Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • jr hfst. 5 blz. 54-66
  • Wat voor vrienden kies je?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Wat voor vrienden kies je?
  • God spreekt tot ons via Jeremia
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • WAT VOOR VRIENDSCHAPPEN BOUW JE OP?
  • MOET JE BEVRIEND ZIJN MET SCEPTISCHE MENSEN?
  • WAT VOOR VRIENDEN KOOS JEREMIA?
  • KIES JE VRIENDEN VERSTANDIG
  • Kunt u Jeremia’s volharding navolgen?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1969
  • „Ik kan niet blijven zwijgen”
    God spreekt tot ons via Jeremia
  • „Ik wil de vermoeide ziel laven”
    God spreekt tot ons via Jeremia
  • „Ik heb mijn woorden in uw mond gelegd”
    God spreekt tot ons via Jeremia
Meer weergeven
God spreekt tot ons via Jeremia
jr hfst. 5 blz. 54-66

HOOFDSTUK VIJF

Wat voor vrienden kies je?

1, 2. (a) Voor welk probleem staan christenen wat hun omgang betreft? (b) Waarom moet het ons interesseren wat voor vrienden Jeremia koos?

WAT zou je doen als collega’s, buren of klasgenoten je uitnodigen voor een kerstdiner? Of stel dat je werkgever je vraagt te liegen of iets illegaals te doen? En wat doe je als de overheid je sommeert iets te doen waardoor je je neutraliteit zou schenden? Je geweten zegt je waarschijnlijk dat je al die dingen niet moet doen, zelfs als je dan belachelijk gemaakt of slecht behandeld zou worden.

2 Jeremia stond vaak voor dat soort problemen. Het kan echt nuttig voor je zijn stil te staan bij enkele personen en groepen mensen met wie Jeremia in contact kwam in de jaren dat hij als profeet diende. Sommigen van hen probeerden hem ervan af te brengen zijn opdracht uit te voeren. Jeremia kon hen niet uit de weg gaan, maar hij koos hen zeker niet als vrienden. Het is interessant te bekijken wie Jeremia wel als vrienden koos: personen die hem steunden en achter zijn besluit stonden om God trouw te blijven. De beslissingen die Jeremia nam in verband met de mensen met wie hij nauwe omgang had, zijn heel leerzaam voor ons.

WAT VOOR VRIENDSCHAPPEN BOUW JE OP?

3. Wat wilde Zedekia van Jeremia, en hoe reageerde Jeremia daarop?

3 Koning Zedekia raadpleegde Jeremia een aantal keren voordat Jeruzalem werd verwoest. Waarom? De koning hoopte een geruststellend antwoord te krijgen op zijn vragen over de toekomst van zijn rijk. Hij wilde dat Jeremia aankondigde dat God tussenbeide zou komen om Juda van zijn vijanden te redden. Via afgezanten smeekte Zedekia Jeremia: „Raadpleeg alstublieft ten behoeve van ons Jehovah, want Nebukadrezar, de koning van Babylon, voert oorlog tegen ons. Misschien zal Jehovah met ons doen naar al zijn wonderwerken, zodat hij [Nebukadrezar] van ons zal wegtrekken” (Jer. 21:2). De koning wilde Gods richtlijn om zich aan Babylon over te geven, niet opvolgen. Een geleerde vergeleek Zedekia met „een patiënt die steeds weer naar een arts teruggaat om gerustgesteld te worden, maar die de voorgeschreven medicijnen niet wil innemen”. Wat deed Jeremia? Hij had zich geliefd kunnen maken door tegen Zedekia te zeggen wat hij wilde horen. Waarom veranderde Jeremia zijn boodschap dan niet gewoon om zijn leven wat makkelijker te maken? Hij weigerde dat te doen omdat Jehovah gezegd had dat hij de val van Jeruzalem moest aankondigen. (Lees Jeremia 32:1-5.)

Illustratie op blz. 54, 55

Als je leest over Jeremia en Ebed-Melech, ben je er dan van overtuigd dat ze echt hebben bestaan? Onlangs heeft het verslag in Jeremia 38 waarin zij worden vermeld meer ondersteuning gekregen door twee ontdekkingen in de oude Stad van David.

De archeoloog Eilat Mazar berichtte een kleine kleizegelafdruk te hebben opgegraven. De afdruk werd in 2005 gevonden tijdens de geautoriseerde blootlegging van een laag uit de tijd van de verwoesting van Jeruzalem in 607 v.G.T. Het zegel bevat de oude Hebreeuwse naam „Jehoechal ben Sjelemjahoe”, wat in het Nederlands „Juchal de zoon van Selemja” is.

Later werd er in dezelfde laag, slechts een paar meter daarvandaan, nog een zegelafdruk gevonden, met de naam „Gedaljahoe ben Pasjhoer” of „Gedalja de zoon van Pashur”.

Lees nu eens in Jeremia 38:1 de namen van twee vorsten die er bij koning Zedekia op aandrongen Jeremia ter dood te laten brengen, een plan dat door Ebed-Melech werd verijdeld. De personen die in Jeremia 38 worden genoemd, hebben dus echt bestaan.

4. Voor welke beslissing staan we wat het aanknopen van vriendschappen betreft, bijvoorbeeld op het werk?

4 In bepaalde opzichten zit jij in net zo’n situatie als Jeremia. Je hebt natuurlijk contact met buren, collega’s of klasgenoten met wie je in zekere zin omgang hebt. Maar ga je verder en knoop je vriendschap met hen aan, ook al hebben ze laten zien dat ze er niet in geïnteresseerd zijn Gods richtlijnen te horen of op te volgen? Jeremia kon Zedekia niet compleet mijden; hij was nog steeds de koning, ook al weigerde hij Gods raad op te volgen. Maar Jeremia was niet verplicht mee te gaan in de verkeerde denkwijze van de koning of te proberen bij hem in de gunst te komen. Als Jeremia de koning tegemoetgekomen was, had Zedekia hem natuurlijk allerlei geschenken of privileges kunnen geven. Toch weigerde Jeremia te zwichten voor de druk of verleiding om een nauwe band met Zedekia op te bouwen. Waarom? Omdat Jeremia niet van plan was het standpunt dat hij van Jehovah moest innemen, te veranderen. Jeremia’s voorbeeld moet ons ertoe bewegen te bekijken of de personen die we als vrienden kiezen ons aansporen om God trouw te blijven. Je kunt niet al het contact vermijden met mensen die God niet dienen — collega’s, klasgenoten of buren (1 Kor. 5:9, 10). Maar als je zulke personen als je vrienden kiest, zou je je vriendschap met God weleens in gevaar kunnen brengen.

Illustratie op blz. 57

MOET JE BEVRIEND ZIJN MET SCEPTISCHE MENSEN?

5, 6. Wat deden sommigen om Jeremia tot zwijgen te brengen?

5 Zedekia was niet de enige die Jeremia negatief probeerde te beïnvloeden. De priester Pashur „sloeg” Jeremia, misschien door hem 39 stokslagen te laten geven (Jer. 20:2; Deut. 25:3). Bepaalde Judese vorsten deden hetzelfde en zetten Jeremia daarna gevangen in „het huis van boeien”. De profeet kwam in een kerker terecht, onder zulke slechte omstandigheden dat hij na vele dagen bang was daar te sterven. (Lees Jeremia 37:3, 15, 16.) Toen Jeremia weer een tijdje vrij was, drongen andere vorsten er bij Zedekia op aan hem ter dood te laten brengen. Ze vonden dat hij een demoraliserende invloed had op Juda’s troepen. Het gevolg was dat de profeet in een modderige regenput werd gegooid om daar te sterven (Jer. 38:1-4). Die vreselijke dood bleef hem bespaard. Maar dit laat zien dat mensen die beter hadden moeten weten sceptisch werden over dat wat Gods profeet te zeggen had; ze keerden zich tegen hem.

6 Jeremia had niet alleen vijanden onder de autoriteiten. Bij een andere gelegenheid dreigden mannen uit Jeremia’s woonplaats Anathoth, zijn ’buren’ zeg maar, hem te doden als hij niet stopte met profeteren (Jer. 11:21). Wat ze van hem hoorden, stond hun niet aan en ze begonnen hem te bedreigen. Maar Jeremia koos Jehovah als zijn vriend in plaats van zijn buren. Andere tijdgenoten van hem lieten het niet bij woorden. Toen Jeremia een juk gebruikte om de Joden op een aanschouwelijke manier aan te sporen hun nek onder het juk van de koning van Babylon te buigen en daardoor in leven te blijven, haalde Hananja het houten juk van Jeremia’s nek af en brak het in stukken. Volgens die valse profeet had Jehovah gezegd: „Ik wil het juk van de koning van Babylon verbreken.” Hananja stierf datzelfde jaar nog, en het is duidelijk welke profeet betrouwbaar was (Jer. 28:1-11, 17). Nadat Jeruzalem was vernietigd, waar Jeremia voor gewaarschuwd had, weigerden Johanan en andere legeraanvoerders Gods gebod op te volgen om in het land Juda te blijven. „Het is een leugen die gij spreekt”, zeiden ze tegen Jeremia. „Jehovah, onze God, heeft u niet gezonden om te zeggen: ’Trekt Egypte niet binnen om er als vreemdelingen te vertoeven.’” Ze verzetten zich nog verder tegen Jehovah door Jeremia en Baruch mee te nemen naar Egypte (Jer. 42:1–43:7).

Illustratie op blz. 58

Met wat voor mensen kreeg Jeremia te maken? Wat kun je van Jeremia’s voorbeeld leren?

7. Voor welke uitdaging in verband met je trouw aan Jehovah sta je?

7 Jarenlang werd Jeremia omringd door sceptici en tegenstanders. Denk er eens over na hoe hij daarmee omging. Hij had heel makkelijk mensen die weinig respect hadden voor God of Zijn Woord kunnen gaan accepteren. Zulke mensen waren overal om hem heen. Is dat bij jou ook het geval? Waarschijnlijk heb je soms contact met mensen die net zo zijn als de mensen in Jeremia’s omgeving. Maar of ze jou en je God nu fel tegenstaan of juist best aardig lijken, zul je hen als vrienden kiezen? Zou het verstandig zijn gezellige omgang te hebben met mensen die Gods profetieën niet serieus nemen? Als Jeremia zich in jouw situatie bevond, zou hij dan personen als vrienden kiezen die door hun levenswijze laten zien dat ze niet in Gods Woord geloven of die op mensen vertrouwen? (2 Kron. 19:2) God liet er bij Jeremia geen twijfel over bestaan wat de gevolgen zouden zijn van vertrouwen op mensen in plaats van God. (Lees Jeremia 17:5, 6.) Hoe denk jij hierover?

Illustratie op blz. 63

8. Noem voorbeelden van problemen waar christenen in jouw omgeving mee te maken kunnen krijgen.

8 Sommige christenen hebben gedacht dat etentjes met zakenrelaties goed zouden zijn voor hun bedrijf of carrière. Maar zouden zulke christenen daardoor blootgesteld worden aan slechte omgang en gevaren, zoals smerige taal en zwaar drinken? Veel christenen hebben in zo’n situatie dan ook besloten slechte omgang te vermijden, zelfs als dat betekende dat ze winst of een promotie misliepen. Het kan ook zijn dat een werkgever of collega niet aarzelt om oneerlijk tegen klanten te zijn. Toch laten ware christenen zich niet beïnvloeden door de mensen om hen heen. Soms is het niet makkelijk in zulke kwesties een beslissing te nemen. We kunnen dankbaar zijn voor voorbeelden als Jeremia, die een koers volgde waardoor hij een goed geweten en, nog belangrijker, een goede band met God behield.

9. Waarom is het gevaarlijk populair te willen zijn?

9 Jeremia werd vanwege zijn standpunt en overtuiging door andere Judeeërs bespot (Jer. 18:18). Toch was hij bereid anders te zijn dan zijn tijdgenoten die „de populaire weg” volgden (Jer. 8:5, 6). Jeremia was ook bereid om soms ’helemaal alleen te zitten’. Hij was liever alleen dan slechte omgang te hebben door bevriend te zijn met personen die een negatieve invloed op hem zouden hebben. (Lees Jeremia 9:4, 5; 15:17.) En jij? Net als in Jeremia’s tijd is ontrouw aan God nu „de populaire weg”. Dat Jehovah’s aanbidders voorzichtig moeten zijn bij het kiezen van vrienden is niets nieuws. Toch had Jeremia wel vrienden. Er waren personen die voor hem opkwamen en hem hielpen. Wie waren dat? Het antwoord op die vraag kan heel nuttig zijn.

WAT VOOR VRIENDEN KOOS JEREMIA?

10, 11. (a) Welke maatstaf hanteerde Jeremia bij het kiezen van vrienden? (b) Wie waren vrienden van Jeremia, en welke vragen over hen gaan we beantwoorden?

10 Met wie zou Jeremia vriendschap aanknopen? Onder Jehovah’s leiding veroordeelde hij herhaaldelijk personen die goddeloos, bedrieglijk, onrechtvaardig, gewelddadig, gevoelloos en immoreel waren, die de ware aanbidding inruilden voor afgoderij en zo geestelijke prostitutie bedreven. Hij gaf zijn volksgenoten de dringende raad: „Keert alstublieft terug, een ieder van zijn slechte weg, en maakt uw wegen en uw handelingen goed” (Jer. 18:11). Zelfs na de vernietiging van Jeruzalem prees Jeremia Gods „liefderijke goedheden”, zijn „barmhartigheden” en zijn „getrouwheid” (Klaagl. 3:22-24). Jeremia wilde alleen trouwe aanbidders van Jehovah als vrienden. (Lees Jeremia 17:7.)

11 We kennen een paar personen die Jeremia als vrienden koos, zoals Ebed-Melech, Baruch, Seraja en de zoons van Safan. Misschien vragen we ons af: Wat voor mannen waren dat? Hoeveel contact hadden ze met Jeremia? In welk opzicht waren ze goede vrienden van hem? En hoe hielpen ze Jeremia om rechtschapen te blijven? Houd bij het bekijken van de antwoorden je eigen situatie in gedachte.

12. (a) Wat hadden Jeremia en Baruch, afgebeeld op bladzijde 58, gemeen? (b) Wie was Seraja, en wat weten we van hem?

12 De beste vriend van de profeet schijnt Baruch, de zoon van Neria, te zijn geweest. Jeremia vertrouwde hem de verantwoordelijkheid toe de uitspraken van Jehovah op te schrijven die de profeet hem dicteerde, en deze boekrol voor te lezen, eerst in het openbaar en daarna aan de vorsten van Juda (Jer. 36:4-8, 14, 15). Net als Jeremia was Baruch ervan overtuigd dat wat God voorzei, zou gebeuren. Deze mannen maakten tijdens de laatste achttien turbulente jaren van Juda hetzelfde mee. Ze brachten veel tijd samen door met het werk dat God hun beiden had opgedragen. Ze kregen allebei moeilijkheden te verduren en moesten zich voor vijanden verbergen. En ze werden allebei persoonlijk door Jehovah gesterkt. Baruch kwam blijkbaar uit een vooraanstaande schrijversfamilie in Juda. De Bijbel noemt hem „de secretaris”, en zijn broer Seraja was een hoge ambtenaar. Seraja werkte later net als Baruch met Jeremia samen om Jehovah’s profetische uitspraken over te brengen (Jer. 36:32; 51:59-64). Dat deze twee zoons van Neria bereid waren in die moeilijke tijd met Jeremia samen te werken, moet de profeet gesterkt en aangemoedigd hebben. Ook jij kunt kracht en aanmoediging krijgen van personen die getrouw met je samenwerken in Jehovah’s dienst.

Wat kun je leren van Jeremia’s keuze van vrienden?

13. Hoe liet Ebed-Melech zien dat hij een goede vriend van Jeremia was, zoals op bladzijde 63 is afgebeeld?

13 Ebed-Melech was nog een bijzondere vriend van Jeremia. Toen woedende vorsten Jeremia in een lege regenput gooiden om daar te sterven, was het een buitenlander, de Ethiopiër Ebed-Melech, die het voor hem op durfde te nemen. Hij was een eunuch, een beambte in het huis van de koning. Hij ging in het openbaar naar Zedekia toe, die in de Benjaminpoort zat. Ebed-Melech vroeg Zedekia moedig toestemming om Jeremia uit de modderige regenput te redden. Hij nam dertig mannen mee, waaruit we kunnen opmaken dat hij wellicht verzet verwachtte van Jeremia’s vijanden (Jer. 38:7-13). We weten niet hoeveel omgang Ebed-Melech en Jeremia hadden. Met het oog op hun vriendschap met Jehovah is het logisch aan te nemen dat ze goed bevriend waren. Ebed-Melech wist dat Jeremia Jehovah’s profeet was. Hij noemde wat de vorsten hadden gedaan „slecht” en was bereid zijn eigen positie in gevaar te brengen om te doen wat juist was. Ebed-Melech was een goed mens, want Jehovah zelf gaf hem de verzekering: „Ik wil u op die dag [de dag van Jeruzalems rampspoed] bevrijden (...) omdat gij op mij hebt vertrouwd.” (Lees Jeremia 39:15-18.) Wat een aanbeveling! Zou je niet zulke vrienden willen hebben?

14. Wat weten we over Safans familieleden en het contact dat ze met Jeremia hadden?

14 Ook drie zoons en een kleinzoon van Safan waren bevriend met Jeremia. Ze kwamen uit een familie van hooggeplaatste mannen, en Safan had eerder als secretaris van koning Josia gediend. Toen Jeremia’s vijanden hem voor het eerst wilden doden, „was het de hand van Ahikam, de zoon van Safan, die met Jeremia bleek te zijn, opdat hij niet werd overgegeven in de hand van het volk” (Jer. 26:24). Ahikam had een broer, Gemarja. Toen Baruch Gods oordelen in het openbaar voorlas, hoorde Gemarja’s zoon Michaja hem, en hij waarschuwde zijn vader en andere vorsten. Omdat zij zich zorgen maakten over Jojakims reactie, raadden ze Jeremia en Baruch aan zich te verbergen. En toen de koning de boodschap van God afwees, was Gemarja een van de mannen die hem dringend smeekten de rol niet te verbranden (Jer. 36:9-25). Jeremia vertrouwde een andere zoon van Safan, Elasa, een profetische brief toe die gericht was aan de Joden die naar Babylon verbannen waren (Jer. 29:1-3). Dat waren dus drie zoons en een kleinzoon van Safan, die allemaal Gods profeet ondersteunden. Wat moet Jeremia die mannen gewaardeerd hebben! Het waren vrienden, maar niet omdat ze dezelfde smaak hadden op het gebied van eten en drinken, amusement of hobby’s. Hun vriendschap had een veel bredere basis.

KIES JE VRIENDEN VERSTANDIG

15. Welk goede voorbeeld gaf Jeremia in het kiezen van vrienden?

15 Je kunt veel leren van de manier waarop Jeremia omging met goede mensen en met slechte mensen. De koning, veel vorsten, valse profeten en legeraanvoerders zetten hem onder druk om zijn boodschap te veranderen. Maar Jeremia was onverzettelijk. Door zijn standpunt maakte hij zich bij hen niet bepaald geliefd, maar Jeremia was er niet op uit vriendschap met hen te sluiten. Jehovah was altijd zijn beste vriend. Als vijandigheid vanuit bepaalde kringen de prijs was die Jeremia moest betalen om God trouw te blijven, had hij dat er graag voor over. (Lees Klaagliederen 3:52-59.) Toch was Jeremia, zoals we al hebben gezien, niet de enige die vastbesloten was Jehovah te dienen.

16, 17. (a) Welke hulp kan een aanbidder van Jehovah van een goede vriend krijgen? (b) Waar kun je, in welk land je ook woont, de beste vrienden vinden?

16 Ebed-Melech was een goede vriend doordat hij in Jehovah geloofde en op hem vertrouwde. Deze man had de moed resoluut op te treden, waarmee hij Jeremia’s leven redde. Baruch bracht gewillig veel tijd met Jeremia door en hielp hem Jehovah’s boodschap bekend te maken. Goede vrienden in de gemeente in deze tijd kunnen net zo kostbaar zijn. Cameron, een pionierster van twintig, beseft wat een goede uitwerking Kara, ook een pionierster, op haar heeft gehad. Cameron vertelt: „Kara moedigde me door woord en daad aan Jehovah op de eerste plaats te stellen.” De twee zusters woonden ver bij elkaar vandaan, maar Kara belde en schreef Cameron geregeld om te zien hoe het met haar ging en om elkaar op te kunnen bouwen. „Ze wist alles van mijn familieomstandigheden af”, vertelt Cameron. „Ze wist wat er met mijn zus aan de hand was en hoe moeilijk ik het had toen mijn zus opstandig werd en uit de waarheid ging. Ze was er in die periode altijd voor me, en ik weet niet wat ik zonder haar positieve invloed en hulp had moeten doen. Ze is een geweldige steun voor me geweest.”

Illustratie op blz. 64

17 Je kunt in de gemeente goede vrienden vinden, of ze nu van je eigen leeftijd zijn of niet. Je broeders en zusters hebben dezelfde overtuiging, normen en waarden, liefde voor Jehovah en hoop als jij, en maken waarschijnlijk ook dezelfde beproevingen mee. Je kunt met hen samenwerken in de velddienst. Ze zullen een aanmoediging voor je kunnen zijn als je het moeilijk hebt, en jij voor hen. Ze zullen je vreugde delen als je in de dienst iets moois meemaakt. En er hoeft in de toekomst nooit een eind te komen aan zulke vriendschappen (Spr. 17:17; 18:24; 27:9).

18. Wat leer je van de manier waarop Jeremia zijn vrienden koos?

18 Het is duidelijk wat we kunnen leren van de manier waarop Jeremia zijn vrienden koos. Vergeet de volgende onweerlegbare waarheid niet: je kunt gewoon geen vriendschap sluiten met mensen die dingen geloven die in strijd zijn met de Bijbelse leer en toch trouw aan je overtuiging blijven. Het is nu net zo belangrijk als in Jeremia’s tijd om ons door die waarheid te laten leiden. Om zich getrouw van zijn opdracht te kwijten en Jehovah’s zegen te genieten, was Jeremia bereid anders te zijn dan de meeste mensen om hem heen. Dat geldt toch ook voor jou? Jeremia koos vrienden die hetzelfde geloofden als hij en hem hielpen zijn opdracht uit te voeren. Elke getrouwe christen in deze tijd kan dus veel leren van Jeremia als het gaat om het verstandig kiezen van vrienden! — Spr. 13:20; 22:17.

Hoe kun je Jeremia’s voorbeeld volgen als je overweegt wie je wel en wie je niet als vriend wil hebben?

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen