-
Wie is de aartsengel Michael?De Wachttoren 1959 | 15 januari
-
-
Wie is de aartsengel Michael?
JEHOVAH’S getuigen geloven dat de aartsengel Michael Jezus Christus is, en zij staan hierin niet alleen. Hengstenberg, een der eminentste Duitse geleerden van de negentiende eeuw, verdedigde zijn standpunt dienaangaande uitvoerig in zijn Christologie en Offenbarung des heiligen Johannes. Zeer positieve argumenten betreffende deze zienswijze worden ook in de Imperial Bible Dictionary, uitgegeven door de Britse bijbelgeleerde Fairbairn, gevonden. Verder wordt er in het door dr. H. Bavinck vertaalde en door J.H. Kok te Kampen uitgegeven werk van Matthew Henry, Verklaring van het Oude en Nieuwe Testament, en in de door de gebroeders Keur uitgegeven Statenvertaling op zijn minst bij enkele van deze teksten in de voetnoot gezegd dat Michael naar Jezus Christus verwijst.
● Let, wat de schriftuurlijke kant van de zaak betreft, in de eerste plaats eens op de juiste betekenis van de naam „Michael,” namelijk, „Wie is gelijk God?” Op niemand is deze naam zo treffend van toepassing als op Jezus, zowel vóór hij naar de aarde kwam als na zijn hemelvaart. Alleen over hem wordt als over „het beeld van God,” „de weerspiegeling van zijn heerlijkheid en de nauwkeurige afbeelding van zijn wezen” en „het beeld van de onzichtbare God” gesproken. — 2 Kor. 4:4; Hebr. 1:3; Kol. 1:15.
● Let vervolgens eens op zijn titel „aartsengel.” Deze uitdrukking komt slechts tweemaal in de Schrift (archangel, SV), en wel in 1 Thessalonicenzen 4:16 en Judas 9, voor. Het voorvoegsel „aarts” betekent „belangrijkste, voornaamste, groot.” Stellig is hij, zowel voordat hij als mens naar de aarde kwam als sedert zijn terugkeer naar de hemel de belangrijkste of voornaamste van al Gods geestelijke schepselen of engelen. Zij die de drieëenheidsleer aanhangen, beschouwen dit misschien als een verlaging van de „Tweede Persoon van de Drieëenheid.” Aanvaarden wij echter het schriftuurlijke getuigenis dat Jezus „het begin der schepping door God,” en „de eerstgeborene der gehele schepping” is, dan zullen we niet schromen de titel aartsengel op hem van toepassing te brengen. — Openb. 3:14; Kol. 1:15.
● Van de vijf verwijzingen naar de geestelijke vorst of aartsengel Michael — er zijn ook tien verwijzingen naar even zoveel mensen van die naam — worden de eerste twee in Daniël 10:13, 21 (NBG) gevonden.
● Daar wordt hij als een machtige engel afgeschilderd die een engel welke door Jehovah met een vertroostende boodschap naar Daniël was gezonden, uit de greep van een van Satans demonenvorsten bevrijdt. Hier wordt, evenals in Daniël 12:1, naar Michael verwezen als naar Daniëls vorst, „de grote vorst, die de zonen van uw volk terzijde staat” (NBG). Dit is in overeenstemming met Exodus 32:34 en soortgelijke schriftuurplaatsen, waarin wordt aangetoond dat God zijn engel had aangesteld om Israël te leiden. Eveneens is het nu duidelijk waarom „Michaël, de aartsengel, een geschil had met de Duivel en redetwistte over Mozes’ lichaam.” De kracht van Judas’ veroordelende woorden aan het adres van de opstandigen, kunnen wij pas ten volle beseffen wanneer we ons realiseren dat zelfs Jezus Christus, de hoogste onder al Gods schepselen, geen smadelijk oordeel over de Duivel durfde uitspreken, doch alleen maar zei: „Jehovah berispe u.” — Judas 9; Zach. 3:2.
● Ten slotte hebben we Openbaring 12:7, 8 nog, waar we lezen: „Er brak oorlog uit in de hemel: Michaël en zijn engelen streden tegen de draak, en de draak en zijn engelen streden maar hij zegevierde niet.” Door het verband wordt aangetoond dat dit bij de geboorte van Gods koninkrijk, waarvan Jezus Christus de koning is, geschiedde, terwijl de draak als Satan de Duivel wordt geïdentificeerd. Stellig is Jezus als Koning de geschiktste persoon om bij de geboorte van het koninkrijk handelend op te treden, evenals David bij zijn machtsaanvaarding actief tegen zijn vijanden optrad. Zei Jezus na zijn opstanding niet dat hem alle macht in hemel en op aarde was gegeven? Krijgt hij in Psalm 110:1, 2 niet het bevel te midden van zijn vijanden te regeren? En toont de apostel Paulus in Hebreeën 2:14 niet aan dat Jezus degene is die de Duivel zal vernietigen, waarbij hij hem tevens als de engel welke volgens Openbaring 20:1 Satan zal binden, identificeert?
● Alle hiermee in verband staande schriftuurplaatsen getuigen dus eenstemmig dat Michael niemand anders is dan Christus Jezus, zowel voordat hij een mens werd, zoals in Daniël 10:13, 21 en Judas 9, als na zijn hemelvaart, zoals in Daniël 12:1 en Openbaring 12:7.
-
-
Hij maakte er tijd voor!De Wachttoren 1959 | 15 januari
-
-
Hij maakte er tijd voor!
● „Vele jaren geleden,” zo onthulde de Amerikaanse president J.Q. Adams eens, „heb ik het mij tot een gewoonte gemaakt één maal per jaar de bijbel door te lezen.”
-