‘Ga en maak discipelen’

1-2. (a) Wat is de belangrijkste missie van de christelijke gemeente, zoals blijkt uit Jezus’ woorden in Mattheüs 28:18-20? (b) Welke vragen gaan we in dit artikel bespreken?

DE apostelen waren ongetwijfeld heel erg benieuwd. Ze waren bij elkaar gekomen op een berghelling. Jezus had daar na zijn opstanding met ze afgesproken (Matth. 28:16). Misschien was dit de keer dat ‘hij aan meer dan 500 broeders tegelijk verscheen’ (1 Kor. 15:6). Waarom had Jezus zijn discipelen bijeengeroepen? Om ze een interessante missie te geven: ‘Maak discipelen van mensen uit alle volken.’ (Lees Mattheüs 28:18-20.)

² De discipelen die Jezus’ woorden hadden gehoord, gingen de eerste christelijke gemeente vormen. De belangrijkste missie van die gemeente was dus meer discipelen van Christusb te maken. In deze tijd zijn er wereldwijd tienduizenden gemeenten van ware christenen die dezelfde belangrijke missie hebben. In dit artikel gaan we vier vragen beantwoorden over het maken van discipelen: Waarom is het zo belangrijk? Wat houdt het in? Doen alle ware christenen eraan mee? En waarom hebben we voor dit werk geduld nodig?

WAAROM IS HET ZO BELANGRIJK?

3. Waarom is het volgens Johannes 14:6 en 17:3 zo belangrijk discipelen te maken?

³ Waarom is het zo belangrijk discipelen te maken? Omdat alleen discipelen van Christus een vriend van God kunnen zijn. Ook hebben volgelingen van Christus nu al een beter leven en krijgen ze de hoop eeuwig te leven. (Lees Johannes 14:6; 17:3.) Jezus heeft ons dus een belangrijke taak gegeven, maar we doen het werk niet alleen. Paulus schreef over zichzelf en enkele naaste medewerkers: ‘Wij zijn Gods medewerkers’ (1 Kor. 3:9). Wat een voorrecht hebben Jehovah en Jezus onvolmaakte mensen gegeven!

4. Wat leert de ervaring van Ivan en Matilde ons?

⁴ Het maken van discipelen kan ons veel vreugde geven. Neem het voorbeeld van Ivan en zijn vrouw Matilde in Colombia. Ze gaven getuigenis aan Davier, een jonge man die tegen ze zei: ‘Ik wil wel dingen in mijn leven veranderen, maar het lukt me niet.’ Davier was een bokser die drugs gebruikte, veel dronk en samenwoonde met zijn vriendin Erika. Ivan vertelt: ‘We begonnen hem te bezoeken in het afgelegen dorp waar hij woonde. Dat was elke keer een urenlange fietstocht over modderige wegen. Toen Erika merkte dat Daviers gedrag en houding verbeterden, ging ze met de Bijbelstudie meedoen.’ Na verloop van tijd stopte Davier met de drugs, het drinken en het boksen. Ook trouwde hij met Erika. Matilde zegt: ‘Toen Davier en Erika in 2016 werden gedoopt, moesten we denken aan wat hij altijd zei: “Ik wil wel veranderen, maar het lukt me niet.” We moesten huilen van blijdschap.’ Het maakt ons zonder twijfel heel gelukkig te zien dat mensen discipelen van Christus worden.

WAT HOUDT HET IN?

5. Waar begint het maken van discipelen mee?

⁵ Het eerste dat we doen om discipelen te maken is ‘onderzoeken’ wie de juiste hartentoestand heeft (Matth. 10:11). We bewijzen dat we echt Getuigen van Jehovah zijn door iedereen die we treffen getuigenis te geven. We bewijzen dat we echte christenen zijn door Christus’ gebod om te prediken op te volgen.

6. Wat helpt ons om succes te hebben in de dienst?

⁶ Sommige mensen willen graag Bijbelse waarheden leren, maar de meesten lijken aanvankelijk onverschillig. Misschien moet je ze nieuwsgierig maken. Om succes te hebben in de dienst heb je een goede strategie nodig. Kies specifieke onderwerpen uit die de mensen waarschijnlijk zullen aanspreken. Bedenk vervolgens hoe je het onderwerp ter sprake kunt brengen.

7. Hoe kun je een gesprek met iemand beginnen, en waarom denk je dat het belangrijk is te luisteren en respect te tonen?

⁷ Je zou een huisbewoner kunnen vragen: ‘Mag ik uw mening eens vragen? Veel problemen die wij hebben kom je overal op de wereld tegen. Denkt u dat er een wereldregering nodig is om de problemen in de wereld op te lossen?’ En dan kun je Daniël 2:44 bespreken. Of je kunt tegen iemand zeggen: ‘Wat is volgens u de beste manier om kinderen goed op te voeden? Ik ben benieuwd naar uw mening.’ Vervolgens kun je Deuteronomium 6:6, 7 bespreken. Welk onderwerp je ook kiest, denk na over de mensen met wie je spreekt. Bedenk wat zij zullen hebben aan wat de Bijbel echt leert. Als je met ze praat, is het belangrijk dat je naar ze luistert en hun mening respecteert. Zo ga je ze beter begrijpen en zullen zij eerder naar je luisteren.

8. Waarom moet je iemand meerdere keren nabezoeken?

⁸ Meestal zal iemand pas de Bijbel gaan bestuderen als je er tijd en energie in steekt hem na te bezoeken. Hij is misschien niet thuis als je hem opnieuw bezoekt. Daarnaast moet je misschien meerdere keren teruggaan voordat hij zover is dat hij Bijbelstudie wil. Bedenk dat een plant beter groeit als hij regelmatig water krijgt. Zo zal iemands liefde voor Jehovah en Jezus beter groeien als je regelmatig Gods Woord met hem bespreekt.

DOEN ALLE WARE CHRISTENEN ERAAN MEE?

9-10. Waarom kunnen we zeggen dat elke ware christen betrokken is bij het maken van discipelen?

⁹ Elke ware christen is betrokken bij het maken van discipelen. Je kunt dat vergelijken met het zoeken naar een vermist kind. Zo was er onlangs een jongetje van drie vermist. Zo’n 500 mensen deden mee aan de zoekactie. Na ongeveer 20 uur werd het jongetje door een vrijwilliger gevonden in een maisveld. Maar die vrijwilliger wilde niet alle eer daarvoor krijgen. Hij zei: ‘Er waren honderden mensen nodig om hem te vinden.’

¹⁰ Veel mensen zijn als dat kind. Ze zijn de weg kwijt. Ze hebben geen hoop en zijn op zoek naar hulp (Ef. 2:12). Meer dan acht miljoen broeders en zusters zijn aan het zoeken naar zulke mensen die het waard zijn. Misschien vind je zelf niemand die de Bijbel met je wil bestuderen. Maar andere verkondigers in hetzelfde gebied vinden misschien wel iemand die de waarheid uit Gods Woord wil leren kennen. Als een broeder of zuster iemand vindt die een discipel van Christus wordt, kan iedereen die heeft meegezocht daar terecht blij over zijn.

11. Op welke manieren kun je helpen bij het maken van discipelen als je geen Bijbelstudie leidt?

¹¹ Als je op dit moment geen Bijbelstudie leidt, kun je op andere manieren helpen bij het maken van discipelen. Je kunt bijvoorbeeld iemand die voor het eerst in de Koninkrijkszaal komt welkom heten en helpen. Zo kun je hem laten zien dat we aan onze liefde te herkennen zijn als ware christenen (Joh. 13:34, 35). De antwoorden die je op de vergadering geeft, ook al zijn ze maar kort, kunnen nieuwelingen leren op een oprechte, respectvolle manier uiting te geven aan hun eigen overtuiging. Je zou ook met een nieuwe verkondiger in de dienst kunnen samenwerken en hem kunnen helpen de Bijbel te gebruiken om met mensen te redeneren. Als je dat doet, leer je hem Christus na te volgen (Luk. 10:25-28).

12. Moet je bijzondere talenten hebben om discipelen te maken? Leg uit.

¹² Niemand moet denken dat hij bijzondere talenten nodig heeft om anderen te leren een discipel van Jezus te worden. Neem het voorbeeld van Faustina, die in Bolivia woont. Toen ze voor het eerst met Jehovah’s Getuigen in aanraking kwam, kon ze niet lezen. Nu kan ze een beetje lezen. Ze is gedoopt en geeft anderen graag Bijbelles. Ze leidt gemiddeld vijf Bijbelstudies per week. Hoewel Faustina slechter leest dan de meeste mensen met wie ze studeert, heeft ze al zes mensen geholpen om gedoopt te worden (Luk. 10:21).

13. Welke zegeningen kun je ervaren als je meedoet aan het maken van discipelen ook al heb je het heel druk?

¹³ Veel broeders en zusters hebben het druk met allerlei verantwoordelijkheden. Toch maken ze tijd vrij om Bijbelstudies te leiden, en dat geeft ze veel vreugde. Neem het voorbeeld van Melanie, een alleenstaande ouder in Alaska met een dochtertje van acht. Ze had een fulltimebaan maar moest ook zorgen voor haar vader, die kanker had. En Melanie was de enige Getuige in haar afgelegen woonplaats. Ze bad vaak om de kracht om ondanks de kou in de dienst te gaan, omdat ze heel graag iemand wilde vinden met wie ze de Bijbel kon bestuderen. Uiteindelijk trof ze Sara, die het geweldig vond te horen dat God een naam heeft. Na een tijdje accepteerde Sara een Bijbelstudie. Melanie vertelt: ‘Op vrijdagavond was ik altijd doodmoe, maar het deed mijn dochter en mij goed toch de studie te gaan leiden. We vonden het leuk antwoorden te zoeken op Sara’s vragen en waren echt heel blij te zien dat ze Jehovah’s vriend werd.’ Ondanks tegenstand verliet Sara moedig haar kerk en liet ze zich dopen.

WAAROM HEBBEN WE GEDULD NODIG?

14. (a) Waarom is het maken van discipelen te vergelijken met vissen? (b) Welke uitwerking hebben Paulus’ woorden in 2 Timotheüs 4:1, 2 op je?

¹⁴ Als je dienst niet zo productief lijkt, geef dan de hoop op het vinden van potentiële discipelen niet op. Bedenk dat Jezus het maken van discipelen vergeleek met vissen. Vissers zijn soms uren aan het werk voordat ze ook maar iets vangen. Ze werken vaak laat op de avond of vroeg in de morgen en soms moeten ze behoorlijk ver varen (Luk. 5:5). Zo geldt ook voor veel predikers dat ze heel wat uren geduldig op verschillende tijden en plaatsen moeten ‘vissen’. Dat doen ze om meer mensen te kunnen spreken. Vaak wordt die extra moeite beloond en treffen ze mensen die in onze boodschap geïnteresseerd zijn. Zou jij kunnen proberen te prediken op een tijdstip dat meer mensen thuis zijn of op een plek waar je meer kans hebt mensen te treffen? (Lees 2 Timotheüs 4:1, 2.)

15. Waarom heb je geduld nodig als je een Bijbelstudie leidt?

¹⁵ Waarom heb je geduld nodig als je een Bijbelstudie leidt? Omdat je meer moet doen dan iemand helpen de leerstellingen uit de Bijbel te leren kennen en liefhebben. Je moet hem helpen Jehovah, de Auteur van de Bijbel, te leren kennen en liefhebben. En hij moet niet alleen leren wat Jezus van zijn discipelen verlangt, maar ook hoe hij als ware christen moet leven. Help hem geduldig als hij er moeite mee heeft Bijbelse principes toe te passen. Sommigen kunnen al in een paar maanden hun denken en doen veranderen, maar anderen hebben daar meer tijd voor nodig.

16. Wat leert het voorbeeld van Raúl ons?

¹⁶ Een zendeling in Peru maakte iets mee dat laat zien welke voordelen het heeft geduldig te zijn. ‘Ik had al twee boeken bestudeerd met Raúl’, zegt de zendeling. ‘Maar hij had nog steeds grote problemen in zijn leven. Het ging niet goed in zijn huwelijk, hij gebruikte smerige taal en zijn kinderen respecteerden hem niet. Maar omdat hij geregeld naar de vergaderingen kwam, bleef ik hem en zijn gezin bezoeken. Meer dan drie jaar nadat ik hem voor het eerst trof, kon hij gedoopt worden.’

17. Waar gaat het volgende artikel over?

¹⁷ Jezus zei dat we discipelen moeten maken van mensen uit alle volken. Om die taak uit te voeren moeten we vaak met mensen praten die heel anders denken dan wijzelf, bijvoorbeeld mensen die niet kerkelijk zijn of die niet geloven dat er een God is. Het volgende artikel laat zien hoe we die mensen het goede nieuws kunnen vertellen.