Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w90 1/7 blz. 29-31
  • Eer Jehovah met uw rijkdommen

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Eer Jehovah met uw rijkdommen
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1990
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • De luister van de jeugd — kracht en ijver
  • Onze Grootse Onderwijzer onderricht ons
  • Rijk in geloof en voortreffelijke werken, ondanks handicaps
  • Iedereen kan ’zijn hand vullen’ met een geschenk
  • Met onze gehele ziel de weg des levens bewandelen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1975
  • Wat is je hartewens?
    Koninkrijksdienst 1974
  • Kun jij meer doen om Jehovah te eren?
    Onze Koninkrijksdienst 1993
  • Het aandeel van de pionier in het bijeenbrengen van de „grote schare”
    Onze Koninkrijksdienst 1976
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1990
w90 1/7 blz. 29-31

Eer Jehovah met uw rijkdommen

’IK BEN niet rijk; ik ben maar een jongere en heb heel weinig bezittingen.’ ’Ik heb niet veel onderwijs genoten; wat zou ik aan Jehovah kunnen geven?’ ’Ik heb een ernstige handicap; Jehovah zal mij moeten overslaan.’ ’Ik ben al op leeftijd; het is voor mij te laat om rijkdommen te verwerven.’

Spelen dergelijke gedachten door uw geest als u naar de titel van dit artikel kijkt? Toch bent u misschien rijker dan u denkt. Vergeet niet wat de Heer Jezus tot de gemeente in Smyrna zei: „Ik ken uw verdrukking en armoede — doch gij zijt rijk” (Openbaring 2:9). Jezus had eerder in de Bergrede gezegd: „Vergaart u niet langer schatten op de aarde . . . Vergaart u veeleer schatten in de hemel . . . Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn” (Matthéüs 6:19-21). Moedigen deze woorden van onze Meester u aan? Ja, u bezit misschien iets wat onze hemelse Vader, Jehovah, en zijn Zoon als zeer waardevol beschouwen. Laten wij dit eens nagaan.

De luister van de jeugd — kracht en ijver

Hoe kan een jongere waardevolle dienst voor Jehovah verrichten? Spreuken 20:29 geeft ons de verzekering dat jongeren over een geweldige hulpbron beschikken — fysieke kracht. Wat is het verkwikkend te zien dat een jongere zijn energie en jeugdige kracht aan de dienst van onze God wijdt!

Laten wij de bladzijden van de geschiedenis eens terugslaan naar het begin van de jaren dertig, toen een aantal jongeren de in de bijbel vervatte waarheid leerde kennen. Een zestienjarige jongen leende van zijn vriend het hulpmiddel voor bijbelstudie Schepping, dat door het Wachttorengenootschap werd uitgegeven. Toen hij bij het hoofdstuk „De nieuwe schepping” was gekomen en over wijding las, wist hij wat hij met zijn leven wilde doen. Hij droeg zich onmiddellijk aan de almachtige Schepper op. Het volgende jaar las hij een andere publikatie, Vindication (Deel Eén), en vernam over het vooruitzicht een aandeel te mogen hebben aan de rechtvaardiging van Gods naam en soevereiniteit. Deze inlichtingen wekten in hem een brandend verlangen naar de volle-tijddienst. Datzelfde jaar diende hij een aanvraag in voor pioniersvoorrechten, en hij is nog steeds in de volle-tijddienst. Hoewel verscheidene van zijn tijdgenoten hun aardse loopbaan reeds hebben voltooid, leggen velen van degenen die nog in leven zijn een geest aan de dag waaruit blijkt dat zij onze hemelse Vader van ganser harte zijn toegewijd.

Spreiden christelijke jongeren onder de grote schare in deze tijd diezelfde waardevolle hoedanigheid tentoon? Zeer beslist! Jaarboek-verslagen laten zien dat een menigte die zo talrijk is als dauwdruppels zich nu bij de pioniersgelederen aansluit (Psalm 110:3). Het bijkantoor op de Filippijnen berichtte dat 13 procent van alle gewone pioniers jonger is dan 20 jaar. Is dat elders ook het geval? Ja, inderdaad. Een onderzoek op de kleine eilanden Trinidad en Tobago brengt aan het licht dat er tussen 1 september 1986 en 30 september 1988 282 nieuwe pioniers werden ingeschreven. Van dat aantal waren er 48 jonger dan 20 jaar. Zou u graag iets van een van hen horen?

Maak eens kennis met Charmaine Francis. Zij zegt: „Vanaf mijn prilste jeugd spraken mijn ouders met mij over het dienen van Jehovah en trouw blijven aan hem. Wanneer zij mij vroegen wat ik zou doen als zij wegens de prediking van het goede nieuws in de gevangenis werden gezet, zei ik: ’Ik zal Jehovah dienen.’ Ik was dertien toen ik mij opdroeg en veertien toen ik werd gedoopt. Direct daarna ging ik tijdens elke schoolvakantie in de hulppioniersdienst. In 1983 werd ik gewone pionierster. Tijdens mijn eerste pioniersjaar smaakte ik de vreugde een huisvrouw te mogen helpen Jehovah te gaan dienen. Ik leid nu negen bijbelstudies. Een van deze bijbelstudenten bereidt zich voor op de doop en drie andere bezoeken de vergaderingen.”

Welnu, jongeren, zijn jullie het er niet mee eens dat je iets waardevols bezit waarmee je Jehovah kunt eren? Natuurlijk bezitten jullie dat! Ook al zijn jullie momenteel niet in de volle-tijddienst, dan kun je Jehovah toch eren overeenkomstig je omstandigheden. Misschien hebben jullie nog veel schooljaren voor de boeg. Maar toch hebben jullie een waardevolle gelegenheid om Jehovah tegenover je onderwijzers of leraren en klasgenoten te loven. Christian Kalloo, die tien jaar is, nam zijn exemplaar van het boek Leven — Hoe is het ontstaan? Door evolutie of door schepping? mee naar school. Het resultaat? Hij verspreidde zeven exemplaren aan degenen die belangstelling hadden voor dat onderwerp. Ook verspreidde hij er één in de van-huis-tot-huisbediening. Jullie kunnen dit eveneens doen. — Vergelijk Matthéüs 21:15, 16.

Onze Grootse Onderwijzer onderricht ons

De profeet Jesaja zei: „De Soevereine Heer Jehovah zelf heeft mij de tong der onderwezenen gegeven.” Hij gaf Jehovah de eer voor zijn spraakvermogen. Ook tekende hij Jehovah’s belofte op: „Mijn geest die op u is en mijn woorden die ik in uw mond heb gelegd — ze zullen niet weggenomen worden uit uw mond noch uit de mond van uw nageslacht noch uit de mond van het nageslacht van uw nageslacht” (Jesaja 50:4; 59:21). Evenals ongeletterde en gewone mensen Jezus’ apostelen werden en God hun wijsheid in geestelijke zaken gaf, zo schenkt Jehovah ook in deze tijd wijsheid aan gewone mensen.

Het Jaarboek 1986 bevat aanmoedigende inlichtingen voor degenen die weinig of geen officieel onderwijs hebben genoten. In veel landen treffen Jehovah’s Getuigen regelingen voor alfabetiseringsklassen voor volwassenen. Wat heeft Jehovah deze mensen gezegend! Tussen 1962 en 1984 hebben in Nigeria zo’n 19.238 personen uitstekende vorderingen gemaakt in het leren lezen en schrijven en zij kunnen de bijbel nu werkelijk zelf lezen en ook voorlezen aan degenen die zij getuigenis geven. Wat hebben zij een rijke zegen ontvangen! Eén broeder was zo bekwaam geworden dat hij in zijn gemeente leraar van de leesklas werd.

Beschouw ook eens de ervaring van Ezekiel Ovbiagele. Toen hij in 1940 werd gedoopt, kon hij niet lezen. Nadat hij had leren lezen, maakte hij zulke vorderingen dat hij als pionier werd ingeschreven, terwijl hij nog later, in 1953, als reizend opziener werd aangesteld.

Er bestaan in het leerproces geen leeftijdsbarrières. Sommigen zullen misschien het oude spreekwoord citeren: „Oude beren dansen leren, is zwepen verknoeien!” Dat mag dan gelden voor beren, maar mensen zijn geen dieren. Zelfs de bejaarden kunnen leren, en doen dit ook, als zij Jehovah werkelijk willen kennen en dienen. Misschien kent u enkelen die dit hebben gedaan. Zo werd Alice Okon in Nigeria aangemoedigd de bijbel te lezen en de hoop te leren kennen die daarin wordt geboden; zij reageerde hier gunstig op en verheugde zich in de hoop die de toekomst biedt. Op tachtigjarige leeftijd was zij niet te oud om te leren. Denkt u niet dat zij Jehovah’s hart blij maakte? Zij is rijk in het geloof. Spreuken 3:14 geeft ons de verzekering dat wijsheid bezitten ’beter is dan zilver als gewin te hebben, en haar als opbrengst te hebben, beter is dan het goud zelf’. Als iemand de waarheid nauwkeurig kan spreken, worden zijn woorden als „gouden appels in zilver beeldsnijwerk”. — Spreuken 25:11; Kolossenzen 3:16.

Rijk in geloof en voortreffelijke werken, ondanks handicaps

Iemand die met een fysieke handicap is geboren, kan zich erg ontmoedigd voelen als hij ouder wordt en zich bewust wordt van zijn situatie. En het is traumatisch wanneer iemand op volwassen leeftijd invalide wordt. Is voor zulke personen de situatie hopeloos? Nee, ze kan zelfs de weg openen tot eeuwig leven.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog had Edward Stead een stalhouderij in het stadje Arvada (Wyoming, VS), en zijn vrouw exploiteerde een klein hotel. Toen hij de gevreesde Spaanse griep kreeg, verminderde zijn weerstand en werd hij getroffen door reumatoïde artritis, waardoor zijn gewrichten verstijfden, zodat zijn lichaam verwrongen werd naar het model van zijn rolstoel. Hoewel hij verder hulpeloos was, kon hij nog steeds spreken en zijn handen iets bewegen. Een tijdlang overwoog hij zelfmoord. Toen kwam hij in contact met de waarheid, en hij nam die gretig aan.

In het begin zat hij aan de ingang van het hotel en sprak met de gasten over zijn pasgevonden geloof. Hij kon zijn handen voldoende bewegen om een bijbelse publikatie open te slaan teneinde degenen die wilden luisteren er iets uit te laten zien. Sommigen die zijn inspanningen waardeerden, noemden hem de kreupele hemelpiloot. Daarna besloot hij dat hij in andere steden kon prediken als er op een kleine open bestelauto een speciale cabine voor hem werd gebouwd. Zo gezegd zo gedaan, en vele jaren achtereen heeft hij op deze ongewone wijze gepionierd en samen met twee of drie jonge pioniers die voor hem zorgden, duizenden kilometers afgelegd tussen Wyoming en Texas. Tot het einde van zijn leven is hij voor allen die hem kenden, een geweldige aanmoediging geweest.

Als u zich wegens een fysieke handicap ontmoedigd voelt, lees dan het verslag op de bladzijden 22-25 van De Wachttoren van 15 november 1986. Alle daar genoemde mannen zijn ouderlingen, geestelijke raadgevers, die bekwaam zijn om troost te schenken aan hun broeders en zusters die misschien lichamelijk gezond zijn maar geestelijke steun nodig hebben. Wat zijn zij rijk in de ogen van God! — 1 Timótheüs 6:18.

Esterleta Dick, 63 jaar oud, is reeds 16 jaar een gedoopte Getuige. In 1978 werd zij blind, maar nu is zij al twee jaar in de gewone pioniersdienst. Hoe speelt zij dit klaar? Welnu, laat zij zelf het antwoord geven.

„Op zekere dag”, zo zegt zij, „vroeg een jonge pionierster mij: ’Zuster Dick, u bereikt altijd uw doeleinden als hulppionierster. Waarom probeert u niet in de gewone pioniersdienst te gaan?’”

Esterleta was bang dat zij de broeders en zusters tot last zou zijn, maar zij herinnerde zich dat de kringopziener tot de pioniersdienst had aangemoedigd. Zij zegt: „Ik begon ermee, en nu ben ik al twee jaar in de pioniersdienst. Ik doe straatwerk en heb heel wat nabezoeken. Bovendien leid ik zes huisbijbelstudies. Hoe? Voordat ik de huisbewoner bezoek, wordt het studiemateriaal thuis aan mij voorgelezen, samen met de aangehaalde schriftplaatsen, zodat ik tijdens de studie commentaar kan geven. Drie van mijn bijbelstudenten bezoeken de vergaderingen met mij, en één is gedoopt.”

Iedereen kan ’zijn hand vullen’ met een geschenk

Is geven beperkt tot geestelijke zaken? Nee. Toen koning David uit de oudheid voorbereidingen trof voor de tempelbouw, vroeg hij: „Wie biedt zich vrijwillig aan om vandaag zijn hand te vullen met een geschenk voor Jehovah?” (1 Kronieken 29:5) Iedereen kon dit doen. Zo willen ook velen in deze tijd, of zij nu jong zijn of oud, gezond of niet, graag een vrijwillige stoffelijke bijdrage geven om de Koninkrijksbelangen te bevorderen. Dit kan gedaan worden via het bijkantoor van het land waar men woont of via de plaatselijke gemeente. Aldus kan iedereen, overeenkomstig zijn vermogen, meehelpen de onkosten te dragen die worden gemaakt om ervoor te zorgen dat het goede nieuws op de gehele bewoonde aarde wordt gepredikt. Het is een voorrecht. — 2 Korinthiërs 9:8-12.

Nog belangrijker is dat u geestelijke rijkdommen bezit waarmee u Jehovah kunt eren. De jongeren hebben de kracht en energie van de jeugd. De onontwikkelden kunnen leren Jehovah de vrucht van hun lippen aan te bieden. En de gehandicapten kunnen groeien in kennis, wijsheid en inzicht, en doen dit ook, zodat velen Jehovah niet alleen in de volle-tijddienst loven, maar ook raadgevers en herders in de christelijke gemeente zijn. Bent u niet rijker dan u dacht? Eer Jehovah dus met uw rijkdommen. — Hebreeën 13:15, 16.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen