-
Een waarschuwende GodDe Wachttoren 1950 | 1 april
-
-
16. Wat was de reactie op de prediking van Jezus en zijn discipelen?
16 De waarschuwing en het getuigenis van Christus Jezus waren voor de religieuze weiden van de schriftgeleerden en Farizeeën zo verwoestend, dat zij tot elkander jammerden: „Ziet gij wel, dat gij gans niet vordert? Ziet, de gehele wereld gaat Hem na” (Joh. 12:19). Op aandrijving van de Satan brachten zij zijn tong in de dood tot zwijgen, doch tegen die tijd had Jezus apostelen en discipelen uitgekozen en opgeleid, opdat zij in zijn voetstappen zouden treden, en zij zetten de veldtocht voort. Zij volgden zijn methoden, maakten van dezelfde plaatsen gebruik en werden met hetzelfde succes gezegend. Doordat zij „in het openbaar, en van huis tot huis” predikten, nam het aantal verkondigers van het Koninkrijk toe (Hand. 20:20, Lipman; 18:28). Evenals Christus Jezus haalden zij zich de toorn van de hen vervolgende schriftgeleerden en Farizeeën op de hals. Waarom? Omdat het resultaat van hun intensief waarschuwingswerk gelijk was aan dat van de op een wervelwind gelijkende getuigenisveldtocht van Jezus, zoals wordt weerspiegeld door het angstige geroep der gekwetste religie-aanhangers, dat de apostelen en discipelen „de wereld in opschudding gebracht” hadden (Hand. 17:6, Nw. Vert.). Daarmede bedoelden zij hun kleine religieuze wereld, die op het verkeerde fundament der pracht en praal en ceremonie, op het drijfzand der mondelinge overlevering was gebouwd. Zij wilden liever de status quo van de religieuze handelszaak van hun dagen handhaven.
17. Ontkwamen de achteloze gewaarschuwde mensen? En waarom?
17 Desondanks werden hun positie en hun natie die zij trachtten te redden door het bloed van Jezus en zijn volgelingen te vergieten, niet gered. De slachtoffers van de zondvloed hadden Noachs waarschuwing ook niet te niet kunnen doen door de wateren naar hun hemelse verblijfplaats terug te zenden. Evenmin hadden de Sodomieten de regen van vuur kunnen blussen, of had de woedende Farao een tegenwicht tegen de tien plagen kunnen vormen. Juda had de Babyloniërs evenmin kunnen terugslaan als Israël voordien de binnenvallende Assyriërs had kunnen tegenhouden. Doch ook die heidense natiën konden op hun beurt God niet tot een leugenaar stempelen, door langer te bestaan dan de tijd die voor hun ineenstorting was vastgesteld. De Joodse natie ten tijde van Christus kon de waarschuwing die Jehova door middel van de prediking van zijn geliefde Zoon wijd en zijd had laten bekendmaken, evenmin ledig tot hem doen terugkeren (Jes. 46:10, 11; 55:11). De „adderengebroedsels” zagen tijdens hun leven hun positie en natie nog verloren gaan, en hun stad en tempel omvergeworpen worden, terwijl zij zelf niet aan de „helse verdoemenis” of het „oordeel der Gehenna” ontkwamen. — Matth. 23:33, Am. Stand. Vert., kanttek.
18. Hoe staat het derhalve met „deze tegenwoordige boze wereld”?
18 Evenmin zal „deze tegenwoordige boze wereld” aan het vernietigende geweld van Armageddon ontkomen waarvoor zij juist nu wordt gewaarschuwd!
-
-
Wie zal aan het laatste getuigenis deelnemen?De Wachttoren 1950 | 1 april
-
-
Wie zal aan het laatste getuigenis deelnemen?
1. Welke geschiedenis herhaalt zich? Zal ons geslacht dit meemaken?
DE MENSEN zeggen dat de geschiedenis zich herhaalt. De geschiedenis van vroegere waarschuwingen van God en voltrokken oordelen zal zich herhalen, want Gods Woord zegt: „Het overkwam hun allemaal bij wijze van waarschuwing voor anderen, en het werd opgeschreven met het doel ons te onderrichten over wie de laatste uren der wereld zijn gekomen” (1 Kor. 10:11, Eng. Vert. v. Moffatt). Wie kan ontkennen dat de regens van water en vuur en zwavel uit de dagen van Noach en Lot voorbeelden waren, evenals de daarmede gepaard gaande waarschuwingen, welke onverschillig werden opgenomen door de volkeren, die onbekommerd de sleur van hun dagelijkse leven bleven volgen, alsof hun wereld tot in het oneindige ongestoord zou blijven bestaan? Zeide Jezus dit niet, toen hij over zijn tweede tegenwoordigheid in deze „laatste dagen” sprak? „Gelijk het geschiedde in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van den Zoon des mensen: zij aten, zij dronken, zij huwden, en zij werden ten huwelijk gegeven tot den dag, waarop Noach in de ark ging en de zondvloed kwam en allen verdelgde. Op dezelfde wijze als het geschiedde in de dagen van Lot: zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zij plantten, zij bouwden. Maar op den dag, waarop Lot uit Sodom ging, regende het vuur en zwavel van den hemel en verdelgde hen allen. Op dezelfde wijze zal het gaan op den dag, waarop de Zoon des mensen geopenbaard wordt [of: waarop de sluier van de Zoon des Mensen wordt opgelicht]” (Luk. 17:26-30, Nw. Vert., Eng. Vert. v. Weymouth). Christus Jezus is sedert 1914 tegenwoordig en er is getuigenis afgelegd over de tekenen die hiervan een bewijs zijn, doch van de blinde „ogen des verstands” van het merendeel der mensheid zal de sluier niet worden opgelicht, totdat zijn macht in de storm van Armageddon wordt geopenbaard.
2. Wat werd door Egypte en Babylon voorschaduwd? Waarom?
2 Dat het Egypte hetwelk door Mozes werd gewaarschuwd en welks macht werd gebroken toen Jehova Zijn volk bevrijdde, een voorbeeld en symbool was, wordt bewezen door Openbaring 11:8: „Hun lijken zullen liggen op het plein der groote stad die figuurlijk Sodom en Egypte heet, waar ook hun Heer gekruisigd is” (Leidse Vert.). De „lijken” der vermoorden beelden af, hoe tegen het einde van de eerste Wereldoorlog een eind werd gemaakt aan een bepaald stadium van Gods getuigeniswerk. Toch werd ook Jezus negentien eeuwen geleden in ditzelfde symbolische Egypte dezer twintigste eeuw vervolgd en gedood. Egypte, de eerste wereldmacht, is een figuurlijke voorstelling van de wereldorganisatie, „deze tegenwoordige boze wereld”, die door de eeuwen heen Jehova’s volk heeft onderdrukt. Het boek der Openbaring toont eveneens aan, dat het Babylon hetwelk door middel van Jesaja en anderen door God werd gewaarschuwd, een voorbeeld was van een groter Babylon dat nog zou komen, want lang nadat het letterlijke Babylon was ineengestort,
-