Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w64 1/7 blz. 387-388
  • De achting die u toekomt verdienen

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • De achting die u toekomt verdienen
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1964
  • Vergelijkbare artikelen
  • Betoon achting aan wie achting toekomt
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1967
  • Waar is het respect gebleven?
    Ontwaakt! 2024
  • Toon respect
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2025
  • Hoe bereik ik dat anderen respect voor me hebben?
    Ontwaakt! 1992
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1964
w64 1/7 blz. 387-388

De achting die u toekomt verdienen

DE JONGEN die op de plaats voor de dirigent stond, was nog maar tien jaar en toch zaten vóór hem een honderd ervaren musici, allen zonder uitzondering virtuozen. Wat hadden zij het land dat de directie zich had vermeten een kind een van de beste orkesten ter wereld te laten dirigeren! Hun gevoelens waren duidelijk van hun minachtende, uitdagende gezichten af te lezen; sommigen zaten zelfs aan een lolly te likken om hun verachting te tonen.

Dit duurde echter niet lang. Toen de jongen eenmaal zijn stok had opgeheven en met de repetitie begon, was het nog maar een kwestie van minuten of die virtuozen concentreerden zich ernstig op hun spel. Nu dachten zij er niet langer aan dat er een jongen voor hen stond. Wat had hun diepe minachting in eerbiedige aandacht, in achting, in respect veranderd? De bekwaamheid van deze knaap, want hij was werkelijk een wonderkind. Hij kende de gehele partituur van buiten. Meer dan dat, hij wist wat hij van ieder orkestlid mocht verwachten, want hij merkte onmiddellijk wanneer een van hen een verkeerde noot speelde. Niettegenstaande zijn leeftijd beschikte hij over de kwaliteiten die iemand tot een goed dirigent maken. Dit was, tussen twee haakjes, ongeveer twintig jaar geleden. Thans is Maazel nog steeds dirigent.

Niet alleen orkestdirigenten, maar heel veel mensen die wij in het dagelijks leven ontmoeten, hebben wegens hun positie recht op achting, dat wil zeggen, extra achting, want iedereen die eerlijk is, heeft recht op een zekere achting. Vooral ouders en onderwijzers, opzieners en bedienaren van het evangelie — om slechts enkelen te noemen — komt achting toe. Hoewel zij louter uit hoofde van hun positie of ambt al recht hebben op achting, is het voor alle betrokkenen beter wanneer zij de hun toekomende achting ook werkelijk verdienen.

Zoals met ieder ander aspect van het leven het geval is, werpt Gods Woord, de bijbel, ook licht op dit verdienen van achting. Zo vertelt het ons over engelen die, uit achting voor Jehovah God, een bepaalde handelwijze vermeden. Er is geen twijfel mogelijk, Jehovah, de Schepper van al het zichtbare en onzichtbare, heeft recht op de diepste achting van al zijn schepselen. — 2 Petr. 2:11, NW.

In de bijbel lezen wij ook over een van Gods schepselen die diepe achting werd betoond, namelijk Job. Hijzelf zegt hierover: „Wanneer ik uitging naar de stadspoort, . . . [verhieven] hoogbejaarden . . . zich en bleven staan; vorsten staakten hun gesprek . . . de stem der edelen verstomde . . . Ik [zat] op de eerste plaats, ik troonde bij de schare als een koning.” — Job 29:7-10, 25.

En waarom werd Job een dergelijke diepe achting betoond? Hijzelf vertelt ons: „Want ik redde den ellendige die om hulp riep, den wees en hem die geen helper had; met gerechtigheid bekleedde ik mij, en mijn recht bekleedde mij als mantel en hoofddoek. Ik verbrijzelde het gebit van den verkeerde en rukte de prooi uit zijn tanden.” Meer dan dat, Job somt vervolgens alle zelfzuchtige en goddeloze dingen op waaraan hij zich niet schuldig heeft gemaakt. Om kort te gaan, als „de grootste van alle oosterlingen”, was hij „vroom en oprecht, godvrezend en wijkende van het kwaad”. Job verdiende ongetwijfeld de diepe achting die hem werd bewezen. — Job 29:12, 14, 17; 1:1; 1:3, NW; 31:5-40.

Volgens Gods Woord komt gehuwde mannen achting toe: „De vrouw . . . moet diepe achting voor haar man hebben.” De Hebreeuwse patriarch Abraham was een man die de achting van zijn vrouw verdiende, want anders zou zij niet, zelfs wanneer hij niet aanwezig was, over hem hebben gesproken als „mijn heer”. Koestert uw vrouw zo’n groot respect voor u? Hoe kunt u de achting van uw vrouw verdienen? Door betrouwbaar te zijn, door vastberadenheid aan de dag te leggen wanneer dit nodig is, door eerlijk te zijn met betrekking tot uw geld, uw tijd en uw belangstelling voor de andere sekse, door edelmoedig te zijn, door, in het bijzonder, in grote en kleine dingen liefdevolle en bedachtzame consideratie te betonen en door de raad op te volgen: „Mannen, blijft insgelijks bij haar wonen overeenkomstig kennis, haar eer toekennend als aan een zwakker vat, het vrouwelijke.” — Ef. 5:33, NW; Gen. 18:12; 1 Petr. 3:7, NW.

Zo hebben ouders recht op de achting van hun kinderen. Wij hadden „vroeger vaders . . . en wij betoonden hun achting”, schreef de christelijke apostel Paulus (Hebr. 12:9, NW). Geven uw kinderen blijk van een dergelijke achting voor u? Luisteren zij wanneer u iets tegen hen zegt en geven zij geen brutale antwoorden? Blijven zij zelfs wanneer zij denken dat u hen niet ziet met respect over u spreken en vol respect handelen? Ook als u uw kinderen leert achting te betonen, dient u er voortdurend ijverig voor te zorgen dat u een tegenwicht vormt tegen de invloed van anderen met wie zij op school omgaan maar die misschien niet hebben geleerd hun ouders en anderen te respecteren. Het spreekt vanzelf dat de oplossing er niet in gelegen is eenvoudig te eisen dat uw kinderen achting betonen; u dient ook zodanig op te treden dat u hun achting wint. Daartoe dient u een consequente houding tegenover hen aan de dag te leggen; u moet onpartijdig en redelijk zijn en hen helpen beseffen dat er gegronde redenen zijn voor de dingen die u van hen verlangt. Wees standvastig in het toedienen van streng onderricht. Ook is zelfbeheersing belangrijk, want indien u uw zelfbeheersing verliest, verliest u ook hun achting.

Hoedanigheden als de bovengenoemde, worden ook verlangd van personen die anderen les geven, van onderwijzers en docenten bijvoorbeeld. Daarnaast dienen zij echter tevens over voldoende kennis van de onderwerpen die zij doceren te beschikken, willen zij de achting van hun leerlingen genieten. De achting verdwijnt wanneer leerlingen aanvoelen dat een leerkracht zich knapper voordoet dan hij is.

Nog een positie die respect afdwingt en die wij hier onder de loep zouden kunnen nemen, is die van de christelijke bedienaar van het evangelie. Indien u een prediker bent, dient u, meer dan wie ook, voorzichtig te zijn in uw gedrag; u moet „een voortreffelijk getuigenis hebben van de mensen buiten”. En evenals andere onderwijzers dient u, om gezaghebbend en overtuigend te kunnen prediken en onderwijzen, een schat aan nauwkeurige kennis te bezitten. Alleen wanneer u aan deze vereisten voldoet, kunt u verwachten dat u de achting ontvangt die u toekomt. — 1 Tim. 3:7; 4:16, NW.

Het lijdt geen twijfel dat, alhoewel u uit hoofde van uw positie recht zou kunnen hebben op achting, het voor alle betrokkenen beter is wanneer u deze achting wegens uw kwaliteiten, prestaties en optreden ook verdient.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen