Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w87 15/10 blz. 4-7
  • Liefde voor God — De morele kracht ten goede

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Liefde voor God — De morele kracht ten goede
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1987
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • De Tien Geboden — een kracht ten goede
  • Wat houdt liefde voor God in?
  • Liefde voor God een kracht ten goede
  • De liefde faalt nimmer
  • Wat betekent de liefde voor God?
    Blijf in Gods liefde
  • Een liefdewet in harten
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2005
  • De twee geboden waaraan de Wet hangt
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1961
  • Heb de God lief die jou liefheeft
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2006
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1987
w87 15/10 blz. 4-7

Liefde voor God — De morele kracht ten goede

REDELIJKE mensen zullen grif toegeven dat de immoraliteit beteugeld moet worden. Zoals een predikant van de United Church of Canada het uitdrukte: „Wanneer afzonderlijke personen en de samenleving de morele wet negeren, zijn de consequenties verschrikkelijk; oorlogen, inflatie, Watergate en anarchie.” Zoals in het vorige artikel werd aangetoond, hebben de grote religies van deze wereld zich geen sterke morele kracht ten goede betoond. Indien wij persoonlijk een moreel leven willen leiden, moeten wij dus opzien naar een andere autoriteit om ons die kracht te geven en moeten wij vervolgens bereid zijn ons naar die autoriteit te schikken.

De invloed van zo’n superieure autoriteit bleek duidelijk uit een incident in het leven van Jozef, een Hebreeuwse beheerder voor een hofbeambte in Egypte. Toen Jozef door de vrouw van deze functionaris werd verleid om seksuele betrekkingen met haar te hebben, bood Jozef daar weerstand aan met de woorden: „Hoe zou ik . . . deze grote slechtheid kunnen begaan en in werkelijkheid zondigen tegen God?” (Genesis 39:7-9) Door Gods autoriteit te erkennen en door het verlangen hem te behagen, kreeg Jozef de morele kracht om haar avances te weerstaan.

Tweehonderd jaar later ontving de natie Israël, nakomelingen van Jozefs vader, Jakob, de Tien Geboden als onderdeel van de Wet die door bemiddeling van Mozes werd verschaft. Terwijl ongehoorzaamheid het misnoegen van Jehovah God opwekte, had gehoorzaamheid aan deze Wet goddelijke zegeningen tot gevolg. Deze geboden dienden de natie derhalve als moreel richtsnoer.

De Tien Geboden — een kracht ten goede

Hoe sterk was de kracht van de Tien Geboden? De invloed ervan wordt nog tot in deze twintigste eeuw gevoeld. In 1962 zei de toenmalige gouverneur-generaal van Nieuw-Zeeland: „Ik veronderstel dat sommigen vinden dat de Tien Geboden uit de tijd zijn. Maar het is wellicht niet zonder betekenis dat, indien wij allen ze thans getrouw in acht zouden nemen, de gewone wet van het land overbodig zou zijn.”

Niettemin maakte Jezus Christus in een gesprek met een jonge joodse regeerder duidelijk dat louter het in acht nemen van de Tien Geboden niet voldoende was. De jonge man had gevraagd: „Wat voor goeds moet ik doen om eeuwig leven te verkrijgen?” Toen Jezus zei dat hij ’steeds de geboden moest onderhouden’, en enkele van de Tien Geboden opnoemde, antwoordde de regeerder: „Die heb ik allemaal in acht genomen; waarin schiet ik nog te kort?” Jezus gaf ten antwoord: „Ga, verkoop uw bezittingen en geef aan de armen en gij zult een schat in de hemel hebben, en kom, wees mijn volgeling.” Het verslag vervolgt: „Toen de jonge man dit woord hoorde, ging hij bedroefd weg, want hij had vele goederen.” — Matthéüs 19:16-22.

Door dit verslag te vergelijken met een soortgelijk verslag in Lukas 10:25-28 worden wij geholpen te onderscheiden waar het bij de jonge regeerder voornamelijk aan schortte. Wij lezen: „Een zekere man die goed onderlegd was in de Wet, stond op om hem [Jezus] op de proef te stellen en zei: ’Leraar, door wat te doen, zal ik eeuwig leven beërven?’” Jezus hielp hem de kwestie te beredeneren, met het gevolg dat de man in staat was zijn eigen vraag te beantwoorden en in grote trekken zei: ’Heb Jehovah God lief met geheel uw hart, ziel, kracht en verstand en uw naaste als uzelf.’ Jezus zei toen tot besluit: „Blijf dit doen en gij zult leven verkrijgen.”

Kunt u nu begrijpen wat het probleem van de eerder genoemde jonge regeerder was? Zijn liefde voor God en de naaste werd overvleugeld door zijn liefde voor materiële bezittingen. Hoe triest! Ofschoon hij probeerde de Tien Geboden in acht te nemen, liep hij gevaar eeuwig leven te verspelen.

Wat houdt liefde voor God in?

Wij leven in een tijd waarin de liefde voor God en de naaste verdrongen is door liefde voor zichzelf, materiële bezittingen en seks. Ja, zelfs het geloof in God als Schepper heeft in de geest van velen plaats gemaakt voor geloof in de onbewezen evolutietheorie. Hoe komt dit toch allemaal?

Eeuwenlang hebben de geestelijken van de christenheid in een poging invloed uit te oefenen op de moraal van de mensen, zich van de onbijbelse leer van een verschrikkelijk hellevuur bediend. De Encyclopedia International verklaart: „Gedurende heel de middeleeuwen was de sterkste kracht ten goede bij de gewone mensen ongetwijfeld de vrees voor de hel, die zelfs koningen en keizers dienstbaar maakte aan de Kerk, en was ze waarschijnlijk de enige rem op hun ongebreidelde hartstochten.” Deze leerstelling van het hellevuur wekte de indruk dat God liefdeloos, meedogenloos en wraakgierig was. Ook al heeft de leer van het hellevuur voor sommigen misschien als een rem gediend, vele anderen hebben daardoor God de rug toegekeerd, zodat zij een gemakkelijke prooi werden voor onschriftuurlijke leringen en theorieën, zoals de evolutietheorie.

De bijbel leert echter niet dat God zielen foltert in een hellevuur. De apostel Johannes deelt ons daarentegen mee: „God is liefde.” „Hij [is] getrouw en rechtvaardig, zodat hij ons onze zonden vergeeft.” Mozes schreef: „Jehovah, een God barmhartig en goedgunstig, langzaam tot toorn en overvloedig in liefderijke goedheid en waarheid” (1 Johannes 4:8; 1:9; Exodus 34:6). Dit zijn slechts enkele van Gods schitterende hoedanigheden. Ze trekken ons tot hem aan. Deze hoedanigheden, vooral zijn liefde, maken dat wij hem willen liefhebben. „Wat ons betreft, wij hebben lief omdat hij ons eerst heeft liefgehad” (1 Johannes 4:19). Deze liefde voor God nu is de grootste morele kracht ten goede; ze kan tot eeuwig leven leiden!

Echte liefde voor God is niet zo maar een abstracte hoedanigheid. Ze beweegt iemand ertoe in het belang van een ander te handelen. De apostel Paulus vermeldde vele manieren waarop deze liefde getoond kan worden. Om er slechts enkele op te sommen: „De liefde is lankmoedig en vriendelijk. De liefde is niet jaloers, ze snoeft niet, wordt niet opgeblazen, gedraagt zich niet onbetamelijk, zoekt niet haar eigen belang, wordt niet geërgerd” (1 Korinthiërs 13:4, 5). Wij spreiden deze liefde tentoon omdat wij willen proberen onze hemelse Vader na te bootsen. Jezus zei: „In deze twee geboden [God en de naaste liefhebben] zijn de hele wet en al de profeten samengevat” (Matthéüs 22:40, Het Nieuwe Testament in de taal van onze tijd, door Anne de Vries). Met andere woorden, indien wij deze liefde tonen, zullen wij niet van onze naaste stelen of hem vermoorden of overspel plegen met zijn vrouw. De apostel Johannes stemde hiermee in, want hij zei: „Dit betekent de liefde tot God, dat wij zijn geboden onderhouden.” — 1 Johannes 5:3.

Liefde voor God een kracht ten goede

Merk eens op welke uitwerking die liefde voor God had op vroege christenen, zoals wordt aangetoond door Tertullianus, die in de tweede eeuw leefde. Hij daagde zijn tegenstanders uit om onder hun misdadigers één christen aan te wijzen. Toen zij dat niet konden, zei hij vervolgens: „Alleen wíj zijn dus zonder misdaad.” Het boek The Old Roman World bevestigt deze zienswijze met de woorden: „Wij beschikken over de bewijzen van hun smetteloze leven en onberispelijke moraal.” Christianity Today haalt voorts de woorden van de kerkhistoricus Roland Bainton aan: „Vanaf het einde van de periode van het Nieuwe Testament tot aan het decennium 170-180 is er geen enkele aanwijzing dat er christenen in het leger waren.” De liefde tot God bewoog hen ertoe hem te gehoorzamen door een moreel leven te leiden. Maar misschien vraagt u zich af: ’Zijn er bewijzen dat deze heilzame morele kracht ook vandaag bestaat?’

Zeer beslist! Columnist Mike McManus schreef in de Herald & Review dat hij nog nooit een preek tegen voorechtelijke seks had gehoord. Een maand later meldde hij dat er onder de brieven die als reactie waren binnengekomen, één was van een veertienjarige, een van Jehovah’s Getuigen, die schreef: „Alleen al de gedachte dat je deze ziekten kunt oplopen, zou genoeg moeten zijn om de meeste mensen af te schrikken [van voorechtelijke seks]. Maar de reden waarom de Getuigen zich ervan onthouden, is dat Jehovah ons gebiedt hoererij te ontvlieden.” (Wij cursiveren.) In een commentaar op de brief vroeg McManus: „Hoeveel veertienjarigen in uw gemeente zouden St.-Paulus zo duidelijk kunnen citeren (1 Kor. 6:18)?”

Hetzelfde beginsel van gehoorzaamheid aan Jehovah’s geboden dat door dit meisje werd aangehaald, wordt door de Getuigen elders toegepast. De essentie van enkele van Gods in de Schrift opgetekende geboden is: ’Wees eerlijk in alle dingen’, ’Mijd afgoden’, ’Onthoud u van bloed en van hoererij’, ’Wees waarheidsgetrouw’, ’Leid uw kinderen op in Gods wegen’ (Hebreeën 13:18; 1 Johannes 5:21; Handelingen 15:29; Efeziërs 4:25; 6:4). Hebt u in uw omgeving of op uw werk Jehovah’s Getuigen opgemerkt die trachten deze geboden te gehoorzamen? Hebt u zich ooit afgevraagd waarom zij dit doen, waarom zij bloedtransfusie afwijzen, waarom zij weigeren ten oorlog te trekken, waarom zij u thuis bezoeken, kortom, waarom zij anders zijn? Hun liefde voor God is het antwoord.

De liefde faalt nimmer

Omdat Jehovah’s Getuigen God willen behagen, nemen zij de volgende raad ter harte: „Wordt veranderd door uw geest te hervormen, opdat gij u ervan kunt vergewissen wat de goede en welgevallige en volmaakte wil van God is” (Romeinen 12:2). Wanneer zij leren wat de „wil van God” voor hen is, willen zij daar ook naar handelen. Hun liefde voor God is de kracht achter dit verlangen. Vindt u dit hersenschimmig en onpraktisch voor deze tijd? Sta eens even stil bij de volgende waar gebeurde verhalen.

Een tijd geleden, in 1963, ging José uit São Paulo (Brazilië) samenleven met Eugênia, die al getrouwd was. Twee jaar later begonnen zij met Jehovah’s Getuigen de bijbel te bestuderen. Uit die studie leerde het paar dat God verlangt dat ’het huwelijk eerbaar zij onder allen’ (Hebreeën 13:4). Zij beseften dat zij in het huwelijk moesten treden, maar Brazilië had geen echtscheidingswet die Eugênia de vrijheid kon verlenen om met José te trouwen. Toen echter in 1977 een echtscheidingswet van kracht werd, vroeg zij echtscheiding aan en in 1980 konden zij trouwen, waarmee zij aan Gods vereisten voldeden. Hun liefde voor God werd beloond.

Inire had in New York allerlei drugs geprobeerd. Hij leefde samen met zijn vriendin, Ann. Omdat zij in geldnood zaten, liet hij haar foto’s van haarzelf naar een bekend mannenblad opsturen. Zij kreeg een grote som geld aangeboden om te komen poseren voor een serie naaktfoto’s. Intussen begon Inire met Jehovah’s Getuigen de bijbel te bestuderen, en later deed ook Ann mee. Inire hield ermee op drugs te gebruiken. Na drie weken besloten zij uit eigen beweging te trouwen. Toen zij vervolgens uit de bijbel leerden dat een christen zich bescheiden dient te kleden, besloot Ann dat zij niet met een goed geweten kon gaan poseren voor die foto’s, hoeveel geld er ook voor geboden werd (1 Timótheüs 2:9). Waardoor werden zulke veranderingen ingegeven, denkt u? Ann zegt dat toen het tot haar doordrong dat een getuige van Jehovah zijn niet slechts een kwestie was van zich bij een religie aansluiten, maar een leven van toewijding aan God inhield, zij inzag dat zij snel veranderingen moest aanbrengen. Ja, liefde voor God is een sterke kracht ten goede.

Misschien denkt iemand: ’Ach, dat zijn maar incidentele gevallen.’ Maar verre van dat. Soortgelijke veranderingen hebben zich heel dikwijls voorgedaan op plaatsen waar Jehovah’s Getuigen actief zijn. Waarom zou u dit niet eens nader onderzoeken? Vergewis u ervan dat liefde voor God zoals die in de ware religie tot uitdrukking komt, nog steeds de morele kracht ten goede is.

[Inzet op blz. 6]

Betreffende vroege christenen verklaart het boek „The Old Roman World”: „Wij beschikken over de bewijzen van hun smetteloze leven en onberispelijke moraal.” Wat was de kracht achter hun „onberispelijke moraal”?

[Illustratie op blz. 7]

Liefde voor God kan u helpen weerstand te bieden wanneer u tot kwaaddoen verleid wordt

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen