Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Gad
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
    • Zeventien jaar later zegende Jakob kort voordat hij stierf, zijn twaalf zonen, waarbij hij over Gad zei: „Wat Gad betreft, een roversbende zal een overval op hem plegen, maar hij zal een overval plegen op de uiterste achterhoede.” — Ge 49:1, 2, 19.

  • Gad
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
    • Dit alles was in overeenstemming met de zegen die Jakob over Gad had uitgesproken: „Wat Gad betreft, een roversbende zal een overval op hem plegen, maar hij zal een overval plegen op de uiterste achterhoede” (Ge 49:19). De stam was niet bevreesd dat één grens van hun gebied (in het O) aan de aanvallen van roversbenden was blootgesteld. Zij kozen het oostelijke heuvelland niet als woonplaats om zich aldus te onttrekken aan de strijd ter verovering van het land Kanaän. De afscheidswoorden die Jakob tot Gad sprak, waren in zekere zin een bevel om de roversbenden die hem zouden aanvallen en het land zouden binnendringen, vol vertrouwen terug te slaan. Bovendien overvielen de Gadieten de overvallers en joegen hen op de vlucht, en achtervolgden dan hun uiterste achterhoede.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen