Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Jehovah — De God van tijden en tijdperken
    De Wachttoren 1986 | 15 april
    • 15. Welke uiterst belangrijke ommekeer moet er onder andere komen, willen er grote nuttige wereldveranderingen kunnen plaatsvinden?

      15 Willen dergelijke veranderingen echter kunnen plaatsvinden, dan moet er een enorme ommekeer komen in de situatie die er thans bestaat. Het zal onder andere moeten betekenen dat alle huidige aardse heerschappijen worden verwijderd, aangezien wenselijke toestanden nooit door menselijke heerschappij tot stand zijn gebracht. Maar voor Jehovah is het in geen enkel opzicht te moeilijk zulke wereldschokkende veranderingen tot stand te brengen. In de bijbel wordt bijvoorbeeld gezegd: „Hij verandert tijden en tijdperken, zet koningen af en stelt koningen aan.” — Daniël 2:21.

      Tegenstanders verwijderen

      16, 17. (a) Hoe handelde Jehovah met de Farao die Zijn voornemen weerstond? (b) Hoe werd Jehovah’s profetische woord bevestigd?

      16 Beschouw eens wat Jehovah in het verleden met machtige heersers en dynastieën heeft gedaan, vooral met die heersers en dynastieën die hebben geprobeerd zijn voornemens te doorkruisen. Zij zijn verpletterd en als niets dan stof in de wind verstrooid, evenals hun wereldrijken. Daar was bijvoorbeeld de Farao van Egypte, die Gods volk in slavernij had gebracht. Jehovah had echter een voornemen met zijn dienstknechten, en hij zond Mozes om tegen Farao te zeggen dat hij hen moest vrijlaten. Doch Farao’s arrogante uitspraak luidde: „Wie is Jehovah, zodat ik zijn stem zou gehoorzamen?” Hij voegde eraan toe: „Ik ken Jehovah in het geheel niet, en daarbij komt nog dat ik Israël niet zal heenzenden.” — Exodus 5:2.

      17 Jehovah gaf Farao alle gelegenheid om tot andere gedachten te komen. Maar zoals in Exodus 11:10 wordt gezegd, werd Farao’s hart telkens weer „verstokt”. Niemand kan Jehovah’s kracht echter weerstaan. Toen de door hem bepaalde tijd aanbrak, liet hij Farao en zijn strijdkrachten in de Rode Zee verdrinken. Exodus 14:28 zegt: „Niet één onder hen was er overgebleven.” Jehovah’s dienstknechten daarentegen werden beschermd en bevrijd. Dit gebeurde bovendien precies op het tijdstip dat in Jehovah’s profetische woord was voorzegd, aan het einde van een vierhonderdjarige periode waarover hij eeuwen voordien tot de getrouwe Abraham had gesproken.

      18. Wat deed Jehovah met Nebukadnezar van Babylon? Waarom?

      18 Verder was er koning Nebukadnezar van Babylon. Hij ging snoeven over zijn macht en prestaties, alsof hij een god was. Maar, zo staat er in Daniël 4:31, „nog was het woord in de mond van de koning, toen er een stem uit de hemel neerviel: ’U wordt gezegd, o koning Nebukadnezar: „Het koninkrijk zelf is van u heengegaan”’”. Jehovah zei hem dat hij vernederd zou worden als een dier van het veld, totdat, zoals 4 vers 32 zegt, hij zou weten „dat de Allerhoogste de Heerser is in het koninkrijk der mensheid, en dat hij het geeft aan wie hij wil”. Juist zo gebeurde het ook, precies op de tijd die Jehovah er in zijn voornemen voor had bepaald.

      19. Waarom kwam Jehovah’s ongunstige oordeel over Babylon en zijn heerser, Belsazar?

      19 De laatste koning die in Babylon zou regeren, was Belsazar. Tijdens zijn regering brak Jehovah’s tijd aan waarop dit reusachtige wereldrijk ten val gebracht zou worden. Waarom? Omdat de Babyloniërs Jehovah’s volk gevangenhielden en Jehovah lasterden. Daniël hoofdstuk 5 verhaalt dat Belsazar een groot feestmaal gaf voor duizend van zijn hoogwaardigheidsbekleders. Toen „zei Belsazar de gouden en zilveren vaten te brengen die zijn vader Nebukadnezar had weggenomen uit [Jehovah’s] tempel die in Jeruzalem was, . . . en daaruit dronken de koning en zijn rijksgroten, zijn bijvrouwen en zijn tweederangs vrouwen” (Daniël 5:2, 3). Merk op wat zij daarna deden: „Zij dronken wijn, en zij roemden de goden van goud en van zilver, koper, ijzer, hout en steen” (Daniël 5:4). Door uit de heilige vaten te drinken die bij Jehovah’s aanbidding waren gebruikt, bespotten en lasterden zij Jehovah. Door hun valse goden te aanbidden, aanbaden zij Satan.

      20, 21. Welke boodschap bracht Daniël aan Belsazar over, en hoe ging deze profetie in vervulling?

      20 Maar precies op dat ogenblik gebeurde er iets verbijsterends. Er verschenen vingers van een hand, die op de wand van het paleis schreven! De koning was zo ontzet dat „zelfs zijn gelaatskleur aan hem veranderd [werd], en zijn eigen gedachten verschrikten hem voorts, en zijn heupgewrichten werden slap en zelfs sloegen zijn knieën tegen elkaar” (Daniël 5:6). Geen van Belsazars religieuze raadslieden kon het handschrift ontcijferen, en daarom werd Jehovah’s dienstknecht Daniël geroepen om het uit te leggen. Daniël deelde de koning mee dat de boodschap van Jehovah afkomstig was en als volgt luidde: „God heeft de dagen van uw koninkrijk geteld en er een eind aan gemaakt. . . . Gij zijt op de weegschaal gewogen en te licht bevonden. . . . Uw koninkrijk is verdeeld en aan de Meden en de Perzen gegeven.” — Daniël 5:26-28.

      21 Diezelfde nacht drongen Medo-Perzische legers de stad binnen via poorten die achteloos opengelaten waren. Daniël 5:30 besluit dan ook met de woorden: „Nog in diezelfde nacht werd Belsazar . . . gedood.” De val van Babylon maakte het mogelijk dat Jehovah’s volk precies zeventig jaar na het begin van hun gevangenschap naar hun eigen land kon terugkeren. Dat was exact in overeenstemming met Jehovah’s tijdschema, zoals in Jeremia 29:10 was onthuld.

      22, 23. Hoe handelde Jehovah met koning Herodes Agrippa I, die de christenen in de eerste eeuw weerstond?

      22 In de eerste eeuw was koning Herodes Agrippa I de laatste bestuurder van Palestina, dat destijds deel uitmaakte van het Romeinse Rijk. Herodes liet de apostel Petrus gevangenzetten en vervolgde andere christenen. Hij liet de apostel Jakobus zelfs om het leven brengen (Handelingen 12:1, 2). Ook organiseerde Herodes moorddadige gladiatorengevechten en andere heidense schouwspelen. Al deze dingen logenstraften zijn bewering dat hij een aanbidder van God was.

      23 Maar toen brak het ogenblik aan dat Jehovah voor de terechtstelling van deze tegenstander had bepaald. Handelingen 12:21-23 vertelt ons: „Op een vastgestelde dag stak Herodes zich in een koninklijk gewaad en nam op de rechterstoel plaats en hield een openbare toespraak tot hen. Waarop het bijeengekomen volk schreeuwde: ’De stem van een god en niet van een mens!’” En wat gebeurde er toen? De bijbel zegt: „Ogenblikkelijk sloeg de engel van Jehovah hem, omdat hij de heerlijkheid niet aan God gaf; en hij werd door wormen opgegeten en blies de laatste adem uit.” Dit was nog een voorbeeld van de wijze waarop Jehovah ’koningen afzet’, zoals in Daniël 2:21 was gezegd.

  • Wat Jehovah’s tijden en tijdperken voor onze tijd betekenen
    De Wachttoren 1986 | 15 april
    • Wat Jehovah’s tijden en tijdperken voor onze tijd betekenen

      „Elke boom die geen voortreffelijke vruchten voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen.” — MATTHÉÜS 7:19.

      1. Wat kunnen wij leren van de wijze waarop Jehovah in het verleden met sommige heersers heeft gehandeld?

      DE GESCHIEDENIS legt getuigenis af van het feit dat Jehovah in staat is ’tijden en tijdperken te veranderen, koningen af te zetten en koningen aan te stellen’ (Daniël 2:21). In voorbije eeuwen heeft hij, toen het in zijn voornemen paste, Farao, Nebukadnezar, Belsazar, Herodes Agrippa I en anderen afgezet. ’Maar’, zeggen sommigen misschien, ’die gebeurtenissen zijn allemaal oude geschiedenis. Wat hebben wij ermee te maken?’ Wij hebben er heel wat mee te maken, want ze behelzen krachtige lessen. Wat wij uit deze gebeurtenissen leren, is dat wanneer Jehovah’s tijd ervoor is aangebroken, hij een eind maakt aan de heerschappij van wereldleiders. En wanneer hij het verkiest, laat hij de heerser van zijn keuze aan de macht komen.

      2. Waarvoor is in onze dagen Jehovah’s tijd aangebroken?

      2 In onze dagen is voor Jehovah opnieuw de tijd aangebroken om ’koningen af te zetten en koningen aan te stellen’. Maar voordat God de Koning van zijn keuze ’aanstelt’, zal hij alle heersers van deze wereld afzetten en het hele samenstel van dingen waarover zij heersen, verwijderen. Waarom? Omdat zij, net als Belsazar uit het oude Babylon, „op de weegschaal gewogen en te licht bevonden” zijn. De situatie in deze tijd is precies zoals in de tijd toen Gods dienstknecht Daniël tot Belsazar sprak: „God heeft de dagen van uw koninkrijk geteld en er een eind aan gemaakt” (Daniël 5:26, 27). Daarom zal Jehovah in onze tijd „stellig koningen verpletteren op de dag van zijn toorn. Hij zal gericht houden onder de natiën”. — Psalm 110:5, 6.

      „Te licht bevonden”

      3, 4. Hoe zijn de wereldheersers van deze eeuw op het gebied van vrede „te licht bevonden”?

      3 Hoe zijn de aardse heersers „te licht bevonden” waar het de ontwikkelingen in de wereld betreft? Zij moeten voor een groot deel de verantwoordelijkheid dragen voor wat er in onze tijd, een tijd van rampspoeden zoals de geschiedenis nooit tevoren heeft gekend, met de mensheid is gebeurd. Zo zijn er alleen al sedert 1914 ongeveer honderd miljoen mensen in verscheidene oorlogen om het leven gekomen! In deze tijd wordt het voortbestaan van het leven op aarde bedreigd door kernwapens. Op ditzelfde ogenblik staan er duizenden op belangrijke bevolkingscentra gerichte kernraketten klaar om door het voortdurend gereedstaande personeel te worden afgeschoten.

      4 Het tijdschrift Science bracht verslag uit over de volgende huiveringwekkende analyse in verband met een mogelijke kernoorlog: ’Bij een omvangrijk nucleair conflict is de waarschijnlijkheid groot dat een aanzienlijk gedeelte van het plante- en dierenleven op aarde zal uitsterven. Het uitsterven van de mensheid kan niet uitgesloten worden geacht.’ Een regeringsfunctionaris in Europa zei: „De verliezen zouden niet worden geteld in termen van steden, maar in termen van hele werelddelen.” De president van een Latijns-Amerikaans land verklaarde betreffende de defensiekosten: „De mensheid vaart op een broos schip dat heel gemakkelijk kan vergaan . . . Indien het inderdaad tot zinken komt, zou het iedereen kunnen meezuigen.” En een Japanse krant merkte op: „De wereld lijkt verder van [vrede] verwijderd dan ooit in de geschiedenis.”

      5, 6. Hoe is het met de economie van veel landen en volken gesteld?

      5 Toch blijven de natiën steeds meer geld uitgeven aan bewapening. De kosten zijn nu gestegen tot ongeveer een biljoen dollar per jaar! Eén bron merkt op dat de wereld ongeveer vijftig maal zoveel geld per soldaat uitgeeft als per kind in de schoolleeftijd. Beschouw ook eens een rapport van de Verenigde Naties waarin aangetoond wordt dat minstens 450 miljoen mensen in de wereld honger lijden en dat hun aantallen toenemen. Een ander rapport verklaart dat in ontwikkelingslanden „jaarlijks dertig tot veertig miljoen mensen van honger sterven”. Het zegt ook dat het in ongeveer de helft van die sterfgevallen kinderen onder de vijf jaar betreft.

      6 Een regeringsfunctionaris van een groot land in Zuid-Amerika zegt dat „40 procent van de arbeiders in volstrekte armoede leeft”. In een ander Zuidamerikaans land is 51 procent van de arbeiders in de hoofdstad door werkloosheid getroffen. Een bericht besluit met de woorden: „Een werelddeel van 260 miljoen mensen heeft het ernstigste dieptepunt in een halve eeuw bereikt.” En merk op wat de volgende drie krantekoppen uit verschillende landen zeggen: „Armoedecijfer ’verontrustend’ genoemd.” „Armoede neemt toe.” „Armoede, een pijnlijke ervaring.” Zijn deze berichten uit ontwikkelingslanden afkomstig? Neen, ze zijn afkomstig van regeringsfunctionarissen in Canada, de Verenigde Staten en de Bondsrepubliek Duitsland. Ja, zelfs zogenaamd rijke natiën zitten diep in de moeilijkheden.

      7. Welke opmerkingen zijn er gemaakt over de misdaad en het geweld die in onze tijd zo welig tieren?

      7 In veel landen worden deze problemen weerspiegeld in een lawine van misdaad, geweld en terrorisme. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld merken de Federale Centra voor Ziektebestrijding op dat per jaar meer dan 50.000 Amerikanen worden vermoord of zelfmoord plegen! Een hoofdartikel in The New York Times kwam dan ook tot de conclusie: „Alles is uit de hand gelopen.” Een ander hoofdartikel merkte op: „Dit is een tijd van internationale anarchie.” Ondanks eeuwenlange krachtsinspanningen, ervaring en technologische vooruitgang zijn de wereldleiders dus niet in staat om in de fundamentele levensbehoeften van velen van hun onderdanen te voorzien.

      8. Waarvan getuigt de geschiedenis?

      8 Zowel de vroegere als de hedendaagse geschiedenis getuigt er beslist van dat de mens uit eigen kracht geen antwoord weet voor de problemen. De politieke, economische en religieuze leiders van deze wereld kunnen nooit de vrede en zekerheid, het geluk, de gezondheid en het leven brengen waarnaar wij verlangen en die wij nodig hebben. Daarom moet deze wereld verdwijnen! En ze zal verdwijnen, want dat heeft Jehovah zich voorgenomen. Het is zoals de bijbel zegt: „De bijl ligt reeds gereed aan de wortel der bomen; elke boom dan die geen voortreffelijke vruchten voortbrengt, moet omgehakt en in het vuur geworpen worden.” — Lukas 3:9.

      Nog een reden voor het oordeel

      9. Hoe bezien wereldleiders Jehovah’s voornemens over het algemeen?

      9 Dat deze wereld en haar leiders zulke slechte vruchten hebben voortgebracht, is een van de redenen waarom Jehovah, na de wereld op de weegschaal gewogen te hebben, haar te licht bevonden heeft en haar zal vernietigen. Maar er is nog een reden: De wereldleiders hebben Jehovah — de Schepper en Universele Soeverein — buiten beschouwing gelaten. Zij hebben geen werkelijke belangstelling voor zijn voornemens of voor zijn tijden en tijdperken. Daarom zegt 1 Korinthiërs 2:8 terecht over hen: „Deze [goddelijke] wijsheid is geen van de regeerders van dit samenstel van dingen te weten gekomen.” Psalm 146:3 geeft ons dan ook de raad: „Stelt uw vertrouwen niet op edelen, noch op de zoon van de aardse mens, aan wie geen redding toebehoort.”

      10, 11. (a) Wat moet worden gedaan door degenen die Jehovah willen leren kennen? (b) Hoe komt het dat Gods dienstknechten te weten kunnen komen wat anderen niet weten?

      10 In plaats daarvan drukt Spreuken 3:5, 6 ons op het hart: „Vertrouw op Jehovah met heel uw hart en steun niet op uw eigen verstand. Sla in al uw wegen acht op hem, en híj zal uw paden recht maken.” Mensen die dit doen, zullen niet hopeloos blijven ronddolen in de onverlichte duisternis van deze wereld. Jehovah zal hen zegenen met zijn geest, zodat zij te weten zullen komen wat zijn voornemens en zijn tijden en tijdperken ten aanzien van hen inhouden. Zoals Handelingen 5:32 zegt, geeft Jehovah zijn heilige geest „aan hen die hem als regeerder gehoorzamen”.

      11 Gods dienstknechten weten dus wat de heersers van deze wereld niet weten. Zij weten wat Jehovah’s voornemens en zijn tijdperken inhouden. Eén Petrus 1:11 zegt dat in het verleden Gods dienstknechten „bleven onderzoeken welk speciale tijdperk of wat voor soort van tijdperk de geest in hen te kennen gaf”. Aangezien Gods geest deze dingen te kennen gaf, kon de apostel Paulus tot zijn ware medeaanbidders zeggen: ’Gij weet de gelegen tijd’ (Romeinen 13:11). Omdat Jehovah’s hedendaagse dienstknechten hem als regeerder gehoorzamen, openbaart Gods heilige geest ook aan hen in welk tijdperk zij zich vanuit zijn standpunt bevinden. Amos 3:7 zegt: „De [Soevereine] Heer Jehovah zal niets doen tenzij hij zijn vertrouwelijke aangelegenheid heeft geopenbaard aan zijn knechten, de profeten.”

      Nog een andere reden

      12, 13. Wat is nog een krachtige reden waarom Jehovah deze wereld en haar leiders te licht bevonden heeft?

      12 Dit brengt ons op nog een reden waarom Jehovah deze wereld met haar leiders te licht bevonden heeft en er een eind aan zal maken. Denk eens terug aan wat Farao, Belsazar, Herodes en andere heersers in het verleden Jehovah’s dienstknechten hebben aangedaan. Zij waren hun tegenstanders, vervolgden hen en doodden hen zelfs. En God stelde die heersers daarvoor verantwoordelijk.

      13 Zo is het ook in onze tijd. Verscheidene wereldheersers zijn tegenstanders van Jehovah’s vreedzame dienstknechten en vervolgen en doden hen zelfs. Zulke heersers ’spreken zelfs woorden tegen de Allerhoogste en bestoken de heiligen zelf van het Opperwezen voortdurend’ (Daniël 7:25; 11:36). Maar het geïnspireerde verslag in Jesaja 54:17 verklaart: „Geen enkel wapen dat tegen u gesmeed zal worden, zal succes hebben . . . Dit is de erfelijke bezitting van de knechten van Jehovah.” Alle tegenstanders zullen derhalve het onderspit delven, precies zoals met anderen in het verleden is gebeurd. Anderzijds belooft Jehovah dat zijn volk het einde zal overleven en voorspoed zal genieten.

      De eindfase nadert

      14, 15. (a) In welke tijdsperiode leven wij, en welke waarschuwingen dienen wij ter harte te nemen? (b) Wat nadert met rasse schreden, in weerwil van alle krachtsinspanningen die wereldleiders zich getroosten?

      14 In welke tijd bevinden wij ons dus vanuit Gods gezichtspunt? Het is de eindfase voor deze wereld. Haar zon gaat onder. Snel komt de nacht voor haar naderbij. Weldra zal haar winter aanbreken. Alle bewijzen die door de vervulling van bijbelse profetieën en door Jehovah’s tijdschema worden verschaft, tonen aan dat wij in „de laatste dagen” leven, in „het besluit van het samenstel van dingen” (2 Timótheüs 3:1-5; Matthéüs 24:3-14). Wij dienen dan ook de volgende waarschuwing van Jezus ter harte te nemen: „Blijft bidden dat uw vlucht niet geschiedt in de wintertijd” (Matthéüs 24:20). Wanneer de nacht of winter over deze wereld neerdaalt, zal het te laat zijn om Jehovah’s gunst te zoeken.

      15 De tijd om een eind te maken aan deze godonterende wereld nadert met rasse schreden. Wanneer die tijd komt, zal Jehovah alle wereldheersers met geweld uit hun ambt verwijderen. Hoe oprecht zij misschien ook zijn, aan hun vruchteloze en uitzichtloze plannen zal een eind worden gemaakt. O ja, misschien proberen de heersers hun onderdanen wel op te vrolijken met wapenverdragen en allerlei plannen voor vrede en zekerheid en zelfs met ’heilige jaren’; maar de opmars naar het laatste treffen in Gods oorlog van Armageddon gaat onweerstaanbaar voort. — Openbaring 16:13-16.

      16. Aan wie heeft Jehovah de wereldheerschappij gegeven?

      16 Bedenk ook dat Jehovah niet alleen ’koningen afzet’ maar dat hij tevens ’koningen aanstelt’ (Daniël 2:21). De hemelse legers die Jehovah zal gebruiken om in Armageddon zijn oordelen te voltrekken, zullen worden aangevoerd door de Heerser die hij over de hele aarde heeft ’aangesteld’. En dat is zijn getrouwe Zoon, Christus Jezus, die thans met hemelse macht en heerlijkheid is bekleed. Openbaring 19:16 noemt hem „Koning der koningen en Heer der heren”. Daniël 7:14 zegt: „Hem werd heerschappij en waardigheid en een koninkrijk gegeven, opdat de volken, nationale groepen en talen alle hém zouden dienen. Zijn heerschappij is een heerschappij van onbepaalde duur, die niet zal voorbijgaan, en zijn koninkrijk een dat niet te gronde gericht zal worden.” — Zie ook Daniël 2:44.

      17, 18. (a) Wat zal er volgens Gods Woord gebeuren met degenen die God en zijn aangestelde Heerser over deze aarde niet erkennen? (b) Wie nog meer weet dat er niet veel tijd meer over is?

      17 In duidelijke taal vertelt Gods profetische Woord wat er gaat gebeuren met degenen die Jehovah en zijn aangestelde Heerser over de hele aarde niet erkennen. Er staat: „Ik zag ook een engel in de zon staan, en hij riep met een luide stem en zei tot alle vogels die vliegen in het midden van de hemel: ’Komt hier, wordt vergaderd tot het grote avondmaal van God, om te eten de vleesdelen van koningen en de vleesdelen van militaire bevelhebbers en de vleesdelen van sterke mannen en de vleesdelen van paarden en van hen die daarop zitten, en de vleesdelen van allen, zowel van vrijen als van slaven en van kleinen en groten.’” — Openbaring 19:17, 18.

      18 Jeremia 25:33 beschrijft het als volgt: „Zij die door Jehovah zijn neergeveld, zullen op die dag stellig van het ene einde der aarde helemaal tot het andere einde der aarde komen te liggen. Er zal niet over hen geweeklaagd worden, noch zullen zij bijeengezameld of begraven worden. Tot mest op de oppervlakte van de aardbodem zullen zij worden.” Ja, het einde nadert voor Satans hele verdorven samenstel van dingen. En hijzelf weet dat heel goed! In Openbaring 12:12 staat dat hij weet dat hij nog slechts „een korte tijdsperiode” heeft.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen