Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g93 8/9 blz. 26-27
  • Schuilt er gevaar in het beoefenen van magie?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Schuilt er gevaar in het beoefenen van magie?
  • Ontwaakt! 1993
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • De invloed van magie door de eeuwen heen
  • Drie vormen van magie
  • Lopen christenen gevaar?
  • Magie en toverij
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Magie en toverij
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Magie en tovenarij zijn slecht
    U kunt Gods vriend zijn!
  • Tovenaar
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
Meer weergeven
Ontwaakt! 1993
g93 8/9 blz. 26-27

De zienswijze van de bijbel

Schuilt er gevaar in het beoefenen van magie?

’DE LUCHT is doortrokken van de sfeer van magie. Plotseling wordt de stilte verbroken door tromgeroffel. Aller ogen vestigen zich gespannen op twee geüniformeerde mannen die een musket bij zich hebben. Zij leggen hun vuurwapen tegen de schouder en richten op een schitterend uitgedoste Chinese illusionist. Hij houdt een porseleinen bord voor zijn borst. De musketten gaan met veel lawaai in een vuurflits af. Ogenblikkelijk stort de illusionist neer, hevig bloedend. De kogelvang-illusie wordt een tragedie.’ Door een defect mechanisme in een van de musketten werd de kogel afgevuurd, die de borst van de goochelaar doorboorde. Dit wordt verteld in het boek Henry Gordon’s World of Magic.

Wat een verspilling van de gave van het leven — en dat allemaal voor de spanning, de sensatie en de pret die dat soort magie moet bieden. Is dat ook uw reactie? Of vindt u dat het gewoon hoort bij het risico dat aan het opvoeren van een dergelijke act verbonden is? Hoe uw antwoord ook mag luiden, toen deze act mislukte, was er een mensenleven mee gemoeid. Dat brengt ons op de vraag: Is er een subtieler gevaar aan het verrichten van ’toverkunsten’ verbonden? Laten wij voor het antwoord op die vraag de oorsprong van deze oude kunst eens bekijken.

De invloed van magie door de eeuwen heen

Sinds het vroegste verleden is de mens geïntrigeerd en gemanipuleerd door het mysterie der magie. Het woord „magie” is afgeleid van de naam „magi”, een Perzische priesterkaste uit de oudheid die zich vooral toelegde op cultische activiteiten. In de meest fundamentele betekenis is magie een poging van de mens om natuurkrachten of bovennatuurlijke krachten te beheersen of ze zijn wil op te leggen. In het Egypte van de achttiende eeuw v.G.T. maakte men van magie-beoefenende priesters gebruik. Magie speelde ook een voorname rol in de godsdienst van de oude Chaldeeën van Babylonië in de achtste eeuw v.G.T. (Genesis 41:8, 24; Jesaja 47:12-14; Daniël 2:27; 4:7). Deze invloed handhaafde zich onder de oude Grieken en Romeinen, de hele middeleeuwen door en tot in onze twintigste eeuw.

De verschillende vormen van magie kunnen op verscheidene manieren geclassificeerd worden. Robert A. Stebbins onderscheidt in zijn boek The Magician drie categorieën.

Drie vormen van magie

Mystieke magie is „een uiting van het occulte”. Daarbij wordt gesteld dat „gebeurtenissen of processen die indruisen tegen het gezonde verstand of wetenschappelijke kennis”, wel degelijk „waar of aannemelijk” zijn. Stebbins legt verder uit dat „mystieke magie de tovenarij, . . . hekserij, alchemie en, onder bepaalde omstandigheden, de godsdienst ten dienste staat”.

Bij uitbuitende magie „wordt het werkelijkheidsbeeld van de toeschouwers door de beoefenaars gemanipuleerd of uitgebuit ter eigen verheerlijking”. Zij weten dat zij het publiek misleiden, maar volgens Stebbins „moedigen zij degenen die getuige zijn van de magie aan, het tegendeel te geloven — te geloven dat zij, als magiërs, zelf bovennatuurlijke krachten bezitten of speciale connecties hebben met wezens die ze bezitten”.

Amusementsmagie is gericht op het wekken van verbazing door intrigerende misleiding. Ze is te verdelen in vijf basismethoden, die elkaar overlappen: „toneeltrucs, tafeltrucjes, goochelen, illusionisme en mentalisme.”

Lopen christenen gevaar?

Laten wij eerst de mystieke magie eens onder de loep nemen. Mystieke magie wordt op verschillende manieren te hulp geroepen. Er bestaan bijvoorbeeld satanisten die zowel „zwarte” als „witte” magie beoefenen. Tot de „zwarte” magie rekent men banspreuken of bezweringen, speciale vervloekingen en het boze oog, waarmee men vijanden kwaad berokkent. „Witte” magie daarentegen is bedoeld om iets goeds te bewerkstelligen door banspreuken te verbreken en vervloekingen ongedaan te maken. Toch gaat het in beide gevallen om uitingen van het occulte of mystieke. Af en toe wordt zelfs een beroep op mystieke magie gedaan in een poging een goede oogst te krijgen of een sportwedstrijd te winnen. Niettemin laat de uitspraak in de bijbel over dit soort spiritistische magie niets aan duidelijkheid te wensen over: „Gij moogt geen voortekens zoeken, en gij moogt geen magie beoefenen.” — Leviticus 19:26; Deuteronomium 18:9-14; Handelingen 19:18, 19.

Waarin schuilt het gevaar bij uitbuitende magie? Handlezers, waarzeggers en gezondbidders, om er slechts enkelen te noemen, maken van uitbuitende magie gebruik om hun eigen belangen te behartigen. Leiden zij geen leugenachtig leven door hun beroep? Gods Woord zegt: „Gij moogt niet bedriegen, en gij moogt niet bedrieglijk handelen, wie dan ook met zijn volksgenoot.” — Leviticus 19:11.

In The Encyclopedia Americana wordt verklaard: „In sommige gevallen kunnen magische handelingen dienen om geesten tot iets te dwingen.” Willen wij narigheid van de kant van de demonen uitlokken door ons, al is het maar indirect, met dergelijke activiteiten bezig te houden? Als de demonen de gelegenheid krijgen, kunnen en zullen zij misbruik van ons maken. Ze wachten een „geschikte tijd” af en geven hun pogingen niet gauw op. — Lukas 4:13; Jakobus 1:14.

De meester in de kunst der misleiding en illusie is niemand anders dan Satan de Duivel. Hij beoefent deze kunst al sinds zijn eerste optreden voor een mens in de hof van Eden (Genesis 3:1-19). Welke christen zou net als hij willen zijn? In plaats daarvan krijgen christenen de raad „navolgers van God” te worden en ’zich aan God te onderwerpen, maar de Duivel te weerstaan’. — Efeziërs 5:1; Jakobus 4:7.

Veel mensen associëren „magie” echter met amusement. Iemand zal bijvoorbeeld goocheltoeren verrichten met zijn handen, ervan uitgaand dat de hand vaak sneller is dan het oog. Daar is misschien geen bijbels bezwaar tegen. Zou een christen echter, indien het enigszins doet denken aan occulte magie, ooit de indruk willen wekken dat hij over een bovennatuurlijke, onverklaarbare kracht beschikt? Of zou een christen indien anderen een verkeerde indruk wordt gegeven door de „magische” act, niet van zulk amusement willen afzien om anderen niet tot struikelen te brengen? (1 Korinthiërs 10:29, 31-33) Daarnaast is er het potentiële gevaar dat iemand ertoe verleid wordt verder te gaan, in de diepere magische kunsten.

Gaat het dus om magie die duidelijk verband houdt met spiritisme, dan doen ware christenen er verstandig aan het beoefenen ervan te vermijden. Bovendien zal een christen in alle aspecten van zijn leven — of het nu gaat om zijn werk, ontspanning of amusement — ’een goed geweten willen behouden’, een geweten dat geen overtreding tegen God of mensen toelaat. — 1 Petrus 3:16; Handelingen 24:16.

[Illustratieverantwoording op blz. 26]

The Bettmann Archive

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen