-
’Eerst moet het goede nieuws worden gepredikt’De Wachttoren 1988 | 1 januari
-
-
15. (a) Welke instructies gaf Jezus zijn discipelen toen hij hen uitzond om te prediken? (b) Hoe hebben sommige bijbelcommentators dit uitgelegd?
15 Toen Jezus zijn discipelen uitzond om te prediken, zond hij hen ook rechtstreeks naar de mensen toe. Dit valt op te maken uit zijn instructies die in Matthéüs 10:1-15, 40-42 staan opgetekend.
-
-
’Eerst moet het goede nieuws worden gepredikt’De Wachttoren 1988 | 1 januari
-
-
17. Wat bewijst dat Jezus’ discipelen voor hun bezoeken aan personen die het waard waren, niet alleen maar afgingen op aanbevelingen of slechts van tevoren gemaakte afspraken nakwamen?
17 Dit blijkt uit Jezus’ woorden in Matthéüs 10:14: „Als iemand u ergens niet ontvangt of niet naar uw woorden luistert, verlaat dan dat huis of die stad en schudt het stof van uw voeten.” Jezus sprak erover dat zijn discipelen zonder voorafgaande uitnodiging mensen zouden bezoeken om tot hen te prediken. Goed, zij zouden ook onderdak aanvaarden in een van de huisgezinnen waar gunstig op de boodschap werd gereageerd (Matthéüs 10:11). Het belangrijkste was echter het predikingswerk. In Lukas 9:6 staat: „Toen gingen zij op weg en trokken van dorp tot dorp het gebied door, terwijl zij overal het goede nieuws bekendmaakten en genezingen verrichtten.” (Zie ook Lukas 10:8, 9.) Personen die het waard waren, die de discipelen in hun huis ontvingen als profeten en hun wellicht „een beker koud water” gaven of zelfs onderdak boden, zouden hun beloning niet mislopen. Zij zouden de Koninkrijksboodschap horen. — Matthéüs 10:40-42.
-