-
„Blijf er vol verwachting naar uitzien”Leef met Jehovah’s dag in gedachten
-
-
8 Natuurlijk zou een christen zich minder betrokken kunnen voelen bij de situatie in de dagen van Micha, Zefanja en Habakuk. ’Het is tenslotte al zo lang geleden!’, zou hij kunnen zeggen. Maar wat kunnen we ervan leren? We hebben al gesproken over Petrus’ raad dat christenen mensen met „heilige gedragingen en daden van godvruchtige toewijding” moeten zijn. Meteen na die woorden beklemtoonde Petrus nog een noodzaak — dat we ’de tegenwoordigheid van de dag van Jehovah moeten verwachten en goed in gedachte moeten houden’ (2 Petrus 3:11, 12). We moeten die dag dus ’goed in gedachte houden’ en ’er vol verwachting naar uitzien’.
9. Waarom is het passend dat we ’naar Jehovah blijven uitzien’?
9 Of we Jehovah nu pas een paar jaar of al vele tientallen jaren dienen, de vraag is: blijven we ’naar Jehovah uitzien en geven we van een wachtende houding blijk’, net als Micha? (Romeinen 13:11) Natuurlijk willen we als mensen graag weten wanneer het einde komt en hoeveel tijd er nog rest voordat dat gebeurt. Maar we weten het gewoon niet. Denk aan Jezus’ woorden: ’Indien de heer des huizes had geweten in welke nachtwake de dief zou komen, zou hij wakker zijn gebleven en niet in zijn huis hebben laten inbreken. Toont ook gij u daarom gereed, want de Zoon des mensen komt op een uur waarvan gij het niet hebt gedacht.’ — Mattheüs 24:43, 44.
-
-
„Blijf er vol verwachting naar uitzien”Leef met Jehovah’s dag in gedachten
-
-
„VOL VERWACHTING” OF „VERZADIGD”?
11. Hoe waren de mensen in de tijd van Micha en Hosea anders dan zij?
11 We kunnen nog iets leren van de profeten die in een periode leefden waarin de voltrekking van Jehovah’s oordeel, eerst tegen Israël en daarna tegen Juda, naderde. Terwijl Micha ’naar Jehovah bleef uitzien en van een wachtende houding blijk gaf’, deden velen om hem heen dat niet. Ze werden mensen die ’het goede haatten en het kwade liefhadden’. Micha waarschuwde dat als ze niet zouden veranderen, ze ’tot Jehovah konden roepen om hulp, maar hij hen niet zou antwoorden’ (Micha 3:2, 4; 7:7).
-