Jonge mensen vragen . . .
Hoe kan ik mijn geld verstandig gebruiken?
„DE JONGEREN in dit land wordt het geld uitgeven tegenwoordig al vroeg ingeprent.” Dit concludeerde de enquêteur Lester Rand na een studie van de manier waarop tieners in de Verenigde Staten hun geld uitgeven. Volgens Rand gaven Amerikaanse jongeren in slechts één jaar tijd het lieve sommetje van 39,1 miljard dollar uit! En waar gaat dat geld heen?
De Amerikaanse onderzoekers Norman en Harris berichten: „Hoog op bijna elk lijstje staat een of andere vorm van ontspanning, vooral muziek. . . . Tieners die autorijden, besteden het grootste deel van hun geld aan benzine, reparaties en onderhoud. Heel wat anderen besteden hun geld aan allerlei ongezonde kost, waarbij pizza’s, frisdranken en hamburgers bovenaan staan. Meisjes schijnen meer aan kleding uit te geven dan jongens; en natuurlijk zijn tienermeisjes van onschatbare waarde voor de cosmetica-industrie.”
Natuurlijk, auto-onkosten, voedsel, ontspanning — het kunnen volkomen gewettigde uitgaven zijn. Maar besteden tieners hun geld altijd verstandig?a En zou het kunnen zijn dat de financiële verplichtingen van een werkende jongere verder gaan dan het kopen van dingen voor zichzelf?
Hoe met beleid te werk te gaan
Neem bijvoorbeeld het winkelen eens. De meeste jongeren doen dat graag, vooral als zij geld op zak hebben. Is het echter werkelijk het verstandigst om alles wat je wilt en ziet maar te kopen?
Bij een onder 600 mensen in Engeland ingestelde enquête bleek dat 62 procent van de ondervraagden tussen de vijftien en negentien jaar op zijn minst af en toe impulsieve kopers waren (Adolescence, najaar 1982). Een verstandige koper denkt er echter van tevoren over na wat hij of zij nodig heeft. Waarom zou je niet voordat je gaat winkelen een lijstje maken van wat je moet kopen en je aankopen tot dat lijstje beperken? In hun boek Options doen de schrijfsters Shaw en Berry verder de aanbeveling: „Neem als je gaat winkelen net voldoende geld mee om te kopen wat je werkelijk nodig hebt of wat je van plan was te kopen voordat je naar de winkel ging.”
Het tijdschrift Adolescence merkte ook op dat terwijl oudere consumenten zich bekommeren om de kwaliteit en draagbaarheid wanneer zij kleding kopen, jongeren zich meer bekommeren om de mode. Geldt dat ook voor jou? Zo ja, breng dan wat veranderingen aan in je koopgewoonten. Bedenk voordat je je zuurverdiende geld uitgeeft, hoe lang een kledingstuk zal meegaan. Een paar jaar? Of zal het over een paar maanden uit de mode zijn?
Let ook op de kwaliteit. Een goedkoop artikel van slechte kwaliteit kan je op de lange duur meer kosten omdat het gerepareerd of vervangen moet worden. Oriënteer je dus eerst. Gaat het om kleding, let dan op de kwaliteit van de stof. Hoe vaak zal het kledingstuk gereinigd moeten worden? Kan het gewassen worden? Dit zijn factoren die in aanmerking genomen moeten worden voordat je iets koopt.
Een jongere genaamd Lyshondra heeft van haar ouders de waardevolle kunst van het winkelen geleerd. Zij zegt: „Gewoonlijk winkel ik met mijn moeder, en zij heeft me geleerd op de koopjes te letten, zodat ik meer met mijn geld kan doen.” Een andere tactiek is, het kopen uit te stellen tot het einde van het seizoen, omdat er dan veel koopjes te halen zijn. Phyllis, een jonge vrouw die al een ervaren koopjesjaagster is, voegt daaraan toe: „Ik kan me niet herinneren dat ik ooit iets tegen de normale prijs heb gekocht. Ik zoek koopjes en ik houd van tweedehands zaken. De mensen denken dat mijn kleren nieuw zijn!”
Bijdragen in de huishoudkosten
Werk je na schooltijd of part time? Zo ja, besteed je dan al je geld voor jezelf, ervan uitgaand dat het de taak van je ouders is in je onderhoud te voorzien? Maar wanneer was het feitelijk voor het laatst dat je ouders alleen geld voor zichzelf uitgegeven hebben? Gaat het grootste deel van hun geldmiddelen niet op aan het gezin? Zou het dan niet redelijk zijn als je een bijdrage zou leveren in de huishoudkosten?
„Dat doe ik”, antwoordde de jonge Stephanie toen haar die vraag gesteld werd. Zij en nog drie leden van het gezin zijn Jehovah’s Getuigen en dienen als volle-tijdpredikers. „Het is noodzakelijk”, zegt Stephanie, „en het is ook een goede opleiding, want je kunt nergens wonen zonder in de onkosten bij te dragen.” Een jongere genaamd Albert voegt daaraan toe: „Het behoort gewoon tot mijn verantwoordelijkheid. Als ik niet thuis woonde, zou ik het toch ook moeten doen. Dus ik vind dat ik royaal moet bijdragen.”
Het kan natuurlijk zijn dat je ouders op dat gebied niets van je verwachten. Maar een jongere genaamd Tommy sloeg de spijker op de kop toen hij zei: „Ik vind het alleen maar eerlijk. Ze hebben me ter wereld gebracht en tot nu toe voor me gezorgd, dus moet ik iets doen om het ze te vergoeden.”
De zegeningen van edelmoedigheid
„Wie goed doet, goed ontmoet, wie te drinken geeft, zal te drinken krijgen.” Dit zegt de bijbel in Spreuken 11:25 (Groot Nieuws Bijbel). Als je uitbetaald krijgt, is het soms verleidelijk aan alle dingen te denken die je voor jezelf kunt kopen. Jezus brengt ons echter in herinnering: „Het is gelukkiger te geven dan te ontvangen.” — Handelingen 20:35.
Het spreekt vanzelf dat je in dit opzicht evenwichtig moet zijn. Edelmoedigheid wil niet zeggen dat je jezelf arm moet schenken. „Ik geef veel uit aan cadeautjes en m’n geld vliegt er gewoon door”, klaagde een jongere. „Ik denk dat daar 85 procent van mijn geld heen gaat.” Vergeet echter nooit dat God goede daden die met de juiste beweegredenen worden verricht, opmerkt. Ja, zegt Spreuken 19:17: „Hij die gunst betoont aan de geringe, leent aan Jehovah, en zijn bejegening zal Hij hem vergelden.”
Spreuken 3:9, 10 geeft nog een terrein aan waarop je edelmoedigheid kunt betonen: „Eer Jehovah met uw waardevolle dingen en met de eerstelingen van heel uw opbrengst. Dan zullen uw voorraadruimten met overvloed gevuld worden; en van nieuwe wijn zullen uw eigen perskuipen overlopen.” In bijbelse tijden waren de aanbidders van Jehovah in Israël verplicht de eerstelingen van hun werk op het land als bijdrage te schenken. Daarmee werd in het onderhoud voorzien van de levitische priesters die in de tempel te Jeruzalem dienden. Hoewel Jehovah’s Getuigen in deze tijd hun aanbidding niet in een stoffelijke tempel beoefenen, beseffen zij dat er evengoed geld nodig is om hun plaatsen van aanbidding (Koninkrijkszalen genoemd) te onderhouden. De achttienjarige Albert zegt: „Ik heb mij ten doel gesteld om iedere keer dat ik naar de zaal ga iets bij te dragen.”
Afgunst is een strik
Toegegeven, niet alle jongeren hebben de financiële middelen om te winkelen en geld uit te geven zoals hier besproken. En als je niet hebt wat anderen wel schijnen te hebben, zou je licht afgunstig worden. De jonge Darnell geeft bijvoorbeeld toe: „Ik heb inderdaad de neiging om te kijken naar wat anderen hebben en dan zeg ik: ’Wow! Dat is mooi.’” Maar in plaats van daar lang bij stil te staan, probeert hij tegen die gevoelens te vechten.
Nee, mooie dingen willen hebben, is op zich geen zonde. Maar laat je toe dat je ongelukkig wordt als je je iets wat je wilt niet kunt veroorloven? Ga je zelfs degenen die toevallig meer hebben dan jij een kwaad hart toedragen? Zo ja, denk dan eens aan de raad die Jezus in Lukas 12:15 gaf: „Hoedt u voor elke soort van hebzucht, want ook al heeft iemand overvloed, zijn leven spruit niet voort uit de dingen die hij bezit.”
Er zullen in feite altijd mensen zijn die meer hebben dan jij. En gelijke tred proberen te houden met de Jansens leidt alleen maar tot hartzeer en veel zorgen. De apostel Paulus vermaant ons: „Wij hebben niets in de wereld meegebracht en kunnen er ook niets uit meenemen. Wanneer wij daarom voedsel, kleding en onderdak hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn.” — 1 Timótheüs 6:7, 8.
Geld kan een nuttige slaaf zijn als het op de goede manier wordt bezien. Leer sparen. Leer je geld slim en met beleid besteden. Geld is beslist nuttig in het leven en kan het comfortabeler maken. Maar zoals een jongere die Matthew heet het zegt: „Geld is belangrijk, maar het is niet alles. Het is niet het voornaamste. Wij hebben wel geld nodig om te leven, maar het mag nooit de voorrang hebben boven ons gezin of Jehovah.”
[Voetnoten]
a In Ontwaakt! van 22 december 1988 werd besproken hoe raadzaam het is een budget op te maken en wat geld opzij te leggen.
[Inzet op blz. 13]
Amerikaanse jongeren gaven in slechts één jaar tijd het lieve sommetje van 39,1 miljard dollar uit!
[Illustratie op blz. 15]
Draag jij, indien je een baan hebt, vrijwillig bij in de huishoudkosten?