Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w96 15/12 blz. 9-14
  • Wat is het voornaamste in uw leven?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Wat is het voornaamste in uw leven?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1996
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Een model waaruit blijkt wat het voornaamste is
  • Jehovah hoort en verhoort onze gebeden
  • Hoe het hoofd te bieden aan pogingen van de vijand
  • De weg kennen die wij dienen te gaan
  • Een stamhoofd komt voor de Getuigen op
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1987
  • „Leer mij uw wil te doen”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2012
  • Laten we met elkaar Jehovah’s naam verhogen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2007
  • Jehovah heeft in Bijbelse tijden ontkoming verschaft
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2008
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1996
w96 15/12 blz. 9-14

Wat is het voornaamste in uw leven?

„Maak mij de weg bekend die ik dien te gaan.” — PSALM 143:8.

1. Tot welke conclusie kwam Salomo met betrekking tot menselijke bezigheden en prestaties?

WAARSCHIJNLIJK weet u net zo goed als ieder ander dat het leven vol activiteiten en interesses is. Wanneer u erover nadenkt, kunt u van sommige daarvan zeggen dat ze essentieel zijn. Andere zaken die ons bezighouden zijn minder belangrijk of zelfs ijdel. Dat u dit beseft, betekent dat u er net zo over denkt als een van de wijste mannen die ooit hebben geleefd, namelijk koning Salomo. Nadat hij de activiteiten van het leven grondig had bestudeerd, kwam hij tot de conclusie: „Vrees de ware God en onderhoud zijn geboden. Want dit is de gehele verplichting van de mens” (Prediker 2:4-9, 11; 12:13). Welke betekenis heeft dit voor ons in deze tijd?

2. Welke fundamentele vraag dienen godvrezende mensen zich te stellen, en tot welke daarmee verband houdende vragen leidt dit?

2 Als u de wens koestert ’de ware God te vrezen en zijn geboden te onderhouden’, stel uzelf dan de volgende tot nadenken stemmende vraag: ’Wat is het voornaamste in mijn leven?’ Toegegeven, u zult wellicht niet dagelijks over die vraag nadenken, maar waarom zou u daar nu niet bij stilstaan? Dit brengt ons in feite op nog enkele daarmee verband houdende vragen, zoals: ’Leg ik misschien te veel nadruk op mijn baan of beroep of op materiële dingen? Waar verschijnen mijn huisgezin, familieleden en geliefden in het beeld?’ Een jongere zou zich kunnen afvragen: ’In welke mate slokt opleiding mijn aandacht en tijd op? Gaat mijn voornaamste belangstelling in werkelijkheid uit naar een hobby, sport, of de een of andere vorm van amusement of techniek?’ En ongeacht wat onze leeftijd of situatie is, wij dienen ons terecht af te vragen: ’Welke plaats neemt het dienen van God in mijn leven in?’ U zult het er waarschijnlijk mee eens zijn dat het noodzakelijk is prioriteiten te stellen. Maar hoe en waar kunnen wij hulp krijgen om dit op een verstandige manier te doen?

3. Wat is er voor christenen bij het stellen van prioriteiten betrokken?

3 „Voornaamste” duidt in wezen op iets wat vóór al het andere komt of als eerste beschouwd moet worden. Of u nu een van Jehovah’s Getuigen bent of tot de miljoenen met hen verbonden oprechte onderzoekers van Gods Woord behoort, beschouw de volgende waarheid eens: „Voor alles is er een vastgestelde tijd, ja, een tijd voor elke aangelegenheid onder de hemel” (Prediker 3:1). Dit houdt terecht in dat u liefdevolle bezorgdheid voor gezinsrelaties aan de dag legt (Kolossenzen 3:18-21). Het betekent dat u door middel van werelds werk eerlijke voorzieningen voor uw huisgezin treft (2 Thessalonicenzen 3:10-12; 1 Timotheüs 5:8). En voor een verandering van tempo besteedt u misschien wat tijd aan een hobby of aan amusement of ontspanning. (Vergelijk Markus 6:31.) Maar wanneer u hier serieus over nadenkt, ziet u dan niet dat geen van deze dingen het voornaamste in het leven is? Iets anders is belangrijker.

4. Hoe helpt Filippenzen 1:9, 10 ons prioriteiten te stellen?

4 Waarschijnlijk erkent u dat tot richtsnoer dienende bijbelse beginselen waardevolle hulpmiddelen zijn om prioriteiten te stellen en verstandige beslissingen te nemen. In Filippenzen 1:9, 10 worden christenen bijvoorbeeld aangespoord om hun liefde „steeds overvloediger [te doen] zijn met nauwkeurige kennis en volledig onderscheidingsvermogen”. Met welk doel? De apostel Paulus voegde eraan toe: „Opdat gij u van de belangrijker dingen moogt vergewissen.” Is dat niet redelijk? Op grond van nauwkeurige kennis kan een christen die onderscheidingsvermogen bezit, bepalen wat op de eerste plaats dient te komen of wat het voornaamste moet zijn in het leven.

Een model waaruit blijkt wat het voornaamste is

5. Hoe laat de Schrift in het beschrijven van het voor christenen achtergelaten model zien wat het voornaamste in Jezus’ leven was?

5 Wij vinden een kostbaar facet van kennis in de woorden van de apostel Petrus: „Gij werdt . . . tot deze loopbaan geroepen, want ook Christus heeft voor u geleden, u een model nalatend opdat gij nauwkeurig in zijn voetstappen zoudt treden” (1 Petrus 2:21). Ja, voor aanwijzingen om te weten te komen wat het voornaamste in het leven is, kunnen wij onderzoeken hoe Jezus Christus daarover dacht. In Psalm 40:8 werd profetisch over hem gezegd: „In het doen van uw wil, o mijn God, heb ik behagen geschept, en uw wet is in mijn inwendige delen.” Dezelfde gedachte bracht hij als volgt onder woorden: „Mijn voedsel is, dat ik de wil doe van hem die mij heeft gezonden en zijn werk voleindig.” — Johannes 4:34; Hebreeën 12:2.

6. Hoe kunnen wij door Gods wil op de eerste plaats te stellen, dezelfde resultaten oogsten als Jezus?

6 Neem nota van die sleutelgedachte — het doen van Gods wil. Jezus’ voorbeeld beklemtoont wat zijn discipelen terecht tot het voornaamste in hun leven moesten maken, want hij zei dat „een ieder die volmaakt is onderricht, . . . gelijk zijn leraar [zal] zijn” (Lukas 6:40). En terwijl Jezus zo wandelde als zijn Vader bedoeld had, liet hij zien dat er „verheuging tot verzadiging” was door Gods wil de voornaamste plaats toe te kennen (Psalm 16:11; Handelingen 2:28). Ziet u wat dat impliceert? Daar Jezus’ volgelingen het doen van Gods wil tot het voornaamste in hun leven wensen te maken, zullen zij „verheuging tot verzadiging” smaken en zich in het werkelijke leven kunnen verheugen (1 Timotheüs 6:19). Er is dus meer dan één reden om het doen van Gods wil tot het voornaamste in ons leven te maken.

7, 8. Welke beproevingen zag Jezus onder de ogen, en wat kunnen wij daaruit leren?

7 Onmiddellijk nadat Jezus door de doop had gesymboliseerd dat hij zich aanbood om Gods wil te doen, probeerde de Duivel hem ervan af te brengen. Hoe? Door hem op drie terreinen te verzoeken. Elke keer diende Jezus hem in bijbelse, niet mis te verstane bewoordingen van repliek (Mattheüs 4:1-10). Maar er wachtten hem nog meer beproevingen — vervolging, spot, verraad door Judas, valse beschuldigingen en vervolgens de dood aan een martelpaal. Toch kon geen van deze beproevingen Gods loyale Zoon van zijn standvastigheid afbrengen. Op een kritiek punt bad Jezus: „Niet zoals ik wil, maar zoals gij wilt. . . . Uw wil geschiede” (Mattheüs 26:39, 42). Dient een ieder van ons niet diep bewogen te worden door dit aspect van het model dat ons is nagelaten, en dient het ons niet aan te sporen om ’aan te houden in gebed’? — Romeinen 12:12.

8 Ja, wanneer wij prioriteiten in ons leven stellen, is goddelijke leiding bijzonder nuttig, vooral als wij geconfronteerd worden met vijanden van de waarheid en tegenstanders van Gods wil. Breng u te binnen hoe de getrouwe koning David om leiding smeekte toen hij tegenstand van de vijand te verduren kreeg. Wij zullen begrijpen hoe belangrijk dit is wanneer wij een gedeelte van Psalm 143 beschouwen. Dit dient ons te helpen onderscheiden hoe wij onze persoonlijke verhouding met Jehovah kunnen versterken, wat ons de kracht zal geven om het doen van Gods wil in ons leven op de eerste plaats te stellen.

Jehovah hoort en verhoort onze gebeden

9. (a) Wat onthullen Davids woorden en daden, hoewel hij een zondaar was? (b) Waarom dienen wij het niet op te geven te doen wat juist is?

9 Hoewel David een zondig en sterfelijk mens was, had hij geloof dat Jehovah het oor zou lenen aan zijn smeekbede. Nederig smeekte hij: „O Jehovah, hoor mijn gebed; leen toch het oor aan mijn smeking. Antwoord mij in uw getrouwheid, in uw rechtvaardigheid. En treed niet in het gericht met uw knecht; want voor u kan geen enkele levende rechtvaardig zijn” (Psalm 143:1, 2). David was zich bewust van zijn onvolmaaktheid, en toch was zijn hart onverdeeld jegens God. Daarom was hij ervan overtuigd dat God hem in rechtvaardigheid zou antwoorden. Moedigt dit ons niet aan? Hoewel wij Gods rechtvaardigheid niet bereiken, kunnen wij ervan overtuigd zijn dat hij ons hoort als ons hart onverdeeld is jegens hem (Prediker 7:20; 1 Johannes 5:14). Terwijl wij aanhouden in gebed, moeten wij vastbesloten zijn in deze goddeloze dagen „het kwade [te] overwinnen met het goede”. — Romeinen 12:20, 21; Jakobus 4:7.

10. Waarom had David angstige periodes?

10 David had vijanden, net als wij. Of hij nu als voortvluchtige voor Saul in eenzame, ontoegankelijke plaatsen toevlucht moest zoeken of als koning voortdurend door vijanden bestookt werd, David had zijn angstige periodes. Hij beschreef hoe dit op hem van invloed was: „De vijand heeft mijn ziel vervolgd . . . Hij heeft mij in duistere plaatsen doen wonen . . . En mijn geest bezwijkt in mij; in mijn binnenste betoont mijn hart zich gevoelloos” (Psalm 143:3, 4). Hebt u wel eens reden gehad u net zo te voelen?

11. Welke angstige periodes maken Gods hedendaagse dienstknechten door?

11 Druk van vijanden, beproevingen wegens zware economische moeilijkheden, ernstige ziekte of andere zorgwekkende problemen hebben sommigen onder Gods volk ertoe gebracht te denken dat hun geest zou bezwijken. Soms lijkt het alsof ook hun hart gevoelloos geworden is. Het is alsof zij persoonlijk hebben geroepen: „Want gij hebt mij vele benauwdheden en rampspoeden doen zien, moogt gij mij weer levend maken . . . Moogt gij mij omringen en troosten” (Psalm 71:20, 21). Hoe zijn zij geholpen?

Hoe het hoofd te bieden aan pogingen van de vijand

12. Hoe bood koning David het hoofd aan gevaar en beproevingen?

12 Psalm 143:5 geeft te kennen wat David deed toen hij omringd werd door gevaar en grote beproevingen: „Ik heb gedacht aan dagen van weleer; ik heb gemediteerd over al uw activiteit; gaarne heb ik mij steeds intens beziggehouden met het werk van úw handen.” David riep zich te binnen hoe God met Zijn dienstknechten had gehandeld en hoe hijzelf bevrijding had ervaren. Hij mediteerde over wat Jehovah ter wille van Zijn grote naam had gedaan. Ja, David bleef zich intens bezighouden met Gods werken.

13. Hoe zullen wij, wanneer wij voor beproevingen komen te staan, geholpen worden te volharden door over zowel vroegere als hedendaagse voorbeelden van getrouwe dienstknechten na te denken?

13 Hebben wij ons niet vaak te binnen geroepen hoe God met zijn volk handelt? Beslist! Hiertoe behoort het bericht dat is opgebouwd door de „grote wolk van getuigen” in voorchristelijke tijden (Hebreeën 11:32-38; 12:1). Gezalfde christenen in de eerste eeuw werden ook aangemoedigd ’te blijven denken aan de vroegere dagen’ en aan wat zij hadden verduurd (Hebreeën 10:32-34). Wat valt er te zeggen over de ervaringen van Gods dienstknechten in deze tijd, zoals die welke verhaald worden in het boek Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods koninkrijk?a Verslagen die daar en in andere Wachttoren-publikaties gedocumenteerd zijn, stellen ons in staat ons te binnen te brengen hoe Jehovah zijn volk geholpen heeft om verbodsbepalingen, gevangenzettingen, acties van het gepeupel en concentratie- en werkkampen te verduren. Er zijn beproevingen geweest in door oorlog verscheurde landen, zoals Boeroendi, Liberia, Rwanda en het voormalige Joegoslavië. Toen er tegenstand kwam, volhardden Gods dienstknechten omdat zij een sterke band met Jehovah behielden. Zijn hand ondersteunde degenen die het doen van zijn wil tot het voornaamste in hun leven maakten.

14. (a) Wat is één voorbeeld waarbij God een persoon steunde in een situatie die misschien met de onze overeenkomt? (b) Wat leert u uit dat voorbeeld?

14 Maar misschien zegt u wel dat u nog nooit zo’n wrede behandeling hebt ervaren en denkt u iets dergelijks waarschijnlijk nooit te zullen meemaken. God heeft zijn volk echter niet alleen gesteund in omstandigheden die sommigen wellicht als spectaculair zouden beschouwen. Hij heeft veel doorsneepersonen onder „alledaagse” omstandigheden gesteund. Hier volgt slechts één van de vele voorbeelden: In De Wachttoren van 1 december 1996 stond een door Penelope Makris verteld verslag. Wat een schitterend voorbeeld van christelijke rechtschapenheid! Kunt u zich herinneren wat zij van buren te verduren kreeg, hoe zij met zware ziekten te kampen had en welke moeite zij zich getroostte om in de volle-tijddienst te blijven? Wat valt er over haar lonende ervaring in Mytiléne te zeggen? Het punt is: Beschouwt u zulke voorbeelden als een hulp voor ons allen om prioriteiten te stellen en het doen van Gods wil op de eerste plaats in ons leven te laten komen?

15. Wat zijn enkele van Jehovah’s daden waarover wij dienen te mediteren?

15 Het sterkt ons wanneer wij, net als David, over Jehovah’s activiteiten mediteren. Jehovah trof bij het verwezenlijken van zijn voornemen een voorziening voor redding door middel van de dood, de opstanding en de verheerlijking van zijn Zoon (1 Timotheüs 3:16). Hij heeft zijn hemelse koninkrijk opgericht, de hemel van Satan en zijn demonen gereinigd en de ware aanbidding hier op aarde hersteld (Openbaring 12:7-12). Hij heeft een geestelijk paradijs opgebouwd en heeft zijn volk met toename gezegend (Jesaja 35:1-10; 60:22). Zijn volk geeft nu een laatste getuigenis voordat de grote verdrukking uitbreekt (Openbaring 14:6, 7). Ja, wij hebben veel om over te mediteren.

16. Waarmee dienen wij ons intens bezig te houden, en waarvan zal dit ons doordringen?

16 Ons intens bezighouden met het werk van Gods handen in plaats van helemaal op te gaan in menselijke inspanningen doordringt ons van het feit dat Jehovah’s aangewende kracht onweerstaanbaar is. Die werken zijn echter niet beperkt tot de schitterende stoffelijke scheppingswerken in de hemel en op aarde (Job 37:14; Psalm 19:1; 104:24). Tot zijn wonderbare werken behoren ook de voor zijn volk verrichte bevrijdingen van vijandige onderdrukkers, zoals gedemonstreerd in de ervaringen van zijn uitverkoren volk uit de oudheid. — Exodus 14:31; 15:6.

De weg kennen die wij dienen te gaan

17. Hoe reëel was Jehovah voor David, en hoe kan dit een geruststelling voor ons zijn?

17 David bad om hulp opdat zijn levenssap niet in hem zou opdrogen: „Ik heb mijn handen naar u uitgebreid, mijn ziel smacht als een uitgeput land naar u. O haast u, antwoord mij, o Jehovah. Mijn geest is ten einde geraakt. Verberg uw aangezicht niet voor mij, anders moet ik vergelijkbaar worden met hen die in de kuil neerdalen” (Psalm 143:6, 7). David, een zondaar, wist dat God zijn situatie kende (Psalm 31:7). Soms voelen ook wij misschien dat onze geestelijke gezindheid op een laag peil staat. Maar de situatie is niet hopeloos. Jehovah, die onze gebeden hoort, kan ons herstel bespoedigen door ons te verkwikken via liefdevolle ouderlingen, artikelen in De Wachttoren, of vergaderingsaandelen die precies voor ons ontworpen schijnen te zijn. — Jesaja 32:1, 2.

18, 19. (a) Welke dringende smeekbede dienen wij tot Jehovah te richten? (b) Waarvan kunnen wij zeker zijn?

18 Ons vertrouwen in Jehovah beweegt ons ertoe hem te smeken: „Doe mij . . . uw liefderijke goedheid horen, want op u heb ik mijn vertrouwen gesteld. Maak mij de weg bekend die ik dien te gaan” (Psalm 143:8). Stelde hij zuster Makris teleur, toen zij zich geïsoleerd op een Grieks eiland bevond? Zal hij u dan teleurstellen als u het doen van zijn wil tot het voornaamste in uw leven maakt? De Duivel en zijn handlangers zouden onze prediking van Gods koninkrijk graag belemmeren of volledig stopzetten. Of wij nu in landen dienen waar de ware aanbidding algemeen toegestaan is of waar ze onderdrukt wordt, onze verenigde gebeden komen overeen met Davids smeekbede: „Bevrijd mij van mijn vijanden, o Jehovah. Bij u heb ik dekking gezocht” (Psalm 143:9). Wij worden alleen tegen geestelijke rampspoed beschermd wanneer wij in de schuilplaats van de Allerhoogste wonen. — Psalm 91:1.

19 Onze overtuiging omtrent datgene wat als het voornaamste beschouwd moet worden, is goed gefundeerd (Romeinen 12:1, 2). Weersta dus de pogingen die de wereld doet om u ertoe te brengen datgene te aanvaarden wat in haar wereldplan als belangrijk wordt beschouwd. Ga ermee voort in elk aspect van uw leven datgene te weerspiegelen wat zoals u weet het voornaamste is — het doen van Gods wil. — Mattheüs 6:10; 7:21.

20. (a) Wat hebben wij in Psalm 143:1-9 over David geleerd? (b) Hoe weerspiegelen christenen in deze tijd Davids geest?

20 De eerste negen verzen van Psalm 143 beklemtonen Davids nauwe persoonlijke band met Jehovah. Wanneer hij door vijanden werd omringd, smeekte hij God vrijmoedig om leiding. Hij stortte zijn hart uit en zocht hulp om de juiste weg te gaan. Het overblijfsel van met de geest gezalfde personen op aarde en hun metgezellen doen in deze tijd hetzelfde. Zij beschouwen hun verhouding met Jehovah als kostbaar, terwijl zij hem voortdurend om leiding smeken. Zij stellen het doen van Gods wil op de eerste plaats, ondanks de druk die zij van de Duivel en de wereld ondervinden.

21. Waarom is het belangrijk dat wij een goed voorbeeld geven willen wij anderen onderwijzen wat het voornaamste in hun leven dient te zijn?

21 Miljoenen die de bijbel met Jehovah’s Getuigen bestuderen, moeten gaan inzien dat het doen van Gods wil het voornaamste is. Wij kunnen hen helpen dit te begrijpen wanneer wij hoofdstuk 13 van het boek Kennis die tot eeuwig leven leidt bespreken, waarin beginselen beklemtoond worden die laten uitkomen wat het zeggen wil gehoorzaam te zijn aan het Woord.b Natuurlijk dienen zij in ons geïllustreerd te zien wat wij hun leren. Na een betrekkelijk korte tijdsperiode zullen ook zij te weten komen welke weg zij dienen te gaan. Als deze miljoenen mensen er persoonlijk achter komen wat het allerbelangrijkste in hun leven dient te zijn, zullen velen ertoe bewogen worden de stappen van opdracht en doop te doen. Daarna kan de gemeente hen helpen om op de weg des levens te blijven wandelen.

22. Welke vragen zullen in het volgende artikel beschouwd worden?

22 Velen geven grif toe dat Gods wil van het grootste belang in hun leven dient te zijn. Maar hoe onderwijst Jehovah zijn dienstknechten progressief om zijn wil te doen? Welke voordelen werpt dit voor hen af? Deze vragen zullen, samen met een bespreking van een sleutelvers, Psalm 143:10, in het volgende artikel beschouwd worden.

[Voetnoten]

a In 1993 uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.

b In 1995 uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.

Wat zou u antwoorden?

◻ Hoe kunnen wij prioriteiten stellen door Filippenzen 1:9, 10 toe te passen?

◻ Hoe liet Jezus zien wat het voornaamste in zijn leven was?

◻ Wat kunnen wij leren uit hetgeen David deed wanneer hij beproefd werd?

◻ Hoe vormt Psalm 143:1-9 thans een hulp voor ons?

◻ Wat dient het voornaamste in ons leven te zijn?

[Illustratie op blz. 10]

Uit wat David deed, bleek zijn vertrouwen in Jehovah

[Verantwoording]

Overgenomen uit Illustrirte Pracht - Bibel/Heilige Schrift des Alten und Neuen Testaments, nach der deutschen Uebersetzung D. Martin Luther’s

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen