Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w94 15/7 blz. 21-24
  • Hoe lost u geschillen op?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Hoe lost u geschillen op?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1994
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Kleine geschillen
  • Ernstige geschillen oplossen
  • Zou u gewoon vergeving kunnen schenken?
  • Los meningsverschillen op in een sfeer van liefde
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2016
  • U kunt uw broeder winnen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1999
  • ’Blijft elkaar vrijelijk vergeven’
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1997
  • Moeilijkheden bijleggen in christelijke liefde
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1965
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1994
w94 15/7 blz. 21-24

Hoe lost u geschillen op?

Een onhandige beweging — en de derde in een set van vijf porseleinen olifanten viel van de schoorsteenmantel. Het ornament zal gerepareerd moeten worden. Anders zal de harmonie van de hele set verbroken zijn. Het moet echter heel voorzichtig gebeuren en u voelt u er niet bekwaam voor. U zult raad moeten inwinnen of zelfs een specialist moeten vragen dit moeilijke karweitje op te knappen.

HARMONIE tussen geestelijke broeders en zusters is veel kostbaarder dan tussen louter ornamenten. De psalmist zong terecht: „Zie! Hoe goed en hoe aangenaam is het als broeders in eenheid te zamen wonen!” (Psalm 133:1) Een geschil met een medechristen oplossen, kan soms grote voorzichtigheid vergen. Bovendien pakken sommigen dit niet op de juiste wijze aan. Vaak is de „reparatie” onnodig pijnlijk of niet erg deugdelijk en laat ze duidelijk waarneembare, lelijke sporen achter.

Sommige christenen trachten aangestelde ouderlingen onnodig te betrekken bij kwesties die zij zelf zouden kunnen afhandelen. Dit komt misschien omdat zij niet precies weten wat zij moeten doen. „Vele van onze broeders en zusters weten niet hoe zij bijbelse raad moeten toepassen om hun geschillen op te lossen”, merkte een broeder op die ervaren is in het geven van bijbelse raad. „Heel vaak”, zo voegde hij eraan toe, „volgen zij niet Jezus’ manier van handelen.” Welnu, wat heeft Jezus feitelijk gezegd over de manier waarop een christen geschillen met zijn broeder moet oplossen? Waarom is het zo uitermate belangrijk zich goed vertrouwd te maken met deze raad en te leren hoe die toegepast moet worden?

Kleine geschillen

„Wanneer gij daarom uw gave naar het altaar brengt en u daar herinnert dat uw broeder iets tegen u heeft, laat uw gave dan daar vóór het altaar en ga heen; sluit eerst vrede met uw broeder en offer daarna, wanneer gij zijt teruggekomen, uw gave.” — Mattheüs 5:23, 24.

Toen Jezus die woorden sprak, brachten de joden naar hun gewoonte offers, of gaven, naar het tempelaltaar in Jeruzalem. Als een jood een mede-Israëliet onrecht had aangedaan, kon de overtreder een volledig brandoffer of een zondeoffer brengen. Het door Jezus aangehaalde voorbeeld speelt zich af op het meest kritieke moment. Wanneer de persoon bij het altaar is en op het punt staat zijn gave aan God te offeren, herinnert hij zich dat zijn broeder iets tegen hem heeft. Ja, de Israëliet moest begrijpen dat hij zich eerst met zijn broeder moest verzoenen en pas daarna zo’n religieuze plicht kon vervullen.

Hoewel de Mozaïsche wet zulke offers vereiste, hadden ze op zichzelf genomen niet de grootste waarde in Gods ogen. De profeet Samuël zei tegen de ontrouwe koning Saul: „Heeft Jehovah evenveel behagen in brandoffers en slachtoffers als in het gehoorzamen van de stem van Jehovah? Zie! Gehoorzamen is beter dan een slachtoffer, aandacht schenken beter dan het vet van rammen.” — 1 Samuël 15:22.

In zijn Bergrede herhaalde Jezus deze prioriteitsvolgorde en maakte hij zijn discipelen duidelijk dat zij hun geschillen moesten bijleggen voordat zij hun offers brachten. In deze tijd zijn de offers die van christenen worden verlangd, van geestelijke aard — „een slachtoffer van lof . . ., namelijk de vrucht der lippen die zijn naam in het openbaar bekendmaken” (Hebreeën 13:15). Niettemin blijft het beginsel van kracht. De apostel Johannes toont insgelijks aan dat het vergeefs zou zijn wanneer iemand beweert God lief te hebben en toch zijn broeder haat. — 1 Johannes 4:20, 21.

Het is interessant dat degene die zich herinnert dat zijn broeder iets tegen hem heeft, de eerste stap moet doen. De nederigheid die hij aldus aan de dag legt, zal vermoedelijk goede resultaten afwerpen. Waarschijnlijk zal iemand tegen wie een overtreding begaan is, niet weigeren samen te werken met iemand die naar hem toe komt en zijn fouten toegeeft. De Mozaïsche wet bepaalde dat alles wat ten onrechte was genomen, volledig moest worden vergoed, terwijl er nog een vijfde aan toegevoegd moest worden (Leviticus 6:5). Evenzo zal het herstellen van vreedzame, harmonieuze betrekkingen gemakkelijker gemaakt worden als de overtreder er blijk van geeft verder te willen gaan dan wat strikt genomen noodzakelijk is om eventuele schade die hij misschien heeft aangericht, te herstellen.

Pogingen om vreedzame betrekkingen te herstellen, zijn echter niet altijd succesvol. Het boek Spreuken herinnert ons eraan dat het niet meevalt een geschil bij te leggen met iemand die er moeite mee heeft gunstig op toenaderingspogingen te reageren. In Spreuken 18:19 staat: „Een broeder tegen wie een overtreding is begaan, is meer dan een sterke stad; en er zijn twisten die als de grendel van een woontoren zijn.” Een andere vertaling luidt: „Een verongelijkte broer is ontoegankelijker dan een vesting; een ruzie is als de grendel op de poort van een burcht” (Groot Nieuws Bijbel). Maar in het geval van medegelovigen die God willen behagen, zullen oprechte en nederige pogingen uiteindelijk waarschijnlijk succes hebben. Is er echter sprake van een grove zonde, dan moet de in Mattheüs hoofdstuk 18 opgetekende raad van Jezus worden toegepast.

Ernstige geschillen oplossen

„Wanneer voorts uw broeder een zonde begaat, ga zijn fout dan blootleggen tussen u en hem alleen. Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen. Luistert hij echter niet, neem dan nog één of twee met u, opdat uit de mond van twee of drie getuigen elke zaak bevestigd wordt. Indien hij naar hen niet luistert, spreek dan tot de gemeente. Indien hij zelfs naar de gemeente niet luistert, dan zij hij u net als een mens uit de natiën en als een belastinginner.” — Mattheüs 18:15-17.

Wat moest er gebeuren als een jood (of later, een christen) ernstige moeilijkheden met een medeaanbidder van Jehovah kreeg? Degene die meende dat er tegen hem gezondigd was, moest de eerste stap doen. Hij moest de kwestie persoonlijk met de overtreder bespreken. Door niet te trachten anderen voor zijn kant van de situatie te winnen, zou hij beslist meer kans maken zijn broeder te winnen, vooral als er alleen maar sprake was van een misverstand dat snel opgehelderd kon worden. Alles zou gemakkelijker opgelost kunnen worden als uitsluitend de rechtstreeks bij de zaak betrokken personen ervan op de hoogte waren.

Het kan echter zijn dat de eerste stap niet het gewenste resultaat oplevert. Om die situatie aan te pakken, zei Jezus: „Neem . . . nog één of twee met u.” Dit zouden heel goed getuigen kunnen zijn die reeds rechtstreeks op de hoogte zijn van de zaak. Misschien hebben zij gehoord dat de een de ander belasterde of wellicht hebben die meegenomen personen als getuigen gefungeerd bij een geschreven overeenkomst waarover de twee partijen nu van mening verschillen. Aan de andere kant zouden de meegenomen personen getuigen kunnen worden wanneer er bepaalde factoren aan het licht treden, zoals geschreven of mondelinge verklaringen, aan de hand waarvan kan worden vastgesteld wat de reden voor het probleem is. Ook in dit geval dient slechts het kleinst mogelijke aantal — „één of twee” personen — van de kwestie op de hoogte te zijn. Hierdoor wordt voorkomen dat de situatie verergert als het alleen maar om een misverstand blijkt te gaan.

Welke motieven dient de persoon tegen wie een overtreding is begaan, te hebben? Dient hij zich ten doel te stellen zijn medechristen te vernederen en hem op de knieën te krijgen? Met het oog op Jezus’ raad dienen christenen er niet snel bij te zijn hun broeders te veroordelen. Indien de overtreder zijn fout inziet, zijn excuses aanbiedt en probeert de zaak recht te zetten, zal degene tegen wie gezondigd is ’zijn broeder gewonnen’ hebben. — Mattheüs 18:15.

Indien de kwestie niet opgelost kon worden, moest ze aan de gemeente worden voorgelegd. Aanvankelijk werden hiermee de oudere mannen van de joden bedoeld, maar later de ouderlingen van de christelijke gemeente. De onberouwvolle kwaaddoener moet misschien wel uit de gemeente worden gesloten. Dat wordt bedoeld met hem beschouwen „als een mens uit de natiën en als een belastinginner”, personen die door de joden op een afstand werden gehouden. Deze ernstige maatregel kon niet door een individuele christen worden getroffen. Alleen de aangestelde ouderlingen, die de gemeente vertegenwoordigen, zijn daartoe gemachtigd. — Vergelijk 1 Korinthiërs 5:13.

Dat een onberouwvolle kwaaddoener uitgesloten kan worden, toont aan dat Mattheüs 18:15-17 geen betrekking heeft op onbelangrijke geschillen. Jezus doelde op ernstige overtredingen, die niettemin tot het soort kwesties behoorden die de twee betrokken personen onderling konden oplossen. De overtreding zou bijvoorbeeld laster kunnen zijn, waardoor de reputatie van het slachtoffer ernstig wordt geschaad. Of ze zou betrekking kunnen hebben op financiële kwesties, want de verdere verzen bevatten Jezus’ illustratie van de onbarmhartige slaaf die een grote schuld kwijtgescholden had gekregen (Mattheüs 18:23-35). Een lening die niet binnen de vastgestelde tijd wordt terugbetaald, zou slechts een moeilijkheid van voorbijgaande aard kunnen vormen die de twee betrokken personen gemakkelijk zelf zouden kunnen oplossen. Maar de kwestie zou een ernstige zonde kunnen worden, namelijk diefstal, als degene die het geld had geleend, halsstarrig zou weigeren het verschuldigde bedrag terug te betalen.

Andere zonden kunnen niet eenvoudig tussen twee christenen in het reine worden gebracht. Volgens de Mozaïsche wet moesten ernstige zonden worden gerapporteerd (Leviticus 5:1; Spreuken 29:24). Evenzo moeten grove zonden waarbij de zuiverheid van de gemeente betrokken is, aan christelijke ouderlingen worden gerapporteerd.

Op de meeste gevallen van wrijving tussen christenen is deze procedure echter niet van toepassing.

Zou u gewoon vergeving kunnen schenken?

Onmiddellijk nadat Jezus had uitgelegd hoe ernstige geschillen opgelost moesten worden, gaf hij nog een belangrijke les. Wij lezen: „Toen kwam Petrus naar hem toe en zei: ’Heer, hoeveel maal kan mijn broeder tegen mij zondigen en moet ik hem vergeven? Tot zevenmaal toe?’ Jezus zei tot hem: ’Ik zeg u, niet tot zevenmaal toe, maar tot zevenenzeventig maal toe’” (Mattheüs 18:21, 22). Bij een andere gelegenheid zei Jezus tot zijn discipelen dat zij „zevenmaal per dag” vergeving moesten schenken (Lukas 17:3, 4). Op Christus’ volgelingen wordt dus duidelijk een beroep gedaan geschillen op te lossen door elkaar vrijelijk te vergeven.

Dit is een terrein waarop men zich veel moeite moet getroosten. „Sommige broeders weten eenvoudig niet hoe vergeving te schenken”, zei de persoon die aan het begin werd geciteerd. Hij voegde eraan toe: „Zij schijnen verbaasd te zijn wanneer iemand uitlegt dat zij kunnen verkiezen vergeving te schenken, in de allereerste plaats om de vrede in de christelijke gemeente te bewaren.”

De apostel Paulus schreef: „Blijft elkaar verdragen en elkaar vrijelijk vergeven als de een tegen de ander een reden tot klagen heeft. Zoals Jehovah u vrijelijk vergeven heeft, doet ook gij evenzo” (Kolossenzen 3:13). Alvorens naar een broeder te gaan die misschien een overtreding tegen ons heeft begaan, zou het derhalve goed zijn na te denken over de volgende vragen: Is de overtreding het waard er met hem over te spreken? Is het voor mij werkelijk onmogelijk om de kwestie in de ware geest van het christendom als afgedaan te beschouwen? Als ik in zijn schoenen stond, zou ik dan niet graag vergeving ontvangen? En als ik verkies geen vergeving te schenken, kan ik dan verwachten dat God mijn gebeden verhoort en mij vergeeft? (Mattheüs 6:12, 14, 15) Zulke vragen kunnen ons beslist helpen vergevensgezind te zijn.

Als christenen hebben wij onder andere de belangrijke verantwoordelijkheid de vrede in de gemeente van Jehovah’s volk te bewaren. Laten wij daarom Jezus’ raad in praktijk brengen. Dit zal ons helpen vrijelijk te vergeven. Zo’n vergevensgezinde geest zal bijdragen tot de broederlijke liefde, die het identificerende kenmerk van Jezus’ discipelen is. — Johannes 13:34, 35.

[Illustratie op blz. 23]

Christenen kunnen hun geschillen oplossen door Jezus’ raad op te volgen

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen