„Uw wil geschiede op aarde” — Deel 31

Op het ogenblik behandelen wij aangelegenheden die volgens de profetie in de „bestemde tijd van het einde” van dit wereldse samenstel van dingen zouden plaatsvinden. Toen in 1914 de 1ste Wereldoorlog begon, bekleedde de heersende macht van het herleefde Duitse Rijk de positie van de „koning van het Noorden”, terwijl de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht zich in de tegenovergestelde positie van de „koning van het Zuiden” bevond. Met betrekking tot de symbolische „koning van het Noorden” voorzei Daniël 11:31: „Dan zullen strijdmachten door hem op de been gebracht worden; zij zullen het heiligdom [de christelijke tempelklasse van Jehovah God], de vesting, ontheiligen, het dagelijkse offer [het voortdurende brandoffer, Jewish Publicatlon Society; dat wil zeggen het geestelijke ’lofoffer’ dat Jehovah God door zijn tempelklasse op aarde wordt gebracht] doen ophouden en een gruwel oprichten, die verwoesting brengt [de verwoestende gruwel oprichten, Le]”. Na de 1ste Wereldoorlog was deze „verwoestende gruwel” in de vorm van de Volkenbond, die door religieuze organisaties als „de politieke uitdrukking van het koninkrijk Gods op aarde” was toegejuicht, opgericht. Derhalve doet zich nu een vraag voor.

„DE VERWOESTENDE GRUWEL”

31. Wat was de „verwoestende gruwel”, en hoe werd in Openbaring 17:7-11 te kennen gegeven dat deze gruwel wederom te voorschijn moest komen?

³¹ Hoe kan het echter dat er in dit gevorderde stadium van de door de engel geuite profetie wordt gezegd: „Zij zullen . . . een gruwel oprichten, die verwoesting brengt”, „de verwoestende gruwel”? Is dit in tegenspraak met de oprichting van de Volkenbond, die de „gruwel der verwoesting” is genoemd en in 1919 op aandrang van de koning van het zuiden werd opgericht?a Neen, in geen geval! Vergeet niet dat die gruwelijke vervalsing van Gods opgerichte koninkrijk, de Volkenbond, het „beeld van het wilde beest” was. Tegen het einde van de 1ste Wereldoorlog in 1918 had het symbolische tweehoornige beest, de dualistische wereldmacht Engeland-Amerika, het voorstel gedaan tot de oprichting van dit beeld van dat wilde beest met zeven koppen en tien horens (Openb. 13:11-15). Dat „beeld” — hetwelk een Bond was — was samengesteld uit de zevende wereldmacht en uit overblijfselen van de voorgaande zes wereldmachten. Ten gevolge hiervan was het een uitdrukking van alle zeven wereldmachten terwijl het zelf de „achtste koning”, de achtste wereldmacht, was. Uit Openbaring 17:7-11, waarin de loopbaan van dit symbolische zevenkoppige wilde beest wordt beschreven, blijkt dat het tijdelijk zou verdwijnen: „Het beest, dat gij zaagt, was en is niet, en het zal opkomen uit den afgrond”. Het wilde beest moest derhalve weer te voorschijn komen!

32. Wanneer en hoe verdween dat „wilde beest” in de „afgrond”?

³² Alhoewel de Volkenbond op 10 januari 1946, toen de eerste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in Londen, Engeland, werd geopend, formeel werd ontbonden, had hij als een organisatie voor het handhaven van de wereldvrede in werkelijkheid reeds in september 1939 opgehouden te bestaan. Toen brak namelijk door het snelle optreden van de nazi-koning van het noorden de 2de Wereldoorlog uit. De Volkenbond bleek toen een rampspoedige mislukking te zijn en verdween in de op een doodstoestand gelijkende „afgrond”. Als lichaam behield de Bond enigszins zijn structuur maar hij bezat geen kracht om de vrede te handhaven.

33. In welke fasen kwam dit wereldvrede-„beest” wederom uit de „afgrond” te voorschijn?

³³ Zou hij echter in de afgrond blijven? In september 1942 hield Jehovah’s heiligdomklasse een vergadering, terwijl er van 18 tot en met 20 september tegelijkertijd drieënvijftig congressen in even zovele Amerikaanse steden werden belegd. De vergadering nam wereldomvattende afmetingen aan toen op meer dan tachtig congressen op vier continenten en op verschillende eilanden hetzelfde programma werd geboden. Op zondag 20 september sprak de president van de Watch Tower Bible & Tract Society te Cleveland in Ohio, waar de hoofdvergadering werd gehouden, de zichtbare en onzichtbare congresgangers toe in een openbare lezing die was getiteld „Vrede — Is hij van blijvenden duur?” Hierin besprak hij Openbaring 17:7-11. Hij toonde aan de hand van dit schriftgedeelte aan dat de 2de Wereldoorlog zou eindigen en dat gedurende de vrede die niet van blijvende duur zou zijn, het internationale wereldvrede-beest uit de afgrond zou opkomen maar ten slotte ten verderve zou gaan.b Het volgende jaar hielden ministers van buitenlandse zaken van communistisch Rusland, Engeland, Amerika en China in Moskou een vergadering waarop, daar de Volkenbond als dood werd beschouwd, de noodzaak van een nieuwe wereldorganisatie waarbij alle „vredelievende staten” zich zouden aansluiten, tot uitdrukking werd gebracht. In de vroege herfst van het volgende jaar werd de conferentie van Dumbarton Oaks gehouden, tijdens welke conferentie door vertegenwoordigers van dezelfde vier natiën een voorgesteld handvest voor een permanente organisatie der Verenigde Naties werd opgesteld. Dit handvest werd grondig besproken en ten slotte te San Francisco in Californië, door een conferentie van eenenvijftig natiën aangenomen. Op 24 oktober 1945 verleende het communistische Rusland door middel van een oorkonde zijn bekrachtiging aan de Verenigde Naties en op die dag — kort nadat Japan zich op 2 september had overgegeven en de 2de Wereldoorlog was geëindigd — werd het handvest van deze internationale organisatie van kracht.

34. In welk opzicht was het hetzelfde beest, en hoe is Daniël 11:31 derhalve met Daniël 8:11-14 in overeenstemming?

³⁴ Het zevenkoppige scharlakenrode beest was wederom uit de afgrond opgekomen en op 10 januari 1946 werd te Londen in Engeland, zijn eerste Algemene Vergadering geopend. Het was hetzelfde beest, want de Verenigde Naties vertoonden een treffende gelijkenis met de Volkenbond, die nu eindigde en later zijn stoffelijke eigendommen aan de V.N. overdroeg. In Daniël 11:31 wordt daarom niet tegengesproken dat de ’gruwel die verwoesting brengt’ reeds in 1919 door de zevende wereldmacht, de koning van het zuiden, leven werd geschonken. Integendeel, door Daniël 11:31 wordt te kennen gegeven dat dit gruwelijke „beeld van het wilde beest” in de afgrond van hulpeloosheid geworpen zou worden doordat de nazi-koning van het noorden nog een wereldoorlog zou ontketenen, en dat het gruwelijke „beeld” hetwelk op internationale schaal wordt aanbeden, met behulp van de communistische koning van het noorden te voorschijn gebracht zou worden. In dit licht bezien, zijn Daniël 11:31 en Daniël 8:11-14 volledig met elkaar in overeenstemming. Beide schriftuurplaatsen zijn met Openbaring 13:11-15 en Openbaring 17:7-11 in harmonie. Jehovah’s engel toonde de waarheid.

HET ONDERWIJSWERK ONDERVINDT MOEILIJKHEDEN

35. Welke niet-politieke lichamen tracht de koning van het noorden voor zich te winnen, en wie krijgt hij zover dat hij hen door vleierijen tot afval beweegt?

³⁵ Wanneer het de koning van het noorden niet gelukt om Gods volk door vervolging te gronde te richten, verlokt hij hen door sluwheid, door vleiende taal. Jehovah’s engel waarschuwde hiervoor met de woorden: „En degenen die zich misgaan [goddeloos handelen, Le] tegen het verbond, zal hij door vleierijen tot afval bewegen, maar het volk dat zijn God kent, zal sterk zijn en daden doen. En de verstandigen onder het volk zullen velen tot inzicht brengen, maar zij zullen een tijd lang struikelen door zwaard en vuur, door gevangenschap en beroving” (Dan. 11:32, 33). De koning van het noorden tracht — hetzij als nazist hetzij als communist — religieuze lichamen voor zich te winnen, want als hij door de religie wordt ondersteund, neemt hij hierdoor een hechtere positie bij het gewone volk in, terwijl hij hierdoor tevens zowel zijn eigen geweten als dat van het volk in slaap sust. Hij moet de religieuze stelsels overheersen door zich ervan te vergewissen dat ze geestelijke leiders hebben die de totalitaire gedragsregels van de koning van het noorden ondersteunen. Hij geeft meer de voorkeur aan een onafhankelijk nationaal religieus stelsel dat alleen aan de nationale regering trouw verschuldigd is dan aan een religieus stelsel dat internationale of buitenlandse connecties heeft. Wie kan en zal hij door zijn vleierijen verlokken en tot afval bewegen zodat zij de totalitaire koningen van het noorden zullen ondersteunen? Alleen zij „die goddeloos handelen tegen het verbond”. Daarom zijn de religieuze organisaties der christenheid die door de koning van het noorden worden overheerst, voor hem gezwicht. Dientengevolge ontvangen zij schijnbare voordelen van hem zodat zij niet worden vervolgd en hun kerkelijke aangelegenheden in het openbaar kunnen regelen.

36. Wie kan de koning van het noorden niet aldus tot afval bewegen?

³⁶ Met de heiligdomklasse, het volk dat zijn God bij zijn naam en door middel van zijn geopenbaarde Woord kent, is het echter anders gesteld. Zij zullen niet goddeloos handelen ten aanzien van Jehovah’s verbond voor het koninkrijk, in welk verbond zij als „medeërfgenamen van Christus” zijn opgenomen. Hun „burgerschap bestaat in de hemelen”. Zij zijn evenmin als Jezus een deel van deze wereld. Zij weigeren deze wereld tot hun vriend te maken, waardoor zij God tot hun vijand zouden stellen en het Koninkrijk zouden verliezen. Zij weten dat de regerende Koning, Jezus Christus, voor de „tijd van het einde” dezer wereld het volgende bevel heeft gegeven: „Dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn”. Daarom bieden zij weerstand aan de vleiende aanbiedingen die de koning van het noorden doet en blijven sterk in het geloof en in hun exclusieve toewijding jegens Jehovah God. Als Zijn getuigen voor alle natiën blijven zij het goede nieuws van het opgerichte koninkrijk Gods prediken. — Rom. 8:17; Fil. 3:20, NW; Matth. 24:14.

37. In welk opzicht zijn de leden van de heiligdomklasse verstandig, en hoe brengen zij velen tot inzicht?

³⁷ De leden van de heiligdomklasse zijn ’verstandig’ en beleidvol, zodat zij het beginsel van godvruchtige toewijding dat hun gedragslijn dient te zijn, onderscheiden. Zij handelen met inzicht en blijven in hun rechtschapenheid of onberispelijkheid jegens God wandelen. In het besef dat zij met Jehovah’s geest zijn gezalfd om te prediken, prediken zij ook inderdaad opdat zij ’velen tot inzicht mogen brengen’. Zij helpen vele mensen in te zien dat de opperste strijdvraag — die met betrekking tot de universele soevereiniteit — ten gunste van Jehovah God beslist moet worden. Aldus helpen zij velen hun standpunt aan de zijde van zijn koninkrijk in te nemen en niet meer tevergeefs ten behoeve van de wereldheerschappij door de koning van het noorden of de koning van het zuiden te werken.

38. Hoe zijn zij tot „struikelen” gebracht, en waarom?

³⁸ Dit onbuigzame standpunt voor Gods universele soevereiniteit en deze bekendmaking van het koninkrijk van zijn regerende Zoon Jezus Christus in het gebied van de koning van het noorden — of deze nu een nazistische of een communistische leider is — heeft lijden betekend. Jezus voorzei dat zijn volgelingen gedurende deze „bestemde tijd van het einde” van Satans wereld vervolging te verduren zouden hebben (Matth. 24:7-13). Daar de heiligdomklasse weigert de politieke Staat te aanbidden, heeft de koning van het noorden hen zowel in de vermomming van het nazi-regime als het communistische stelsel onbarmhartig vervolgd. Hij heeft hen doen „struikelen”. Op welke wijze? Door het „zwaard” der terechtstelling; door het „vuur” van hete openbare veroordeling, verbodsbepalingen, afbrekende publiciteit en verzengende uitingen van toorn van de zijde der overheid; „door gevangenschap” in gevangenissen, door slavenarbeid, in concentratie- en deportatiekampen, in ballingschap en in ondergrondse verblijfplaatsen, en door „beroving” doordat er zonder juiste wettige volmacht in huizen, in Koninkrijkszalen en op vergaderingen invallen zijn gedaan, waarbij bijbelse lectuur, ja Gods Woord zelf, in beslag werd genomen daar de heiligdomklasse zich met Zijn Woord voedt en het daarin opgetekende goede nieuws van redding tot hen die waarheid en rechtvaardigheid liefhebben, predikt. Deze vervolging heeft „een tijd lang” aangehouden vooral sinds de nazi-führer zich in 1933 dictatoriale macht toeëigende en ook na Hitlers dood en gedurende de dictatoriale heerschappij van de communist Stalin en tot op de huidige tijd. In Oost-Europa bevinden zich vele getuigen van Jehovah die jarenlang onder het nazi-regime vervolging te verduren hebben gehad en vervolgens na niet al te lange tijd onder communistische onderdrukking kwamen.

39. Tot wanneer zal dit struikelen volgens de voorzegging voortduren?

³⁹ De God van barmhartigheid heeft zijn verstandige heiligdomklasse geholpen door deze vervolging van de zijde van de koning van het noorden in diens gebieden alsmede door elke vervolging die hij door middel van zijn propaganda en geheime werktuigen in andere landen tegen hen kan doen ontbranden, heen te wankelen. Jehovah heeft het door zijn engel gesproken woord op liefderijke wijze vervuld: „Doch, terwijl zij struikelen, zullen zij een kleine hulp vinden; dan zullen velen zich in huichelachtigheid [met bedrieglijke vleierijen, Le] bij hen aansluiten. Sommigen van de verstandigen zullen struikelen, opdat er onder hen loutering, schifting en zuivering teweeggebracht worde, tot aan den eindtijd; want deze toeft nog tot den vastgestelden tijd” (Dan. 11:34, 35). Volgens de voorzegging zal deze vervolging voortduren totdat de koning van het noorden in Armageddon tot zijn „eindtijd” komt. Wanneer de Duivel in zijn rol van Gog van Magog al zijn krachten aanwendt om zijn laatste aanval „uit het verre Noorden” te doen, zal hij stellig de communistische koning van het noorden onder zijn aanvallende strijdkrachten hebben (Ezech. 38:1-9; 39:1, 2). Derhalve kunnen de leden van Jehovah’s heiligdomklasse verwachten dat zij tot aan die tijd onder de totalitaire, dictatoriale „koning” zullen moeten struikelen en wankelen.

40. Hoe zijn zij evenwel met „een kleine hulp” geholpen?

⁴⁰ Tot nu toe zijn zij terwijl zij aldus struikelend voorwaarts gingen, werkelijk met „een kleine hulp” geholpen. Dit is tot stand gekomen doordat nazi-Duitsland, fascistisch Italië en het keizerrijk Japan — de Asmogendheden — werden verslagen, waardoor de democratische „aarde” aldus haar „mond” opende en de „rivier” die door Satan de Duivel via dit nazistische soort van koning van het noorden was uitgebraakt, verslond (Openb. 12:15-17). Dat zij werden verslagen, droeg ertoe bij dat Jehovah’s heiligdomklasse alsmede anderen in landen die onder de heerschappij van de nazi-koning van het noorden en zijn bondgenoten waren komen te staan, in West-Duitsland, Noorwegen, Denemarken, Nederland, België, Frankrijk, Italië, de Filippijnen, Korea, Birma, Thailand, Indonesië, Malaka, Singapore, het eiland Wake, Hongkong, Griekenland, maar niet in Rusland zelf, werden bevrijd. Tevens hebben de gerechtshoven in een aantal landen beslissingen ten gunste van Jehovah’s getuigen genomen en hen van beperkende bepalingen en onderdrukkende maatregelen door de koning van het noorden of door hen die in zijn geest handelen, bevrijd. Op grote vergaderingen die van 30 juni 1956 tot en met 1 maart 1957 in 199 steden over de gehele aardbol zijn gehouden, hebben in totaal 462.936 getuigen van Jehovah een bezielend verzoekschrift aangenomen dat aan Nikolai A. Boelganin, de toenmalige premier van de Sowjet-Unie te Moskou, was gericht en waarin voor hun duizenden geestelijke broeders en zusters die in Rusland en Siberië wreed worden vervolgd, om een betere behandeling werd gevraagd. Door de overheidspersonen of gerechtshoven der sowjetregering is hierop niet gunstig gereageerd noch hebben zij enige hulp geboden. Nochtans gaf het de vervolgde slachtoffers van de koning van het noorden grote morele steun en werden zij er tevens zeer door aangemoedigd.c

41. Van wie hebben zij echter de grootste hulp ondervonden, en in welk opzicht?

⁴¹ De grootste hulp heeft de heiligdomklasse die onder de wreedheden van de koning van het noorden struikelde, van de zijde der „schapen” ondervonden die door Jezus in zijn profetie over het einde dezer wereld werden voorzegd. In tegenstelling tot de „bokken” hebben deze op schapen gelijkende mensen van goede wil met Jezus’ geestelijke broeders, die een deel van Jehovah’s heiligdom zijn, gesympathiseerd. Sinds 1931, maar in het bijzonder sinds 1935, toen in De Wachttoren van november en december de verklaring van Openbaring 7:9-17 werd gepubliceerd om deze „andere schapen” van de hemelse Herder tot inzicht te brengen en aan te moedigen, zijn zij in steeds toenemende aantallen naar voren getreden (Joh. 10:16). Zij hebben het goede nieuws van Gods opgerichte koninkrijk aanvaard en hebben de heiligdomklasse op de manieren die in Jezus’ gelijkenis van de schapen en bokken worden beschreven, geholpen (Matth. 25:31-46). Zij hebben deze hulp echter op de krachtigste wijze verleend door zich aan de goddelijke Soeverein van het universum op te dragen en door met de heiligdomklasse op vergaderingen samen te komen en hen openlijk in het veld te vergezellen door het goede nieuws van Gods koninkrijk te prediken opdat nog andere „schapen” binnengebracht mochten worden. Zij blijven — zelfs tot in de dood — met de heiligdomklasse aanbidden, met hen getuigenis geven en, zowel van de zijde van de koning van het noorden als de koning van het zuiden, getrouw lijden met hen ondergaan.

42. Hoe sluiten velen zich met bedrieglijke vleierijen ’bij hen aan’?

⁴² Velen die zich „bij hen aansluiten”, doen dit echter niet oprecht of met zuivere beweegredenen, doch door zich om zelfzuchtige redenen vol vleierij tot hen te wenden. Sommigen van dergelijke personen zijn spionnen voor de koning van het noorden gebleken. Anderen laten zich waarderend over Jehovah’s getuigen uit, maar gaan niet verder door zelf Jehovah te aanbidden en te dienen. Velen bewonderen en prijzen de getrouwheid en standvastigheid van Jehovah’s getuigen en dat zij hun rechtschapenheid handhaven, maar zijn terughoudend wanneer het erop aankomt zich aan Hem op te dragen en zijn actieve, predikende getuigen te worden. Dit brengt aan het licht dat zij die wellicht beweren „andere schapen” te zijn of die gedurende enige tijd bijbels onderricht van Jehovah’s getuigen ontvangen, thans met betrekking tot hun werkelijke toewijding aan de ware God worden beproefd. Zij dienen het zich niet ten doel te stellen om schepselen te vleien, maar om de Schepper te behagen. — Gal. 1:10.

43. Wat is Jehovah’s voornemen met het oog waarop hij toelaat dat enkelen van zijn verstandigen „struikelen”, en wat hebben de verstandigen besloten te doen?

⁴³ De God der redding heeft al deze vervolging van zijn getuigen toegestaan ten einde hen die belijden hem te zoeken en lief te hebben, te beproeven. Door de vurige beproevingen van de zijde der vervolgers en onderdrukkers smelt Jehovah degenen die zijn volk beweren te zijn, ten einde hen die slechts op schuim gelijkende afval zijn aan de kaak te stellen en weg te scheppen en zij die het zuivere, kostbare metaal vormen, openbaar te laten worden, te reinigen en te behouden. Door bemiddeling van deze oprechte personen die hun opdracht aan hem liefderijk nakomen, wordt hij als de uitverkoren Soeverein van hun leven gerechtvaardigd. Aldus heeft Jehovah toegestaan dat duizenden van zijn verstandige getuigen onder vervolging tot struikelen werden gebracht, ja zelfs zijn gevallen doordat zij als martelaar de dood hebben gevonden, ten einde de hoedanigheden van zijn overlevende getuigen te verbeteren en degenen die niet vastbesloten zijn tot het einde te volharden opdat zij gered mogen worden, te verwerpen (Matth. 24:9-13). Jehovah’s verstandigen, die de opperste strijdvraag met betrekking tot de universele soevereiniteit inzien en naar waarde schatten, hebben besloten zich tot aan het bittere einde van de koning van het noorden en zijn medevervolgers aan zulk een reiniging en witmaking door vervolging te onderwerpen. Hun beloning heeft geen einde, maar hun vijandelijke vervolger komt op de „vastgestelden tijd” tot zijn einde.

(Wordt vervolgd)

[Voetnoten]