Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w71 1/12 blz. 707-708
  • Een God die ons bijstaat

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Een God die ons bijstaat
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1971
  • Vergelijkbare artikelen
  • Zie de loyalen!
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1996
  • ‘U alleen bent loyaal!’
    Nader dicht tot Jehovah
  • De toets op loyaliteit doorstaan
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1996
  • Loyaliteit — Tegen welke prijs?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1990
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1971
w71 1/12 blz. 707-708

Een God die ons bijstaat

MEER dan alle andere personen weet God, de Schepper en de Bron van het leven, hoe waardevol het leven is. Het was liefderijke goedheid van zijn zijde anderen te scheppen, zodat ook zij leven konden genieten. Het is zijn verlangen dat wij niet slechts enkele korte jaren, maar eeuwig leven. Met het oog hierop staat God de gehele mensheid bij, maar vooral degenen die oprecht naar hem opzien en zijn Woord volgen. „Ik ben loyaal”, zegt Jehovah, en de getrouwe aanbidders die hebben waargenomen hoe hij ten aanzien van de mensheid handelt, verklaren: „Gij alleen [zijt] loyaal.” — Jer. 3:12; Openb. 15:4.

Over de intensiteit van Gods loyaliteit jegens de mensheid schrijft de apostel Paulus: „Want ternauwernood zal iemand voor een rechtvaardige sterven; ja, voor de goede heeft iemand misschien nog de moed te sterven. Maar God beveelt zijn eigen liefde jegens ons hierin aan, dat Christus voor ons is gestorven terwijl wij nog zondaars waren” (Rom. 5:7, 8). Degenen die gunstig op zijn liefde reageren, zal hij dus in alle omstandigheden bijstaan. Hij geeft hun de troostrijke verzekering: „Ik zal u geenszins in de steek laten noch u ooit verlaten.” — Hebr. 13:5; Ps. 94:14.

De apostel Paulus behoorde tot degenen die Gods loyaliteit waardeerden, en hij zei tot een Atheens gehoor: „[God is] eigenlijk niet ver . . . van een ieder van ons” (Hand. 17:27). Paulus werd beslist heel erg door God bemind omdat hij niet alleen geloof tot uitdrukking bracht in Gods regeling voor het leven, maar ook al het mogelijke deed om anderen te helpen leven te verkrijgen. Hiervoor onderging Paulus beproevingen die veel erger waren dan wat de meeste mensen hebben meegemaakt. In zijn brief aan de gemeente Korinthe somde hij deze beproevingen op, die onder meer gevangenschap inhielden, slagen, steniging, schipbreuk, honger, koude en voortdurend gevaar van de zijde van vijanden. Hij zei evenwel: „De Heer [heeft] mij uit alle bevrijd.” — 2 Tim. 3:11; 4:16, 17; 2 Kor. 11:23-27.

Hoewel wij zo lang mogelijk wensen te leven, moeten wij toch in gedachten houden dat of wij gedurende dit tegenwoordige samenstel van dingen leven of sterven, niet de hoofdzaak is. Het gaat er om of wij onze rechtschapenheid jegens God handhaven, want hij eist loyaliteit van degenen die zijn loyaliteit hebben leren kennen. Zulke personen kunnen er absoluut zeker van zijn dat Jehovah en zijn loyale Zoon Jezus Christus hen zullen bijstaan in tijden van ziekte, gezinsproblemen, ontmoediging, druk en spanning, ja, zelfs tijdens de zwaarste beproevingen.

Jehovah stond de getrouwe Job in zijn verschrikkelijke ziekte bij. De christelijke schrijver Jakobus zegt over hem: „Gij hebt gehoord van de volharding van Job en gij hebt gezien hoe Jehovah het heeft laten aflopen, dat Jehovah zeer teder in genegenheid en barmhartig is” (Jak. 5:11). De vijanden van de profeet Jeremia zochten een manier om hem te doden, maar, zoals Jeremia berichtte, „Jehovah was met mij als een verschrikkelijke machtige” (Jer. 20:11; 1:8). Elia werd door de goddeloze koning Achab en zijn vrouw Izébel achtervolgd, maar God voorzag Elia van voldoende voedselvoorraden, welke hem werden verschaft door raven en door een gastvrije vrouw die door Jehovah werd geholpen. — 1 Kon. 17:2-16.

Zo zijn er ook in deze hedendaagse tijd veel berichten voorhanden van gevallen waarin God de persoon die hem onder moeilijke omstandigheden, tegenstand en vervolging diende, loyaal bijstond. De woorden van de psalmist zijn waar gebleken: „Al valt hij, hij zal niet worden neergeslingerd, want Jehovah steunt zijn hand. Eens was ik een jonge man, ook ben ik oud geworden, en toch heb ik een rechtvaardige niet volkomen verlaten gezien, noch zijn nageslacht zoekende brood” (Ps. 37:24, 25). De apostel schreef over zichzelf en zijn metgezellen: „Wij worden in elk opzicht bestookt, maar toch niet zo in het nauw gedreven dat wij ons niet meer kunnen bewegen; wij worden in verlegenheid gebracht, maar niet totaal zonder uitweg; wij worden vervolgd, maar niet in de steek gelaten; wij worden neergeworpen, maar niet vernietigd” (2 Kor. 4:8, 9). Het is waar dat sommigen als gevolg van vervolging en moeilijkheden zijn gestorven (zoals Paulus zelf), maar zij werden gesteund in hun rechtschapenheid jegens God, terwijl zij de verzekering van een opstanding hadden. — Matth. 10:28.

Waardeert u de loyaliteit waarmee Jehovah God en zijn Zoon ons bijstaan om erop toe te zien dat wij leven verkrijgen? Hoe staat het dan met uw eigen loyaliteit? Indien u een gehuwde man bent, staat u uw vrouw dan altijd loyaal bij, terwijl u goed van haar spreekt en haar bijstaat om haar in haar tijden van ontmoediging te helpen en te troosten? (Kol. 3:19) Indien u een gehuwde vrouw bent, staat u uw man dan altijd bij, terwijl u goed van hem spreekt, hem eert, zijn positie als hoofd respecteert en geen intieme gezinsaangelegenheden aan anderen onthult? — Spr. 31:26; Kol. 3:18.

Gezinsleden, spreidt u liefde jegens allen in uw gezin ten toon, met inbegrip van de ouderen, die men als een last zou kunnen bezien? Het komt soms bijvoorbeeld voor dat een ouder gezinslid aan seniliteit lijdt. In deze toestand kan hij of zij anderen zelfs van diefstal beschuldigen, zich tegen de geliefde keren die hem of haar het meest na is en in het algemeen onhandelbaar zijn. Dit vormt een beproeving op de loyaliteit van het gezin. Zullen zij de liefde vergeten die de persoon, misschien een vader of moeder, in de voorbijgegane jaren tot uitdrukking heeft gebracht? Hoewel een dergelijke situatie buitengewoon moeilijk is, zegt een medisch werk over personen die aan deze ziekte lijden: „De gezinsleden dienen te leren begrijpen dat het gedrag van de patiënt niet bewust ten doel heeft hen kwaad te maken.” Zult u dit in gedachten houden en de zieke loyaal bijstaan? Een neuroloog schreef aan een van Jehovah’s getuigen wier man aan pre-seniele dementie leed: „Mag ik u zeggen dat u een buitengewoon sympathiek iemand bent? Het offer dat u brengt door voor uw man te zorgen die totaal hulpeloos is, is ongewoon. Veel mensen zouden hun ontoerekenbare familielid al lang in een inrichting hebben gestopt.”

Als u een christen bent, staat u uw christelijke broeders dan bij? Wat doet u als een van hen ziek is, of stoffelijke hulp nodig heeft of aanmoediging behoeft? En staat u uw broeders bij door met hen om te gaan, vooral op vergaderingen waar Gods Woord wordt besproken? Strijdt u „één van ziel zijde aan zijde . . . voor het geloof van het goede nieuws”? (Fil. 1:27; Matth. 25:34-36; 1 Thess. 5:14) Spreidt u liefde en gastvrijheid ten toon jegens uw naasten die niet tot uw religie behoren? (Luk. 10:30-37) Als u deze loyaliteit en liefde jegens anderen toont, kunt u net als Paulus met overtuiging zeggen dat „noch dood noch leven, noch engelen noch regeringen . . . noch krachten . . . noch enige andere schepping ons zal kunnen scheiden van Gods liefde, die in Christus Jezus, onze Heer, is”. — Rom. 8:38, 39.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen