-
Gods nieuwe verbond nadert zijn voltooiingWereldomvattende zekerheid onder de „Vredevorst”
-
-
6. Waarom vond God het, volgens Jeremia hoofdstuk 31, nodig een nieuw verbond te sluiten, en wat zou het resultaat ervan zijn?
6 Waarom wilde God een nieuw verbond? In Jeremia 31:31-34 wordt uitgelegd: „’Zie! Er komen dagen’, is de uitspraak van Jehovah, ’en ik zal stellig met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond sluiten; niet een gelijk het verbond dat ik met hun voorvaders heb gesloten op de dag dat ik hen bij de hand vatte om hen uit het land Egypte te leiden, „welk verbond van mij zijzelf verbroken hebben, alhoewel ikzelf hen als echtgenoot in eigendom had”, is de uitspraak van Jehovah.
-
-
Gods nieuwe verbond nadert zijn voltooiingWereldomvattende zekerheid onder de „Vredevorst”
-
-
Een beter verbond met een betere middelaar
7. Is het nieuwe verbond een vernieuwing van het verbond dat de Israëlieten hebben verbroken, en waarom is het beter dan het Wetsverbond?
7 Het nieuwe verbond is niet slechts een vernieuwing van het vroegere verbond, dat de Israëlieten verbroken hebben. Beslist niet! De apostel Paulus schrijft namelijk het volgende aan de christenen te Rome: „Gij [staat] niet onder de wet . . ., maar onder de onverdiende goedheid” (Romeinen 6:14). Het is werkelijk een nieuw verbond, en het was te verwachten dat het een beter verbond zou zijn, want de Almachtige God Jehovah is in staat de aangelegenheden te verbeteren voor degenen die hij in het nieuwe verbond opneemt. Hij verwekte bijvoorbeeld een betere middelaar, of tussenpersoon, toen hij het nieuwe verbond oprichtte. Deze Middelaar was geen onvolmaakte, met zonde behepte man zoals de profeet Mozes.
8. (a) Wat heeft het nieuwe verbond waardoor het beter is dan het Wetsverbond? (b) Wie is de Middelaar van het betere nieuwe verbond? (c) Wat zegt Hebreeën 8:6, 13 over het nieuwe verbond en de superioriteit van de Middelaar ervan, en welke uitwerking heeft dit op het vroegere verbond?
8 Het Wetsverbond met de profeet Mozes als middelaar was op zich goed. Dat verbond voorzag echter in dieroffers, waarvan het bloed nooit de zonden van mensen zou kunnen wegwassen. Wilde Jehovah God dus een beter verbond oprichten, dan zou er een betere middelaar met een beter offer moeten zijn. Deze hoogst noodzakelijke Middelaar bleek Jezus Christus te zijn. De bijbel wijst op de superioriteit van deze Middelaar in vergelijking met de profeet Mozes en legt dat als volgt uit: „Maar nu heeft Jezus een uitnemender openbare dienst verkregen, zodat hij ook de middelaar van een dienovereenkomstig beter verbond is, dat wettelijk bevestigd is op betere beloften. Wanneer hij zegt ’een nieuw verbond’, heeft hij het vroegere verouderd gemaakt.” — Hebreeën 8:6, 13.
-