29. Wat zal ons in staat stellen Jehovah’s „dag” vol vreugde en vertrouwen tegemoet te zien?

²⁹ Jehovah geeft ons bij monde van de profeet Jesaja de aanmoediging: „Ziet, ik leg als fundament in Sion een steen, een beproefde steen, de kostbare hoek van een vast fundament. Niemand die geloof oefent, zal in paniek geraken” (Jes. 28:16). Destijds in de dagen van Jesaja hadden de mensen vertrouwen in een valse vrede en een valse zekerheid. Nu, in deze tijd, weten wij echter dat de Koning Jezus Christus regeert en dat de glorierijke nieuwe ordening van ware vrede en zekerheid zeer nabij is. Als wij geloof oefenen, zullen wij standvastig zijn en niet door twijfels aan het wankelen worden gebracht. Wij behoeven niet in twijfel te verkeren over wat er van ons wordt vereist om in die nieuwe ordening te leven. Een vast geloof gepaard aan „heilige gedragingen en daden van godvruchtige toewijding” zal onze redding zeker stellen, zodat wij, als Jehovah’s vurige „dag” aanbreekt, goedgekeurd zullen staan voor het aangezicht van de Zoon des mensen.

Kunt u zich dit herinneren?

Hebt u de laatste uitgaven van De Wachttoren zorgvuldig gelezen? Indien ja, dan zult u zich de volgende punten ongetwijfeld herinneren:

● Hoe kan een christen voorkomen het slachtoffer te worden van immoraliteit?

Er is krachtsinspanning voor nodig om zelfbeheersing te blijven oefenen door de gedachten te richten op dat wat heilzaam is en lectuur en ontspanning te vermijden die hartstocht opwekken (Fil. 4:8, 9). Een ongehuwde christen die zijn reinheid tracht te bewaren, dient er ernstig naar te streven het te vermijden op zulk een wijze naar iemand van het andere geslacht te kijken of deze persoon aan te raken dat het ongeoorloofde hartstocht opwekt. — Blz. 51-53.a

● Hoe heeft Jezus Christus „de wereld overwonnen”?

Hij bleef onoverwinnelijk door in geen enkel opzicht als de van haat vervulde wereld te worden. Ondanks vervolging bleef Jezus Christus de mensen liefhebben, terwijl hij hen geestelijk hielp en hun kwalen genas. Hij zag niet af van zijn zelfopofferende loopbaan om zijn volmaakte menselijke leven af te leggen. — Blz. 77, 78.

● Waarom is het vaak nuttig dat meer dan één ouderling aan een gesprek deelneemt met een lid van de gemeente dat om raad vraagt?

De gecombineerde wijsheid en ervaring van meer dan één persoon kan een evenwichtiger zienswijze tot gevolg hebben. Het is ook minder waarschijnlijk dat een ouderling later verkeerd wordt geciteerd. — Blz. 89.

● Wat bedoelde de apostel Paulus toen hij te kennen gaf dat het ’goede nieuws in heel de schepping onder de hemel werd gepredikt’?

Dit betekende niet dat alle mensen persoonlijk waren bereikt, maar dat de prediking tot alle delen van de aarde onder de hemel was doorgedrongen. — Blz. 107.

● Waarom zal zelfs Gods toegewijde volk te Har–mágedon ontberingen lijden?

De Schrift onthult dat Jehovah God dan plagen, aardbevingen en natuurelementen tegen zijn vijanden zal gebruiken. Dit zal tot een algemene ineenstorting of verbreking van regeringsdiensten en dergelijke leiden. Jehovah’s dienstknechten zullen niet geheel en al voor de gevolgen van dergelijke dingen gespaard worden. Daar zij voor de natiën „voorwerpen van haat” zijn, kunnen zij niet verwachten door nationale regeringen gunstig bejegend te worden of verschoond te blijven van tekorten. Zij kunnen veeleer verwachten dat hun persoonlijke vrijheden beknot worden. Zelfs hun economische situatie en levensomstandigheden zullen van dien aard zijn dat zij nauwelijks in hun levensonderhoud zullen kunnen voorzien. Als zij Jehovah getrouw blijven, zullen zij echter gegronde reden hebben om vertrouwen te hebben in de goede afloop. — Blz. 152, 153.

● Wat is het ’verzegelen’ dat voltooid zal zijn voordat de vernietigende winden van de „grote verdrukking” worden losgelaten? — Openb. 7:2, 3.

Dit heeft geen betrekking op de aanvankelijke verzegeling van de 144.000 die in aanmerking komen voor de hemelse erfenis. Het is de uiteindelijke verzegeling, het beslissen van