Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • it-1 ‘Koninkrijken rondom Israël’
  • Koninkrijken rondom Israël

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Koninkrijken rondom Israël
  • Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Vergelijkbare artikelen
  • Vijandelijke natiën die Israël aanvielen
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Moab
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Gemeenten uit de Openbaring
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Moab, Moabieten
    Hulp tot begrip van de bijbel
Meer weergeven
Inzicht in de Schrift, Deel 1
it-1 ‘Koninkrijken rondom Israël’

THEMA

Koninkrijken rondom Israël

TOEN de natie Israël in het haar door God geschonken land woonde, bleek ze omringd te zijn door natiën die valse goden aanbaden. De Israëlieten waren uit Egypte gekomen, waar dieren als goden werden vereerd. Ten oosten en zuidoosten van hen lagen nu Ammon, Moab en Edom, natiën die verre verwanten van de Israëlieten waren, maar afgoden aanbaden. De polytheïstische Filistijnen bewoonden de kustvlakte in het westen. Ten noorden van Israël, langs de kust, woonden de Feniciërs. Tot hun religieuze praktijken behoorden sodomie, bestialiteit en het brengen van kinderoffers. En in de religie van de Syriërs namen naaktbeeldjes van wulpse godinnen een belangrijke plaats in. Wilden de Israëlieten voor Jehovah aanvaardbaar blijven, dan moesten zij zich afgescheiden houden van de natiën rondom hen.

Ter bescherming van de Israëlieten gaf Jehovah hun de Mozaïsche wet, die als „tussenmuur” diende om hen afgescheiden te houden van de omliggende natiën (Ef 2:14). Zij mochten geen verbintenissen met deze natiën aangaan, zich niet met hen verzwageren noch hun religieuze praktijken nabootsen (2Kr 16:7; 2Kon 17:13-15). Zolang Israël deze wetten gehoorzaamde, bleef het een heilig volk.

Toch werden afzonderlijke personen uit de omliggende natiën er niet van weerhouden de ware God te aanbidden. Wanneer zij hun afgodische wegen de rug toekeerden, konden zij aanbidders van Jehovah worden. ’God is niet partijdig’ (Han 10:34). Terwijl Jehovah Israël afgescheiden hield, deed hij stappen ter verwezenlijking van zijn voornemen, opdat ten slotte mensen van alle natiën gezegend konden worden. — Ge 22:18.

OMLIGGENDE NATIËN — met bijbehorende schriftplaatsen

Ammon

Re 10:6-9; 1Kon 11:5

Edom

2Kr 25:14, 15

Fenicië

1Kon 11:1, 2, 5; 16:30, 31

Filistea

Re 10:6; 16:23; 2Kon 1:2

Moab

Nu 22:4-7; 25:1-3; 2Kon 3:26, 27

Syrië

Re 10:6; 2Kr 28:20-23

[Kaart op blz. 945]

KAART: Koninkrijken rondom Israël

[Illustratie op blz. 946]

De Moabieten woonden in het ruige gebied ten oosten van de Dode Zee

[Illustratie op blz. 946]

Op de Mesasteen beroemt koning Mesa zich op zijn god Kamos en spreekt hij met grote minachting over Jehovah

[Illustratie op blz. 946]

Egyptische god Anoebis, met een jakhalskop, die een mummie gereedmaakt. Tot de goden van Egypte behoorden zowel mensen als vogels en andere dieren

[Illustratie op blz. 946]

De Feniciërs, die dit land langs de oostkust van de Middellandse Zee bewoonden, aanbaden goden zoals de hier afgebeelde god, die op een leeuw staat

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen