De toekomst van de religie gezien haar verleden
Deel 2: 2369-1943 v.G.T. — Een jager, een toren en u!
„Er is slechts één religie, ofschoon er wel honderd versies van zijn.” — George Bernard Shaw, Iers toneelschrijver (1856-1950)
BIJ de schepping van de mens, en ook na de vloed in Noachs dagen, was er inderdaad slechts één religie. ’Waarom zijn er dan’, zo vraagt u zich misschien af, ’thans honderd — en nog meer — versies van?’
Om daarachter te komen, richten wij onze aandacht op Nimrod, een van Noachs achterkleinzonen. Over hem zegt de bijbel: „Hij maakte er een begin mee een geweldige te worden op de aarde. Hij deed zich kennen als een geweldig jager gekant tegen Jehovah. . . . Het begin van zijn koninkrijk werd Babel en Erech en Akkad en Kalne, in het land Sinear. Van dat land trok hij naar Assyrië en ondernam de bouw van Ninevé en Rehoboth-Ir en Kalah.” — Genesis 10:8-11.
Daar Nimrod ’er een begin mee maakte een geweldige te worden op de aarde’, begon hij klaarblijkelijk met iets nieuws. Maar wat was dat? De woorden „het begin van zijn koninkrijk” zetten ons op het spoor. Als Nimrod een koninkrijk had, moet hij een koning, een heerser, geweest zijn. In het Duitse commentaar op de bijbel door dr. August Knobel wordt hij dan ook terecht „de eerste heerser na de Vloed” genoemd en wordt verklaard dat er voordien niemand zoals hij bestaan had. De Willibrordvertaling geeft Genesis 10:8 dan ook weer met: „Deze was de eerste machtige heerser op aarde.”
Nimrod verzette zich daarmee tegen de Schepper, wiens bedoeling het nooit geweest was dat mensen over elkaar zouden regeren. En toen ’hij naar Assyrië trok’, begon Nimrod zijn politieke rijk uit te breiden, mogelijk gewapenderhand. Als dit inderdaad zo is, dan werd hij daardoor niet alleen „een geweldig jager” op dieren maar ook op mensen.
Is er werkelijk een Nimrod en werkelijk een toren geweest?
„Geleerden hebben, overigens zonder succes, gepoogd”, zegt Collier’s Encyclopedia, „om Nimrod te vereenzelvigen met een aantal koningen, helden of godheden uit de oudheid, onder wie Merodach (Mardoek), een Assyrisch-Babylonische god; Gilgamesj, een Babylonische held bekend als jager; en Orion, een jager uit de klassieke mythologie.” Een Duits naslagwerk geeft derhalve toe dat wij in werkelijkheid „niets meer over hem weten dan wat het bijbelverslag ons biedt”.
Niettemin heeft Nimrod wel degelijk bestaan. Hij wordt in de Arabische overleveringen genoemd. Zijn naam komt als Nimroed voor in de namen van plaatsen in het Nabije Oosten. Sumerisch-Akkadische leerdichten spreken over zijn heldendaden. En de joodse geschiedschrijver Josephus noemt hem bij naam.
Omdat Nimrods politieke stelsel bedoeld was ter verdringing van Gods rechtmatige heerschappij over de mensheid, kreeg het religieuze nuances. De mensen gingen „een toren waarvan de top tot in de hemel reikt” bouwen om ’zich een beroemde naam te maken’, niet om Gods naam te eren. — Genesis 11:4.
Hoewel archeologen niet in staat zijn geweest oude ruïnes definitief als Nimrods Toren van Babel te identificeren, hebben zij wel ruim twintig blijkbaar soortgelijke bouwwerken in Mesopotamië gevonden. Dit type toren was in feite kenmerkend voor de plaatselijke tempelarchitectuur. Het boek Paths of Faith zegt dat de Babylonische tempels „als middelpunt een zigurrat hadden, een piramidevormig bouwwerk met bovenop een cultusvertrek”. Het voegt eraan toe: „Net als andere religieuze bouwwerken, van de piramiden van Egypte tot de stoepa’s van India of de pagoden van de boeddhistische wereld, was de zigurrat . . . waarschijnlijk een verre voorouder van de kerk met één of meer torens.”
De Duitse archeoloog Walter Andrae heeft in het begin van de twintigste eeuw uitgebreide opgravingen in dit gebied verricht. Het cultusvertrek boven op de zigurrat, zo schreef hij, werd beschouwd als „de poort . . . waardoor de God des hemels afdaalt langs de trap van de zigurrat om zijn aardse woonplaats te bereiken”. Geen wonder dat de inwoners van Babel beweerden dat de naam van hun stad „Poort van God” betekende, afgeleid van Bab (poort) en iloe (God).
Er zijn echter nog meer redenen om niet te twijfelen aan het bijbelverslag over Nimrod en zijn toren, zoals wij zullen zien.
Verregaande consequenties die u aangaan
Nimrod, de eerste die godsdienst met politiek vermengde, gaf het voorbeeld voor alle volgende verbintenissen van dien aard. Zou het Gods goedkeuring hebben? Het later in de bijbel vermelde beginsel dat ’een goede boom geen waardeloze vruchten kan dragen noch een rotte boom voortreffelijke vruchten’ zou hier toegepast worden. — Matthéüs 7:18.
Oorspronkelijk spraken alle bewoners van de aarde dezelfde taal.a Maar toen Nimrod en zijn aanhangers deze toren in Babel gingen bouwen, maakte God zijn ongenoegen kenbaar. Wij lezen: „Bijgevolg verstrooide Jehovah hen vandaar over de gehele oppervlakte der aarde, en geleidelijk staakten zij de bouw van de stad. Daarom werd haar naam Babel [van ba·lalʹ, dat „verwarren” betekent] genoemd, omdat Jehovah daar de taal van de gehele aarde had verward” (Genesis 11:1, 5, 7-9). Wat moeten de bouwers gefrustreerd zijn geweest toen zij plotseling niet in staat waren te bespreken wat er was gebeurd, laat staan dat zij het eens werden over het waarom ervan! Ongetwijfeld werden er veel theorieën geopperd, waarvan de verscheidenheid nog werd vergroot door het onvermogen van de taalgroepen om met elkaar van gedachten te wisselen.
Toen deze groepen zich naar verschillende delen van de aarde verspreidden, namen zij natuurlijk hun religieuze theorieën mee. Na verloop van tijd werden deze ideeën, hoewel ze fundamenteel gelijk waren, gekleurd door plaatselijke tradities en gebeurtenissen. Van „slechts één religie” kwamen er al spoedig „wel honderd versies van”. Het is duidelijk dat dit eerste experiment op het gebied van religieus-politieke activiteit slecht afgelopen is.
De gevolgen ervan zijn na al die eeuwen nog voelbaar, ook voor u, iets wat u zult beseffen als u ooit geprobeerd hebt met iemand van een ander geloof over godsdienst te praten. Zelfs gewone religieuze woorden als „God”, „zonde”, „ziel” en „dood” betekenen voor allerlei mensen iets anders. Terecht zei de Engelse geleerde John Selden 300 jaar geleden: „Goedbeschouwd zou u nauwelijks ergens drie [personen] vinden die op alle punten dezelfde godsdienst toegedaan zijn.” Dit is de erfenis die de mensheid ten deel is gevallen, en dat allemaal vanwege die machtige jager van lang geleden die, omdat hij niet de zegen van de Schepper genoot, zijn toren niet kon voltooien.
Wat wij van Babel hebben overgehouden
„Geen van de godsdiensten die wij kennen, kan zo veel goden aandragen als de Sumerisch-Assyrisch-Babylonische”, beweert de schrijfster Petra Eisele. Zij spreekt van 500 goden en merkt op dat sommige van de uitgebreidere lijsten wel 2500 namen bevatten. Uiteindelijk, na verloop van tijd, „hebben de officiële theologen van Babylon de hiërarchie van de goden min of meer definitief vastgesteld en ze in triaden ingedeeld”, zegt de New Larousse Encyclopedia of Mythology. Eén voorname triade van goden bestond uit Anoe, Enlil en Ea. Een andere bestond uit de astrale goden Sin, Sjamasj en Isjtar, ook bekend als Astarte, de moedergodin, gemalin van Tammuz.
Mardoek, Babylons oppergod, later Enlil of Bel genoemd, was een oorlogsgod. Paths of Faith schrijft dat dit „een religieuze erkenning betekende van het historische feit dat de Babylonische dienaren van de goden zich in toenemende mate met oorlog gingen bezighouden”. Een geweldig jager zoals Nimrod, die mens en dier belaagde, zou logischerwijs een oorlogsgod aanbidden, niet „de God van liefde en van vrede” over wie de bijbel spreekt. — 2 Korinthiërs 13:11.
De Babylonische en Assyrische goden waren verbazend „menselijk”; zij kenden dezelfde behoeften en hartstochten als stervelingen. Dit leidde tot de ontwikkeling van religieuze riten en gebruiken, tempelprostitutie bijvoorbeeld, die zeker niet als van goddelijke oorsprong beschouwd konden worden.
Tovenarij, exorcisme en astrologie maakten ook deel uit van Babylons religie. Petra Eisele beweert dat „het heel goed mogelijk is dat de westerse obsessie voor heksen . . . van Chaldeeuwse oorsprong is”. En de Babyloniërs maakten verbazingwekkende vorderingen in de studie van de astronomie doordat zij uit de sterren de toekomst trachtten te lezen.
De Mesopotamiërs geloofden ook in de onsterfelijkheid van de menselijke ziel. Dit gaven zij te kennen door de doden voorwerpen in het graf mee te geven om die in het hiernamaals te gebruiken.
Sta nu eens een ogenblik stil bij enkele van de grote godsdiensten van deze tijd. Kent u er die leren dat de menselijke ziel onsterfelijk is, die leren dat God een drieëenheid van drie goden in één is, die immoraliteit onder hun leden zo maar toelaten, die zich mengen in de politiek, of die leden hebben die hun leven liever aan een oorlogsgod offeren dan aan de God van vrede? Zo ja, dan hebt u de hedendaagse met dochters te vergelijken organisaties van Babel herkend, die nog steeds vasthouden aan religieuze overblijfselen uit de dagen van de toren van Nimrod. Terecht wordt in de bijbel de naam „Babylon” gebruikt als aanduiding voor het hele wereldrijk van valse religie. — Zie Openbaring hfdst. 17 en 18.
Natuurlijk vielen niet alle mensen die na de Vloed leefden ten prooi aan Babylonische religieuze verwarring. Abraham bijvoorbeeld, die tien generaties na Noach werd geboren, bleef de ware aanbidding trouw. God sloot een verbond met deze nakomeling van Sem en beloofde hem in Genesis 22:15-18 dat in samenhang met de ene ware religie alle families der aarde gezegend zouden worden. Dit verbond werd kennelijk van kracht in 1943 v.G.T., wat betekende dat de scheidingslijnen tussen de ’slechts ene ware religie’ en de „honderd versies” van de valse religie nu scherper zouden worden. Spoedig zou er een veelbetekenende confrontatie tussen de twee plaatsvinden. Lees daarover in deel drie in de volgende uitgave van Ontwaakt!: „Egypte — slagveld der goden”.
[Voetnoten]
a The New Encyclopædia Britannica zegt: „De vroegste vermeldingen van geschreven taal, de enige taalkundige fossielen die de mens kan hopen te bemachtigen, gaan niet verder terug dan ongeveer 4000 à 5000 jaar.” Deze tijdsruimte klopt goed met wat de bijbelse chronologie toelaat.
[Kader op blz. 21]
Legenden die overeenkomst vertonen met het bijbelverslag
Mensen in Noord-Birma geloven dat iedereen oorspronkelijk „in één groot dorp woonde en één taal sprak”. Toen begonnen zij een toren naar de maan te bouwen, waarvoor het nodig was dat zij op verschillende niveaus van de toren werkten zodat zij het contact met elkaar kwijtraakten. Zij „kregen geleidelijk uiteenlopende gewoonten en gebruiken en gingen op verschillende manieren spreken”. De Jenisej-Ostjaken uit Noord-Siberië zeggen dat de mensen bij een vloed het leven er afbrachten door zich op boomstammen en vlotten te laten drijven. Maar een sterke noordenwind verspreidde hen, zodat „zij na de vloed verschillende talen begonnen te spreken en verschillende volken gingen vormen”. — „The Mythology of All Races”.
De vroege Azteken leerden dat „na de Vloed een reus een kunstmatige heuvel bouwde die tot in de wolken reikte, waardoor hij de goden kwaad maakte, die vuur of een steen uit de hemel naar beneden wierpen”. Volgens de Maya hielp Votan, de eerste mens, bij de bouw van een kolossaal huis dat tot in de hemel reikte, wat de plaats bleek te zijn „waar God elke stam een eigen taal gaf”. En de Maidu-Indianen uit Californië beweerden dat „tijdens een begrafenisceremonie [alle mensen] plotseling in verschillende talen begonnen te spreken”. — „Der Turmbau von Babel”.
Legenden zoals deze verlenen geloofwaardigheid aan de bewering van de schrijver dr. Ernst Böklen dat „het uiterst waarschijnlijk is dat Genesis 11 en aanverwante verhalen die van andere volken stammen, op feitelijke historische herinneringen gebaseerd zijn”.
[Kader op blz. 22]
Stamt het kruis uit Babylon?
„Babylonië”, „Chaldea” en „Mesopotamië” zijn allemaal aanduidingen voor in grote lijnen hetzelfde gebied: het huidige Irak. Julien Ries van de Université Catholique de Louvain-la-Neuve in België schrijft: ’Het kruis is aanwezig in de oude culturen van Azië, Europa, Noord-Afrika en Amerika, [met inbegrip van] Mesopotamië, [waar] het kruis met vier gelijke armen het symbool is voor de hemel en de god Anoe.’ De „Expository Dictionary of New Testament Words” is specifieker en zegt dat het kruis „zijn oorsprong [vond] in het oude Chaldea, en werd . . . gebruikt als het symbool van de god Tammuz (omdat het kruis de vorm had van de mystieke Tau, de eerste letter van zijn naam)”. Het kruis is dus duidelijk van voorchristelijke oorsprong. Sommigen hebben de gedachte geopperd dat Tammuz, ook Doemoezi genoemd, oorspronkelijk een koning was en na zijn dood werd vergoddelijkt. Zo schrijft O. R. Gurney in de „Journal of Semitic Studies”: „Doemoezi was oorspronkelijk een man, een koning van Erech.” Zou dit mogelijk een aanduiding kunnen zijn voor Nimrod, van wie de bijbel zegt: „Het begin van zijn koninkrijk werd Babel en Erech”? (Genesis 10:10) Op het moment is het niet mogelijk dat met zekerheid vast te stellen.
[Illustratie op blz. 23]
Overblijfselen van Mesopotamische zigurrats ondersteunen het bijbelverslag over de Toren van Babel