Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w63 15/1 blz. 35-36
  • Moedig als David in deze moderne tijd

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Moedig als David in deze moderne tijd
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1963
  • Vergelijkbare artikelen
  • ‘Wees moedig en sterk en ga aan de slag’
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2017
  • Maak me moedig
    Zing met vreugde voor Jehovah
  • Heb goede moed!
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1993
  • ’Wees moedig en zeer sterk’
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2012
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1963
w63 15/1 blz. 35-36

Moedig als David in deze moderne tijd

WIJ LEVEN in een gevaarvolle tijd, een tijd die passend werd voorzegd als ’kritiek en moeilijk door te komen’. Er is moed voor nodig om er bevredigend het hoofd aan te kunnen bieden. En wat is moed? Moed is gedefinieerd als „de mentale of morele kracht die iemand in staat stelt vastbesloten en resoluut risico’s te nemen, te volharden en het hoofd te bieden aan gevaren, vrees of moeilijkheden”. — 2 Tim. 3:1, NW.

Er is moed voor nodig om in het zakenleven eerlijk te zijn wanneer iemands concurrenten het niet zijn. Er is moed voor nodig om toe te geven dat men een fout heeft gemaakt. En er is in deze tijd vooral moed voor nodig om tegen de stroom van de openbare mening met haar krankzinnige najagen van genoegens en rijkdommen en haar lage morele maatstaven in te zwemmen. Om datgene te blijven doen waarvan men weet dat het goed is, om vastbesloten, niettegenstaande dat wat anderen doen, in overeenstemming met zijn overtuiging te leven — wel, daar is moed voor nodig.

Men treft thans maar zeer zelden die soort van moed in de wereld aan. Men ziet echter wel vaak iets wat dikwijls voor moed doorgaat, namelijk, fysieke roekeloosheid. Er is echter een groot verschil tussen die twee eigenschappen. Moed is gebaseerd op beginselen; fysieke durf is gebaseerd op fysieke kracht, op emoties of zelfs op heimelijke motieven. Een bokser bezit fysieke durf; hij strijdt daar om roem of geld. Menig soldaat legt in de strijd, aangewakkerd door de hartstocht te doden of vol vertrouwen wegens zijn superieure militaire uitrusting, durf aan de dag. Moed is echter niet gebaseerd op een grotere fysieke kracht. Moed wil zeggen: de mentale of morele kracht die uit toewijding aan beginselen voortspruit.

De bijbel verschaft ons vele voorbeelden van het soort van moed dat wij in deze huidige tijd nodig hebben. Tot de meest opmerkelijke behoort het voorbeeld van moed dat David, de reuzendoder, heeft gegeven. Toen hij nog maar een jongen was die met de zorg over de kudden van zijn vader was belast, bleek hij een opmerkenswaardige moed te bezitten wanneer hij deze tegen de wilde dieren moest beschermen. Hijzelf vertelde Koning Saul erover: „Uw knecht was gewoon voor zijn vader de schapen te hoeden. Kwam er een leeuw of een beer, die een schaap uit de kudde wegroofde, dan liep ik hem na, sloeg hem en redde het uit zijn muil. Als hij zich dan tegen mij keerde, greep ik hem bij zijn baard en sloeg hem dood. Zowel leeuw als beer heeft uw knecht verslagen.” Daar was beslist moed voor nodig! — 1 Sam. 17:34-36.

Toen David nog maar een jongeman was van ongeveer zeventien jaar, stond hij tegenover Goliath, de reus die 2,95 m lang was en reeds dagen lang het gehele leger van Israël door angst lam had gelegd en hen iedere dag opnieuw bleef beschimpen. David legde een zeldzaam grote moed aan de dag, naderde deze reus kalm en onbevreesd, tartte hem openlijk en vertelde hem ronduit waar het om ging: „Gij treedt mij tegemoet met zwaard en speer en werpspies, maar ik treed u tegemoet in den naam van den HERE der heerscharen, den God der slagorden van Israël, dien gij getart hebt. Dezen dag zal de HERE u in mijn macht overleveren en ik zal u verslaan en u het hoofd afhouwen; . . . opdat de gehele aarde wete, dat Israël een God heeft.” Toen rende hij met een herdersslinger en een van de gladste stenen die hij kon vinden naar de reus, slingerde met zijn slinger en velde de reus met een steen. Wat een staaltje van moed was dat! — 1 Sam. 17:45-50.

David bleef een moedig man. Toen hij ten strijde trok, wist hij de mannen die bij hem waren zo te bezielen dat de vrouwen van Israël konden zingen: „Saul heeft zijn duizenden verslagen, maar David zijn tien duizenden.” Ten gevolge hiervan werd Koning Saul krankzinnig jaloers en afgunstig op David en probeerde hij herhaaldelijk hem te doden; uiteindelijk vluchtte David daarom naar de spelonk van Adullam, waar zijn broers en het gehele huis van zijn vader, alsook honderden mannen die grieven hadden, zich bij hem voegden. Daar verloor David de moed niet, hoewel hij door Koning Saul en zijn soldaten als een wild dier werd opgejaagd. Hij gaf herhaaldelijk blijk van zijn moed, zoals bij de twee gelegenheden dat hij Saul in zijn macht had en toch weigerde de man die vastbesloten was David te doden, van het leven te beroven. — 1 Sam. 18:7; 22:1, 2.

Toen David koning geworden was, breidde hij het grondgebied van zijn volk door middel van militaire veroveringen uit tot aan de door God vastgestelde grenzen. En dat deze oorlogen een kwestie van moed waren, blijkt uit het feit dat David herhaaldelijk aan Jehovah vroeg of hij de strijd zou aanbinden, waaruit wij kunnen opmaken dat hij door de goddelijke wil werd geleid en niet louter door de zucht overwinningen te boeken.

Wat was het geheim van Davids moed? In de eerste plaats was het gelegen in zijn grote geloof in Jehovah: „De HERE, die mij gered heeft uit de klauwen van leeuw en beer, Hij zal mij ook redden uit de hand van dezen Filistijn.” Ook zijn liefde voor rechtvaardigheid droeg tot zijn moed bij: „De goddeloze gaat op de vlucht, zonder dat iemand vervolgt, maar de rechtvaardige voelt zich veilig als een jonge leeuw.” Daarnaast gaven liefde voor Jehovah God en voor zijn eigen volk David moed: „Er is in liefde geen vrees, maar volmaakte liefde werpt vrees buiten, want vrees legt een beperking op.” Ja, wij kunnen zeggen dat geloof in Jehovah God, liefde voor rechtvaardigheid, en liefde voor God en de naaste de verklaring vormen van Davids opmerkelijke moed. — 1 Sam. 17:37; Spr. 28:1; 1 Joh. 4:18, NW.

Wil men in deze moderne tijd net zo moedig zijn als David, dan heeft men dezelfde drie fundamentele eigenschappen nodig. Geloof in Jehovah God zal u de moed geven trouw te blijven aan uw overtuiging: dat u de oneerlijke praktijken van uw concurrenten of mededingers niet behoeft na te volgen om behoorlijk in uw behoeften te kunnen voorzien. Liefde voor rechtvaardigheid zal u de kracht verlenen een fout toe te geven. En liefde voor God en uw medemens zal u de moed schenken tegen de stroom in te zwemmen en ernaar te streven te doen wat God behaagt en wat voor degenen met wie u omgaat het meest tot hun welzijn bijdraagt, zelfs al zullen zij dit niet altijd beseffen.

Wilt u net zo moedig zijn als David in deze tijd dan zult u Gods Woord moeten bestuderen. Dat alleen kan u het zo nodige geloof, het noodzakelijke besef van wat rechtvaardig is en liefde voor God en naaste schenken.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen