WEEGSCHAAL
Een werktuig voor het bepalen van het gewicht van een voorwerp. In de oudheid kende men de eenvoudige gelijkarmige weegschaal of balans. Ze bestond uit een horizontaal juk dat precies in het midden op een pen rustte of aan een koord was opgehangen, terwijl aan elk uiteinde van dit juk een schaal of een haak hing. Het te wegen voorwerp werd in de ene schaal gelegd (of aan de ene haak gehangen, zoals in het geval van een kleine buidel met geld) en de gangbare gewichten werden aan de andere kant geplaatst (Jer 32:10; Jes 46:6; Ge 23:15, 16; Ez 5:1; zie GELD). Gedurende een hongersnood kon zelfs voedsel zorgvuldig op een balans afgewogen worden. De berijder van het in Openbaring 6:5 beschreven zwarte paard hield een weegschaal in zijn hand „om het brood per gewicht af te meten als symbool . . . van slechte tijden, wanneer levensmiddelen genadeloos duur werden”. — The Expositor’s Greek Testament, onder redactie van W. Nicoll, 1967, Deel V, blz. 390.
Jehovah gebood eerlijkheid en nauwkeurigheid bij het gebruik van de weegschaal (Le 19:35, 36), want een bedrieglijke weegschaal was iets verfoeilijks voor hem (Sp 11:1; 16:11; Ez 45:10). Een weegschaal kon onnauwkeurig worden gemaakt door de armen van het juk ongelijk in lengte te maken, of ze kon minder gevoelig worden gemaakt door de armen betrekkelijk kort of het juk dikker en zwaarder te maken. Soms gebruikten de Israëlieten bedrieglijke weegschalen (Ho 12:7; Am 8:5), en zij maakten het bedrog nog erger door onnauwkeurige gewichten te gebruiken, één stel om te kopen en een ander om te verkopen. — Sp 20:23.
Ook in figuurlijke zin werd over de weegschaal gesproken, zoals toen Job zei dat ’men zijn onheil op de weegschaal legde’ (Job 6:2). Hoe nietig aardse mensen zijn, werd beklemtoond toen er over hen gezegd werd dat zij lichter waren dan een ademtocht op de weegschaal (Ps 62:9); en de natiën werden vanuit Jehovah’s standpunt bezien met een onbeduidend stoflaagje op de weegschaal vergeleken, want Jehovah kon als het ware alle heuvels op de weegschaal wegen (Jes 40:12, 15). De weegschaal werd soms als symbool voor een nauwkeurige beoordeling bij het rechtspreken gebruikt. — Job 31:6; Da 5:27.