan twijfelen of er nog veel langer leven zal bestaan. De in Washington verschijnende Post zei in een speciaal bericht: „Invloedrijke mannen zijn zich bewust geworden van een dreigend gevaar zoals mensen nog nooit hebben ondervonden. Futurologen noemen het de crisis der crisissen, het hoogtepunt van ’s mensen eeuwige dwalingen.”
Nog nooit is de mens er zo op uit geweest de aarde te ruïneren en de lucht die wij inademen, het water dat wij drinken en het voedsel dat wij eten te verontreinigen. Nog nooit zijn regeringen geconfronteerd geweest met zo’n berg van nationale en internationale problemen die zij niet konden oplossen. En nog nooit hebben degenen die Gods soevereiniteit tegenstaan zich zo geopenbaard. Miljoenen ontkennen dat God bestaat. Zelfs onder degenen die zijn bestaan wel erkennen, zijn er velen die beweren dat hij geen belangstelling voor de mensheid heeft. Het is dus hoognodig dat Jehovah God laat zien dat hij Koning over de gehele aarde is.
Het bemoedigende nieuws is dat hij dit in ons geslacht zal doen. Zijn koninkrijk in handen van Christus zal weldra alle regeringen die ertegen gekant zijn, verbrijzelen en zal zelf ’s mensen aangelegenheden zonder mededinger besturen (Dan. 2:44). Ware welvaart zal haar intrede doen en armoede, lijden en onderdrukking zullen eindigen. Waarom kunnen wij hier zo zeker van zijn?
Ten eerste omdat uit de bijbelse chronologie blijkt dat wij sedert 1914 G.T. in de „laatste dagen” van dit samenstel van dingen leven. Jezus Christus gaf te kennen dat deze „laatste dagen” zich niet langer zouden uitstrekken dan de levensduur van het geslacht dat het begin ervan zou zien (Matth. 24:34). Daarom zullen op zijn minst enkelen van degenen die getuige zijn geweest van de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog het volledige einde van de regeringen door onvolmaakte mensen en het invoeren van welvaart onder Gods koninkrijk zien.
Ter staving van de bijbelse chronologie, zien wij precies de toestanden die in de Heilige Schrift als een kenmerk van de „laatste dagen” zijn voorzegd. Merk bijvoorbeeld op wat er in 2 Timótheüs 3:1-5 staat: „Weet dit, dat er in de laatste dagen kritieke tijden zullen aanbreken, die moeilijk zijn door te komen. Want de mensen zullen zichzelf liefhebben, het geld liefhebben, zullen aanmatigend zijn, hoogmoedig, lasteraars, ongehoorzaam aan ouders, ondankbaar, deloyaal, geen natuurlijke genegenheid hebbend, niet ontvankelijk voor enige overeenkomst, kwaadsprekers, zonder zelfbeheersing, heftig, zonder liefde voor het goede, verraders, onbezonnen, opgeblazen van trots, met meer liefde voor genoegens dan liefde voor God, die een vorm van godvruchtige toewijding hebben, maar de kracht ervan niet blijken te bezitten.” Zijn dat niet precies de toestanden die u hebt gezien? Zijn ze niet werkelijk onder mensen die belijden God te dienen, dat wil zeggen, leden van de kerken der christenheid, aanwezig?
Het feit dat de „laatste dagen” zullen eindigen in de volledige vernietiging van iedereen die en alles wat Gods koninkrijk tegenstaat, stemt tot ernstig nadenken. Men dient zich af te vragen: Bevind ik mij in de juiste positie om als een van de loyale ondersteuners van Gods koninkrijk gespaard te worden?
Hebt u zich bijvoorbeeld op de hoogte gesteld van Gods morele maatstaven die in de bijbel zijn uiteengezet, en leeft u er in overeenstemming mee? (1 Kor. 6:9-11) Maakt u bovendien een zo goed mogelijk gebruik van uw gelegenheden? Doet u uw best om uw huis netjes en schoon te houden? Bent u een ijverige werker en streeft u ernaar alles te doen wat in uw vermogen ligt? Maakt u een verstandig gebruik van uw kracht en bekwaamheden en verspilt u uw geld en energie niet aan smerige gewoonten?
Leeft u, ook al behoort u niet tot de armen, in overeenstemming met Gods wil? Bent u barmhartig, vrijgevig en liefdevol? Zet uw hart u ertoe aan te doen wat u kunt om degenen die niet door eigen schuld behoeftig zijn te helpen? Bent u bedroefd over de verschrikkelijke verdrukkingen die miljoenen moeten verduren?
Deze dingen zijn belangrijk, want Jehovah God wil geen mensen als zijn onderdanen hebben die er onreine gewoonten op nahouden of wier gedrag en huis niet rein zijn of die niet rein op hun lichaam zijn. Christenen worden vermaand: „Wordt ook gij, in overeenstemming met de heilige die u geroepen heeft, zelf heilig in uw gehele gedrag, want er staat geschreven: ’Gij moet heilig zijn, want ik ben heilig’” (1 Petr. 1:15, 16). Jehovah God keurt ook luiheid niet goed. De geïnspireerde regel is: „Als iemand niet wil werken, laat hij dan ook niet eten” (2 Thess. 3:10). Daarentegen worden degenen die ongevoelig zijn voor de noden van de onderdrukten en ellendigen als goddeloos verklaard. Spreuken 14:21 zegt: „Wie zijn eigen naaste veracht, zondigt, maar gelukkig is hij die gunst betoont aan de ellendigen.”
Het is dringend noodzakelijk dat mensen positieve stappen doen om te bewijzen dat zij het goede liefhebben en het kwade haten. Men dient dankbaar te zijn dat God geduldig met de mensheid is geweest en alle mensen de gelegenheid geeft te bewijzen of zij wel of niet in overeenstemming met zijn wegen willen leven.
Als u tot degenen behoort die waarheid en rechtvaardigheid liefhebben en vurig verlangen Gods wil te doen, sporen wij u aan de uitnodiging van Jehovah’s christelijke getuigen om de bijbel met u te bestuderen, aan te nemen. Op deze wijze kunt u in de vertroostende hoop delen dat Gods koninkrijk weldra de begeerte van alle rechtgeaarde mensen zal bevredigen. Voorspoed onder Gods koninkrijk zal in onze generatie verwezenlijkt worden.