-
Jehovah God is in zijn heilige tempelJesaja’s profetie — Licht voor de hele mensheid I
-
-
22 Net als Jesaja kweet Jezus zich getrouw van het werk dat hij toegewezen had gekregen en de reactie erop was dezelfde. De joden in Jezus’ tijd waren evenmin bereid de boodschap te aanvaarden als degenen tot wie de profeet Jesaja predikte (Jesaja 1:4). Het gebruik van illustraties was kenmerkend voor Jezus’ bediening. Dat was voor zijn discipelen aanleiding tot de vraag: „Waarom spreekt gij tot hen door middel van illustraties?” Jezus’ antwoord luidde: „U is het gegeven de heilige geheimen van het koninkrijk der hemelen te begrijpen, maar hun is het niet gegeven. Daarom spreek ik tot hen door middel van illustraties, omdat zij, ofschoon zij kijken, tevergeefs kijken, en ofschoon zij horen, tevergeefs horen, noch de betekenis ervan begrijpen; en ten aanzien van hen gaat de profetie van Jesaja in vervulling, welke luidt: ’Door te horen, zult gij horen, maar geenszins de betekenis ervan begrijpen, en door te kijken, zult gij kijken, maar geenszins zien. Want het hart van dit volk is onontvankelijk geworden, en met hun oren hebben zij gehoord zonder te reageren, en hun ogen hebben zij gesloten, opdat zij nimmer met hun ogen zouden zien en met hun oren horen en met hun hart de betekenis ervan begrijpen en terugkeren, en ik hen gezond zou maken.’” — Mattheüs 13:10, 11, 13-15; Markus 4:10-12; Lukas 8:9, 10.
23 Door een aanhaling te doen uit Jesaja maakte Jezus duidelijk dat de profetie een vervulling in zijn tijd had. Het volk in zijn geheel had een hartentoestand zoals die van de joden in Jesaja’s dagen. Zij hielden zich blind en doof voor zijn boodschap en gingen eveneens ten onder (Mattheüs 23:35-38; 24:1, 2).
-
-
Jehovah God is in zijn heilige tempelJesaja’s profetie — Licht voor de hele mensheid I
-
-
24. Welke toepassing gaf Paulus van Jesaja’s profetie, en waarop duidt dit?
24 Omstreeks 60 G.T. bevond de apostel Paulus zich onder huisarrest in Rome. Daar organiseerde hij een bijeenkomst met zowel „de voornaamste mannen der joden” als anderen en gaf hun een „grondig getuigenis . . . betreffende het koninkrijk Gods”. Toen velen zijn boodschap niet wilden aanvaarden, legde Paulus uit dat daarmee Jesaja’s profetie in vervulling ging (Handelingen 28:17-27; Jesaja 6:9, 10). Jezus’ discipelen kweten zich dus van een opdracht die vergelijkbaar was met die van Jesaja.
25. Wat hebben hedendaagse Getuigen van God onderscheiden, en hoe reageren zij?
25 Evenzo onderscheiden Jehovah’s Getuigen in deze tijd dat Jehovah God in zijn heilige tempel is (Maleachi 3:1). Net als Jesaja zeggen zij: „Hier ben ik! Zend mij.” Vol ijver laten zij de waarschuwingsboodschap over het naderende einde van dit goddeloze samenstel van dingen horen. Maar zoals Jezus te kennen gaf, openen betrekkelijk weinig mensen hun ogen en oren om te zien en te horen en gered te worden (Mattheüs 7:13, 14). Degenen die hun hart neigen tot luisteren en „genezing voor zichzelf verkrijgen”, zijn beslist gelukkig te prijzen! — Jesaja 6:8, 10.
-