-
‘Jezus had medelijden’‘Kom, wees mijn volgeling’
-
-
Mattheüs vertelt: ‘Toen hij al die mensen zag, kreeg hij medelijden met ze, omdat ze als schapen zonder herder waren — verwaarloosd en slecht behandeld’ (Mattheüs 9:35, 36). Jezus had te doen met het gewone volk. Hij was zich goed bewust van hun ellendige geestelijke toestand. Hij wist dat ze slecht behandeld en verwaarloosd waren door degenen die hen juist hadden moeten onderwijzen: de religieuze leiders. Uit intens medegevoel werkte Jezus hard om mensen te bereiken met een boodschap van hoop. Er was niets wat ze meer nodig hadden dan het goede nieuws van Gods Koninkrijk.
-
-
‘Jezus had medelijden’‘Kom, wees mijn volgeling’
-
-
18 We moeten mensen bezien zoals Jezus hen bezag: ‘als schapen zonder herder — verwaarloosd en slecht behandeld’. Stel dat je een lammetje vindt dat hopeloos verdwaald is. Zonder herder om hem naar groene weiden en water te leiden, heeft het arme diertje honger en dorst. Zou je geen medelijden met dat lammetje hebben? Waarschijnlijk zou je je best doen om het wat eten en drinken te geven. Veel mensen die het goede nieuws nog niet kennen, zijn net als dat lammetje. Ze zijn verwaarloosd door valsreligieuze herders. Daardoor lijden ze in geestelijk opzicht honger en dorst en hebben ze geen echte hoop voor de toekomst. Wij hebben wat ze nodig hebben: het voedzame geestelijke voedsel en het verfrissende waarheidswater uit Gods Woord (Jesaja 55:1, 2).
-