Een droom onthult hoe laat het is
„JEHOVAH is . . . de levende God en de Koning tot onbepaalde tijd” (Jeremia 10:10). Geen moment heeft hij afstand gedaan van de macht over zijn universum — een feit waaraan koning Nebukadnezar van het oude Babylon voorbijzag. Om goed tot die heidense koning te laten doordringen dat „de Allerhoogste de Heerser is in het koninkrijk der mensheid”, gaf God hem een droom en stelde Zijn knecht Daniël in staat de betekenis ervan uit te leggen. — Daniël 4:17, 18.
De droom ging over een reusachtige boom. Zijn „hoogte . . . reikte ten slotte tot de hemel, en hij was zichtbaar tot het uiteinde van de gehele aarde”. Op goddelijk bevel werd de boom omgehakt, maar zijn wortelstomp werd omsloten met banden van ijzer en van koper. Deze moesten blijven zitten tot er „zeven tijden” over die stomp waren voorbijgegaan, waarna de boom weer zou kunnen uitlopen. — Daniël 4:10-17.
„De boom die gij aanschouwd hebt,” zo verklaarde Daniël, „zijt gij, o koning . . . en uw heerschappij.” Nebukadnezar zou geveld worden. Hij zou zijn koninkrijk, ja zelfs zijn verstand, verliezen en zou gedoemd zijn gedurende „zeven tijden” als een wild dier in de velden rond te dolen. Pas nadat de vastgestelde tijdsperiode verstreken was, zouden de symbolische banden worden verwijderd, waarop de koning zowel zijn gezondheid als zijn troon zou kunnen terugkrijgen. — Daniël 4:20-27.
Precies zoals was voorzegd, „overkwam [dit alles] koning Nebukadnezar” (Daniël 4:28). Het Lexicon Linguae Aramaicae Veteris Testamenti zegt dat de „zeven tijden” uit Nebukadnezars droom zeven letterlijke jaren waren. Aangezien Nebukadnezar 43 jaar heeft geregeerd (624-581 v.G.T.), is dit een redelijke conclusie.
Wat betekent dit voor ons?
Jehovah oefent zijn universele soevereiniteit altijd uit op de wijze die hem goeddunkt. Een tijdlang heeft hij dit op aarde gedaan via de natie Israël, waarvan men terecht zei dat haar aardse heersers „op Jehovah’s troon” zaten (1 Kronieken 29:23). Toen Israël echter afvallig werd, liet Jehovah de koninklijke dynastie die uit nakomelingen van David bestond, omverwerpen.
Hoe passend dat God kort daarop koning Nebukadnezar — dezelfde die Zijn typologische koninkrijk had mogen vernietigen — op een of andere wijze te kennen gaf dat dit allerminst betekende dat er een eind was gekomen aan Gods rechtmatige soevereiniteit! Wat was het belangrijk dat zowel aan hem als aan alle heidense natiën die daarna Gods typologische koninkrijk zouden vertreden terdege duidelijk werd gemaakt dat deze toestand slechts van tijdelijke aard was!
Het tijdstip waarop de droom werd gegeven, de persoon aan wie hij werd gegeven en het erdoor beklemtoonde thema van goddelijke soevereiniteit pleiten derhalve voor een betekenis die ver uitgaat boven hetgeen de droom voor Nebukadnezar betekende. Er wordt door te kennen gegeven dat de goddelijke heerschappij zoals die destijds tot uitdrukking was gekomen in het inmiddels verwoeste Jeruzalem, pas hersteld zou worden wanneer die belemmerende banden na „zeven tijden” verwijderd zouden worden. Op dat tijdstip zou degene die namens God zou heersen, „de geringste der mensen” — een toespeling op de beloofde Messías — in zijn Koninkrijk geïnstalleerd worden. Jezus’ discipelen vroegen om een teken met betrekking tot de tijd waarin God dit zou doen. — Daniël 4:17; Matthéüs 24:3.
Er zijn nog andere aanwijzingen dat deze op een veel latere tijd betrekking hebbende toepassing van Nebukadnezars droom juist is. De in Daniël 9:24-27 opgetekende profetie gaf nauwkeurig het jaar aan waarin, meer dan 500 jaar later, de Messías zou komen.a Als nu de tijd van de komst van de Messías als mens zo nauwkeurig werd voorzegd, is het dan niet redelijk de conclusie te trekken dat de tijd van zijn nog belangrijkere onzichtbare terugkeer in Koninkrijksmacht even nauwkeurig zou worden voorzegd? Wie zou daar geschikter voor zijn dan Daniël? Bedenk ook dat Daniël, nadat hij zijn visioenen en profetische dromen had opgetekend, met inbegrip van Nebukadnezars droom over de boom, de volgende opdracht kreeg: „Maak de woorden geheim en verzegel het boek, tot de tijd van het einde.” Waarom tot die tijd? Omdat gedurende die tijd „de ware kennis . . . overvloedig [zal] worden”. Indien wat Daniël schreef verzegeld, dat wil zeggen onbegrijpelijk, moest blijven tot „de tijd van het einde”, zou dat er dan niet op wijzen dat zijn geschriften gedurende die periode van profetisch belang zouden zijn? — Daniël 12:4.
De „zeven tijden” — Van wanneer tot wanneer?
Toen Jezus zijn teken verschafte, sprak hij over de „zeven tijden”, die hij „de bestemde tijden der natiën” noemde. Hij zei dat ’de natiën Jeruzalem zouden blijven vertreden totdat de bestemde tijden der natiën vervuld zouden zijn’ (Lukas 21:24). Een voetnoot in de Oxford NIV Scofield Study Bible (1984) vertelt ons dat „de ’tijden der heidenen’ [zoals „bestemde tijden der natiën” in de King James Version wordt weergegeven] begonnen zijn met de gevangenschap van Juda onder Nebukadnezar. . . . Sedert die tijd is Jeruzalem, zoals Christus zei, ’door de heidenen vertreden’.”
Hoe lang zouden de „zeven tijden” of „bestemde tijden der natiën” duren? Het is duidelijk dat ze veel langer zouden duren dan 7 letterlijke jaren van elk 360 dagen (zoals bijbelse jaren werden gerekend), hetgeen neer zou komen op 2520 dagen. Uit schriftuurlijke precedenten blijkt dat wij één jaar voor elke dag moeten nemen. (Zie Numeri 14:34; Ezechiël 4:6; vergelijk Openbaring 12:6, 14.) Zo’n berekening zou betekenen dat de „zeven tijden” 2520 jaar duurden. Als ze begonnen zijn met de verwoesting van Jeruzalem in 607 v.G.T., zouden ze in het jaar 1914 G.T. eindigen.
Vóór 1914 hebben Jehovah’s Getuigen meer dan drie decennia lang de aandacht gevestigd op de betekenis van dit jaartal. Het is echter interessant dat er volgens het boek van Eugenia Nomikos en Robert C. North, International Crisis (1976), „weinig of geen aanwijzingen waren voor een gestadige opkomst of een ’sneeuwbaleffect’ van conflicten en spanningen die rechtstreeks tot het uitbreken van oorlog zouden leiden”. Integendeel, „eind 1913 en begin 1914 . . . leken de betrekkingen tussen de grote mogendheden stabieler dan ze jarenlang waren geweest”. Maar thans, zeven decennia later, zeggen historici wel degelijk dat 1914 een keerpunt in de geschiedenis is geweest. Het Duitse naslagwerk Meyers Enzyklopädisches Lexikon bijvoorbeeld zegt dat „de Eerste Wereldoorlog letterlijk revolutionaire gevolgen had en diep in het leven van bijna alle volken heeft ingegrepen, zowel in economisch als in sociaal en politiek opzicht”.
De politieke consequenties van de gebeurtenissen van 1914 zijn welbekend. De sociale veranderingen die erdoor teweeggebracht werden, worden genoemd in het boek van Virginia Cowles: 1913: An End and a Beginning. „Het jaar 1913 markeerde het einde van een tijdperk”, schrijft zij. Over de economische consequenties schrijft Ashby Bladen, eerste vice-president van een grote Amerikaanse levensverzekeringmaatschappij: „Vóór 1914 waren het monetaire en het financiële stelsel aan elkaar gekoppeld. . . . Neemt men augustus 1914 als het punt van waar uit de scheidslijn werd getrokken, dan zijn de tegenstellingen tussen de negentiende en de twintigste eeuw opmerkelijk. In veel aspecten van de menselijke aangelegenheden heeft een volledige ommekeer plaatsgehad. . . . Een belangrijke reden was vanaf 1914 de loskoppeling van het financiële stelsel en de werkelijke waarde van de munteenheden. . . . De verbreking van die koppeling was een gebeurtenis van groot gewicht. . . . 1914 markeerde een radicale en uiteindelijk catastrofale verandering van dat stelsel.”
Hoe laat is het?
De bewijzen dat Jezus’ teken thans in vervulling gaat, zijn bij wijze van spreken te lezen in de krant van vandaag, of vanavond op het televisiejournaal te zien. En ze bewijzen onomstotelijk dat het chronologische bewijsmateriaal ter ondersteuning van 1914 zoals het in Nebukadnezars droom werd onthuld, juist is. Dus thans, in 1986, betekent dit dat wij reeds 72 jaar in „de tijd van het einde” leven. Jezus beloofde dat sommigen van de generatie van mensen die oud genoeg waren om getuige te zijn van het begin van dit tijdperk, nog in leven zouden zijn wanneer de grote verdrukking er een eind aan maakt. — Matthéüs 24:34.
Wat een aansporing dient dit voor ons te zijn om voortdurend waakzaam te blijven, onze ogen strak gericht op de goddelijke openbaring die onthult hoe laat het is! Het is van uitermate groot belang dat wij niet ongeduldig worden en trachten de goddelijke klok sneller te laten lopen, want dat kan alleen maar tot teleurstelling leiden. Aan de andere kant is het heel belangrijk op te passen dat wij niet zelfgenoegzaam worden en trachten die klok trager te laten lopen, want dan zouden wij te laat zijn! Bedenk dat er veel meer in het geding is dan het gevaar een bus, trein of vliegtuig te missen. Het gaat om het gevaar eeuwig leven in Gods nieuwe samenstel van dingen mis te lopen. En dat zal gewoon te mooi zijn om mis te lopen!
[Voetnoten]
a Zie voor de uitlegging hiervan het boek „Uw koninkrijk kome”, blz. 56-63, in 1981 uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.
[Kader op blz. 6]
Wanneer zijn de „zeven tijden” werkelijk geëindigd?
Sommigen betogen dat zelfs als de „zeven tijden” profetisch zijn en zelfs als ze 2520 jaar duren, Jehovah’s Getuigen zich toch vergissen in de betekenis van 1914 omdat zij een verkeerd tijdstip als uitgangspunt nemen. Jeruzalem, zo beweren zij, werd in 587/586 v.G.T. en niet in 607 v.G.T. verwoest. Als dat waar is, zou het begin van „de tijd van het einde” zo’n twintig jaar verschoven worden. Maar in 1981 hebben Jehovah’s Getuigen overtuigend bewijsmateriaal gepubliceerd ter ondersteuning van de datum 607 v.G.T. („Uw koninkrijk kome”, blz. 127-140, 186-189). Kunnen bovendien degenen die trachten 1914 van zijn bijbelse betekenis te beroven, bewijzen dat 1934 — of trouwens een willekeurig ander jaar — een diepere, meer dramatische en meer spectaculaire uitwerking op de wereldgeschiedenis heeft gehad dan 1914?
[Diagram op blz. 6]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
Zeven „bestemde tijden Tijd van het einde
der natiën” (2520 jaar)
607 v.G.T. 33 G.T. 1914 G.T. 1986 G.T.
Het aardse „Jeruzalem” „Tijd van het 72 jaar in de
Jeruzalem nog steeds einde” begint „tijd van het
verwoest „vertreden” (Daniël 12:4) einde”
(Lukas 21:24) (Matthéüs
[Illustraties op blz. 7]
Nebukadnezars droom heeft een latere vervulling die van invloed is op u!