Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w88 1/12 blz. 10-14
  • Toen Jehovah heersers een les leerde

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Toen Jehovah heersers een les leerde
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1988
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Nebukadnezar leert wie de ware God is
  • De droom over een boom
  • Belsazar ziet het handschrift op de muur
  • Daríus leert Jehovah’s macht om te redden kennen
  • Hoofdpunten uit het boek Daniël
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2007
  • Bijbelboek nummer 27 — Daniël
    „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”
  • Wat zegt de Bijbel over Daniël?
    Vragen over de Bijbel
  • Schenk aandacht aan Gods profetische woord voor onze tijd
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2000
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1988
w88 1/12 blz. 10-14

Toen Jehovah heersers een les leerde

’Al zijn werken zijn waarheid en zijn wegen gerechtigheid, en hij kan hen die in trots wandelen, vernederen.’ — DANIËL 4:37.

1. Op welke eigenschap van Jehovah vestigt Elíhu de aandacht?

„ZIE! God zelf handelt verheven met zijn kracht; wie is een onderwijzer als hij?” Die woorden van Elíhu, gericht tot Job tijdens het lijden dat deze onderging, vestigen de aandacht op een van de unieke eigenschappen van de Schepper, Jehovah God. Niemand is met hem te vergelijken als het aankomt op het onderwijzen van anderen. — Job 36:22.

2, 3. (a) Wat is een van de lessen ten aanzien waarvan Jehovah het nodig heeft geacht ze mensen te leren? (b) Wie was in Mozes’ tijd een regeerder aan wie Jehovah deze les moest leren, en door middel waarvan? (c) Hoe vaak vermeldt Jehovah in zijn Woord zijn bedoeling mensen deze les te leren?

2 Een van de dingen die God mensen en natiën heeft moeten leren, is hun juiste verhouding tot hem. Dit wordt sterk belicht door de woorden van de psalmist David in Psalm 9:19, 20: „Sta toch op, o Jehovah! Laat de sterfelijke mens niet superieur blijken te zijn in sterkte. Laten de natiën voor uw aangezicht geoordeeld worden. Boezem hun toch vrees in, o Jehovah, opdat de natiën mogen weten dat zij slechts sterfelijke mensen zijn.”

3 De farao uit Mozes’ tijd was een van die regeerders van de aarde aan wie Jehovah God deze les moest leren. God deed dit door middel van de plagen die hij over de Egyptenaren bracht. Bovendien gaf Jehovah die hoogmoedige farao te verstaan: „Hiertoe juist heb ik u laten bestaan, om u mijn kracht te tonen en ten einde mijn naam over de gehele aarde te laten bekendmaken” (Exodus 9:16). En meer dan zeventig keer, van Exodus 6:7 tot Joël 3:17, zegt Jehovah in zijn Woord dat hij soortgelijke machtige werken zal verrichten opdat heersers, volken en natiën te weten zullen komen dat hij Jehovah is, de Allerhoogste over heel de aarde.

4. Welke drie regeerders werden in Daniëls tijd door Jehovah onderwezen, en door middel waarvan?

4 Een aantal treffende voorbeelden van de manier waarop Jehovah heersers onderwees, staan opgetekend in het boek Daniël. Deze regeerders waren Nebukadnezar, Belsazar en Daríus. Wanneer onderwees hij hen? Hoogstwaarschijnlijk tussen 617 v.G.T. en 535 v.G.T. En hoe? Door middel van dromen en hun uitlegging en door tentoonspreidingen van zijn macht. Jehovah leerde deze menselijke regeerders dat hij de Opperste Soeverein van het universum is en dat zij slechts nietige mensjes waren — lessen die hedendaagse wereldregeerders ook zullen moeten leren.

5. Door welk getuigenis kunnen degenen die de authenticiteit van het boek Daniël in twijfel trekken, van repliek worden gediend?

5 Maar wordt de authenticiteit van het boek Daniël niet door veel moderne critici aangevochten? Deze critici een weerwoord verschaffend, verklaarde een bijbelgeleerde terecht: „Ten aanzien van de wonderen wordt het stilzwijgend te kennen gegeven maar ten aanzien van de profetieën echt uitdrukkelijk gezegd dat ze zijn opgetekend door Daniël als tijdgenoot. Wij hebben dus òf ware wonderen en ware profetie, òf wij zouden niets anders hebben dan onwaarheid” (Daniel the Prophet, door E. B. Pusey, blz. 75). Ja, keer op keer identificeert de schrijver van het boek zich, bijvoorbeeld met de woorden „ikzelf, Daniël”! (Daniël 8:15; 9:2; 10:2) Is dit alles een falsificatie geweest? Vóór de beginjaren van de achttiende eeuw is het auteurschap van het boek Daniël gewoon noch door joden noch door christenen in twijfel getrokken. Wat echter meer gewicht in de schaal legt dan de opinie van welke moderne bijbelgeleerde dan ook, is het schriftuurlijke getuigenis ten aanzien van het boek Daniël. Zo vinden wij Daniël drie keer genoemd in het boek Ezechiël (Ezechiël 14:14, 20; 28:3). Het overtuigendst zijn de woorden van Jezus, de Zoon van God, opgetekend in Matthéüs 24:15, 16: „Wanneer gij daarom het walgelijke ding dat verwoesting veroorzaakt, waarover door bemiddeling van de profeet Daniël gesproken is, in een heilige plaats ziet staan (de lezer gebruike onderscheidingsvermogen), laten dan zij die in Judéa zijn, naar de bergen vluchten.”a

Nebukadnezar leert wie de ware God is

6. Wat kan de trots van de koning van Babylon hebben gevoed, en wat zei hij in zijn geschriften over zichzelf?

6 Zoals de profeet Jesaja laat zien, waren de koningen van Babylon zeer trotse mannen (Jesaja 14:4-23). Nebukadnezar was ook een heel religieus man. In zijn geschriften vertelde hij van „zijn bouwprojecten en zijn aandacht voor de goden van Babylonië”. Ongetwijfeld is het hem naar het hoofd gestegen dat hij erin slaagde Jeruzalem en heel Judéa te veroveren nadat Sanherib zo rampzalig had gefaald in zijn poging.

7. Welke ervaring, opgetekend in Daniël hoofdstuk 1, had Nebukadnezar eerbied voor de God van de Hebreeën moeten bijbrengen?

7 Nadat Daniël en zijn drie Hebreeuwse metgezellen voor Nebukadnezar waren verschenen, had deze stellig reden om hun God te respecteren, want „wat elke zaak van wijsheid en verstand betreft waarover de koning hen ondervroeg, hij bevond ten slotte zelfs dat zij tienmaal beter waren dan alle magie-beoefenende priesters en de bezweerders die er in heel zijn koninklijke gebied waren”. Ja, de wijze mannen die Jehovah als hun God hadden, staken met kop en schouders uit boven al degenen die andere goden aanbaden. Nebukadnezar moet dat feit hebben opgemerkt. — Daniël 1:20.

8. Door middel waarvan stelde Jehovah de wijze mannen van Babylon aan de kaak als mannen zonder enige speciale kennis?

8 Jehovah had koning Nebukadnezar nog meer bij te brengen. De volgende les werd opgetekend in Daniël hoofdstuk 2. God bezorgde de koning een angstaanjagende droom en deed hem die toen vergeten. Babylons heerser raakte sterk in beroering over deze droom en hij liet al zijn wijze mannen roepen om hem de droom en zijn uitlegging te vertellen. Natuurlijk konden zij hem de droom niet onthullen, laat staan er de uitlegging van geven, waarmee zij stilzwijgend toegaven dat zij niet over speciale kennis beschikten. Dit maakte de koning zo woedend dat hij bevel gaf hen allen ter dood te brengen. Toen Daniël en zijn metgezellen het decreet van de koning te horen kregen, vroeg Daniël om wat tijd, welk verzoek werd ingewilligd. Hij en zijn drie metgezellen maakten deze zaak toen tot een onderwerp van vurig gebed, met het resultaat dat Jehovah de droom en zijn betekenis aan Daniël onthulde. — Daniël 2:16-20.

9. (a) Wie alleen was in staat Nebukadnezars droom uit te leggen, en welke uitlegging gaf deze Onthuller? (b) Tot welke conclusie kwam de koning als gevolg daarvan?

9 Toen Daniël voor de koning werd gebracht, vroeg Nebukadnezar hem: „Zijt gij voldoende bekwaam om mij de droom die ik aanschouwd heb, en de uitlegging ervan, bekend te maken?” Na de trotse heerser eraan herinnerd te hebben dat zijn wijze mannen niet in staat waren hem het geheim van zijn droom en de uitlegging ervan te vertellen, zei Daniël: „Nochtans bestaat er een God in de hemel die een Onthuller van geheimen is, en hij heeft koning Nebukadnezar bekendgemaakt wat er in het laatst der dagen zal geschieden.” Vervolgens vertelde Daniël de koning over het enorme beeld waarover deze had gedroomd en lichtte hem in over de betekenis ervan. De koning was zo diep onder de indruk dat hij verklaarde: „Waarlijk, de God van ulieden is een God der goden en een Heer der koningen en een Onthuller van geheimen, want gij hebt dit geheim kunnen openbaren.” Zo leerde Jehovah koning Nebukadnezar de les dat Hij de enige ware God is. — Daniël 2:26, 28, 47.

10, 11. (a) Wat maakte koning Nebukadnezar in zijn grote trots, en welk bevel gaf hij vervolgens? (b) Welk strijdpunt wierpen de drie Hebreeën op door hun weigering het bevel van de koning op te volgen, en met welk resultaat?

10 Hoewel koning Nebukadnezar ongetwijfeld onder de indruk was van de kennis en wijsheid van de God van de Hebreeën, moest hij nog veel meer leren. In zijn trots liet hij een groot gouden beeld oprichten op de vlakte van Dura. Het beeld was zestig el hoog en zes el breed, hetgeen ons doet denken aan het getal 666 dat het kenteken is van Satans „wilde beest” dat in Openbaring 13:18 wordt genoemd. (Aangezien een el bijna een halve meter is, was het beeld ongeveer 27 meter hoog en 2,7 meter breed.) De koning gaf alle hoge functionarissen van zijn rijk opdracht „naar de inwijding te komen van het beeld” en beval dat wanneer er een orkest ging spelen, allen moesten neervallen en het beeld aanbidden. Enkele afgunstige Chaldeeuwse functionarissen die opmerkten dat de drie Hebreeën wel aanwezig waren maar geen aandeel hadden aan de ceremonie, gaven hen bij de koning aan. — Daniël 3:1, 2.

11 Dit was een bijzonder ernstige aangelegenheid voor koning Nebukadnezar, want hij had eens gepocht dat hij „degene [was] die in de mond van het volk verering voor de grote goden legde”. Dit was dus een zware belediging voor zowel Nebukadnezars vorstelijke majesteit alsook zijn religieuze ijver. In woede en verbolgenheid gaf de hoogmoedige heerser de drie Hebreeën nog één kans maar met het ultimatum: „Indien gij niet aanbidt, zult gij op datzelfde moment in de brandende vuuroven worden geworpen. En wie is die god die u uit mijn handen kan verlossen?” Welnu, Nebukadnezar moest erachter komen dat hun God inderdaad in staat was Zijn dienstknechten uit de hand van een nietig koninkje te bevrijden en dat er geen andere god bestaat die kan bevrijden zoals de God van de Hebreeën. — Daniël 3:15.

De droom over een boom

12, 13. (a) Welke uitlegging gaf Daniël Nebukadnezar betreffende diens droom over een boom? (b) Hoe liet Nebukadnezar blijken dat de uitlegging van de droom geen ontnuchterende uitwerking op hem had gehad?

12 Wat zou het leren van die lessen u hebben gedaan? Naar het schijnt waren deze drie lessen niet voldoende om koning Nebukadnezar zijn plaats te doen weten. Jehovah moest hem dus nog een les leren. Weer was er een droom bij betrokken en weer was geen van de wijze mannen van Babylon in staat de droom te interpreteren. Uiteindelijk werd Daniël ontboden en hij was in staat de koning op de hoogte te brengen van de betekenis van de droom, namelijk dat hij zeven jaar als „de dieren van het veld” zou leven en dan zijn gezonde verstand zou terugkrijgen. — Daniël 4:1-37.

13 Uit het verdere verloop blijkt heel duidelijk dat de droom niet de gewenste ontnuchterende uitwerking op Nebukadnezar had. Ongeveer een jaar later pochte de koning tijdens een rondwandeling door zijn koninklijk paleis dan ook: „Is dit niet het grote Babylon dat ikzelf gebouwd heb voor het koninklijk huis, met de sterkte van mijn macht en voor de waardigheid van mijn majesteit?” Wat een eigenwaan! En zo werd er op datzelfde moment een stem uit de hemel gehoord die de hoogmoedige heerser zei dat zijn koninkrijk van hem weggenomen zou worden en dat hij voor een periode van zeven tijden onder de dieren van het veld zou verblijven, „totdat gij weet dat de Allerhoogste de Heerser is in het koninkrijk der mensheid”. — Daniël 4:30-32.

14. Hoe ging de droom omtrent de boom in vervulling, en met welke uitwerking op Nebukadnezar?

14 Nadat Nebukadnezar die zeven tijden, of jaren, als een dier had geleefd, gaf Jehovah hem zijn gezonde verstand weer terug en moest hij erkennen ’dat niemand de hand van de Allerhoogste kan tegenhouden of tot hem kan zeggen: „Wat hebt gij gedaan?”’ Meer nog, de Babylonische regeerder toonde dat hij zijn les nu wel had geleerd, door te zeggen: „Nu roem en verhef en verheerlijk ik, Nebukadnezar, de Koning van de hemel, omdat al zijn werken waarheid en zijn wegen gerechtigheid zijn, en omdat hij hen die in trots wandelen” — zoals de koning had gedaan — „kan vernederen.” Vormen al zulke getuigenissen omtrent de manier waarop Jehovah herhaaldelijk de kwestie van soevereiniteit heeft beslecht, niet op zich al een sterk indirect bewijs dat deze verslagen niet het voortbrengsel van iemands verbeelding zijn maar het werk van een schrijver die door God werd geïnspireerd om werkelijke geschiedenis op te tekenen? — Daniël 4:35, 37.

Belsazar ziet het handschrift op de muur

15. Hoe toonde Belsazar verachting voor de ware God, Jehovah?

15 Een andere heerser ten aanzien van wie Jehovah het nodig vond hem een les te leren, was Belsazar. Hij was de zoon en mederegeerder van koning Nabonidus, die zelf een opvolger was van Nebukadnezar. Bij een groot feestmaal had Belsazar de vermetelheid de gouden vaten die zijn grootvader uit Jehovah’s tempel in Jeruzalem had weggenomen, binnen te laten brengen opdat hij, zijn rijksgroten, zijn vrouwen en zijn bijvrouwen eruit konden drinken. Zo „dronken [zij] wijn, en zij roemden de goden van goud en van zilver, koper, ijzer, hout en steen”. — Daniël 5:3, 4.

16, 17. (a) Door middel waarvan bracht Jehovah Belsazar vrees bij? (b) Welke uitlegging gaf Daniël betreffende het handschrift op de muur, en hoe werd het bewaarheid?

16 Gods tijd was gekomen om Babylons heerschappij te doen eindigen. Daarom liet hij een vreemd handschrift op de muur verschijnen. Dit wonder bracht de koning zo van zijn stuk dat hij terstond zijn wijze mannen liet roepen om het uit te leggen. Geen van hen kon dit. Toen herinnerde zijn moeder hem eraan dat Daniël die voor Nebukadnezar dromen had uitgelegd, in staat zou zijn het handschrift uit te leggen (Daniël 5:10-12). Toen Daniël werd ontboden en hem gevraagd werd of hij dit kon, herinnerde hij de heerser eraan hoe God zijn trotse grootvader had vernederd zodat hij zou weten dat de Allerhoogste Heerser is in het koninkrijk der mensheid. — Daniël 5:20, 21.

17 Daniël vertelde Belsazar verder: „De God in wiens hand uw adem is en aan wie al uw wegen toebehoren, hebt gij niet verheerlijkt” (Daniël 5:23). En zo werd de Babylonische regeerder door middel van het handschrift aangezegd dat de dagen van zijn koningschap ten einde waren gekomen, dat hij was gewogen en te licht bevonden, en dat zijn koninkrijk aan de Meden en de Perzen gegeven zou worden. En in diezelfde nacht, nadat Jehovah die hoogmoedige heerser deze hoognodige les had geleerd, werd Belsazar, de Chaldeeuwse koning, gedood. — Daniël 5:30.

18. Door middel waarvan zal Jehovah de hedendaagse wereldregeerders soortgelijke lessen leren met betrekking tot zijn soevereiniteit en macht om te redden?

18 Net zoals Jehovah de trotse heersers Nebukadnezar en Belsazar hun les leerde omtrent zijn soevereiniteit en macht om te redden, zo zal hij te Armageddon ervoor zorgen dat alle aardse regeerders weten dat hij de Opperste Regeerder is, de almachtige Universele Soeverein. Het zal van invloed zijn op uw leven. Hoe? Omdat Jehovah ook in die tijd zijn getrouwe dienstknechten zal bevrijden, net zoals hij de drie Hebreeën uit de vuuroven heeft bevrijd. — Daniël 3:26-30.

Daríus leert Jehovah’s macht om te redden kennen

19, 20. Welke gebeurtenis in het leven van Daniël onderwees Daríus over Jehovah’s macht om te redden?

19 Daniël hoofdstuk 6 vertelt van een ander voorval dat Jehovah een heerser, Daríus, een les leerde — een les betreffende Gods macht om te redden. Een samenzwering had erin geresulteerd dat de koning Daniël in een leeuwekuil had laten werpen, iets wat die heerser zelf helemaal niet wilde. Hij was niet iemand die zich trots tegen de ware God had verheven. Het is interessant dat hoewel Daríus Daniël verzekerde dat zijn God hem zou bevrijden, hij dat zelf in werkelijkheid niet volledig scheen te geloven. Waarom zou hij anders een slapeloze nacht hebben gehad en zich zorgen hebben gemaakt tot de dageraad, toen hij zich naar de leeuwekuil spoedde? Hij riep toen uit: „O Daniël, dienaar van de levende God, heeft uw God die gij met standvastigheid dient, u van de leeuwen kunnen verlossen?” — Daniël 6:18-20.

20 Ja, God was in staat geweest Daniël te beschermen. Koning Daríus was zo verheugd dat hij het bevel uitvaardigde: „In elk machtsgebied van mijn koninkrijk [dienen] de mensen . . . te beven en te vrezen voor de God van Daniël. Want hij is de levende God en Degene die blijft tot onbepaalde tijden, en zijn koninkrijk is er een dat niet te gronde zal worden gericht . . . Hij verlost en bevrijdt en verricht tekenen en wonderen in de hemel en op de aarde, want hij heeft Daniël uit de klauw der leeuwen verlost.” — Daniël 6:26, 27.

21. (a) Waarvan geven de eerste zes hoofdstukken van het boek Daniël treffende voorbeelden? (b) Welke uitwerking dient het bericht van deze dingen op ons te hebben?

21 De eerste zes hoofdstukken van het boek Daniël geven ons werkelijk treffende voorbeelden van hoe Jehovah in zijn ijver — ja, naijver — voor zijn naam machtige heersers van deze wereld de les heeft geleerd dat hij inderdaad de Almachtige is, de Universele Soeverein, die in staat is trotse regeerders te vernederen terwijl hij zijn loyale dienstknechten bevrijdt. Deze verslagen dienen ons te vervullen van een gezonde vrees voor God en respect voor Jehovah’s almacht en soevereiniteit. Terzelfder tijd is dit geïnspireerde bericht bijzonder geloofversterkend omdat het prachtige voorbeelden verschaft van dienstknechten van Jehovah God die een groot geloof en grote moed aan de dag legden, zoals het volgende artikel zal laten zien.

[Voetnoten]

a Zie De Wachttoren van 1 oktober 1986, blz. 3-7.

Wat zou u antwoorden?

◻ Welke les heeft Jehovah wereldregeerders moeten leren?

◻ Wat kan er gezegd worden over de authenticiteit van het boek Daniël?

◻ Wat was de les die koning Nebukadnezar verder vernederde?

◻ Welke uitwerking dient het feit dat Jehovah heersers een lesje leert, op ons te hebben?

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen