Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w94 15/9 blz. 10-15
  • Maak Jehovah’s naam in het openbaar bekend

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Maak Jehovah’s naam in het openbaar bekend
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1994
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • De rol van de profeten
  • Gevoelens en motiverende kracht
  • „Uit de overvloed des harten”
  • Resultaten van de openbare bekendmaking
  • Gezelschap in de velddienst
  • Neem de profeten van God als model
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1994
  • „Kondigt dit af onder de natiën”
    Leef met Jehovah’s dag in gedachten
  • Aan de openbare bekendmaking van onze hoop vasthouden
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1955
  • ’Zoek Jehovah’ met aanbidding die hij goedkeurt
    Leef met Jehovah’s dag in gedachten
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1994
w94 15/9 blz. 10-15

Maak Jehovah’s naam in het openbaar bekend

„Laten wij . . . God altijd een slachtoffer van lof brengen, namelijk de vrucht der lippen die zijn naam in het openbaar bekendmaken.” — HEBREEËN 13:15.

1. Wat drukte de profeet Hosea mede-Israëlieten op het hart?

JEHOVAH’S profeet Hosea had een uitermate belangrijke boodschap voor zijn mede-Israëlieten. In de achtste eeuw voor de gewone tijdrekening spoorde hij zijn eigenzinnige tijdgenoten aan berouw te hebben. Hij drukte hun op het hart: „Neemt woorden met u en keert terug tot Jehovah. Zegt tot hem, gij allen: ’Moogt gij dwaling vergeven; en aanvaard wat goed is, en wij willen als tegenprestatie de jonge stieren van onze lippen offeren’” (Hosea 14:2). Door het volk op het hart te drukken Jehovah ’de jonge stieren van hun lippen’ te offeren, moedigde Hosea’s profetie de Israëlieten aan berouw te hebben en slachtoffers van oprechte lof aan God te brengen.

2. Tot het brengen van wat voor slachtoffer moedigde de apostel Paulus christenen aan?

2 In deze tijd offeren getuigen van Jehovah ’de jonge stieren van hun lippen’. Ook slaan zij acht op de aansporing van de apostel Paulus, die op deze woorden uit Hosea’s profetie zinspeelde toen hij schreef: „Laten wij door bemiddeling van [Jezus Christus] God altijd een slachtoffer van lof brengen, namelijk de vrucht der lippen die zijn naam in het openbaar bekendmaken” (Hebreeën 13:15). Derhalve loven Gods dienstknechten Jehovah vol vreugde door bijvoorbeeld druk bezig te zijn in hun Koninkrijksprediking. — Mattheüs 24:14.

3. Hoe kunnen wij Jehovah „een slachtoffer van lof” brengen, en de activiteiten van welke personen zullen wij nu beschouwen?

3 Jehovah’s naam in het openbaar bekendmaken, is voor onvolmaakte mensen een onverdiend voorrecht. Hoe gelukkig stemt het ons anderen over onze God te vertellen en daardoor Jehovah „een slachtoffer van lof”, „de jonge stieren van onze lippen”, te brengen! Laten wij, opdat wij aangemoedigd worden in de openbare prediking van het goede nieuws van het Koninkrijk in deze tijd, onderzoeken wat de bijbel ons over Gods profeten en andere dienstknechten van Jehovah vertelt. Uit hun levenswandel kunnen wij veel leren dat ons zal helpen vreugde te putten uit onze predikingsactiviteit. — Romeinen 15:4.

De rol van de profeten

4, 5. (a) Wat is in de oorspronkelijke talen van de bijbel de grondbetekenis van de woorden die met „profeet” zijn vertaald? (b) Waaruit blijkt dat de profeten een markante rol in Gods regeling vervulden?

4 Jehovah’s profeten hadden het voorrecht zijn boodschap in het openbaar bekend te maken. De etymologie van de Hebreeuwse term voor „profeet” (na·viʼʹ) is onzeker, maar uit de wijze waarop deze term in de bijbel wordt gebruikt, blijkt dat ware profeten woordvoerders van Jehovah waren, mannen Gods die geïnspireerde boodschappen overbrachten. Het Griekse woord dat met „profeet” wordt weergegeven (pro·feʹtes), betekent letterlijk „iemand die vrijuit spreekt”, iets zeggen „voor het aangezicht van” of „vóór” iemand. Een profeet is iemand die boodschappen bekendmaakt die aan een goddelijke bron worden toegeschreven. Dikwijls, maar niet altijd, voorzeiden Gods ware profeten toekomstige gebeurtenissen.

5 Over de markante rol die de profeten in Gods regeling vervulden, verklaart M’Clintock en Strongs Cyclopædia: „Soms werden zij geraadpleegd . . . Maar vaker voelden zij een innerlijke drang om het volk toe te spreken zonder dat zij waren geraadpleegd, en zij waren niet bang om stoutmoedig en onvervaard te spreken op plaatsen waar hun verschijning misschien verontwaardiging en ontzetting teweegbracht” (Deel VIII, blz. 640). Beschouw eens enkele voorbeelden die laten zien wat de profeten ertoe aanzette zo’n moedig standpunt in te nemen.

Gevoelens en motiverende kracht

6, 7. Wat liet Jehovah zijn profeet Ezechiël eten, en welke uitwerking had dit?

6 Vóór de verwoesting van Jeruzalem in 607 v.G.T. sprak Jehovah bij monde van zijn profeet Ezechiël tot de joodse ballingen in Babylon. Jehovah droeg hem op: „Mensenzoon, wat gij vindt, eet dat. Eet deze rol en ga, spreek tot het huis van Israël.” Ezechiël gehoorzaamde. Hij zei: „Ik opende dus mijn mond en hij liet mij geleidelijk deze rol eten. Voorts zei hij tot mij: ’Mensenzoon, gij dient uw eigen buik te doen eten, opdat gij zelfs uw ingewanden moogt vullen met deze rol, die ik u geef.’ En ik ging ze eten en ze werd in mijn mond als honing zo zoet.” — Ezechiël 3:1-3.

7 Ons lichaam haalt voedingsstoffen uit het voedsel dat wij eten, en in zekere zin gaan deze deel van ons uitmaken. Zo moest ook de „rol” die door Ezechiël werd opgegeten — Jehovah’s boodschap die de profeet moest bekendmaken — een deel van hem worden en een uitwerking hebben op zijn emoties. Gods woorden stimuleerden Ezechiëls diepste gevoelens zo krachtig dat hij er uitbundige vreugde in vond ze in het openbaar bekend te maken. Indien u een getuige van Jehovah bent, schept u er dan behagen in Gods boodschap in het openbaar bekend te maken?

8, 9. Wat zette Amos tot profeteren aan?

8 Beschouw ook de profeet Amos. Hij leefde in de negende eeuw v.G.T. en was een van de eerste Hebreeuwse profeten die een naar henzelf genoemd bijbelboek schreven. Evenals Ezechiël was Amos een openhartige verkondiger van Jehovah’s woord. De uitdrukking „dit heeft Jehovah gezegd” wordt in het boek dat zijn naam draagt zelfs elfmaal herhaald! (Amos 1:3, 6, 9, 11, 13; 2:1, 4, 6; 3:12; 5:4; 7:17) Amos voelde zich gedrongen Gods woorden in het openbaar bekend te maken.

9 Als Gods profeet reageerde Amos op goddelijke bekendmakingen door prompt tot handelen over te gaan. Bij monde van Amos zei God: „Er is een leeuw die heeft gebruld! Wie zal niet bevreesd zijn? De Soevereine Heer Jehovah zelf heeft gesproken! Wie zal niet profeteren?” (Amos 3:8) De profeet werd er onweerstaanbaar toe bewogen Jehovah’s boodschap bekend te maken.

10. Hoe reageren Jehovah’s hedendaagse dienstknechten wanneer hun predikingswerk wordt tegengestaan?

10 Gelijk een brullende leeuw kondigt Jehovah oordeelsboodschappen tegen het huidige goddeloze wereldstelsel aan. Evenals Amos voelen Jehovah’s hedendaagse dienstknechten zich gedrongen Gods woorden in het openbaar bekend te maken. Zelfs wanneer zij door tegenstanders worden bedreigd, volgen zij het voorbeeld van de apostelen Petrus en Johannes, die krachtig verklaarden: „Wat ons betreft, wij kunnen niet ophouden te spreken over de dingen die wij gezien en gehoord hebben.” De apostelen verklaarden ook: „Wij moeten God als regeerder meer gehoorzamen dan mensen” (Handelingen 4:20; 5:29). Hoe staat het dan met ons? Het is goed te onderzoeken wat onze gevoelens zijn ten aanzien van het in het openbaar bekendmaken van Jehovah’s naam.

„Uit de overvloed des harten”

11. Wat dient ons ertoe aan te zetten te volharden in de openbare bekendmaking van Jehovah’s naam?

11 Er kan geen twijfel over bestaan dat Jehovah’s profeten dankbaar waren voor hun voorrechten. Een soortgelijke dankbaarheid jegens Jehovah dient ons ertoe te bewegen zijn naam in het openbaar bekend te maken. In Psalm 145:1, 2 staat: „Ik wil u verhogen, o mijn God de Koning, en ik wil uw naam zegenen tot onbepaalde tijd, ja, voor eeuwig. De gehele dag wil ik u zegenen, en ik wil uw naam loven tot onbepaalde tijd, ja, voor eeuwig.” Weerspiegelen die woorden uw houding? Geregelde bijbelstudie draagt ertoe bij onze waardering voor wat Jehovah voor ons heeft gedaan, thans doet en in de toekomst nog zal doen, te verdiepen. En wanneer wij als gezin samen de bijbel bestuderen, bemerken wij dan niet dat Gods Woord kracht uitoefent, zodat wij over hem en zijn voornemens willen spreken? (Hebreeën 4:12) Om Jehovah’s naam op doeltreffende wijze in het openbaar bekend te kunnen maken, moeten wij ook ten volle gebruik maken van de christelijke publikaties die Jehovah God via de gezalfde „getrouwe en beleidvolle slaaf” verschaft. — Mattheüs 24:45-47.

12. Hoe kunnen zowel christelijke vergaderingen als meditatie ons helpen een openbare bekendmaking te doen?

12 Als wij Jehovah vanuit een dankbaar hart willen loven, moeten wij geregeld christelijke vergaderingen bezoeken. Al Jehovah’s dienstknechten moeten acht slaan op de aansporing van de apostel Paulus: „Laten wij op elkaar letten ten einde tot liefde en voortreffelijke werken aan te sporen, het onderling vergaderen niet nalatend, zoals voor sommigen gebruikelijk is, maar laten wij elkaar aanmoedigen, en dat te meer naarmate gij de dag ziet naderen” (Hebreeën 10:24, 25). Bent u geregeld aanwezig op de christelijke vergaderingen? Spreekt u vaak over de schriftuurlijke waarheden, de voortreffelijke ervaringen en het opwindende nieuws over theocratische expansie waarover u op de vergaderingen van Gods volk hoort? Als u er tegenop ziet u over Jehovah en zijn voornemens te uiten, ruim dan tijd in voor meditatie over zijn Woord, zodat zijn gedachten diep in uw hart doordringen (Psalm 77:12; 143:5). Ja, zowel christelijke vergaderingen als geregelde meditatie over Gods Woord dienen u te helpen waardering te hebben voor het schitterende voorrecht Jehovah’s naam in het openbaar bekend te maken.

13. Hoe ’brengen wij het goede voort’ uit ons hart?

13 Als ons hart van dankbaarheid jegens Jehovah vervuld is, brengen wij goede dingen voort. „Een goed mens brengt uit de goede schat van zijn hart het goede voort,” zo redeneerde Jezus, „maar een goddeloos mens brengt uit zijn goddeloze schat voort wat goddeloos is; want uit de overvloed des harten spreekt zijn mond” (Lukas 6:45). Welke betere manier kan er zijn om ’het goede voort te brengen’ dan Jehovah’s naam in het openbaar bekend te maken en tot onze buren, onze familie — ja, tot iedereen die wij ontmoeten — over zijn voornemens te spreken?

Resultaten van de openbare bekendmaking

14. (a) Wat kunnen de bekendmaker en de hoorder van de Koninkrijksboodschap ervaren? (b) Wat wordt door middel van de Koninkrijksprediking tot stand gebracht?

14 Gods profeten putten vreugde uit hun dienst, en wat zij zeiden, strekte ontvankelijke toehoorders tot voordeel. Op overeenkomstige wijze schenkt de openbare bekendmaking van de Koninkrijksboodschap de verkondigers ervan grote vreugde (Handelingen 20:35). En wat een voordelen schenkt het dankbare toehoorders! Het goede nieuws aanvaarden, helpt mensen depressiviteit te overwinnen of er het hoofd aan te bieden. Nabestaanden verheugen zich over de vooruitzichten van de opstanding. Verslaafden worden bevrijd van slavernij aan nicotine, heroïne en andere verslavende middelen. Velen worden op een moreel hoger plan gebracht, en allen die de bijbelse waarheid aanvaarden, verwerven geestelijke vrijheid (Johannes 5:28, 29; 8:32). De verkondiging van het Koninkrijk als de enige hoop voor de mensheid dient er ook toe de goddelozen te waarschuwen, terwijl ze een blijde reactie oproept in mensen met een oprecht hart. Zo worden de mensen gescheiden om hetzij heen te gaan in „de eeuwige afsnijding” of „het eeuwige leven” te ontvangen wanneer het goddelijke oordeel aan deze goddeloze wereld voltrokken wordt (Mattheüs 24:14; 25:31-46; Ezechiël 33:1-9; 1 Timotheüs 2:3, 4). Ons predikingswerk is een reddingsoperatie op ongekende schaal, de meest uitgebreide en alom verkondigde bekendmaking die ooit op aarde is gedaan!

15. Wat kan er gedaan worden om de in ons getuigenisgebied wonende mensen die het wellicht waard zijn, te helpen?

15 Als Jehovah’s hedendaagse getuigen dienen wij onze hemelse Vader blijmoedig en gehoorzaam als slaven (Romeinen 12:11). Daarom zetten wij graag tijd opzij om geregeld deel te nemen aan de prediking van het goede nieuws in het openbaar en van huis tot huis (Handelingen 5:42; 20:20). Berichten uit de hele wereld geven te kennen dat er in onze gebieden nog steeds mensen wonen die het waard zijn. Naar gelang de omstandigheden in de wereld veranderen, ondervinden mensen daar op verschillende manieren de invloed van. Velen zijn onverhoeds vluchtelingen geworden, vreemdelingen in een ander land. Misschien wonen er enkele van zulke mensen in ons predikingsgebied. Zo ja, laten wij dan doen wat wij kunnen om hen geestelijk te helpen terwijl wij volharden in „het heilige werk van het goede nieuws” (Romeinen 15:16). Sommige christenen hebben een andere taal geleerd teneinde het goede nieuws van het Koninkrijk aan zulke mensen te kunnen bekendmaken.

16. Wat kan ons helpen te volharden in het bekendmaken van Jehovah’s naam?

16 Vele van Gods profeten hadden bijzonder moeilijke toewijzingen. Het was niet gemakkelijk voor hen om goddelijke boodschappen aan onontvankelijke mensen bekend te maken. Zo vindt ook niet iedereen die zich aan Jehovah heeft opgedragen het gemakkelijk om Zijn naam in het openbaar bekend te maken, vooral niet in gebieden waar weinig respons is. Door echter het vertrouwen te hebben dat voortspruit uit een gebedsvolle studie van Gods Woord, gepaard aan de sterkte die Jehovah verleent, kunnen wij volharden in het bekendmaken van de Koninkrijksboodschap (Filippenzen 4:13; Openbaring 14:6). Wat kunnen wij in dit opzicht nog meer van Jehovah’s profeten en zijn andere dienstknechten uit de oudheid leren?

Gezelschap in de velddienst

17. Wat zijn enkele schriftuurlijke voorbeelden van nuttig gezelschap in Gods dienst?

17 In de behartiging van zijn toewijzing had Gods profeet Mozes aanvankelijk de hulp van zijn oudere broer Aäron. Jehovah zei tot Mozes: „[Aäron] moet voor u tot het volk spreken; en het moet geschieden dat hij u tot een mond zal dienen” (Exodus 4:16). Beschouw ook de dagen van de profeten Elia en Elisa, toen „de profetenzonen” succesvol dienst verrichtten. Dit schijnen groepen van Gods dienstknechten geweest te zijn die met elkaar samenwerkten, ongetwijfeld genietend van aangename omgang met elkaar (2 Koningen 2:3-5; 4:38; vergelijk 1 Samuël 10:5, 10). Natuurlijk hielden Mozes en Aäron en „de profetenzonen” zich niet bezig met de bekendmaking van het goede nieuws van het Koninkrijk. Niettemin strekte hun omgang hun allen tot nut. Eeuwen later zond Jezus Christus zeventig discipelen „twee aan twee” in de bediening uit, en ongetwijfeld hebben zij profijt gehad van het aldus verschafte gezelschap. — Lukas 10:1-16; vergelijk Handelingen 17:10, 11; 20:20.

18. Hoe heeft in deze tijd gezelschap in de bediening een nuttig doel gediend?

18 In 1953 begonnen Jehovah’s Getuigen met een programma waarbij Koninkrijksverkondigers samen in de velddienst werkten. Natuurlijk werd dit niet alleen ter wille van het gezelschap gedaan. Dit opleidingsprogramma was erop gericht Gods dienstknechten tot doeltreffender onderwijzers en predikers van het goede nieuws te maken. Met dat doel in gedachten gingen meer ervaren Koninkrijksverkondigers met minder ervaren predikers in de dienst. Dit van-huis-tot-huisopleidingsprogramma is buitengewoon nuttig geweest en heeft Jehovah’s volk geholpen hun openbare bekendmaking van Zijn naam doeltreffender te verrichten (1 Timotheüs 4:16). In deze tijd is veiligheid nog een factor die het raadzaam maakt dat christenen, vooral in sommige gebieden, „twee aan twee” aan de bediening deelnemen.

19. Wat dient met betrekking tot persoonlijke doeleinden in de bediening in gedachte te worden gehouden?

19 Of u nu in de bediening met een medegelovige samenwerkt of dat u alléén naar een deur gaat, streef ernaar een persoonlijk doel of oogmerk te bereiken. Het dient realistisch, haalbaar te zijn. Hebt u hulp nodig om uw inleiding zo aan te passen dat de belangstelling van de mensen in uw gebied wordt gewekt? Zo ja, dan kunt u misschien meegaan met een pionier, een volle-tijdverkondiger van het Koninkrijk, of met een verkondiger die wellicht bijzonder doeltreffend is in het gebruiken van goede inleidingen. Uw partner kan u misschien helpen bij het voorbereiden en gebruiken van de inleidingen die in Onze Koninkrijksdienst of het boek Redeneren aan de hand van de Schrift staan aangegeven. Luister bij gelegenheden dat u samen van huis tot huis predikt, zorgvuldig naar de toespraakjes van uw partner. Probeer dan zelf een soortgelijk toespraakje te houden, totdat u vaardig wordt in dit aspect van uw bediening.

20, 21. Wat kan gezelschap in de velddienst bijzonder nuttig maken?

20 Wat te doen als u hulp nodig hebt bij het brengen van doeltreffende nabezoeken met het oog op het oprichten van een huisbijbelstudie? Misschien kunnen er via uw gemeenteboekstudieleider regelingen getroffen worden dat u in de velddienst samenwerkt met een Koninkrijksverkondiger die behoorlijk doeltreffend is in het oprichten van bijbelstudies. Wees geen zwijgzame partner als u samen nabezoeken brengt. In plaats daarvan zult u het misschien nuttig vinden om, nadat uw partner u tijdens één bezoek heeft laten zien hoe hij of zij de dingen aanpakt, bij het eerstvolgende nabezoek een soortgelijk toespraakje te houden. Uw partner zal er zijn om te helpen en achteraf raad te geven. — Vergelijk Galaten 6:6.

21 Zo’n liefdevolle hulp van een velddienstpartner kan u helpen uw doeleinden in de bediening te bereiken. Deze hulp en uw grote waardering voor Jehovah’s liefderijke goedheid, waardoor het u wordt vergund dit bevoorrechte werk te doen, zullen u in staat stellen uw activiteiten in de Koninkrijksprediking zelfs nog doeltreffender te verrichten. En moge u het voorrecht Jehovah te zegenen door altijd goed over hem te spreken en door geregeld zijn naam in het openbaar bekend te maken, als een schat koesteren. — Psalm 145:1, 2, 9-13.

22. Welke vragen zullen in onze volgende studie beantwoord worden?

22 Als Jehovah’s Getuigen brengen wij in onze van-huis-tot-huisbediening herhaalde bezoeken bij de mensen. Velen luisteren met grote waardering naar het goede nieuws. Maar sommigen zijn misschien niet genegen naar de Koninkrijksboodschap te luisteren. Wat dienen wij onder zulke omstandigheden te doen? Hoe kunnen wij volharden in het werk dat Jehovah zijn volk heeft toegewezen? Welke voorbeelden uit de Schrift kunnen ons helpen of tot leidraad dienen? Deze vragen zullen in het volgende artikel worden beantwoord.

Hebt u de volgende punten begrepen?

◻ Wat hebben zowel Hosea als de apostel Paulus over slachtoffers aan God gezegd?

◻ Wat zette Ezechiël en Amos tot profeteren aan?

◻ Hoe dienen wij onze Koninkrijksprediking te bezien?

◻ Welke voordelen kunnen uit gezelschap in de velddienst geput worden?

[Illustraties op blz. 13]

Doelgericht gezelschap kan ons helpen bekwamer te worden in de bediening

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen