Het „einde van de wereld” — Iets om naar uit te zien

„ECONOMISCHE en morele crises, oorlogen, moordaanslagen, gijzelingen, de bewapeningswedloop, de tragedie van hongersnoden en vluchtelingen — de mensheid is werkelijk heel erg ziek. . . . Maar het einde van een wereld is niet noodzakelijkerwijs het einde van de wereld.” Dit stond te lezen in het Parijse dagblad Le Monde onder de kop (in het Nederlands) „Nu de Apocalyps?”

Bewust of onbewust bracht de schrijver van deze regels het bijbelse standpunt inzake deze dingen tot uitdrukking. De Schrift toont aan dat een wereld (in de betekenis van een „samenstel van dingen”) ten einde kan lopen zonder dat de wereld (in de betekenis van de aarde en al haar bewoners) wordt vernietigd. Bovendien werden, zoals wij zullen zien, juist de toestanden die volgens dat Franse nieuwsblad het bewijs vormden dat ’de mensheid werkelijk erg ziek is’, in de bijbel voorzegd als een onderdeel van een teken waardoor te kennen zou worden gegeven dat wij thans in het „besluit” leven van het huidige goddeloze „samenstel van dingen” en dat wij aan de dageraad staan van een andere „eeuw” die volledig anders zal zijn — een nieuw „samenstel van dingen”.

WAAROM DE OUDE „WERELD” MOET VERDWIJNEN

De ijzingwekkende uitdrukking „einde van de wereld” is in werkelijkheid een verkeerde benaming die door predikers van de christenheid is gebruikt om mensen er door vrees toe te brengen hun kerkstelsel te ondersteunen. Het oorspronkelijke Grieks betekent „besluit van het samenstel van dingen”. Iemand zou derhalve de vraag kunnen stellen: Waarom moet het huidige samenstel verdwijnen?

De belangrijkste reden is, dat dit Gods voornemen is. Waarom? Vanaf de tijd dat het huidige samenstel van dingen kort na de vloed van Noachs dagen tot bestaan kwam, is het van kwaad tot erger voortgegaan (Gen. 10:8-12; 11:1-9). Het is niet door Jehovah God geschapen. Integendeel, Gods ware dienstknechten zijn altijd door „de regeerders van dit samenstel van dingen” tegengewerkt en zelfs vervolgd (1 Kor. 2:6). En dit is ook geen wonder, want de apostel Paulus noemt Satan „de god van dit samenstel van dingen” (2 Kor. 4:4). Alleen al wegens het feit dat „de regeerders van dit samenstel van dingen . . . de glorierijke Heer [Christus Jezus] aan een paal hebben gehangen”, verdient dit samenstel het te verdwijnen. — 1 Kor. 2:8.

Het huidige wereldstelsel heeft zich onderscheiden door toenemende zonde, onrechtvaardigheid en opstand tegen God en zijn wil. Het heeft onrecht, onderdrukking en gewelddaad aangekweekt — zowel onder afzonderlijke personen als onder natiën. De bijbel noemt dit stelsel „het tegenwoordige goddeloze samenstel van dingen” (Gal. 1:4). Het is niet meer te hervormen. Om die reden moet het verdwijnen!

VREES VAN DE ZIJDE VAN WETENSCHAPSMENSEN ONGEGROND

Dat zal echter niet het einde van de planeet Aarde betekenen. Zoals wij in het voorgaande artikel hebben gezien, hebben wetenschapsmensen vrees tot uitdrukking gebracht met betrekking tot „kosmische catastrofes die de aarde bedreigen”. Dergelijke angstige verwachtingen zijn echter louter veronderstellingen aangaande dingen die zouden kunnen gebeuren, maar waarbij geen rekening is gehouden met de allerbelangrijkste kosmografische factor: God en zijn voornemen met betrekking tot de aarde.

Wat is Gods voornemen ten aanzien van de aarde? Zijn Woord de bijbel antwoordt: „Dit heeft Jehovah gezegd, de Schepper van de hemelen, Hij, de ware God, de Formeerder van de aarde en de Maker ervan, Hij, Degene die haar stevig heeft bevestigd, die haar niet louter voor niets heeft geschapen, die haar ter bewoning geformeerd heeft: ’Ik ben Jehovah’” (Jes. 45:18). Jehovah heeft de aarde niet geschapen met de bedoeling ze uiteindelijk te vernietigen (Ps. 104:5). Gods voornemen met betrekking tot de aarde is dat ze „ter bewoning” zal zijn, de woonplaats van een rechtvaardig geslacht van mannen en vrouwen die zich aan hem hebben opgedragen om zijn wil te doen. Dat verklaart waarom Jezus christenen leerde bidden: „Onze Vader in de hemelen, uw naam worde geheiligd. Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op aarde.” — Matth. 6:9, 10.

EEN RECHTVAARDIGE „NIEUWE AARDE” — HOE?

Nu duidelijk is aangetoond dat Jehovah God als de „Formeerder van de aarde” en als „Degene die haar stevig heeft bevestigd”, een duidelijk omschreven voornemen heeft ten aanzien van de planeet waarop wij leven, staat het aan ons te leren begrijpen wat de bijbel bedoelt wanneer hierin wordt gesproken over „een nieuwe aarde” waarin „rechtvaardigheid [zal] wonen”. — 2 Petr. 3:13.

Het is duidelijk dat de beloofde „nieuwe aarde” niet een nieuwe planeet kan betekenen. Wat er wel mee wordt bedoeld, kan logischerwijze worden afgeleid uit de context in Petrus’ tweede brief. Als voorbeeld van wat er zal gebeuren voordat de rechtvaardige „nieuwe aarde” wordt opgericht, spreekt Petrus over de vloed in Noachs dagen. Hij maakt melding van „een aarde [Grieks: gè], compact staande uit het water en te midden van water; en door die middelen werd de toenmalige wereld [Grieks: kosmos] vernietigd toen ze door water werd overstroomd”. — 2 Petr. 3:5, 6.

Welke „wereld” werd door de Vloed vernietigd? Eerder in diezelfde brief schrijft Petrus dat „hij [God] zich er niet van heeft weerhouden een wereld [kosmos] uit de oudheid te straffen, maar Noach, een prediker van rechtvaardigheid, met zeven anderen veilig heeft bewaard, toen hij een geweldige vloed over een wereld [kosmos] van goddeloze mensen bracht” (2 Petr. 2:5). Door middel van de Vloed eindigde dus een „wereld van goddeloze mensen”. Daarentegen bleef de aarde en een minderheid van de mensen op aarde bestaan.a De goddeloze mensenmaatschappij werd vernietigd, niet de planeet Aarde.

Evenzo zegt Petrus vervolgens met betrekking tot de symbolische „aarde”, waardoor de corrupte mensenmaatschappij wordt afgebeeld die zich sinds de Vloed heeft ontwikkeld: „Door hetzelfde woord zijn de hemelen en de aarde van nu voor het vuur opgespaard en ze worden bewaard voor de dag van het oordeel en van de vernietiging der goddeloze mensen” (2 Petr. 3:7). Ja, evenals de planeet Aarde het einde van de „wereld van goddeloze mensen” van vóór de Vloed overleefde, zal ze ook het „vuur” of de „vernietiging” van „goddeloze mensen” en hun regeringen overleven. Deze regeringen en de goddeloze mensenmaatschappij waarover ze regeren, vormen de symbolische „hemelen en de aarde van nu”. — Vergelijk Openbaring 21:8.

Petrus voegt hieraan toe: „Maar er zijn nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, die wij overeenkomstig zijn [Gods] belofte verwachten, en daarin zal rechtvaardigheid wonen.” Het is logisch dat hij met deze woorden naar een rechtvaardige nieuwe regering (Gods koninkrijk onder Christus) en een herstelde mensenmaatschappij verwijst. — 2 Petr. 3:13.

HOE TE OVERLEVEN

Hoewel de meeste menselijke futurologen bijzonder pessimistisch zijn over de toekomst van de aarde en de mensenmaatschappij, zijn christenen die werkelijk in de bijbel geloven en er in overeenstemming mee leven, zeer optimistisch. Zij zien in de crises die zich sinds 1914 op aarde hebben voorgedaan, het „teken” waarnaar Jezus zijn volgelingen leerde uitzien. Jezus voegde hieraan toe: „Als nu deze dingen beginnen te geschieden, richt u dan rechtop en heft uw hoofd omhoog, omdat uw bevrijding nabijkomt. . . . wanneer gij deze dingen ziet geschieden, weet dan dat het koninkrijk Gods nabij is. Blijft dan wakker, te allen tijde smekend dat gij erin moogt slagen te ontkomen aan al deze dingen die stellig gaan geschieden.” — Luk. 21:10, 11, 25, 26, 28, 31, 36; Matth. 24:3, 7-13.

Jehovah’s Getuigen zijn beslist geen „onheilsprofeten”, want zij maken het allerbeste nieuws bekend, namelijk, dat Gods koninkrijk op het punt staat het bestuur over de aarde in handen te nemen. Zij vervullen Jezus’ profetische woorden: „En dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde [telos] komen” (Matth. 24:14). Dat „einde” zal de vernietiging betekenen van het huidige goddeloze samenstel van dingen, het einde van onrecht, onderdrukking, gewelddaad, oorlogen, hongersnood, ziekte — ja, het einde van lijden en van de dood zelf! — Openb. 21:1-5.

Het „einde van de wereld” is werkelijk niet iets om bang voor te zijn. Het is veeleer iets om naar uit te zien, aangezien het een rechtvaardig nieuw samenstel van dingen zal inluiden op deze prachtige aarde, die door God ’op haar zuilen is gegrond, onwrikbaar, eeuwig van duur’. — Ps. 104:5, Willibrordvertaling.

[Voetnoten]

[Illustratie op blz. 7]

Gods koninkrijk staat op het punt de heerschappij van de aarde over te nemen