Hebt u zich ooit afgevraagd —
Kunt u persoonlijk iets uitrichten tegen de vervuiling?
DE MEESTE mensen zouden er niet bijster op gesteld zijn om op een vuilstortplaats te wonen. Maar als u hoort over smog-alarm, olielozingen, „dode” meren en ongelukken met kerncentrales, waarbij radioactiviteit vrijkomt, of als u ziet hoe straten en parken met afval bezaaid zijn, dan is het logisch dat u zich afvraagt of onze mooie aarde niet hard op weg is een vuilstortplaats te worden — één grote wereldomvattende vuilnisbelt.
Vervuiling wordt vaak gezien als een ongewenst maar onvermijdelijk bijverschijnsel van de „beschaving”. Het is waar dat vooral hoogontwikkelde landen met vervuiling te kampen hebben. De schuld ligt echter niet bij de industrie op zich, maar moet veeleer worden gezocht bij de verkeerde geesteshouding van veel industriëlen. Zij zijn soms niet bereid geld te besteden aan de ontwikkeling van apparatuur die de vervuiling tegengaat of aarzelen een anti-vervuilingsbeleid te volgen.
Deze zelfde verkeerde houding — kort gezegd, een tegenzin om de „wet van de naastenliefde” toe te passen — verklaart het afval dat u in sommige landen langs straten en wegen of op andere openbare plaatsen neergegooid ziet. Hebt u ooit een stadion of een voetbalveld gezien na een sportevenement? Wel, vergeet niet dat mensen daarvoor verantwoordelijk zijn.
In werkelijkheid is vervuiling dus een probleem van het individu — een probleem van zijn hart en zijn geest. Het is een gevolg van een geest die vervuild is door valse waarden en mogelijk onwetendheid, en van een hart vervuild door zelfzucht, onnadenkendheid en in het algemeen onverschilligheid voor het welzijn van anderen.
WAT KUNNEN WIJ PERSOONLIJK DOEN?
Iedereen kan zichzelf de discipline opleggen afval te deponeren waar het hoort. Volwassenen die bij zichzelf waardering aankweken voor netheid en schoonheid, zullen geen wet nodig hebben in de zin van: „Gij zult geen rommel neergooien!” Ouders kunnen hun kinderen leren dezelfde hoge maatstaven naar waarde te schatten, en laten zij dan maar denken aan het toepasselijke, zij het onverbloemde Duitse spreekwoord dat ons eraan herinnert dat ’ook een biggetje een varken is’.
Minder autorijden en opletten dat de motor niet onnodig staat te draaien, kan de luchtvervuiling reeds beperken. Wij helpen er zelfs al aan mee de lucht zuiver te houden, als wij geen sigaret opsteken. Onze bijdrage mag dan klein zijn, maar doen wij ons deel, dan zal dit een goed geweten bevorderen en ons zelfrespect vergroten. En als iedereen werkelijk zijn steentje zou bijdragen en zich aan de bijbelse Gulden Regel zou houden, ’Doe voor anderen wat gij wilt dat zij voor u doen’ — denkt u zich eens in hoe aangenaam het leven op een prachtige aarde dan zou kunnen zijn! (Matth. 7:12) Het zou zijn alsof u in een prachtig, goed onderhouden park zou wonen.
Veel mensen geloven oprecht dat de Ontwerper van de aarde oorspronkelijk de bedoeling had zo’n paradijsaarde tot stand te brengen. Zij geloven dat hij er nog steeds op uit is die ideale situatie te verwezenlijken, ondanks de huidige vervuiling. Deze overtuiging heeft hun leven ingrijpend veranderd en hun een reden gegeven om acht te slaan op netheid en schoonheid en erop te letten vervuiling te vermijden. Zo goed als zij kunnen, proberen zij te passen in het beeld dat de Schepper heeft van een wereld die vrij is van vervuiling. Natuurlijk kunnen zij geen eind aan de vervuiling maken, maar door hun gevoel voor waarden zuiver te houden, kunnen zij het vermijden er medeschuldig aan te zijn dat het nog erger wordt. Toch is dit slechts ten dele een oplossing.
WAT IS ERVOOR NODIG OM EEN EIND TE MAKEN AAN VERVUILING?
Wil de mens erin slagen een eind te maken aan vervuiling, dan moet zijn geest gevuld worden met nauwkeurige kennis van de ecologie van de aarde, en zijn hart moet gevuld worden met de oprechte wens vervuiling te vermijden.
Geleerden hebben zich iets van deze noodzakelijke kennis eigen gemaakt door de ecologische stelsels en het ecologisch evenwicht waardoor het milieu van de aarde wordt beschermd, te bestuderen. Maar veel hebben zij door schade en schande moeten leren. En veel is nog helemaal onbekend. Zou het intelligente ontwerp dat men in deze ecologische stelsels ontdekt, geen bewijs vormen voor het bestaan van een intelligente Ontwerper? Hij zou beslist het beste in staat zijn om de onderzoekende geest van de mens te voorzien van de noodzakelijke kennis om hem te helpen onopzettelijke vervuiling te voorkomen. Maar zelfs indien de mens zulke kennis zou ontvangen, zou hij die dan goed gebruiken? Hoe zou het met zijn hart staan?
Wij mogen terecht van de mens verwachten dat hij in staat is van harte eigenschappen ten toon te spreiden als liefde, consideratie en onzelfzuchtigheid. Waarom? Omdat Genesis 1:27 verklaart dat ’God ertoe overging de mens te scheppen naar zijn beeld’, en God legt zelf deze eigenschappen aan de dag. Een verkeerde opvoeding, overgeërfde onvolmaaktheid en een goddeloze omgeving zijn voor veel mensen een belemmering geweest om deze goddelijke eigenschappen naar behoren te ontwikkelen, maar het potentieel is nog steeds aanwezig. Goed onderwijs en een juiste opleiding kunnen deze sluimerende eigenschappen in een mens naar boven brengen en de neiging om vervuiling te veroorzaken uitschakelen.
Zelfs in deze tijd voorziet God in deze soort van kennis en opleiding, zodat gewillige mensen geholpen worden om de juiste waarden en de juiste geesteshouding te ontwikkelen die nodig zijn om in een wereld te leven die vrij is van vervuiling. Mensen die geloven dat God de rechtmatige eigenaar van de aarde is en dat de mens slechts als beheerder fungeert, zullen de kennis en opleiding die hij biedt, graag aanvaarden. Anderen echter niet. Kan er ooit een keer in deze situatie komen?
ZAL ER OOIT EEN DEFINITIEVE OPLOSSING WORDEN GEVONDEN?
Zou u toelaten dat mensen die geen waardering voor schoonheid bezitten, een vuilnisbelt maken van de tuin die u in een prachtig park kunt veranderen? Natuurlijk niet. Kunt u zich daarom de gramschap voorstellen die de Schepper koestert tegenover mensen die dat met zijn aarde doen? Openbaring 11:18 verklaart dat deze gramschap tot uiting zal komen op Gods bestemde tijd, wanneer hij degenen zal „verderven die de aarde verderven”. Slechts door de aarde te zuiveren van verstokte en onverbeterlijke vervuilers kan God er zeker van zijn dat de passende anti-vervuilingsinstructies die hij in de toekomst aan de bewoners van de aarde zal geven, opgevolgd zullen worden. De bijbel laat zien dat de tijd waarop Gods koninkrijk als werktuig zal optreden ten einde dit tot stand te brengen, nabij is.
Door te weigeren vervuiling te veroorzaken of medewerking te verlenen aan personen die dit wel doen, kunnen wij God een basis verschaffen om ons toe te staan in zijn nu zo nabije vervuiling-vrije wereld te leven. Zou u niet blij zijn met een dergelijk vooruitzicht?
„Louter trouw zal uit de aarde zelf spruiten, en louter rechtvaardigheid zal uit de hemel zelf neerzien. Ook zal Jehovah van zijn zijde geven wat goed is, en ons eigen land zal zijn opbrengst geven.” — Ps. 85:11, 12.