-
Hoe moeten we anderen behandelen?De Wachttoren 2008 | 15 mei
-
-
15. Welke uitwerking hebben onze „voortreffelijke werken” op sommige mensen?
15 Na over een schijnende lamp gesproken te hebben, zei Jezus tegen zijn discipelen: „Laat evenzo uw licht voor de mensen schijnen, opdat zij uw voortreffelijke werken mogen zien en uw Vader, die in de hemelen is, heerlijkheid geven.” Wegens onze „voortreffelijke werken” geven sommigen God „heerlijkheid” door hem te gaan dienen. Wat een stimulans voor ons om ’als lichtgevers in de wereld te schijnen’! — Fil. 2:15.
16. Wat wordt er van ons als „het licht der wereld” verlangd?
16 Als „het licht der wereld” moeten we betrokken zijn bij de Koninkrijksprediking en het maken van discipelen. Maar er wordt nog iets van ons verlangd. „Blijft als kinderen van het licht wandelen,” schreef Paulus, „want de vrucht van het licht bestaat in elke soort van goedheid en rechtvaardigheid en waarheid” (Ef. 5:8, 9). We moeten een lichtend voorbeeld van godvruchtig gedrag zijn en de raad van de apostel Petrus opvolgen: „Bewaart een voortreffelijk gedrag onder de natiën, opdat zij in datgene waarin zij ten nadele van u spreken als over boosdoeners, ten gevolge van uw voortreffelijke werken, waarvan zij ooggetuigen zijn, God mogen verheerlijken op zijn inspectiedag” (1 Petr. 2:12).
-