Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g88 22/5 blz. 25-27
  • Geloof bewoog hem tot daden!

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Geloof bewoog hem tot daden!
  • Ontwaakt! 1988
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • De reactie op de oproep
  • Van Ur naar Haran
  • De Eufraat over
  • Abraham — Een voorbeeld van geloof
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2001
  • ’De vader van allen die geloof hebben’
    Volg hun geloof na
  • Heb een geloof als dat van Abraham!
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2001
  • Abram
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
Meer weergeven
Ontwaakt! 1988
g88 22/5 blz. 25-27

Geloof bewoog hem tot daden!

HALVERWEGE tussen de Perzische Golf en de stad Bagdad bevindt zich een onooglijke hoop bakstenen die daar, als was het een eenzame schildwacht, uitziet over een uitgestrekte dorre woestijn. Gegeseld door stofstormen en geblakerd door een vijandige zon, staan de sombere ruïnes daar in een grimmige stilte die slechts af en toe wordt verbroken door het gehuil van een nachtdier. Dit is alles wat er over is van de eens zo machtige stad Ur.

Maar ga eens vier millennia terug in de tijd. Daar, op wat toen de oostelijke oever van de Eufraat was, ligt de welvarende stad Ur! Langs de kronkelende straten liggen stralend witte huizen en winkels. In de bazaars klinkt het loven en bieden waarmee kooplieden en klanten het eens proberen te worden over de prijzen. Arbeiders zwoegen dag en nacht om de golvende bundels wol tot melkwitte garens te spinnen. Slaven komen de krakende loopplanken van schepen af, gebogen onder het gewicht van geïmporteerde schatten.

Al deze bedrijvigheid speelt zich af in de schaduw van een hoog oprijzende zigurrat die het stadsbeeld domineert. Aanbidders komen naar dit heiligdom om eer te betonen aan een godheid die geacht wordt Ur welvaart gebracht te hebben — de maangod Nanna of Sin.

Voor één man echter is de geur van slachtoffers die boven op deze massieve piramide worden gebracht een onheilige stank. Zijn naam is Abram (later Abraham). Het is mogelijk dat zijn vader, Terah, eens heeft meegedaan aan deze afgoderij. (Vergelijk Jozua 24:2, 14, 15.) Maar nu heeft Abram de ware God, Jehovah, leren kennen. Hoe? Blijkbaar door contacten met Sem, de bejaarde overlevende van de vloed in Noachs tijd.

Abram toont al spoedig dat zijn geloof in Jehovah niet passief is. Op de een of andere manier ’verschijnt’ God nu aan Abram (Handelingen 7:2-4). Jehovah geeft hem de opdracht: „Trek weg uit uw land en van uw bloedverwanten vandaan en uit het huis van uw vader, naar het land dat ik u zal tonen; en ik zal u tot een grote natie maken en u zegenen en ik wil uw naam groot maken; en bewijs een zegen te zijn. En ik zal stellig zegenen wie u zegenen, en wie kwaad over u afsmeekt, zal ik vervloeken, en alle families van de aardbodem zullen zich stellig door bemiddeling van u zegenen.” — Genesis 12:1-3.

De reactie op de oproep

Het welvarende Ur der Chaldeeën verlaten? Sommige huizen in Ur zijn nota bene prachtige uit baksteen opgetrokken woningen van twee etages rond een centrale binnenplaats en hebben wel veertien kamers! Geen wonder dat de Franse historicus Henri Gaubert dacht dat Abram slechts een nomade was en hij het moeilijk te geloven vond dat hij een „huis in Ur” had kunnen verlaten „waarvan de kamers voorzien waren van bedden en kussens, zijn comfortabele woning, koel in de zomer en warm in de winter, zijn goedgevulde kelder, zijn bron met koel zuiver water”. Dit alles vaarwelzeggen om als een nomade te gaan leven? Niet te geloven!

En hoe staat het met Abrams familieleden, van wie er sommigen achter zouden blijven? In het Midden-Oosten zijn zulke banden zo sterk dat verbanning uit de familie neerkomt op een doodvonnis. Hoe kan er van Abram verwacht worden dat hij dit alles achter zal laten voor louter beloften? Ja, hoe zal God deze man — die nog kinderloos is — tot „een grote natie” maken? Waar ligt dit beloofde land?

Abram is echter een man met geloof en hij heeft een „verzekerde verwachting van dingen waarop wordt gehoopt” (Hebreeën 11:1). Hij weet door gebeurtenissen uit het verleden — zoals de wereldomvattende Vloed — dat Gods woord altijd uitkomt. Het stoort Abram niet dat hij niet precies weet hoe, wanneer of waar die goddelijke beloften vervuld zullen worden. Voor hem zijn een prachtig huis, een zeker bestaan en zelfs familiebanden niet half zo waardevol als Jehovah’s vriendschap. Voor Abram komt dan ook maar één beslissing in aanmerking: God gehoorzamen en Ur verlaten!

Beweegt uw geloof u eveneens tot daden? Vaak worden wij aangemoedigd ons aandeel aan de prediking te vergroten. Sommigen doen dit door volle-tijdverkondigers van het Koninkrijk te worden. Maar schrikken sommige christenen daarvoor terug omdat zij heimelijk twijfelen aan Gods belofte dat hij zal voorzien in de behoeften van hen die eerst het Koninkrijk zoeken? (Matthéüs 6:33) Abrams geloof bewoog hem tot daden. Hij zette zijn toekomst in op Gods beloften!

Van Ur naar Haran

Abram is niet alleen als hij vertrekt. Zoals veel van Jehovah’s Getuigen in deze tijd dat doen, deelt hij Gods waarheden ongetwijfeld met zijn familieleden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Abrams vrouw Sarai en een neef, de wees Lot, er eveneens toe bewogen worden gehoor te geven aan Gods oproep.a Ja, zelfs Abrams vader, Terah — van wie sommigen denken dat hij een vervaardiger van afgodsbeelden is geweest — vertrekt eveneens! — Genesis 11:31.

Ten slotte staan Abrams familie en kudden buiten de muren van Ur. Het sein tot vertrek wordt gegeven en de karavaan zet zich als een ordelijke stoet in beweging. Via een weg die langs de oostzijde van de Eufraat loopt, trekken zij voort onder een brandende zon, waarschijnlijk lopend en rijdend bij de klank van de rinkelende bellen die om de nek van hun kamelen hangen.

In noordwestelijke richting gaat de reis; zij volgen de kromming van de Eufraat. Na vele, vele dagen hebben zij 960 kilometer afgelegd. De vermoeide reizigers zijn opgewonden als zij de bijenkorfvormige hutten rond de stad Haran in het oog krijgen. Het is een belangrijke halteplaats voor karavanen. — Genesis 11:31.

De Eufraat over

Abram vestigt zich in Haran, kennelijk uit consideratie met de bejaarde Terah. Maar met Jehovah’s zegen wordt Abram zeer rijk. (Vergelijk Prediker 5:19.) Hoe vaak voorziet God thans op soortgelijke wijze in de stoffelijke behoeften van degenen die ’huizen, broers of zusters verlaten’ ter wille van het Koninkrijk! — Markus 10:29, 30.

In Haran blijkt Abram ook ’zielen te verwerven’ — een aantal dienstknechten (Genesis 12:5). De Targoem Jeroesjalmi en de Chaldeeuwse Parafrase zeggen dat hij hen tot proselieten maakte of ’hen aan de wet onderwierp’. (Vergelijk Genesis 18:19.) Ja, zijn geloof beweegt hem ertoe tot anderen te prediken, net zoals Jehovah’s Getuigen dat in deze tijd doen.

„De dagen van Terah werden tweehonderd vijf jaar. Toen stierf Terah in Haran” (Genesis 11:32). Abram heeft verdriet om het overlijden van zijn vader. Als de rouwperiode echter verstreken is, maakt hij opnieuw plannen om te vertrekken. „Abram was vijfenzeventig jaar oud toen hij uit Haran wegtrok.” — Genesis 12:4.

„Zo nam Abram zijn vrouw Sarai en Lot, de zoon van zijn broer, en alle have die zij vergaard hadden en de zielen die zij in Haran verworven hadden, en zij begaven zich op weg om naar het land Kanaän te gaan” (Genesis 12:5). Na vanuit Haran een 90 kilometer in westelijke richting getrokken te zijn, stopt Abram waarschijnlijk bij een plek aan de Eufraat, tegenover het oude handelscentrum Karkemisj. Hier steken de karavanen meestal de rivier over.

De datum? 14 Nisan 1943 v.G.T. Op diezelfde datum 430 jaar later zullen Abrams nakomelingen uit Egyptische slavernij worden bevrijd (Exodus 12:40, 41). En op diezelfde dag bijna tweeduizend jaar daarna zal zijn Zaad, Jezus Christus, een „verbond . . . voor een koninkrijk” sluiten waaronder „alle families van de aardbodem” zich zullen zegenen! — Lukas 22:1, 28, 29.

Na deze daad van geloof — Abrams overtocht over de Eufraat — beginnen Gods beloften aan hem van kracht te worden. Abram kan zich een voorstelling maken van „de stad die werkelijke fundamenten heeft”, een rechtvaardige regering over de mensheid. Ja, met slechts een enkele aanwijzing is Abram de grote lijnen gaan onderscheiden van Gods voornemen de stervende mensheid te verlossen. De vlam der profetie heeft het vuur van de hoop in zijn geest doen ontbranden! — Hebreeën 11:10.

Jehovah’s Getuigen hebben thans een bredere basis voor geloof dan Abram. De zich opstapelende bewijzen tonen dat „de stad” of het hemelse Koninkrijk dat Abram verwachtte, nu werkelijkheid is! Maar beweegt het geloof daarin u ertoe ijverig te prediken, gevolg te geven aan Gods leiding en geestelijke doeleinden na te streven in plaats van materieel comfort? Hopelijk wel, want dat kenmerkte Abrams geloof. Zijn geloof bewoog hem tot daden!

[Voetnoten]

a Abrams broer Nahor bleef achter, misschien om wat zakelijke of persoonlijke belangen af te wikkelen. Maar later verlieten ook Nahors nakomelingen Ur en aanbaden Jehovah in Haran. — Genesis 11:31; 24:1-4, 10, 31; 27:43; 29:4.

[Kaart/Illustraties op blz. 26]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

Abrahams tocht

Ur

Haran

Karkemisj

KANAÄN

Middellandse Zee

[Verantwoording]

Based on a map copyrighted by Pictorial Archive (Near Eastern History) Est. and Survey of Israel

[Illustratie]

De Eufraat bij Ur

[Illustratie]

Het huidige Haran

[Illustratie]

De Eufraat bij Karkemisj

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen