De toekomst van de religie onder de aanval der V.N.
KAN er in alle eerlijkheid worden gezegd dat religie enkel een onschuldig, hulpeloos slachtoffer is van de voorgaande resoluties? Of hebben de V.N.-afgevaardigden alle reden om de religies van de wereld met achterdocht te bezien? Hoeveel van de religies die beweren christelijk te zijn, hebben bijvoorbeeld werkelijk geleefd naar de maatstaven die Jezus heeft gesteld? Tijdens de debatten kwamen er binnen de „Commissie inzake de Rechten van de Mens” bepaalde historische kwesties aan bod waaraan een eerlijk persoon zeker niet voorbij kan gaan.
In 1973 betoogde bijvoorbeeld de afgevaardigde van de Sovjet-republiek Oekraïne dat de „geschiedenis vol onderdrukking, kruistochten en bloedvergieten van de ene religie tegenover de ander is geweest . . . uitgevoerd door personen van een ander geloof”. En een Arabische afgevaardigde wees erop dat in de achttiende eeuw „de handel altijd op de voet werd gevolgd door de bijbel en de vlag”9 van hebzuchtige uitbuiters. Andere afgevaardigden gaven uiting aan dezelfde gereserveerde gevoelens ten aanzien van religieuze wantoestanden.
Maar niet alleen het Sovjet-blok en enkele anderen spraken hierover. Ook de Nederlandse vertegenwoordiger gaf bijvoorbeeld toe dat „de zending zich soms op betreurenswaardige wijze had misdragen en dat er bindingen hadden bestaan tussen de christelijke kerken en het kolonialisme”.10 En tijdens het debat in 1975 erkende de Franse afgevaardigde dat ’in de geschiedenis van Frankrijk, de protestanten door de katholieken waren vervolgd en dat als gevolg daarvan, er nog steeds een haat tussen volken en natiën bestond’.11
Gaan de hedendaagse religies vrijuit?
Zijn thans gewelddadige religieuze gevoelens door moderne invloeden en de verlichting verdwenen? Twee redactionele cartoons in veelgelezen bladen gaven daarop het antwoord:
Op een van de cartoons is de dood te zien als de grimmige, wrede oogster, met op zijn zwarte habijt de woorden: „Religieuze slachting”, en onder zijn slachtoffers de tekst: „De beste eeuw sinds mensenheugenis.”
De andere illustratie, die een Pulitzer-prijs won, is een afbeelding van de tragische slachting in Libanon, waar de strijders elkaar boven het geratel van hun vuurwapens toeroepen: „Hier, namens Allah!” „Daar heb je er een van de heilige maagd!” „Pak aan, van Mohammed!” „Hier, namens Jezus!”
Maar Libanon staat niet alleen. „Het is een treurige waarheid”, zo schrijft C. L. Sulzberger, deskundige op het gebied van buitenlandse zaken van de New York Times, „dat waarschijnlijk de helft of meer van de oorlogen die nu op aarde worden uitgevochten, openlijke religieuze conflicten zijn, of met religieuze disputen te maken hebben”.12 En ook G. W. Cornell van het persbureau Associated Press liet zich de opmerking ontvallen dat „de religies van de wereld, wel vrede, gerechtigheid en liefde leren”, maar „nog altijd in de meeste belangrijke wereldconflicten een rol spelen”.13
Denkt u maar, behalve aan de moslim-christen-tragedie in Libanon, aan enkele van de volgende, met religie verband houdende conflicten, die twee rubriekschrijvers opstelden om hun beschuldigingen kracht bij te zetten:
Noord-Ierland — katholieken tegen protestanten
Midden-Oosten — joden tegen moslims
Cyprus — Grieks-Orthodoxen tegen moslims
Filippijnen — moslims tegen katholieken
In Ethiopië zijn de moslims van Eritrea in oorlog met de Koptische katholieken. En niet lang geleden sprak de voormalige Libanese premier in heftige afkeuring: „Wanneer de Islam moord toestaat, wil ik geen Moslim zijn. En wanneer het Christendom zijn goedkeuring hecht aan doden, ben ik tegen het Christendom.”14 Stellig dragen religies die God zo’n slechte naam bezorgen, een zware verantwoordelijkheid.
Hoe kan een eerlijk persoon de rol die deze religies bij dit alles hebben gespeeld, over het hoofd zien? Heeft religie niet altijd oorlogen en bloedvergieten oogluikend toegelaten of zelfs bevorderd en daarmee de wereldvrede en veiligheid in gevaar gebracht? Toch is men volgens de heer Sulzberger van de New York Times geneigd bij het nagaan van de „oorzaken van oorlog”, religieuze gevoelens „over het hoofd te zien”. Vandaar zijn vraag: „Is dit bijvoorbeeld geen speciaal onderzoek in de V.N. waard?”
Kunnen we weten wat er zal gebeuren?
Zal de V.N. ooit aandacht gaan schenken aan de rol die de wereldreligie bij het verlies van wereldvrede en veiligheid heeft gespeeld, zoals rubriekschrijver Sulzberger suggereert? Slechts de tijd zal het leren. Maar welke toekomstige activiteit de V.N. ook zal ondernemen, het met geweld bezoedelde geschiedenisbericht van de wereldreligie zal niet ten gunste van haar spreken.
Uit andere bron is echter wel met zekerheid vast te stellen hoe de toekomst van de religie onder invloed van de V.N. zal zijn. Wist u bijvoorbeeld dat bijna negentien eeuwen geleden het bestaan van een samengesteld politiek lichaam, nu bekend als de V.N., nauwkeurig is voorzegd? Ja, dat zelfs het feit dat het zou worden voorafgegaan door een soortgelijk lichaam, de Volkenbond, werd aangegeven?
Zonder twijfel zal u dat vergezocht in de oren klinken. Maar oordeel niet te snel en beschouw de feiten. De meeste inlichtingen hierover zult u in hoofdstuk 17 van het bijbelboek Openbaring aantreffen. Zoals u weet gebruikt dit boek tal van symbolen om toekomstige gebeurtenissen af te schilderen. En merk dan op wat in de verzen 3, 10 en 11 wordt beschreven: een symbolisch, zevenkoppig, tienhoornig „wild beest”, dat een „achtste koning” afbeeldt, die na een reeks van zeven andere „koningen” op het wereldtoneel zou verschijnen. Wie of wat zijn al deze koningen?
Vers 10 vermeldt in verband met die „zeven koningen”: „Vijf zijn gevallen, één is er, de andere is nog niet gekomen”, hetgeen een interessant gegeven is, omdat ten tijde dat het boek Openbaring werd geschreven, vijf historische wereldmachten die verband hielden met de bijbelse geschiedenis, waren „gevallen”: Egypte, Assyrië, Babylon, Medo-Perzië en Griekenland; en dat de zesde of Romeinse wereldmacht, de „koning” was die toen nog bestond.
En in overeenstemming met de voorzegging is er vanaf de tijd van het Heilige Roomse Rijk, tot aan de Brits-Amerikaanse dualistische wereldmacht, die de zevende „koning” werd, geen andere koning meer gekomen. Vers 11 vervolgt: „En het wilde beest dat was maar niet is, is ook zelf een achtste koning, maar spruit voort uit de zeven.” Op wat voor wijze spruit deze „achtste koning” voort uit de zeven? Kennelijk vormt hij een samengestelde of samengevoegde organisatie, die de levende overblijfselen van de voorgaande wereldmachten in zich verenigt. Hoe goed past de Volkenbond en zijn opvolger de V.N. in dit beeld! Maar er is meer.
De profetie vertelt ons dat dit samengestelde beest ’was maar niet is, en toch op het punt staat uit de afgrond op te stijgen’ (vs. 8, 11). En beschrijft dat niet exact wat er met de Volkenbond is gebeurd? Deze verdween tijdens de periode van de Tweede Wereldoorlog als het ware in een „afgrond” en kwam later weer als de Verenigde Naties terug — precies zoals de bijbel had voorzegd. Maar hoe is het lot van de religie met dit alles verbonden?
Het lot van de religie
Wel, in vers 3, waar dit uit vele natiën bestaande „wilde beest” voor het eerst wordt genoemd, komt naar voren dat er „een vrouw” op is te zien. Wie is deze vrouw? De omliggende verzen maken haar identiteit duidelijk. Vers 2 vermeldt bijvoorbeeld dat de „koningen der aarde” met haar „hoererij” hebben bedreven en dat „zij die de aarde bewonen”, „dronken werden gemaakt van de wijn van haar hoererij”. Vers 6 merkt zelfs op dat zij „dronken is van bloed” zodat die bloedvergieting kennelijk ook betrokken is bij het „dronken” maken van de bewoners der aarde.
Nu, welk deel van de menselijke samenleving staat algemeen bekend om haar ongeoorloofde inmenging in de politieke aangelegenheden van de „koningen der aarde”, zodat ze als het ware ’hoererij’ met hen bedrijft? Van wie is de politieke invloed zo groot dat degenen „die de aarde bewonen”, als het ware „dronken” zijn van de gevolgen, waaronder ook bloedvergieten?
Zijn het niet enkel de huichelachtige religieuze systemen van de wereld die aan deze beschrijving voldoen? Hun geschiedenis van politieke inmenging en zinloos bloedvergieten kan door alle eerlijke mensen beschouwd worden. En de wereld waggelt zelfs nu nog als een „beschonkene” onder de gevolgen van religieuze of met religie verband houdende conflicten.
Zal de steeds slechter wordende reputatie van de religies der wereld wat het verstoren van de wereldvrede en veiligheid betreft, uiteindelijk een rol gaan spelen bij wat er met hen gaat gebeuren? Zal die reputatie van doorslaggevende betekenis worden? Misschien wel, misschien niet. Hoe het echter ook zal gaan, God zal de aangelegenheden zo leiden dat de politieke „koningen” de hoererende valse religie moe zullen worden en de religie met verwoestende gevolgen zullen treffen: „En de tien horens die gij gezien hebt, en het wilde beest, die zullen de hoer [de ’vrouw’] haten en zullen haar woest en naakt maken, en zij zullen haar vleesdelen opeten en haar geheel met vuur verbranden. Want God heeft het hun in het hart gegeven” (vs. 16, 17). Dit voorspelt een toekomstige totale aanval op de religieuze systemen van de wereld, uitgevoerd door de V.N., het „wilde beest”, en de symbolische „tien horens”. Wie zijn deze laatsten?
De profetie antwoordt dat de „tien horens” overeenkomen met „tien koningen”, die „voor één uur autoriteit als koningen met het wilde beest” ontvangen en die „hun kracht en autoriteit” aan „het wilde beest” geven (vs. 12, 13). Aangezien de bijbel in symbolische taal het getal „tien” vaak op volledigheid laat duiden (zoals tien vingers en tien tenen), moeten de „tien koningen” hier het complete aantal natiën vertegenwoordigen die voor een korte tijd („één uur”) te zamen met de V.N. regeren en er hun „autoriteit” aan geven. Kennelijk zullen deze natiën, te zamen met de V.N., de hoerachtige religies voldoende gaan „haten” om er iets tegen te ondernemen. Zij zullen de religieuze stelsels „woest en naakt” maken en „geheel met vuur verbranden” ofwel volledig vernietigen.
Daarna zullen echter ook het „wilde beest” en de „tien horens” hun langste tijd hebben gehad. De profetie onthult dat alle natiën der aarde verantwoording zullen moeten afleggen voor hun lange bericht van politieke onderdrukking en hun verwerping van Gods rechtmatige regering onder zijn aangestelde koning: Zij zullen „strijden tegen het Lam [Jezus Christus], maar het Lam zal hen overwinnen, omdat hij Heer der heren en Koning der koningen is”. Uiteindelijk zullen dus ook de V.N. (het „wilde beest”) en de „tien koningen” ’de vernietiging tegemoet gaan’. — Openb. 17:8, 11, 14; vergelijk Daniël 2:44.
Wat betekent dit? Wel, wanneer deze profetie in de toekomst even nauwkeurig in vervulling zal blijven gaan, het volgende: dat alleen buiten de wereldreligies en de politieke systemen van de wereld veiligheid zal bestaan. Hoe is het echter mogelijk zich daarbuiten te bevinden? Toen Jezus op aarde was, zei hij over zijn ware volgelingen: „Zij zijn geen deel van de wereld, evenals ik geen deel van de wereld ben.” Terzelfder tijd bad hij echter of God ’hen niet uit de wereld wilde nemen, maar over hen wilde waken’. — Joh. 17:14-16.
En hoe onwaarschijnlijk het ook lijkt, toch zijn er heden ten dage mensen die werkelijk overeenkomstig dit beginsel leven. In Libanon wonen bijvoorbeeld 1800 Getuigen van Jehovah, die volledig neutraal zijn gebleven ten aanzien van zowel de religieuze als politieke aspecten van het daar heersende conflict. En zo is de houding van al hun medegelovigen, waar ook ter wereld. Herhaaldelijk zijn zij aan de dood ontsnapt, omdat ze zowel bij „christenen” als moslims bekendstaan als studenten van de bijbel die geen partij kiezen bij politiek of religieus bloedvergieten. Hetzelfde geldt voor de Getuigen in Ierland en alle andere landen. Zij willen Gods wil doen, en zijn derhalve „geen deel” van enig conflict.
Wellicht dat dit sommigen wat te idealistisch in de oren klinkt. Maar bedenk, dat wanneer de profetie in Openbaring zijn gestadige, en nauwkeurige gang der vervulling blijft vervolgen, het kennen en doen van Gods wil de enige realistische levenswijze is. Het naderende einde van zowel de V.N. als de religies van de wereld onderstrepen dit maar al te duidelijk. „De wereld gaat . . . voorbij”, zegt de bijbel, „maar wie de wil van God doet, blijft in eeuwigheid.” Jehovah’s Getuigen zullen u graag helpen nu Gods wil te leren kennen. — 1 Joh. 2:17.
Verwijsbronnen
1. V.N.-documenten A/C.3/L.2006 tot 2014.
2. Idem, E/CN.4/L.1338. blz. 4.
3. Idem, blz. 5.
4. 230 Words Toward Religious Freedom, H. A. Jack, blz. 10.
5. V.N.-document E/CN.4/L.1338, blz. 4.
6. Idem, E/CN.4/L.1327, blz. 2.
7. Idem, E/CN.4/SR.1369, blz. 7.
8. Idem, blz. 8.
9. Idem, A/C.3/L.2006 tot 2014.
10. Idem.
11. H. A. Jack, in het geciteerde werk.
12. New York Times, 24 januari 1976, blz. 27.
13. The Express, 3 april 1976, blz. 5.
14. Oregon Journal, 29 november 1975, blz. 4.
[Illustratieverantwoording op blz. 8]
Met welwillende toestemming van Wil-Jo Associates, Inc., en Bill Mauldin
[Illustratieverantwoording op blz. 9]
Met toestemming van Tony Auth van de „Philadelphia Inquirer”