Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w74 1/4 blz. 215-217
  • Regeerders der aarde voor duizend jaar

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Regeerders der aarde voor duizend jaar
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1974
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • ’MET DE BIJL TER DOOD GEBRACHT’
  • GEEN AANBIDDING VAN HET „WILDE BEEST”
  • EEN RECHTVAARDIGE REGERING VERZEKERD
  • Zich over het visionaire toekomstbeeld van de duizend jaar verheugen
    Gods duizendjarige koninkrijk is nabij gekomen
  • Een nieuw bestuur voor de aangelegenheden der aarde
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1968
  • Hoe de medekoningen in hun ambt worden aangesteld
    Gods duizendjarige koninkrijk is nabij gekomen
  • De voordelen van ’s mensen millennium
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1967
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1974
w74 1/4 blz. 215-217

Regeerders der aarde voor duizend jaar

DE AARDE heeft veel heersers zien komen en gaan. Zowel regeerders als geregeerden hebben elke denkbare vorm van menselijke regering geprobeerd, maar geen enkele heeft de mensen werkelijke verlichting en geluk geschonken. Dit is nu al bijna zesduizend jaar aan de gang.

In werkelijkheid is er gedurende deze lange tijdsperiode echter één heerser over de aarde geweest die zich van al deze stelsels van de wereld heeft bediend. Hoe? Door invloed uit te oefenen op de onvolmaakte mensen waaruit die stelsels bestonden. Wij kunnen nagaan of deze heerser goed of slecht is geweest door het bijbelse beginsel van oorzaak en gevolg toe te passen: „Wanneer de rechtvaardigen vele worden, verheugt zich het volk; maar wanneer een goddeloze heerst, zucht het volk.” — Spr. 29:2.

Ja, zesduizend jaar lang hebben de mensen gezucht omdat zij onzichtbaar zijn geregeerd door degene die in de bijbel „de god van dit samenstel van dingen” en „de heerser van de wereld” wordt genoemd, die de vijand van God is (2 Kor. 4:4; Joh. 12:31; 14:30). De bijbel identificeert hem als Satan de Duivel (Openb. 12:9). Dat hij de heerschappij over de regeringen van de aarde bezit, werd aangetoond toen hij Jezus Christus alle koninkrijken der wereld voor de prijs van een daad van aanbidding jegens hem aanbood. — Matth. 4:8-10.

Nu kunnen mensen die vrede, leven en vrijheid wensen naar iets beters uitzien dan de huidige situatie. Zij kunnen moed putten uit de waarheid van een andere bijbelspreuk: „Wanneer de goddelozen vele worden, is de overtreding overvloedig; maar zij die rechtvaardig zijn, zullen hun vál zien.” Thans is goddeloosheid schrikbarend wijdverbreid. Maar het einde ervan is nabij. — Spr. 29:16.

Zesduizend jaar menselijke geschiedenis naderen hun einde, en voor mensen lijkt die periode heel lang. Maar voor de Universele Heerser en volgens de tijdmeting die in het universum geldt, zijn zesduizend jaar slechts als enkele dagen, of uren. Toch zijn de mensen hierdoor ruimschoots in de gelegenheid geweest de hopeloosheid in te zien van ’s mensen eigen krachtsinspanningen en de noodzaak te beseffen van Gods koninkrijk, dat hij heeft bereid en dat op het punt staat de plaats van alle andere heerschappij op aarde in te nemen. — 2 Petr. 3:8, 9.

In duizend jaar zal Gods Messiaanse koninkrijk alle slechte gevolgen van Satans zesduizendjarige heerschappij over de aarde teniet doen. Christus Jezus is de Koning, maar hij heeft 144.000 medekoningen bij zich. Wat voor regeerders zijn zij? Hoe kunnen wij er zeker van zijn dat zij geen verdorvenheid in de regering zullen laten komen? (Want als er maar even van juiste beginselen wordt afgeweken, kan dit de hele regering en al haar onderdanen aantasten en verderven. „Een weinig zuurdeeg doet de gehele massa gisten” [Gal. 5:9].) Hoe komen deze regeerders voor zulke belangrijke taken in aanmerking?

Jezus Christus acht de goede eigenschappen van de koningen die hij bij zich zal hebben natuurlijk van groot belang. In het visioen dat hij aan zijn apostel Johannes gaf, wordt herhaaldelijk gewag gemaakt van deze koningen. Johannes vertelt:

„Ik zag tronen, en er waren er die daarop gingen zitten, en hun werd macht gegeven om te oordelen. Ja, ik zag de zielen van hen die met de bijl ter dood waren gebracht wegens het getuigenis dat zij hadden afgelegd omtrent Jezus en wegens het spreken over God, en hen die noch het wilde beest noch zijn beeld hadden aanbeden en die het merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand hadden ontvangen. En zij kwamen tot leven en regeerden als koningen met de Christus, duizend jaren lang. (De overigen der doden kwamen niet tot leven totdat de duizend jaren geëindigd waren.) Dit is de eerste opstanding. Gelukkig en heilig is een ieder die deel heeft aan de eerste opstanding: over dezen heeft de tweede dood geen autoriteit, maar zij zullen priesters van God en van de Christus zijn en zullen de duizend jaren met hem als koningen regeren.” — Openb. 20:4-6.

De tronen die Johannes zag, waren in de hemel, niet op de aarde, want Christus’ troon is in de hemel (Openb. 3:21). En het aantal tronen was niet onbepaald. Hun aantal bedroeg 144.000, hetgeen overeenkomt met de 144.000 geestelijke Israëlieten, die met het ’zegel van de levende God’ waren verzegeld en die „het Lam [Jezus Christus] blijven volgen waarheen hij ook gaat” (Openb. 7:1-8; 14:1-5). Johannes zag hier het aanbreken van de glorierijke oordeelsdag van duizend jaar. Over deze dag werd negentien eeuwen geleden voor de Areópagus, het hoogste gerechtshof in het oude Athene, het volgende gezegd:

„[God] heeft . . . een dag vastgesteld waarop hij de wereld rechtvaardig zal oordelen. Hij zal dat doen door een man die hij daarvoor heeft aangesteld, en om alle mensen hiervan te overtuigen heeft hij deze uit de dood opgewekt.” — Hand. 17:31, NTO.

’MET DE BIJL TER DOOD GEBRACHT’

Hoe kunnen wij er zeker van zijn dat deze 144.000 regeerders even trouw en loyaal aan rechtvaardigheid zullen vasthouden als hun Leider, de Messiaanse Koning Jezus Christus? Het visioen vertelt ons dat zij, voordat zij uit de doden werden opgewekt om koningen te zijn, „met de bijl ter dood waren gebracht”. Waarom? „Wegens het getuigenis dat zij hadden afgelegd omtrent Jezus en wegens het spreken over God” (Openb. 20:4). Evenals Jezus hebben zij de wereld overwonnen door te weigeren hun loyaliteit jegens God prijs te geven. Zij bleven getuigenis afleggen omtrent Gods koninkrijk, omtrent Jezus als de Koning en omtrent God als de Schepper ervan, en omtrent de komende heerschappij van dat koninkrijk over de aarde. Alleen hun dood kon een eind maken aan hun loyale getuigenis.

Er wordt in de tekst niet bedoeld dat alle 144.000 toekomstige koningen met een letterlijke bijl ter dood zouden worden gebracht of zouden worden onthoofd. De apostel Jakobus werd op bevel van Herodes Agrippa I met het zwaard gedood (Hand. 12:1, 2). Volgens de overlevering werd de apostel Paulus in Rome onthoofd (2 Tim. 4:6-8). Anderen werden op verschillende manieren gedood of ter dood gebracht, terwijl sommigen op een „normale” manier stierven.

Allen moesten echter tot de dood getrouw zijn (Openb. 2:10). Zij moesten sterven ten einde, evenals Christus, door een opstanding een verandering van de menselijke tot de „goddelijke” (geestelijke) natuur te ontvangen (2 Petr. 1:4). Zij moesten „zijn soort van dood” ondergaan ten einde „tot de vroegere opstanding uit de doden [te] . . . geraken” (Fil. 3:10, 11). Zij sterven dus niet voor hun zonden. Hun dood wordt daarom door Christus als „offerandelijk” beschouwd. Paulus schrijft: „Indien wij één met hem zijn geworden in de gelijkheid van zijn dood, zullen wij stellig ook één met hem zijn in de gelijkheid van zijn opstanding.” — Rom. 6:5.

Hoe kan dan worden gezegd dat zij „met de bijl ter dood [werden] gebracht”? Welnu, in het Romeinse Rijk werd de macht om terecht te stellen gesymboliseerd door een rond een bijl samengebonden bundel roeden, de fasces genoemd. Benito Mussolini maakte het symbool tijdens zijn „fascistische” regime in Italië populair.

In feite brengt de politieke staat de 144.000 Koninkrijkserfgenamen dus ter dood door hen niet waardig te oordelen onder zijn gezag te leven. De staat veroordeelt hen als het ware ter dood. De reden hiervan is dat de wereld hen haat (Joh. 17:14; Matth. 24:9). Zij zijn „ongewenst” in de ogen van de religieuze en politieke leiders van de wereld, evenals de apostelen dit waren. — 1 Kor. 4:13.

GEEN AANBIDDING VAN HET „WILDE BEEST”

Wij kunnen er ook zeker van zijn dat deze 144.000 als koningen getrouw zullen blijven door een andere reden te beschouwen waarom zij „met de bijl ter dood [werden] gebracht”. Dit gebeurde omdat zij „noch het wilde beest noch zijn beeld hadden aanbeden” en „het merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand hadden ontvangen”. — Openb. 20:4.

Zij werden dus niet „met de bijl ter dood . . . gebracht” wegens fanatieke religieuze of revolutionaire activiteiten noch omdat zij zich in de politiek hadden gemengd. Het gebeurde omdat zij in alle politieke situaties en activiteiten neutraal waren. Zij waren voor Gods koninkrijk als de enige hoop voor de mensheid. Evenmin heeft het overblijfsel van deze Koninkrijkserfgenamen in onze twintigste eeuw de organisatie voor wereldvrede en zekerheid, de Verenigde Naties, aanbeden.

Dat zij de politieke staat of zijn „beeld”, de Verenigde Naties, niet ’aanbidden’, betekent dat zij hun hoop op en trouw aan Gods koninkrijk niet aan deze door mensen gemaakte middelen overdragen. In plaats daarvan blijven deze geestelijke broeders van Christus het Koninkrijk bekendmaken. Zij hebben niet „het merkteken . . . op hun voorhoofd en op hun hand”. Dat wil zeggen, zij dragen niet het kenmerk van slaven van de staat en ondersteunen deze niet actief in zijn wereldse activiteiten, die dikwijls beestachtig zijn. Zij stellen zich niet kandidaat voor politieke ambten en brengen ook niet hun stem uit op politieke kandidaten. Zij weigeren aan zijn bloedige oorlogen deel te nemen.

Maar deze christelijke getuigen omtrent Gods soevereiniteit dwarsbomen de politieke staat in deze aangelegenheden nooit. Zij ’betalen caesar terug wat van caesar is’ door te voldoen aan registratie- en belastingwetten en door alle wetten van het land te gehoorzamen die niet in strijd zijn met Gods in de bijbel vermelde wetten. Alleen wanneer „caesar” eist wat aan God toebehoort, namelijk aanbidding, toewijding of iets dat afbreuk doet aan hun erkenning van Jehovah’s soevereiniteit, moeten zij weigeren en verkiezen zij „God als regeerder meer [te] gehoorzamen dan mensen”. Hierdoor worden zij symbolisch, en soms letterlijk, ’met de bijl ter dood gebracht’. — Matth. 22:21; Hand. 5:29.

Zij worden niet ’met de bijl ter dood gebracht’ omdat zij dit zelf willen. Zij zijn niet uit op vervolging of martelaarschap. Niettemin weten zij van tevoren dat zij, door getuigenis af te leggen omtrent Jezus als Christus en Koning en te spreken over God als de rechtmatige heerser van het universum (met inbegrip van onze aarde), zich de haat van de wereld op de hals halen. Zij weten dat zij in Christus’ voetstappen moeten treden totdat zij, evenals hij, in rechtschapenheid jegens God sterven. — 1 Petr. 2:21.

EEN RECHTVAARDIGE REGERING VERZEKERD

Kunnen wij volstrekt zeker zijn van een juiste, rechtvaardige, onpartijdige en barmhartige heerschappij door zulke koningen onder Christus? De bijbel zegt ten aanzien van hen: „En in hun mond werd geen onwaarheid gevonden; zij zijn zonder smet” (Openb. 14:5). God is zeker van hen en zijn oordeel en onderscheidingsvermogen zijn volmaakt en feilloos. Hij zegt dat zij „heilig” zijn, hetgeen betekent dat zij door en door rein en rechtvaardig zijn (Openb. 20:6). Na te hebben beschreven hoe God zijn geestelijke Israël dat uit het volledige lichaam van 144.000 Koninkrijkserfgenamen bestaat, voltallig maakt, roept Paulus uit: „O de diepte van Gods rijkdom en wijsheid en kennis! Hoe ondoorgrondelijk zijn zijn oordelen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen!” — Rom. 11:33.

Kunnen wij op zijn minst een glimpje van de duizendjarige regering krijgen? Ja, de bijbel geeft ons een toekomstbeeld. In volgende artikelen hopen wij u een voorproefje van enkele van deze goede dingen te geven.

Ondertussen kunt u, door de bijbel te bestuderen en door met enkele leden van het zich thans nog op aarde bevindende overblijfsel van Koninkrijkserfgenamen en hun metgezellen om te gaan, thans reeds een voorproefje smaken van wat die rechtvaardige regering met het oog op het bevestigen van ware vrede, eenheid en liefde onder de gehele mensheid zal doen. Jehovah’s getuigen houden van deze omgang en wij zijn er zeker van dat ook u ervan zult houden. Wij nodigen u uit naar de vergaderingen in hun plaatselijke Koninkrijkszaal te gaan om dit voor uzelf vast te stellen.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen