-
ScheppingInzicht in de Schrift, Deel 2
-
-
Treffend zegt Psalm 33:6: „Door het woord van Jehovah werden de hemelen zelf gemaakt, en door de geest van zijn mond heel hun heerleger.” Terwijl de aarde nog „vormloos en woest” was en er „duisternis op het oppervlak van de waterdiepte” lag, bewoog Gods werkzame kracht zich heen en weer over de oppervlakte van de wateren (Ge 1:2). God gebruikte dus zijn werkzame kracht, of „geest” (Hebr.: roeʹach), om zijn scheppingsvoornemen te verwezenlijken.
-
-
ScheppingInzicht in de Schrift, Deel 2
-
-
Genesis 1:1, 2 heeft betrekking op een tijd vóór de zes bovengenoemde „dagen”. Toen deze „dagen” begonnen, bestonden de zon, de maan en de sterren al, want hun schepping wordt in Genesis 1:1 vermeld. Maar vóór deze zes „dagen” van scheppingsactiviteit ’bleek de aarde vormloos en woest te zijn en lag er duisternis op het oppervlak van de waterdiepte’ (Ge 1:2). Blijkbaar was de aarde nog met een windsel van wolkenlagen omgeven, waardoor verhinderd werd dat het licht het aardoppervlak bereikte.
-