-
KuschInzicht in de Schrift, Deel 2
-
-
„De Arabieren die aan de zijde van de Ethiopiërs [Koe·sjimʹ] waren” (2Kr 21:16, vtn.), waren mogelijk de Arabische stammen die de ZW-kust van het Arabisch Schiereiland aan de Rode Zee tegenover Afrika bewoonden.
-
-
KuschietInzicht in de Schrift, Deel 2
-
-
De in 2 Kronieken 21:16 gebruikte uitdrukking „aan de zijde van de Ethiopiërs [Kuschieten]”, waarmee zekere Arabieren worden aangeduid, kan ook „onder leiding (het bestuur) van de Ethiopiërs” betekenen, en dit zou één reden kunnen zijn waarom de naam „Kuschiet” werd toegepast op personen die geen nakomelingen van Kusch waren. Vermoedelijk hebben verscheidene zonen van Kusch zich op het Arabisch Schiereiland gevestigd. — Zie HAVILA nr. 3; SABTA.
-