De Messias — Een reële hoop?
Hij noemde zich Mozes. Zijn werkelijke naam is echter in de geschiedenis verloren gegaan. In de vijfde eeuw G.T. reisde hij het hele eiland Kreta over en overtuigde de joden daar ervan dat hij de messias was die zij verwachtten. Hij zei dat hun onderdrukking, hun ballingschap en hun gevangenschap weldra voorbij zouden zijn. Zij geloofden het. Toen hun dag van bevrijding kwam, volgden de joden „Mozes” naar een vooruitstekende rots die oprees uit de Middellandse Zee. Hij zei dat zij zich slechts in de zee hoefden te werpen en ze zou voor hun ogen vaneensplijten. Velen gehoorzaamden, en sprongen in een zee die niet vaneenspleet. Een groot aantal verdronk; sommigen werden door zeelieden en vissers gered. Maar Mozes was nergens te vinden. Die messias was verdwenen.
WAT is een messias? Wellicht komen de woorden „redder”, „verlosser” en „leider” bij u op. Veel mensen denken dat een messias iemand is die hoop en toewijding bij zijn volgelingen teweegbrengt door te beloven dat hij hen van onderdrukking naar vrijheid zal leiden. Daar de menselijke geschiedenis grotendeels een geschiedenis van onderdrukking is, wekt het geen verbazing dat er in de loop der eeuwen meerdere messiassen zijn verschenen. (Vergelijk Prediker 8:9.) Maar net als de zogenaamde Mozes van Kreta hebben deze messiassen hun volgelingen vaker tot teleurstelling en onheil dan tot bevrijding geleid.
„Dit is de Koning Messias!” Zo begroette de gerespecteerde rabbi Akiba ben Josef in het jaar 132 G.T. Simon Bar Kochba. Bar Kochba was een machtig man die het bevel voerde over een sterk leger. Hier was eindelijk, zo dachten veel joden, de man die een eind zou maken aan hun langdurige onderdrukking door de Romeinse wereldmacht. Bar Kochba faalde; honderdduizenden van zijn landgenoten verloren door dat falen het leven.
In de twaalfde eeuw verscheen er nog een joodse messias, dit keer in Jemen. Toen de kalief, of leider, hem om een teken van zijn messianiteit vroeg, stelde deze messias voor dat de kalief hem liet onthoofden en zijn snelle opstanding als het teken liet dienen. De kalief stemde met het plan in — en dat was het einde van de messias uit Jemen. In diezelfde eeuw zei een man, David Alroy genaamd, de joden in het Midden-Oosten dat zij zich moesten voorbereiden om hem op de vleugels van engelen terug naar het Heilige Land te volgen. Velen geloofden dat hij de messias was. De joden in Bagdad zaten geduldig op het dak van hun huis te wachten, zich zalig onbewust van de dieven die hun bezittingen plunderden.
Sjabtai Zwi verscheen in de zeventiende eeuw in Smyrna. Hij verkondigde aan joden in heel Europa dat hij de messias was. Ook christenen luisterden naar hem. Zwi bood zijn volgelingen bevrijding — blijkbaar door hen vrijelijk zonde te laten beoefenen. Zijn intiemste volgelingen hielden orgieën, beoefenden nudisme, pleegden hoererij en incest, en straften zichzelf daarna met een pak slaag, door naakt in de sneeuw te rollen en door zich tot aan de nek in de koude aarde te begraven. Toen hij naar Turkije reisde, werd Zwi gearresteerd en werd hem gezegd dat hij zich tot de islam moest bekeren of anders zou sterven. Hij bekeerde zich. Veel van zijn volgelingen waren geschokt. Toch werd Zwi in sommige streken nog twee eeuwen lang de messias genoemd.
Ook de christenheid heeft haar aandeel geleverd in het voortbrengen van messiassen. In de twaalfde eeuw bracht een man, Tanchelm genaamd, een leger van volgelingen op de been en voerde heerschappij over de stad Antwerpen. Deze messias noemde zichzelf een god; hij verkocht zelfs zijn eigen badwater aan zijn volgelingen om dat als een heilig symbool te drinken! Een andere „christelijke” messias was Thomas Müntzer, in het zestiende-eeuwse Duitsland. Hij leidde een opstand tegen de plaatselijke wereldlijke autoriteiten, en vertelde zijn volgelingen dat dit de strijd van Armageddon was. Hij beloofde dat hij de kanonskogels van de vijand in zijn mouwen zou opvangen. In plaats daarvan werden zijn mensen afgeslacht, en Müntzer werd onthoofd. Er verschenen in de loop der eeuwen in de christenheid nog veel meer van zulke messiassen.
Andere religies hebben eveneens hun messiasfiguren. De islam wijst naar de Mahdi, of hij die juist geleid wordt, die een tijdperk van gerechtigheid zal inluiden. In het hindoeïsme hebben sommigen beweerd avatara’s, of incarnaties, van verschillende goden te zijn. En zoals in The New Encyclopædia Britannica wordt opgemerkt, „heeft zelfs een niet-messiaanse religie als het boeddhisme onder Mahayana-groepen het geloof in de komende Boeddha Maitreya ontwikkeld, die uit zijn hemelse woonplaats zou neerdalen en de getrouwen naar het paradijs zou brengen”.
Twintigste-eeuwse messiassen
In onze eeuw is de behoefte aan een echte messias dringender dan ooit geworden; het wekt dus geen verbazing dat velen aanspraak op die titel hebben gemaakt. In het Afrikaanse Kongo uit de jaren twintig, dertig en veertig werden Simon Kimbangu en zijn opvolger André „Jezus” Matswa als messiassen begroet. Zij zijn gestorven, maar hun volgelingen verwachten nog steeds dat zij zullen terugkeren en een Afrikaans millennium zullen inluiden.
In deze eeuw is ook de opkomst van „cargo cults” in Nieuw-Guinea en Melanesië te zien geweest. Leden ervan verwachten dat er een schip of vliegtuig zal arriveren, bemand door messiasachtige blanke mannen die hen rijk zullen maken en een tijdperk van geluk zullen inluiden waarin zelfs de doden zullen opstaan.
Ook de geïndustrialiseerde natiën hebben hun messiassen gehad. Sommigen zijn religieuze leiders, zoals Sun Myung Moon, iemand die zichzelf tot opvolger van Jezus Christus heeft uitgeroepen en tracht de wereld te zuiveren door middel van een verenigde familie van volgelingen. Ook politieke leiders hebben geprobeerd zich een messiaanse status toe te eigenen, en in deze eeuw was Adolf Hitler hier het afschuwelijkste voorbeeld van, met zijn hoogdravende woorden over een duizendjarig „Reich”.
Politieke filosofieën en organisaties hebben eveneens een messiaanse status bereikt. In The Encyclopedia Americana wordt bijvoorbeeld opgemerkt dat de politieke theorie van het marxisme-leninisme messiaanse ondertonen heeft. En de organisatie der Verenigde Naties, alom begroet als de enige hoop op wereldvrede, lijkt in de geest van velen een soort vervangende messias te zijn geworden.
Een reële hoop?
Uit dit korte overzicht blijkt maar al te duidelijk dat de geschiedenis van messiaanse bewegingen voornamelijk een geschiedenis van misleiding, stukgeslagen verwachtingen en misplaatste dromen is. Het wekt dan ook nauwelijks verbazing dat veel mensen in deze tijd cynisch zijn geworden met betrekking tot de hoop op een messias.
Maar voordat wij de messiaanse hoop totaal laten varen, zouden wij eerst te weten moeten komen waar die hoop vandaan komt. In feite is „messias” een bijbels woord. Het Hebreeuwse woord is ma·sjiʹach, of „gezalfde”. In bijbelse tijden werden koningen en priesters soms in hun positie aangesteld door een zalvingsceremonie, waarbij er geurige olie op het hoofd werd uitgegoten. De uitdrukking ma·sjiʹach werd dus terecht op hen van toepassing gebracht. Er waren ook mannen die zonder zalvingsceremonie werden gezalfd, of in een speciale positie aangesteld. Mozes wordt in Hebreeën 11:24-26 „Christus” of „gezalfde” genoemd, omdat hij als Gods profeet en vertegenwoordiger uitgekozen was.
Door deze definitie van messias als een „gezalfde” worden bijbelse messiassen duidelijk onderscheiden van de valse messiassen over wie wij gesproken hebben. Bijbelse messiassen hadden niet zichzelf aangesteld; ook waren zij niet gekozen door een massa vererende volgelingen. Nee, hun aanstelling was van boven afkomstig, van Jehovah God zelf.
Hoewel de bijbel over vele messiassen spreekt, wordt er één ver boven de anderen verheven (Psalm 45:7). Deze Messias is de hoofdpersoon in de bijbelse profetieën, de sleutel tot de vervulling van de meest inspirerende beloften van de bijbel. En deze Messias pakt de problemen waarmee wij in deze tijd te maken hebben, werkelijk aan.
De redder van de mensheid
De bijbelse Messias lost de problemen van de mensheid op door bij de wortel te beginnen. Toen onze eerste ouders, Adam en Eva, op instigatie van het opstandige geestelijke schepsel Satan in opstand kwamen tegen de Schepper, eigenden zij zich in feite het fundamentele recht om te regeren toe. Zij wilden degenen zijn die bepaalden wat goed en wat fout was. Daarmee gingen zij onder Jehovah’s liefdevolle, beschermende bestuur vandaan en stortten zij de menselijke familie in de chaos en ellende van zelfbestuur, onvolmaaktheid en de dood. — Romeinen 5:12.
Hoe liefdevol was het dus dat Jehovah God dat donkere moment in de menselijke geschiedenis uitkoos om de hele mensheid een straaltje hoop te geven. Toen hij het vonnis uitsprak over de opstandige mensen, voorzei God dat hun nageslacht een redder zou krijgen. Deze Redder, naar wie verwezen werd als het „zaad”, zou komen om wat Satan daar in Eden voor verschrikkelijks had aangericht, ongedaan te maken; het Zaad zou die „slang”, Satan, in de kop vermorzelen, hem volkomen verpletteren. — Genesis 3:14, 15.
Vanouds hebben de joden deze profetie als een messiaanse profetie bezien. In verscheidene targoems, joodse parafrasen van de Heilige Schrift die in de eerste eeuw veel werden gebruikt, werd verklaard dat deze profetie „in de dag van Koning Messias” vervuld zou worden.
Het is dan ook geen wonder dat mannen van geloof vanaf het allereerste begin opgewonden raakten door deze belofte van een komend Zaad, of een Redder. Stelt u zich eens voor hoe Abraham zich voelde toen Jehovah hem zei dat het Zaad via zijn nageslacht zou komen, en dat „alle natiën der aarde” — niet alleen zijn eigen nakomelingen — „zich” door bemiddeling van dat Zaad zouden „zegenen”. — Genesis 22:17, 18.
De Messias en een regering
Latere profetieën brachten deze hoop in verband met het vooruitzicht op een goede regering. In Genesis 49:10 werd er tot Abrahams achterkleinzoon Juda gezegd: „De scepter zal van Juda niet wijken, noch de gebiedersstaf van tussen zijn voeten, totdat Silo komt; en aan hem zal de gehoorzaamheid der volken behoren.” Het is duidelijk dat deze „Silo” zou regeren — en hij zou niet alleen over de joden maar over „volken” regeren. (Vergelijk Daniël 7:13, 14.) Silo werd door joden uit de oudheid met de Messias vereenzelvigd; in feite werd het woord „Silo” in sommige joodse targoems eenvoudig vervangen door „Messias” of door „de koning Messias”.
Naarmate het licht van geïnspireerde profetieën steeds helderder ging schijnen, werd er meer onthuld over de heerschappij van deze Messias (Spreuken 4:18). In 2 Samuël 7:12-16 werd er tot koning David, een afstammeling van Juda, gezegd dat het Zaad uit zijn geslachtslijn zou komen. Bovendien zou dit Zaad een opmerkelijke Koning zijn. Zijn troon, of heerschappij, zou eeuwig blijven bestaan! In Jesaja 9:6, 7 wordt dit punt ondersteund: „Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; en de vorstelijke heerschappij [„regering”, King James Version] zal op zijn schouder komen. . . . Aan de overvloed van de vorstelijke heerschappij en aan vrede zal geen einde zijn, op de troon van David en over zijn koninkrijk, om het stevig te bevestigen en om het te schragen door middel van gerechtigheid en door middel van rechtvaardigheid, van nu aan en tot onbepaalde tijd. Ja, de ijver van Jehovah der legerscharen zal dit doen.”
Kunt u zich zo’n regering voorstellen? Een goede, rechtvaardige regeerder die vrede tot stand zal brengen en voor eeuwig zal regeren. Wat een verschil met de meelijwekkende stoet valse messiassen uit de geschiedenis! In plaats van een dwalende leider die zichzelf aangesteld heeft, is de bijbelse Messias een wereldheerser die alle macht en autoriteit heeft om de wereldtoestanden te veranderen.
Dit vooruitzicht is in onze zorgelijke tijden van grote betekenis. De mensheid heeft nog nooit zo dringend behoefte gehad aan een dergelijke hoop. Daar wij echter heel gemakkelijk een valse hoop kunnen koesteren, is het van wezenlijk belang dat een ieder van ons een zorgvuldige studie maakt van de vraag: Was Jezus van Nazareth de voorzegde Messias, zoals zo velen geloven? In het volgende artikel zal dit besproken worden.
[Kader op blz. 6]
Een messias in Brooklyn?
Aanplakbiljetten, reclameborden en lichtreclames in Israël verkondigden onlangs: „Bereid u voor op de komst van de Messias”. Deze publiciteitscampagne die 400.000 dollar heeft gekost, is opgezet door de Lubavitchers, een ultraorthodoxe sekte van chassidische joden. Onder de 250.000 leden tellende groep is het geloof wijdverbreid dat hun opperrabbijn Menachem Mendel Schneerson uit Brooklyn (New York) de Messias is. Waarom? Schneerson onderwijst dat de Messias binnen deze generatie zal komen. En volgens het tijdschrift Newsweek houden leidinggevende Lubavitchers vol dat de negentigjarige rabbijn niet zal sterven voordat de Messias komt. Eeuwenlang heeft de sekte onderwezen dat elke generatie ten minste één man voortbrengt die ervoor in aanmerking komt Messias te zijn. Schneerson lijkt voor zijn volgelingen zo’n man te zijn, en hij heeft geen opvolger benoemd. Toch aanvaarden de meeste joden hem niet als de Messias, zoals in Newsweek staat. Volgens het nieuwsblad Newsday heeft zijn 96-jarige rivaal, de rabbijn Eliezer Schach, hem een „valse messias” genoemd.
[Illustratie op blz. 7]
Het geloof dat Mozes van Kreta de messias was, heeft veel mensen het leven gekost