ONDERHORIGE PLAATSEN

Kleine plaatsen in de buurt van een grotere plaats of stad. De hoofdstad of belangrijkste plaats van een district was de metropool of „moederstad”; in 1 Kronieken 18:1 wordt bijvoorbeeld gesproken over „Gath en zijn onderhorige plaatsen” (lett.: „Gath en haar dochters”). Tyrus wordt aangeduid als de „dochter” van Sidon, een stad die klaarblijkelijk ouder was dan Tyrus, dat oorspronkelijk een kolonie van Sidon geweest schijnt te zijn (Jes 23:8, 12; Ge 10:19; Joz 11:8). De in Juda gelegen plaatsen waren onderhorig aan Jeruzalem (Ps 48:11; 97:8; Klg 3:51). Andere „moedersteden” met onderhorige plaatsen waren Samaria en Sodom (Ez 16:53), Rabba in Ammon (Jer 49:3), Kenath (Nu 32:42), Ekron (Joz 15:45), Asdod en Gaza (Joz 15:47), Beth-Sean, Jibleam, Dor, En-Dor, Taänach en Megiddo (Joz 17:11).

Bij de „dochtersteden” ging het om plaatsen die hetzij uit een „moederstad” waren voortgekomen of in politiek, economisch en soms ook religieus opzicht van haar afhankelijk waren. In sommige gevallen waren de onderhorige plaatsen niet ommuurd of minder goed versterkt, zodat hun inwoners tijdens een belegering gewoonlijk in de „moederstad” veiligheid zochten. — Jer 4:5; 8:14.

De oude stad Jeruzalem wordt als „moeder” van de onderhorige plaatsen van Juda symbolisch gebruikt als een afbeelding van het „hemelse Jeruzalem”, Jehovah’s Messiaanse koninkrijk in handen van Jezus Christus, waar degenen die rechtvaardigheid zoeken een toevlucht zullen vinden op „de dag van Jehovah tegen alle natiën”. — Heb 12:22, 28; Ob 15, 17; Ps 48:11-13; Joë 2:32.

Babylon de Grote wordt in Openbaring hoofdstuk 17 als een prostituée en als een stad — in beide gevallen met dochters — afgebeeld. Deze dochters zijn uit de moederorganisatie voortgekomen organisaties. Daar ze van haar afhankelijk zijn, zullen ze met haar vernietigd worden. — Zie STAD.